Project 600 werd in 2000 tussen
ministerie, vakbonden en werkgevers overeengekomen om dringend de daling van het aantal
verpleegstudenten in 1999 op te vangen. Verzorgend en logistiek personeel
uit de ziekenhuizen, bejaardenhomes, thuiszorg en revalidatie kregen de
mogelijkheid om in een cyclus van drie jaar,
verpleegkunde studies te volgen met behoud van hun wedde (nu 1/2 van een
voltijdse job). De financiële kost
bestaat uit loonbetoelaging van de vervangers van deze relatief
laaggekwalificeerde functies. In de feite is het een
tewerkstellingsproject voor lager geschoolden aan 100% rendement met
gewaarborgde tewerkstellingcreatie, dit in schrille tegenstelling tot het
rendement van 57% dat naar lonen van dienstenchequeswerknemers gaat voor jobs die
dan nog maar voor de helft bijkomend zijn.
Gegevensverzameling verpleegstudenten
2007-2008 eindelijk rond
Op 28 mei 2008 heeft de administratie van de Vlaamse gemeenschap en
haar computers de telling afgesloten van het aantal verpleegkundigen in
Bacheloropleiding. De gegevens over het secundaire onderwijs in Vlaanderen
en alle gegevens van de Franstalige gemeenschap waren al enkele maanden
geleden beschikbaar. Het gaat om de officiële door de
administraties van onderwijs geteld aantal studenten verpleegkunde en
vroedkunde. Bij ontstentenis aan andere instanties die deze gegevens
verzamelen of publiceren - wie het wil doen mag het laten weten - biedt npdata deze informatie aan alle geďnteresseerden,
administraties, wetenschappelijke instituten, kabinetten en niet in het
minst aan de Ministers zelf aan, die de bevoegdheid hebben ondermeer om het
project 600 structureel te verankeren en minstens voor
vijf jaar van financiering te voorzien voor de gehele studiecyclus.
Technische noot: bachelors verpleegkunde in Vlaanderen zijn niet in
'leerjaren' opgedeeld
Het probleem van 'statistische' continuďteit dat zich vorig jaar als
stelde wordt herhaald: in de bachelor opleiding Vlaanderen is geen sprake meer van
studiejaren, in tegenstelling tot de Franse gemeenschap die hun statistiek
nog wel per leerjaar opmaken. Het totaal aantal studenten bachelor
verpleegkunde is evenwel gekend en ook de
studenten van het brugproject (A2 naar A1) en van het kiné-project kunnen
apart genomen worden. Zoals vorig jaar wordt het slaagpercentage van voorgaande jaren
toegepast op de 1ste jaars van het
schooljaar 2006-2007 en doorgeschoven naar het 2de jaar 2007-2008.
Hetzelfde gebeurt met de 2de jaars van vorig jaar om het aantal te
berekenen van het 3de jaar in het schooljaar 2007-2008. De slagpercentages
zijn in Vlaanderen een stabiel gegeven. Het aantal eerstejaars is dan
het verschil tussen het totaal aantal verpleegstudenten - het berekend
aantal 2de en 3de jaar: voor 2007-2008 zijn er in deze telling 2.616
eerste jaars verpleegkunde Bachelor in Vlaanderen, in 2006-2007 waren er
dat 2.601.
De proef op de som is het aantal
'generatiestudenten' vorig jaar te vergelijken met dit jaar en of dit
overeenstemt met de evolutie bij de 1ste jaars. De generatiestudent is een
student die na humaniora voor het eerst een studierichting kiest.
Generatiestudenten
(1) Bachelor verpleegkunde
|
|
Aantal
|
2003-2004
|
1.494
|
2004-2005
|
1.477
|
2005-2006
|
1.805
|
2006-2007
|
1.976
|
2007-2008
|
2.061
|
(1)
Verpleegkunde als 1ste studiekeuze na humaniora
|
Het evolutie van het aantal generatiestudenten is volledig gelijklopend met
de evolutie van het aantal 'berekende' eerstejaars studenten de laatste twee jaar. Het
verschil tussen het aantal generatiestudenten en eerstejaars bestaat uit
verpleegstudenten die hun jaar, of modules overdoen, uit A2
verpleegkundigen die naar A1 overgaan (Brugproject niet meegerekend),
studenten uit andere richtingen die na een mislukking zich voor
verpleegkunde inschrijven, werkzoekenden die een studie verpleegkunde
aanvatten enz.
