Beste,
Ook al is het einde van de kapjesdiscussie nog niet in zicht, toch
zetten we er even een punt achter. Met
de opinie van Jan Denys in De Morgen van 2 juli 2009 krijgen we de
gelegenheid een licht te werpen op het belang (en de mislukking) van
de democratisering van het onderwijs voor arbeiderskinderen, wat de
allochtone kinderen voor het merendeel in eerste instantie zijn. Voor
de goede orde geven we hieronder nog een overzicht van onze bijdragen
en enkele reacties en opinies van anderen,
ondermeer van Herman
De Ley, Ali Salmi,
Frank Roels en
Eddy Daniels, die
naar ons gestuurd werden:
Enkele standpunten en beschouwingen
over de hoofddoek:
02/02/07
- Jan Hertogen - Brusselmans:
negers en vrouwen met een hoofddoek, een aparte soort?
10/26/07 - Jan Hertogen
- Hoofddoekverbod:
racisme vermomd als neutraliteit
26/06/09 - Jan Hertogen -
Hoofddoek:
Pnxten, Dewinter, De Wever, één strijd?
01/07/09 - Jan Hertogen
- Na
"Á
bas la calotte", "Weg
met 't kapje"
03/07/09 - Jan Hertogen
- Jan
Denys: “Vlaamse gezinnen werkten zich krom voor hun kinderen”
Enkele
andere opties en reacties
01/07/09 - Frank
Roels - Hoofddoekenverbod
op school
01/07/09 - Herman De Ley
- Waarmee
zijn wij in godsnaam bezig als wij de toekomst van talentvolle meisjes
ondergeschikt maken aan hun hoofddoek?
01/07/09 - Ali Salmi - Een
hoofddoekenverbod op school? Bezint eer ge begint!
02/07/09 - Eddy Daniels
- Reactie
van Eddy Daniels met daarop enkele overwegingen van Jan Hertogen,
beide in
de tekst: rood van Eddy Daniels, blauw van Jan Hertogen
Jan
Denys: “Vlaamse gezinnen werkten
zich krom voor hun kinderen”
- 03/07/09
De
mislukking van de democratisering van het onderwijs voor
arbeiderskinderen
En
dan denk je dat je alles gehad hebt over
de hoofddoek of Jan Denys haalt de pastoors van de jaren
vijftig aan die mede een motor voor de democratisering van het
onderwijs zouden
geweest zijn. Eerst misschien klaarstellen dat de
democratisering van het onderwijs, op korte en lange termijn geen
noemenswaardig effect
geressorteerd heeft wat ‘structurele deelname’ van
arbeiderskinderen aan het algemeen en hoger onderwijs betreft zoals,
uit alle, ook de recentste onderzoeken blijkt. Ook de PMS -centra
(Psycho-Medische Sociale centra, de huidige CLB’s) door ondermeer de
kristelijke arbeidersbeweging in de zestiger jaren opgezet,
heeft daar wezenlijk niets aan kunnen veranderen, of
hebben zij te vlug hun doel uit het oog verloren. Tevens hebben zij
pas na enkele decennia de allochtone achterstelling tot zich laten
doordringen die in wezen 'arbeidersachterstelling’
is. De
arbeidersafkomst kan in deze samenleving en met deze
onderwijsorganisatie blijkbaar niet overbrugd worden in de toegang tot
het algemeen en het hoger onderwijs. Dat was al zo in 1972, zoals
bleek uit het doctoraat van Urbain Claeys en dat blijkt uit recent
onderzoek. Jan Denys als oude HIVA-socioloog behoort dit te weten en
te verrekenen. Deze arbeidsmarktexpert is groot en wijs geworden in
het HIVA, mede gesticht door Ward
Leemans.
