BuG 393 – Bericht uit het Gewisse – 6 augustus 2018
   
BuG 393 on-line                                   Printversie (16p)

Tekort in de generatiewisseling is geen mythe
evenmin de komende 'krapte' op de arbeidsmarkt, nu in
beeld voor gemeenten, provincies, gewesten en België

  
Generatiewisseling
is de vervanging van uitstromers op
65 jaar door instromende jongeren van 25 jaar. In welke
 mate zal, jaar op jaar, de generatie van 40-64 jarigen als
ze uitstromen vervangen worden door de 0-24 jarigen?
% Saldo generatiewisseling:
% verschil op uitstroom
 
Tabel: Generatiewisseling alle gemeenten en regio's - 2018
Voor 68 gemeenten hebben we zelf al 3 grafieken voor de
gemeente en 6 voor de vergelijking met alle gewesten aan-
gemaakt, eenvoudig langs een link op te roepen (onderaan)
Ook voor de Vlaamse provincies kan rechtstreeks gelinkt.
Wie nog een ouder excel-formaat wil kan dit aanvragen.
 
Wil je de 9 grafieken voor je gemeente: info@npdata.be

België: saldo op generatiewisseling als % op uitstromers


De grafiek laat zich lezen van rechts naar links dwz opeenvolgende uitstroomjaren, volgens de leeftijd in 2018.  Zo kan jaar na jaar nagegaan wat het saldo is in deze generatiewisseling volgens de leeftijd die de komende uitstromers nu hebben. In deze grafiek krijg je dus een toekomstbeeld voor de komende 25 jaren generatiewisseling. In 2018 was er nog 7,3% meer instroom van 25 jarigen dan uitstroom van 65 jarigen. In 2019 is dit al -0,7%, en binnen twee jaar -5,2%. Als de huidige 60 jarigen allemaal 65 zijn geworden in 2023 is het verschil al -11,3% geworden en een jaar later -15,9%. Binnen 10 jaar, in 2028, zal het tekort op de generatiewisseling gegroeid zijn tot -25% om daarna pas af te nemen en te stabiliseren op -15%. Het is de eerste maal na WO2 dat zulk een drastische omkering in de instroom van jongeren gebeurt.

 

 

1. Inleiding en situering

In 2018 is het saldo op de generatiewisseling nog positief, +6% in België, maar als de huidige 64 jarigen 65 jaar geworden zijn (in 2019) wordt dat 0% en het jaar erop -5%, dwz dat de instroom van 25 jarigen op dat ogenblik 5% lager ligt dan de uitstroom van 65 jarigen. Jaar na jaar zakt het deficit in de generatiewisseling pijlsnel om binnen 11 jaar 25% te bedragen, met vervolgens een vermindering en stabilisatie rond 15% voor de volgende 14 jaar.  Het is een toestand die voor het eerst sinds WO2 voorkomt in België en de meeste Europese landen. In Duitsland bv wordt het tekort in de generatiewisseling dubbel zo groot als in België en piekt daar tot -43%. In Duitsland is dat het gevolg van de 'dubbele' babyboom, dwz de 'gewone' van de in Duitsland wonenden en de geboorteboom van de 12 miljoen Duitsers die na WO2 ontheemd zijn en vanuit andere landen naar Duitsland verhuisd zijn. Daarom is het dat de Duitse welvaart en sociale zekerheid maar zal kunnen behouden worden door een miljoenenimmigratie de komende decennia, het integreren van de Balkan in de EU vormt daar bv een onderdeel van.

Deze situatie is het gevolg van demografische factoren waarin het natuurlijk saldo (geboorten) en het migratiesaldo tot nu toe volledig mee verrekend zijn. Langs geboorten is geen enkele correctie meer mogelijk en op Belgisch niveau kan enkel immigratie nog uitkomst bieden. Voor regio's en gemeenten kunnen wel verhuisbewegingen nog soelaas bieden, maar dat is maar en beperkte oplossing en zal een omkering van de pendelbewegingen noodzaken, van Brussel naar Vlaanderen en van Antwerpen bv naar de Kempen en het Noorden van de provincie.