De verdeling tussen 1ste, 2de en 3de jaars bachelor verpleegkunde is hiermee voldoende
compatibel met de jaaropdeling de vorige jaren binnen een totaal aantal
dat op de exacte administratieve cijfers gebaseerd is.
Zonder project 600 blijft de noodzakelijk groei van verpleegkundigen
achterwege
Verpleegkunde heeft gedurende twee jaar bij de eerstejaars in de lift
gezeten maar is in het schooljaar 2007-2008 weer maar eens gestagneerd
en dit zowel in Vlaamse als de Franstalige gemeenschap (zie grafiek
hieronder). Het voor de tweede maal wegvallen van het project 600 is hier
de enige aanwijsbare oorzaak. Doordat de 'goede jaren' nu in het 2de
en derde jaar zitten stijgt het totaal aantal verpleegkundestudenten in beide gemeenschappen (zie
2de grafiek hieronder). De bachelors verpleegkunde, soms nog 'A1'
genoemd, en de gebrevetteerde (Franse-gemeenschap) en
gediplomeerde (Vlaamse gemeenschap) verpleegkundigen, soms nog 'A2'
genoemd, worden hier samengenomen. Voor de goede orde publiceren we
hieronder ook de totaal aantal van 1980 tot 2008 naar gemeenschap voor eerstejaars en het
totaal aantal verpleegstudenten.
Aantal verpleegstudenten naar gemeenschap 1980-2008 (Bron:
Onderwijs)
|
|
Eerstejaars
verpleegkunde
|
Totaal
verpleegstudenten
|
Gemeen-
schap
|
Nederlands-
talige
|
Frans-
talige
|
Totaal
|
Nederlands-
talige
|
Frans-
talige
|
Totaal
|
80/81
|
4.881
|
2.820
|
7.701
|
11.860
|
6.691
|
18.551
|
81/82
|
5.332
|
2.938
|
8.270
|
12.619
|
6.983
|
19.602
|
82/83
|
5.072
|
3.005
|
8.077
|
12.573
|
7.040
|
19.613
|
83/84
|
4.858
|
2.986
|
7.844
|
12.511
|
7.074
|
19.585
|
84/85
|
4.447
|
2.852
|
7.299
|
11.682
|
6.861
|
18.543
|
85/86
|
4.124
|
2.609
|
6.733
|
10.897
|
6.429
|
17.326
|
86/87
|
3.689
|
2.603
|
6.292
|
10.009
|
6.202
|
16.211
|
87/88
|
3.873
|
2.486
|
6.359
|
9.858
|
5.941
|
15.799
|
88/89
|
3.755
|
2.301
|
6.056
|
9.703
|
5.753
|
15.456
|
89/90
|
3.233
|
2.065
|
5.298
|
9.119
|
5.465
|
14.584
|
90/91
|
2.989
|
2.118
|
5.107
|
8.367
|
5.314
|
13.681
|
91/92
|
3.197
|
2.405
|
5.602
|
8.022
|
5.433
|
13.455
|
92/93
|
3.290
|
2.621
|
5.911
|
8.168
|
5.867
|
14.035
|
93/94
|
3.781
|
3.478
|
7.259
|
9.089
|
7.157
|
16.246
|
94/95
|
4.049
|
4.356
|
8.405
|
9.701
|
8.553
|
18.254
|
95/96
|
3.916
|
4.344
|
8.260
|
9.936
|
9.233
|
19.169
|
96/97
|
4.305
|
4.819
|
9.124
|
10.285
|
10.097
|
20.382
|
97/98
|
4.339
|
5.061
|
9.400
|
10.198
|
10.677
|
20.875
|
98/99
|
4.146
|
4.762
|
8.908
|
10.137
|
10.674
|
20.811
|
99/00
|
3.538
|
4.517
|
8.055
|
9.222
|
10.181
|
19.403
|
00/01
|
3.639
|
4.347
|
7.986
|
9.067
|
10.247
|
19.314
|
01/02
|
3.583
|
4.417
|
8.000
|
8.682
|
10.108
|
18.790
|
02/03
|
3.775
|
4.590
|
8.365
|
9.188
|
10.239
|
19.427
|
03/04
|
4.119
|
4.712
|
8.831
|
9.463
|
10.459
|
19.922
|
04/05
|
3.883
|
4.980
|
8.863
|
10.032
|
11.080
|
21.112
|
05/06
|
3.840
|
5.205
|
9.045
|
9.986
|
11.659
|
21.645
|
06/07
|
4.392
|
5.254
|
9.646
|
10.510
|
11.836
|
22.346
|
07/08
|
4.393
|
5.145
|
9.538
|
10.814
|
12.255
|
23.069
|
Noot:
verpleegkunde en vroedkunde zijn samengenomen.