Studeren met steun of
in het kader van de KAJ (Katholieke Arbeiders Jeugd)
De persoonlijke levensgeschiedenis van Ward Leemans en
vele anderen maakt duidelijk hoe de arbeidersemancipatie en de
rekrutering van ‘leiders’ langs onderwijs in het katholieke kader
na de oorlog vorm kreeg. Ward Leemans ging die na zijn middelbare
studies aan het Xaveriuscollege te Borgerhout als elektricien werken
op een scheepswerf, om daarna met een studiebeurs van de KAJ Pol en
Soc te studeren aan de KUL en medewerker te
worden van de studiedienst van het ACV.
Oprichter van het intussen ten grave gedragen
Sociologisch OnderzoeksInstutuut (waar ikzelf zes jaar gewerkt
heb) en het HIVA, werd hij professor in Nijmegen tot 1965 om
zo op tijd terug te zijn voor mei 1966 en
mei
1968 in
Leuven waar
hij een cruciale rol speelde. Daarna moest hij z’n schuld aan de
Christelijke Arbeidersbeweging aflossen door voorzitter te worden van
de Senaat. Omdat m’n persoonlijke toelichting voor sommigen meer
zegt dan m’n breedspraak (zie de interessante commentaar op m’n
vorige tussenkomsten door Johan
Leman op de Foyer-site
nog dit. Ook
mijn vader werd door de KAJ opgepikt uit het eerste radiofabriekje van
België in Tongeren (RBC-radio),
waar hij als
technieker werkte . Vanuit zijn nieuwe werkverband,
de KAJ kon hij maatschappelijk werk
studeren in Leuven, waar Gaston Eyskens nog doseerde en
hij als arbeider/boerenzoon een blamage opliep door een vraag te
stellen waarop hij als antwoord kreeg: “Hier
worden enkel pertinente vragen gesteld, mijnheer” .
In mei 1940 moest hij zijn derde jaar onderbreken, toen de oorlog
tussenkwam en de toenmalige ACV-jongerenverantwoordeliujk aan het
Albertkanaal moest postvatten, zodat hij gedurende enkele weken
nationaal verantwoordelijke werd van de ACV-jongeren
nationaal, tot de inval van de Duitsers. Gedurende de
oorlog was hij nationaal vrijgestelde van de K.A.J naast Cardijn en de
behoeder van de ‘verplicht tewerkgestelden’,
in feite de Belgische dwangarbeiders in Duitsland onder de
nationaalsocialistische bezetting. Ook voor hem waren de migratie,
gelijke onderwijskansen en ontwikkelingshulp een uitdaging die hij als
afgevaardigde vanuit de KWB in de beheerraad van het PMS Hasselt en in
de projectengroep van Broederlijk delen, altijd met de grootste zorg
opgevolgd heeft. Wat
hebben deze twee verhalen nu met de moslims, de deelname aan het
onderwijs van arbeiderskinderen en de hoofddoek te maken?
De
Marokkaanse en Turkse migratie heeft het vooral op eigen kracht moeten
doen
De
Christelijke arbeidersbeweging heeft altijd kunnen investeren in
personeel dat de emancipatorische opdrachten kon uitvoeren, en dat in
een veel grotere dimensie dan de pastoors waar Denys het over heeft.
En in de socialistische arbeidersbeweging zal het noet anders gegaan
zijn. De grote Italiaans, Spaanse en ook Portuguese migratie is mede
kunnen terugvallen op de kristelijke en socialistische arbeiders- en
politieke bewegingen
en de onderwijsstructuur die vanuit de Katholieke godsdienst en het
publieke onderwijs stevig verankerd was. De Marokkaanse en Turkse
migratie was arm, zonder structuur en meestal met een zeker argwaan
bekeken door de bevolking en haar organisaties. Het was behelpen. Geen
investering in mensen, minmaal in organisaties zoals die voor opvang
zorgden en eerste begeleiding. Of het moest van de nonnetjes van
Mechelen komen bij de oprichting van Rzoezie, dertig jaar geleden,
die voetballen ter beschikking stelden van de Marokkaantjes en hun
begeleider, de pas afgestuurde maatschappelijk werker Rudi Possemiers,
die er nooit meer is weggegaan, om de Jezuïeten niet te vergeten die
er altijd voet in huis gehad hebben. Zo heeft elke migranteninitiatief
z’n eigen verhaal, op eigen kracht, met veel goede wil en steun van
plaatselijke mensen zich behelpen.