Het betreft hier dus een dynamiek en vergelijking van de bevolking op arbeidsleeftijd, dwz 15-64 jaar. De impact van de leeftijdsverlenging voor pensioen is iets van latere termijn en hoe dan ook van beperkte impact. Dit gezien ook het % studerenden licht zal stijgen en men later op de arbeidsmarkt komt. Niet iedereen van de 25-64 jarigen is al actief op de arbeidsmarkt en ook de werklozen vormen nog een zekere arbeidsreserve, maar bv al minder dan vroeger toen er een veel hogere instroom van jongeren was dan uitstroom van ouderen, ondermeer door de lagere geboortecijfers in de oorlogsjaren zelf. Maar ook bij de uitstromers zitten er meer en meer actieven, gezien de 'activering' van de laatste jaren en in de toekomst. Het is ook de eerste maal na WO2 dat dit fenomeen zich voordoet en het zal dus, zoals blijkt van langere duur zijn, dwz voor minstens 25 jaar.

Door nu het (vermeende) budgettaire gewicht van dit tekort op de generatiewisseling nog meer op de schouders te leggen van werklozen en leefloners neemt men geen wissel op de toekomst, integendeel, men tast ten gronde een belangrijke arbeidsreserve aan die in haar bestaanszekerheid en bestaansminimum geraakt wordt. Het is een korte termijnpolitiek die blind is voor de uitdagingen waarvoor men in feite staat. Maar het is evenmin juist de gedachte te verspreiden dat de druk en krapte op de arbeidsmarkt een 'mythe' is, die enkel tot doel zou hebben om de lonen te drukken, ook dat is tunneldenken.

Studentensteden

Zoals voor alle grotere steden speelt ook de onderwijsfunctie mee die er toe leidt dat jongeren tussen 18 en 25 jaar hun domicilie in de stad nemen en er nog enkele jaren blijven 'hangen'. Maar dit kan nooit de volledige leeftijdsopbouw tussen 15-en 30 jaar verklaren. Voor studentensteden als Leuven en Louvain-La-Neuve heeft dit element uiteraard een groter gewicht. Maar na de piek op 25 jaar zakt het bevolkingsaantal hetgeen minder het geval is in Brussel, Antwerpen, Gent of Luik. En door het tekort op de generatiewisseling zal er een vluggere doorstroom zijn van afgestudeerde jongeren naar de tewerkstelling, zodat de jongerenwerkloosheid, ook in de steden, drastisch zal dalen. Denken dat vermindering van werkloosheidsuitkering het verschil zal maken getuigt van een achterhaalde economistische opvatting en gaat voorbij aan de intrinsieke demografische en economische dynamieken die vooral de armoede zullen terugdringen en de koopkracht handhaven, voorzover de politiek deze niet in de weg staat, zoals nu het geval kan zijn. En wat de studentensteden méér hebben, dat hebben de andere gemeenten minder. Belangrijk is dan ook om de structurele impact van de generatiewisseling altijd ook op niveau van regio en het land te bekijken, en daar tekent zich alleszins een breuk met het verleden af: hoger instroom wordt lager instroom en lagere uitstroom van ouderen wordt hogere, en dat minstens gedurende de komende 25 jaar. Het gevolg is dat minder jongeren op de arbeidsmarkt zullen komen, ook al zal een sterker activering en kwalificering zijn van werklozen en niet actieven. De komende 25 jaar zal ook de behoefte aan interregionale mobiliteit versterken, in omgekeerde richting van de huidige, en verdere immigratie zal zich meer en meer opdringen.

Dit is geen hoera-analyse, het is een demografische analyse en uiteindelijk elementaire wiskunde. Best dat ook de 'linksen', de progressieven', de acties tegen armoede en voor betere lonen en arbeidsomstandigheden hun eisen en strijd inpassen in een samenleving die demografisch voor grote mogelijkheden en uitdagingen staat, het zijn opportuniteiten die zeker ook jongeren, ongeacht afkomst en geslacht kunnen enthousiasmeren. Het 'wetenschappelijk' opvolgen en zichtbaar maken van deze evoluties, eisen stellen en strijd ontwikkelen, mobiliseren, zien oordelen en handelen, organisatiekaders opzetten, politieke synergiën tot stand brengen, er zijn momenten in de geschiedenis dat men forse stappen vooruit kan zetten.