|
|
|
Gedetailleerde
tabellen on-line Vlaanderen
Franse gemeenschap
België
In de Vlaamse gemeenschap is het aantal eerste jaarsstudenten in
2008 met 4.393 gelijk gebleven met de 4.392 van het jaar
voordien. In de Franse Gemeenschap is het aantal eerstejaars op een hoog
niveau licht gedaald van 5.254 tot 5.145. Door de verhoogde instroom
de laatste jaren stijgt het globale aantal verpleegstudenten in Vlaanderen
van 10.510 tot 10.814, of een stijging met 2,9%.
Hiermee komen zij op het hoogste aantal van de laatste 21 jaar. In de Franse
gemeenschap is de stijging iets meer uitgesproken, van 11.836 naar
12.255, of een stijging met 3,5%, het hoogste niveau ooit sinds het begin van deze telling 28 jaar geleden. Voor het 4de achtereenvolgende jaar is het aantal verpleegstudenten in
België hoger dan ooit te voren. Maar zoals gezegd is deze stijging
enkel te danken aan de voorgaande jaren, de stagnering in het
schooljaar 2007-2008 is een hard signaal dat er nu dient gecorrigeerd.
In
Vlaanderen ligt een redelijke groei en een rampscenario dicht bijeen
omwille de demografie
Na opzetten van het project 600 werd de sterke neerwaartse trend
verpleegkunde van 2000 vooral in Vlaanderen omgebogen, tot het project dat
werkenden toelaat verpleegkunde te studeren, stilviel in 2005. Na
hervatting in 2006 werd opnieuw het niveau bereikt van tien jaar geleden,
maar hier speelt ook een gunstige demografische situatie mee (zie grafiek
hierboven). Tot 2012 is er namelijk een constante groei van de 18 jarigen,
om na 2012 sterk af te nemen en pas in 2032 te hernemen. Mét deze
gunstige demografie maar zonder het project 600, blijft men, evenwel
opnieuw ter plaatse trappelen, wordt er geen reserve opgebouwd en zullen
er relatief minder verpleegkundigen afstuderen in 2010. Na redelijk
goed, kan het in Vlaanderen vlug zeer slecht worden.
Bachelor (A1) en Gediplomeerde (A2)
verpleegkunde vergeleken in Vlaanderen
De aantrek van bachelor verpleegkunde zat de laatste jaren in
Vlaanderen stevig in de lift. Gezien zij minder afhingen van het project
600 hebben zij hun stijging kunnen consolideren en verhogen hun globale
aandeel lichtjes tav de A2 verpleegkunde.
40% van de studenten
verpleegkunde volgen de beroepsgerichte opleiding, dwz de vierde graad van
het beroepsonderwijs. Het is een van de meest efficiënte en ingrijpende
opwaarderingspistes na de cascade die sommige jongeren nog altijd in
het onderwijssysteem meemaken.