Het ontbreken van structurele steun en een
onderwijskader waarin ook de godsdienst kon beleefd worden en het
afwezig zijn van investering in mensen met b.v. het betalen van hoger
onderwijs terwijl men werkte,
zoals in voorbeelden hierboven, dat heeft er voor de moslims niet
ingezeten. Hen daar nu de rekening voor presenteren door de Iman uit
te spelen tegen de ‘goedwillende’ pastoor is oneerlijk en er over,
zeker omdat Jan Denys uit hetzelfde nest komt en goed
kan weten hoe de geschiedenis is gelopen en hoe moeilijk het is
geweest de participatie van arbeiderskinderen naar omhoog te krikken.
Het mag hier ook gezegd dat het HIVA altijd goed geplaatst geweest is
om de ‘migrantenwerkingen’ en de ondermaatse aanwezigheid en
betoelaging ervan, in te schatten ondermeer vanuit een eigen
onderzoekscentrum dat spijtig genoeg veel te vroeg is
opgedoekt.
De omkadering met professionele krachten van de migrantenwerking en
-behoeften in Vlaanderen op dit ogenblik
is 1 Voltijds Equivalent voor 1.000 allochtonen,
taallessen, inburgering, locale, regionale en nationale
integratiecentra, vluchtelingenopvang met Vlaamse middelen en wat al
meer inbegrepen, zie
tabel Tabel
Non-Profit Vlaanderen 2008.
Hangt het van de
kinderen, allochtoonheid, school of arbeidersafkomst af?
En dat zijn even zo vele factoren die meespelen in de
tot stand koming van een werkelijkheid die maar al te vlug genegeerd
worden en die doen begrijpen waarom b.v. de allochtone afkomst op zich
geen determinerende variabele is in de onderwijskansen maar wel de
arbeidersafkomst, die in deze tijden in grote mate verbonden is aan de
niet-Europese migratie. Het recente VUB-onderzoek bevestigt dat de
verminderde tewerkstellingskansen niet zozeer of niet altijd het
gevolg zijn van het racisme van de werkgevers maar dat vooral de
lagere of niet adequate scholing hen parten speelt, en zo voegen wij
er aan toe, niet omdat het allochtonen zijn maar omdat het om
arbeiderskinderen gaat, hetgeen al vier decennia lang een ongewijzigde
vaststelling is door elk onderzoek terzake. En de vraag stelt zich nog
altijd of dit aan de kinderen, de allochtoonheid,
het schoolse systeem ligt
of aan hun arbeidersafkomst ligt, en waarom dan.
Het
‘allochtonenperspectief’ en de verantwoordelijkheid van de witten
Een recente KUL-studie stelt daarbij vast dat het hebben
van witte vrienden voor de gekleurden een positieve factor is in het
aangaan en slagen in hogere studies. Maar dit is weer het
‘allochtonenperspectief'
die de conclusie inkleurt, het is de allochtoon die het
(niet) gedaan heeft;
als hij geen witte vrienden heeft komt hij er niet. Maar moet deze
vaststelling niet omgekeerd worden? Is het niet eerder zo dat als
witten er toe komen om allochtone vrienden te maken en een stap naar
de vreemde of het vreemde zetten, er zo een beter perspectief voor
deze allochtonen open komt. Als de witte gemeenschap het op zich neemt
om met een open geest en hart allochtonen tot hun sociaal leven toe te
laten, meter en peterschappen aan te gaan voor huiswerk en
stimulering, beschikbaarheid en begeleiding als buur of inwoner van
dezelfde stad.
De
open wonde die Antwerpen is,
een
langdurig en langzaam herstel
In Antwerpen
heeft bijna 40% van de bevolking zich uitdrukkelijk
tegen de medebewoners van een andere kleur of afkomst gekeerd . Hoe
lang zal het duren dat Antwerpen geheeld is van de wonden die geslagen
zijn doordat 40% van z’n
sociale,
politieke en menselijke energie is gedraineerd naar op het
nationaalsocialisme geënte denkbeelden.
Nu het Vlaams Belang, mede door de migrantenstem, op de terugweg gezet
is, zien we bij de onderwijs-, politieke- en ideologische deskundigen
afkickverschijnselen in dit 'genezingsproces' waar de ratio weer zoek
is. In plaats van het rationele, nl de zin voor verhoudingen en
verbanden in acht nemend denken,
wordt het debat weer in een emotionele, revanchistische en betweterige
sfeer getrokken.
Het is evenwel de strijd van de verliezer die er nog niet aan toe is
het licht aan de horizont te zien. En het is de demografie die ook
hier de belangrijkste aanzet en doorslag zal geven. Niet voor niets
leerde Prof Van Mechelen in 1968 aan z'n duizenden studenten
demografie en statistiek dat demografie de basis is van elke sociale
wetenschap. En de democratie natuurlijk, het ogenblik is niet meer
veraf dat naast allochtone ministers ook de vrouwen met kapje in de
parlementen het ook in Vlaanderen voor iedereen beter zullen maken.
Het komt er langzaam, maar zeker aan.
Als 1 op 20 Vlamingen
zich persoonlijk en actief engageert – The missing link
Met 10% allochtonen in Vlaanderen, waarvan de goede
helft niet-Europees zou het voldoende zijn dat 1 op de 20 Vlamingen
zich bij z’n migrantenburen aanbiedt om de kinderen langs
begeleiding en beschikbaarheid voor schoolse vragen de onderwijskansen
te versterken. Het zou de definitieve klik zijn voor vele
‘integratie’problemen en betere onderwijs- en toekomstkansen geven
aan de kinderen en kleinkinderen van de migratie Zelf ben
ik voor kinderen uit 7 schoolgeneraties,
dwz leerlingen in een bepaald leerjaar, alle van Maarokkanse afkomst,
mede beschikbaar geweest op sommige ogenblikken van hun
schoolloopbaan, vanaf het lager onderwijs tot universiteit. De ene is
zojuist afgestudeerd in haar zevende jaar geneeskunde, de ander
studeert af na drie jaar hoger onderwijs diëtiste en vervolmaakt voor
diabetiek, een andere, 6de jaar beroeps is geslaagd en haar
broer wacht in het 1 ste jaar management op z'n uitslag. De jongste
doet nu moeizaam z’n eerste studiejaar, terwijl z’n broer goed op
weg is in z’n 4de basisonderwijs,
en dan is er ook nog een kapster, en voor kantoor
afgestudeerd. Dat doet niets ter zake natuurlijk, maar het is wel het
niveau waarop veel kan of moet gebeuren en dan heb ik het hier niet
van over de intriestige situaties die deze kinderen soms meemaken
waarin je de ouders mee kan ondersteunen en de pijn voor
de kinderen verzachten.
Maar best is te beseffen dat nu al in Vlaanderen, tienduizenden
Vlamingen, dag aan dag beschikbaar en in de weer
zijn om deze arbeiders/migrantenkinderen, samen met hun
ouders er door en naar omhoog te trekken. En deze hulp staat of valt
niet met de hoofddoek. Misschien is deze actieve hulp van de ene
bevolkingsgroep voor de andere, meer speciaal voor de arbeiders in de
bevolking en hun kinderen, die de vicieuze cirkel van de lage
participatie van arbeiderskinderen kan doorbreken, het is misschien
the missing link.