Ook voor volwassenen, werkzoekenden en werkenden is gediplomeerd
verpleegkunde de laatste vijftien jaar uitgegroeid tot hét instrument voor upgrading van
minder- of laaggeschoolden, mede met de steun van de Sociale
Fondsen voor de Ziekenhuizen, andere fondsen en niet in het minst de
scholen zelf. Het heeft ook een belangrijke functie voor opwaardering van in het buitenland behaalde maar niet
gelijkgeschakelde diploma's. Het biedt tevens een lange termijnperspectief
voor de allochtone studenten en volwassenen die langs
verpleegkundestudies een plaats zullen kunnen verwerven op de arbeidsmarkt.
Langs een voorexamen (voorproef) kunnen ook
personen met lager middelbare opleiding toegang krijgen tot de verpleegopleiding. Na slagen in het 1ste verpleegkunde wordt ook het diploma
secundair onderwijs behaald hetgeen de mogelijkheden voor verder zetten
van studies, desgevallend andere oriëntaties, mogelijk maakt. Na 3 jaar behaalt
men het Europees erkende verpleegkundige diploma. En zoals blijkt komen 40% van
de afgestudeerde verpleegkundigen langs deze weg in een beroep waar
definitief de werkloosheid achter zich gelaten wordt. In het perspectief van een
groeiende behoefte aan verpleegkundigen is elke uitspraak of actie om deze
ingang tot het verpleegkundige beroep in vraag te stellen, te
destabiliseren of te depreciëren, moreel, professioneel en
maatschappelijk onverantwoord.
Vergelijking evolutie
verpleegstudenten in Franse en Vlaamse gemeenschap
Over 28 jaar bekeken is het belangrijkste verschil tussen
verpleegkundestudies in de Franse en Vlaamse gemeenschap de stijle
opgang van het aantal studenten in absolute cijfers in de Franse gemeenschap
van 1992 tot 1999 met een lichtere afname tussen 1999 en 2003 dan in
Vlaanderen. De herneming na 2003 verloopt in Vlaanderen wat trager (met
grotere impact van het wegvallen van het project 600 in 2004/2005). De afschaffing van het A2-niveau in
Frankrijk speelt zeker mee
in de instroom van Franse studenten maar is niet alleen verantwoordelijk
voor deze verdubbeling op 28 jaar tijd in de Franse gemeenschap.
Als de aantallen uitgezet
worden als een¨% van de respectievelijke bevolkingen tussen 18 en 21 jaar
verschijnt een genuanceerder beeld dat een juister zicht biedt op de
effectieve 'aantrek' van het beroep:
De aantrek van het beroep
was tot 1993 zelfs lichtjes sterker in Vlaanderen maar nadien is er een kloof
opgebouwd die vanaf 1999 constant blijft, dus ook niet meer groeit:
tegenover 8% aantrek tav van de referentiebevolking 18-21 jaar, ligt het
aantrekniveau in Vlaanderen voor verpleegkunde op 5%. Vergeleken met de
Franse gemeenschap kan er in Vlaanderen nog sprake zijn van een zeker aan
te spreken potentieel.
Evolutie aantrek verpleegkunde Franse en Nederlands gemeenschap sterk
gelijklopend na 1999
Als de aandacht gericht wordt op de evolutie van A1 en A2 verpleegkundigen
dan valt op dat in Wallonië de daling na 1999 zich bij de A1
verpleegkundigen in de Franstalige gemeenschap zich veel sterk doorzette
dan in Vlaanderen. Bij de A2-verpleegkundigen was deze daling na 1999
minder sterk en meer gelijklopend tussen de gemeenschappen:
In feite is de belangrijkste
vaststelling dat ongeacht de volledige splitsing van de
onderwijsbevoegdheid, de globale evolutie na 1999 zeer sterk gelijklopend
is wat aantrek van het beroep betreft, dus wanneer rekening gehouden wordt
met de demografische evolutie. Dit zou kunnen veranderen omdat vanaf 2012
in Vlaanderen een fikse daling van het aantal 18 jarigen optreedt, terwijl
deze in Wallonië en Brussel stijgend is.
A2-verpleegkundigendie in Brugopleiding A1 verpleegkundige
nog altijd een succes
Het aantal A2 verpleegkundigen
dat een upgrading wenst naar A1 verpleegkundige is niet oneindig. Na een
sterke start waren in 2004 nog
663 A2 verpleegkundigen in het Brugproject betrokken in de Vlaamse
gemeenschap, meestal in een studieproject van twee jaren. Door de verder
afbraak van het stelsel van Betaald Educatief Verlof, waar Vanvelthoven de
rol overnam van Miet Smet om het BEV in vergelijking met 1997 te halveren,
werd ook het Brugproject geraakt. Het Sociaal Fonds voor de
Privé-Ziekenhuizen bleef evenwel 180 uren per jaar verder uit eigen middelen bijkomend
aan het BEV financieren, maar kon deze onnuttige en enkel de
profisectoren diende aanslag op het permanent 'kwalificerend' leren niet
compenseren Als Minister Milquet trouw is aan de verzuchtingen van haar
MOC, kan zij niet anders dan het Betaald Educatief verlof voor
kwalificerende opleidingen terug optrekken tot minstens 240 uren. Na een terugval tot 371 Brugverpleegkundigen in
2007 is er een opnieuw een verhoging tot 456 verpleegkundigen die het
speciale brugprogramma volgen om A1 te worden in de Vlaamse gemeenschap.
In de Franse gemeenschap heeft het Brugproject
geen start gekend na het akkoord van 2000 omdat de scholen voor gagonderwijs geen aangepaste programma's wensten aan te bieden. Het
onderwijs voor sociale promotie was hier niet op voorzien en heeft maar
met mondjesmaat in de loop van de volgende een aanbod kunnen doen.
Voortgaande op de gegevens van het Sociaal fonds voor de
Privé-Ziekenhuizen bedraagt het aandeel van personen in Brugopleiding
Franse gemeenschap 20% en 80% voor de Vlaamse gemeenschap
(situatie 28/05/2008), hetgeen er op wijst dat de "Passerelle"
veel minder gebruikt of aangeboden wordt in de Franse gemeenschap. In
Vlaanderen gaat het om 319 A2 verpleegkundigen die van het Fonds 180
uren op jaar- en VTE-basis bijkomende BEV krijgen, in de Franse
gemeenschap zijn dat 81 personen. Daarbuiten zijn er nog 63
A2 verpleegkundigen die het volledige studietraject A1-verpleegkunde
volgen (dus geen speciaal Brugprogramma) en ook de ondersteuning van het
Sociaal Fonds voor de Privé-Ziekenhuizen krijgen. Hier is de verdeling
evenwichtiger: 37 voor de Franse gemeenschap en 26 voor de
Franstalige.
Kiné-project opgenomen in bachelor-hervorming
De mogelijkheid voor kinisesten om te reclasseren in een verkorte
opleiding naar verpleegkundige heeft nooit veel impact gekregen, omdat
het, in tegenstelling tot de A2-A1-Brug, nog een erg zwaar programma was.
Door de Bachelor-hervorming heeft de overschakeling van een specialisme
naar een ander daarenboven een structureel kader gekregen.
Van
Kiné naar A1 in de Vlaamse gemeenschap
|
|
1ste
jaar
|
2de
jaar
|
3de
jaar
|
Totaal
|
2001
|
|
|
|
|
2002
|
|
|
|
|
2003
|
42
|
31
|
22
|
95
|
2004
|
10
|
38
|
33
|
81
|
2005
|
|
31
|
33
|
64
|
2006
|
|
|
|
19
|
2007
|
|
|
|
7
|
2008
|
|
|
|
2
|
Nieuwe start van project 600 is maar voor 1 jaar gefinancierd, begrijpe
wie kan
Het enige wat 1ste minister Leterme, na het bezoek van de betogers op 30
april 2008, heeft kunnen versieren is dat 363
werknemers (200 privé en 163 publieke) uit ziekenhuizen, bejaardenhomes,
thuiszorg en revalidatiecentra in het project 600 kunnen stappen en hun 1ste
jaar verpleegkunde aanvatten. Maar "...voor de volgende
schooljaren moeten nog andere financieringspistes worden verkend. Dat
geldt ook voor de structurele verder zetting van het project 600 in 2009
en volgende met nieuwe reeksen inschrijvingen." Iemand begint dus
in het project maar het is nu nog niet zeker of er financiering is voor
het verder zetten van de studies in het 2de en 3de jaar. Tevens geldt deze
beslissing maar voor 1 jaar, vanaf 2009 is het opnieuw bedelen, zoeken,
wachten enz...