Maar het is een ‘rechtse’ Imam,
en die moest zijn lesje krijgen
Zodus Jan Denys moest en zou zijn steentje bijdragen in
het blameren, schofferen, denigreren, van een Imam die niet méér
gedaan heeft dan de wettelijke mogelijkheden onder ogen brengen van
een verdediging tegen de rampzalige exclusie van duizenden
moslimmeisjes van de vrije keuze in het onderwijspallet. Hij was
hiertoe genoopt door de exclusie van de hoofddoek en het ontbreken van
eigen islam scholen, mede omdat de migratie te arm was om zo een net
op te richten. Maar Jan, wordt mij van verschillende kanten gezegd, je
weet toch dat het een 'rechtse Imam' is, ene van de verkeerde soort,
die zegt dat de hoofddoek in de Koran staat, maar dat is niet zo, en
comme si en comme ça. Interessant om weten maar niet ter zake. Een
onderliggend agenda afwerken op kap van de moslima’s dat maakt het
alleen maar erger. In deze situatie komt de Imam trouwens op voor het
recht op religieus beleefd onderwijs, mobiliseert hij en doet wat hij
kan, ondermeer door te verwijzen naar het wettelijke recht op examens
voor de middenjury, zoals ook door Coolen en Beliën van het Vlaams
Belangt al jaren is toegepast
wordt. Voor de Iman is het echter een schreeuw om
rechtvaardigheid. Voor
de 10-duizende euroambtenaren van alle kleur en snit staat wel een
hoog kwalitatief apart onderwijs ter beschikking, waar de moslims van
uitgesloten zijn, toch als ze uit arme landen komen of geen
diplomatieke ouders hebben.
"De Vlaamse
gezinnen die zich krom gewerkt
hebben..."
“Het is
interessant om de vergelijking te maken met de rol die Vlaamse
priesters speelden in de democratisering van het onderwijs in de jaren
50 van de vorige eeuw. … hoe de goed presterende Vlaamse jongens die
als kind voorbestemd aren om op 14 jaar te gaan werken verder konden
studeren na tussenkomst van de lokale priester.” En verder “Heel
wat Vlaamse gezinnen hebben zich krom
gewerkt om hun kinderen meer kansen te geven. De
overheid sprong bij met studiebeurzen. .. Dit alles speelde zich
nauwelijks een halve eeuw geleden in Vlaanderen af. Waarom zouden de
imams anno 2009 ook niet die emanciperende rol kunnen overnemen?” .
Jan Denys
verwijst allicht met z’n 14-jarigen naar de voor-oorlogse situatie
want vanaf 1953 werd de leerplicht tot 15 jaar ingevoerd in België.
Het is evenwel
een aberrante en fundamenteeel oneerlijke
vergelijking tussen een priester met een alompresent onderwijsnet en
de Iman die geconfronteerd is de uitsluiting van de godsdienstbeleving
lans hoofddoek in de school waar de meisjes al jaren mét hoofddoek
les volgen. Waar deze pastoor het historisch en alom tegenwoordige
katholieke net achter of voor zich hadden en de onderliggende
bedoeling nog al eens was ook arbeiderskinderen voor het
‘priesterambt’ te bestemmen, neemt Denys Imam Nordine Taouil op de
korrel omdat hij geen gelijkaardige inspanning levert. Hij heeft niet
alleen geen ‘islamnet’ op de achtergrond, hij staat voor een
situatie van uitsluiting. Als in de vijftiger jaren, door een
beslissing de kapjesdracht van de nonnetjes die nog onderwijs volgden
zou verboden zijn dan gaat de vergelijking al wat meer op. Een
arbeidssocioloog en HIVA-adept had er op kunnen wijzen dat het juist
de bekommernis van de Imam was om de toekomstkansen van de moslima’s
veilig te stellen door ze met hoofddoek, zoals ze al hun hele
onderwijsloopbaan konden doen, voort te zetten.
Moest Heremans
werkgever in een bedrijf zijn, het zou rap gedaan zijn
Had Denys niet eerder
moeten insisteren dat deze dames zich kunnen beroepen op een verworven
recht, op iets wat ze reeds jaar en dag konden doen en die hun keuze
voor deze school en deze richtingen heeft gedetermineerd. Wie is er
begaan met dit ‘scholieren’ belang, waar blijft het
scholierenparlement, waar blijft de jeugdraad, de jeugdbewegingen van
alle slag en meestal (katholieke) stoot, waar blijft de K.A.J. Moest
een werkgever zo optreden als Karin Heremans en eenzijdig het
arbeidsreglement veranderen, zonder consultatie van ondernemingsraad,
het comité veiligheid of de syndicale delegatie, het zou nogal boel
geven en rap gedaan zijn. Wie zich hiertegen verzet en oproept tot
collectieve actie krijgt de volle laag.
De evolutie gebeurt langzaam, stap
voor stap, voor ouders en kinderen
“En Vlaamse ouders
die zich krom werken “,
de bevestiging van de enen is bedoeld als depreciatie
van de anderen, de eigenlijke
boodschap luidt:
“Wie inzake onderwijs geen steun
krijgt in het eigen gezin vertrekt in het onderwijs met een grote
achterstand” . Het zijn de migrantenouders, zoals ook
altijd de ‘arbeidsouders’ doorheen de Vlaamse geschiedenis, die
het gedaan hebben en verantwoordelijk zijn. Moesten zij zich ook
‘krom werken’, hun kinderen van straat houden, Nederlands leren,
de Nederlandse TV-aanzetten, hun kinderen stimuleren enz… En moest
de Imam de ouders op hun ‘plichten’ wijzen.
Ook hier miskent de arbeidssocioloog Denys de evidentie:
zoals 50 jaren geleden en evenzeer nu gebeurt de doorstroom en het
zich opwerken van laaggeschooldheid sporadisch in grote stappen maar
in regel ‘generatiegewijs’, dwz telkens één
onderwijsniveau per generatie (lager onderwijs, lager middelbaar,
hoger middelbaar, hoger onderwijs
met universiteit.
Wie luistert nog naar
de betrokkene, de ouders, de jongeren, de “ervaringsdeskundigen’?
Maar dat heeft allemaal geen belang: de achterliggende
sociale dynamiek moet uit beeld en het nieuwe intellectualisme
verzinkt in een irrationeel, emotioneel en islamofoob debat waarin de
een de ander ondersteunt. In DM van 3/07/09d mag de redactrice van
Wax, dat overigens interessante artikels brengt, het debat afsluiten
met een bravo voor Heremans, Pinxten en
Dirk Verhofstadt. Een nieuw
absolutisme dat de godsdienst, de achterstaande, vearachterde of
achterlijke cultuur van de islam als het probleem ziet en de
vertegenwoordigers van deze godsdienst als te neutraliseren of te
bestrijden personen. Er is daarbij zeer weinig bereidheid te luisteren
wat bij de levende mensen, verantwoordelijken,
‘ervaringsdeskundigen’, ouders én imams leeft, hun
bekommernissen, hun inzet, alsof er geen Marokkaanse ouders zijn die
zich ‘krom werken’ om hun kinderen te laten studeren. De wat
grotere gezinnen bij de allochtonen en de niet altijd aangepaste
huisvesting (de helft van de Marokkanen leeft volgens recent onderzoek
onder de armoedegrens) zijn, zoals 50 jaar geleden en nu nog in vele
Belgische arbeidersgezinnen structurele factoren. Maar dit verdwijnt
bij intellectuele hardliners als Jan Denys en zovele anderen uit
beeld. Het is alsof nu pas alle sluizen van de verdwazing mogen
opengezet worden als ontluchting van het eigen bezwaard gedachtengoed
dat meer dan vroeger ruimte kan/mag krijgen nu het Vlaams Belang op
z’n retour is.
Er
is nog werk voor de arbeidersbeweging, en niet alleen wat oudere
werknemers betreft
De
socialistisch en kristelijke arbeidersbeweging zijn verwittigd, meer
dan ooit zullen zij het voor de arbeiders, werknemers en de allochtone
gezinnen moeten opnemen, met inbegrip van de onderwijskansen waarvan
ook zij aannemen dat deze het best met hoofddoek op alle
onderwijsniveaus en in alle werkmiddens dient mogelijk gemaakt,
of is daar nog discussie over? En moet de KAJ en de KAV dan niet
spreken waar anderen zwijgen?
Jan Hertogen,
socioloog
0477 727 049
www.npdata.be
www.npdoc.be
www.getuigen.be
www.hertogen.be
www.hertogen.be/hertogen-robert