Inschrijven project 600 moet voor 20/06/2008: Flyer -
inschrijvingsformulier - werkgeversattest
Wat voor de dienstencheques kan (open budget) moet ook voor project 600
kunnen
Project 600 is in wezen een vormings- én tewerkstellingsproject. Het
biedt de kans voor verzorgend, administratief personeel, arbeiders,
technisch en logistiek personeel om hun engagement of droom waar te maken,
namelijk verpleegkunde te worden op oudere leeftijd of als jongvolwassene na
een te beperkte schoolloopbaan. Het project bestaat er tevens in dat de
werknemers die studies aanvatten voor een halftijds jobequivalent
vervangen worden op de werkvloer, dwz de financiële kost van het project
bestaat in de loonkost van het vervangend personeel in de over het
algemeen lager gekwalificeerde functies. Het straffe van dít verhaal is
dat elke investering dus voor 100% een surplus meebrengt aan
tewerkstelling van ondermeer personen uit de werkloosheid, en dat deze
bijkomende tewerkstelling strikt gecontroleerd wordt door de Sociale
Maribelfondsen, werkgevers en vakbonden.
Deze gang van zaken staat volledig haaks op de dienstenchequeshoorn des
overvloed waar op 100€ kost maar 57€ aan loonkost besteed
wordt van dienstenchequeswerknemers, terwijl het dienstenchequessysteem,
volgens de tot op dit ogenblik gekende gegevens, nog niet voor de helft
bijkomende jobs genereert, de andere zijn bestaande jobs die naar
Dienstencheques-betaling worden doorgeschoven of die op andere budgetten
dienden gerealiseerd. Het globale
tewerkstellingsrendement van dienstencheques wat loonkost van bijkomende
werknemers betreft ligt dus iets hoger dan een kwart van dit massaal en onbeperkt vrijgemaakte budget. Geen
enkele maatregel ligt vooralsnog voor om hier serieus in te saneren en het
rendement te verhogen. Hiertegenover is het belangwekkende project 600,
zoals blijkt een peanut waarrond dan nog geen zekerheid voor de cyclus
van 3 jaar gegeven wordt, onbegrijpelijk en vernederend.
De kost 1ste jaar 363 verpleegkunde starters is 6,1 miljoen € of
0,7% van RSZ kost dienstencheque
Het budget voor 363 halftijdse vervangingen aan 33.750€ loonkost
per VTE = 6,125 miljoen €. Met een uitval van 10% per jaar
(niet slagen, studies stoppen) dient
er nog 10,4 miljoen € voorzien voor de vervangingen in het 2de en
3de jaar. In totaal kost het project dus voor 363 werknemers in
verpleegopleiding 16,5 miljoen €. Intussen kosten de dienstencheques in 2008 aan de sociale
zekerheid 985 miljoen€ en aan de belastingen 129 miljoen
€, in een open enveloppe, zonder enige beperking, zonder controle,
en met een alsmaar groter aandeel dat met dienstencheques betaald wordt
zonder bijkomende tewerkstelling, of tewerkstelling die op budgetten van
andere Ministers dienen te verhaald (ondermeer de ouderzorg). De zorgzaamheid
waarmee de Non-Profit omgaat met de hen als lastenverlaging toebedeelde
middelen steekt schril af met de alsmaar voortgaande overval op sociale
zekerheidsgelden van commerciële, private en zichzelf overbiedende
huishoudgebonden zorgdiensten waaruit de dienstenchequesconstructie
bestaat.
600 starters gedurende vijf jaar: gemiddeld 1.200 nieuwe jobs
en 2.430 afgestudeerde verpleegkundigen
Het project 600 haar intrinsieke waarde en kracht teruggeven, daar gaat het
om. De komende vijf jaar telkens 600 werkenden
verpleegkundestudies - het project heet niet voor niet 600 - laten aanvatten en in hun
vervanging voorzien: niet
alleen uit de gezondheidssectoren, maar ook uit de andere
Non-Profitsectoren, niet alleen uit de Non-Profit, maar ook uit alle
sectoren waar nog een potentieel zit om mits vervanging op de werkplaats,
verpleegkunde aan te vatten, en dan denken we aan de Horeca, de
Distributie, en alle tewerkstelling waar vrouwen talrijk aanwezig zijn in
ondergewaardeerde of precaire posities.
Simulatie
kost en tewerkstellingimpact Project 600
|
|
Verpleegkunde
(1)
|
Totaal
|
VTE
|
Kost
|
|
1ste
jaar
|
2de
jaar
|
3de
jaar
|
hoofden
|
|
miljoen
€
|
Start
2008
|
600
|
|
|
600
|
300
|
10,1
|
Start
2009
|
600
|
540
|
|
1.140
|
570
|
19,2
|
Start
2010
|
600
|
540
|
486
|
1.626
|
813
|
27,4
|
Start
2011
|
600
|
540
|
486
|
1.626
|
813
|
27,4
|
Start
2012
|
600
|
540
|
486
|
1.626
|
813
|
27,4
|
|
|
540
|
486
|
1.026
|
513
|
17,3
|
|
|
|
486
|
486
|
243
|
8,2
|
Totaal
|
3.000
|
2.700
|
2.430
|
8.130
|
4.065
|
137,2
|
(1)
Uitgangspunt is uitval van 10% per leerjaar - kost is dus maximum
|
Op kruissnelheid kost dit project
600 27,4 miljoen € per jaar of 2,8% van wat nu vanuit de RSZ naar dienstencheques
gaat
600 starters in het project 600 aan 1/2 vervangingskost betekent
aan 33.750€ = 27,4 miljoen €, waarbij dus wel degelijk de
studie kan voleindigd worden met een uitval van 10%¨per jaar, hetgeen
laag is gezien het om gemotiveerde mensen gaat en scholen
die zich al gedurende 15 jaar konden aanpassen aan de aanwezigheid aan
volwassenen in het dagonderwijs. De
regering kan nu beslissen om gedurende 5 jaar de start binnen het project
600 mogelijk te maken voor telkens 600 werkenden die hun volledige cyclus
kunnen uitdoen. Kostprijs zou dan 27,4 miljoen € x 5 = 137€
uitgespreid over 7 jaar (5 startjaren en 2 uitloopjaren voor de laatste
starters). De tewerkstellingsopbrengst van dit project is 100% gewaarborgd
en bedraagt gemiddeld 1.200 jobs gedurende 7 jaar.
Per jaar zullen 486 verpleegkundigen bijkomend afstuderen zodat met
een start in 2008 in 2012 er 2.430 verpleegkundigen zijn
bijgekomen, moment waarop in Vlaanderen een drastische daling van
18-jarigen zal optreden. In 2012 is er dus een reserve opgebouwd waarmee
eventuele moeilijkheden in de werving van verpleegkunde studenten kunnen
ondervangen worden.
Lastenverlaging in de Non-Profit is de enige lastenverlaging die 100%
werkt
Als andere sectoren mee op de boot springen kan nagegaan worden of een
gedeelte van hun lastenverlagingen (met een uiterst laag
tewerkstellingsrendement van 15%, zoals indertijd berekend door het
Planbureau) mee kunnen aangewend worden voor werknemers die vanuit deze
sectoren in het verpleegkundeproject 600 treden.
_______________________________________________________________
Tabellen en begeleidende grafieken per niveau, leerjaar
en gemeenschap,
in aantallen en % van de referentiebevolking zie verpleegkundeportaal
Gedetailleerde aantallen on-line Vlaanderen
Franse gemeenschap
België
Al of niet vermeend
tekort verpleegkundigen, zie BuG
93 Witte Woede
|