Deze overzichten en grafieken geven al enkele elementen aan die dringend ten gronde in de discussie kunnen komen, voor wie ziende, toch niet blind wil zijn. Eerst komen de gewesten aan bod, daarna, naar believen, de gemeenten, met Antwerpen als voorbeeld en 68 gemeenten waarvoor de grafieken al zijn aangemaakt en eenvoudig langs een link op te roepen, evenals de Vlaamse provincies trouwens.

2. Het Brussels gewest staat voor een geweldige demografische metamorfose

 

Brussels Gewest


De bevolkingsverdeling in het Brussels gewest volgens leeftijd spreekt tot de verbeelding: vanaf 30 jaar is er een erg gelijkmatige vermindering van aantal inwoners volgens leeftijd, met een klein dipje voor WO2. Het is een erg atypische verdeling die nog wordt versterkt door de geweldige dip bij de huidige 15 jarigen, dwz tussen de piek van 30 jarigen en de 15 jarigen is er een steile terugval (geweest) in geboorten en migratie. Teruggerekend naar jaartallen is deze terugval gesitueerd tussen 1988 en 1973, dwz na de migratiestop, die volgens betweterige insiders geen effect gehad heeft. Het is pas de laatste 15 jaar, dwz na 2003 dat het geboortecijfer in Brussel is gaan groeien, dwz wanneer de 2de en 3de generatie de bevolkingsdaling in Brussel hebben kunnen doen stoppen. Pro memorie en voor een goed begrip hierbij nog de bevolkingsevolutie in het Brusselse gewest (zie ook vorig bericht BuG 392 on-line voor de bevolkingsevolutie van alle gemeenten in België).
 

Brussels Gewest, bevolkingsevolutie


Dieper graven in de bevolkingsspreiding volgens leeftijd

Wat betekent nu deze bevolkingsverdeling voor het potentieel op arbeidsleeftijd tussen 15-64 jaar, de komende 25 jaar? Daarvoor brengen we de huidige bevolkingsverdeling in beeld van 0 tot 64 jaar (blauwe lijn), en we zetten de 0-24 jarigen (rode lijn) onder de leeftijdsgroep 40-64 jaar en berekenen we het verschil per leeftijdsjaar (groene lijn). Deze grafiek laat zich dus lezen van rechts naar links waarbij jaar na jaar kan nagegaan wat de uitstroom is van ouderen op 65 jaar en de instroom die gebeurt op 25 jaar, een leeftijd waarop gans het arbeidspotentieel beschikbaar is voor de arbeidsmarkt en/of er op kan aangesproken worden.


Brussels gewest, instroom, uitstroom en saldo generatiewisseling


De hogere instroom is in 2018 nog fors aanwezig maar jaar na jaar kalft deze af om binnen zeven jaar, in 2025 dus, samen te vallen met de instroom, de rode en de blauwe lijn lopen van dan af bij elkaar voor de daarop volgende 18 jaar. De belangrijkste factor in deze transformatie en metamorfose van de Brusselse arbeidsmarkt komt dus vooral voort uit de afname van de leeftijdsgroepen die nu tussen 18 en 24 jaar zijn, maar zonder dat deze groep met het ouder worden, afneemt, zoals in een echte studentenstad het geval is. De evolutie in elk van de Brusselse gemeenten maakt dit duidelijk (zie de tabel). Deze afname was nu al voelbaar in de forse vermindering van werkloosheid, alhoewel gedeeltelijk gecompenseerd door de groei van de leefloners. Maar het komende decennium zal Brussel een ware revolutie meemaken wat tewerkstelling van instromende jongeren betreft, aangevuld met werklozen die intussen, met hulp van de Europese programma's, naar en in jobs gekwalificeerd zullen worden het komende decennium en dit met een toegankelijker geworden arbeidsmarkt voor mannen en vrouwen (met hoofddoek) met migratieachtergrond.

De evoutie van de generatiewisseling kan uitgedrukt worden in een % waarbij het verschil in verhouding gesteld wordt tot het aantal uitstromers:

Brussels Gewest, saldo generatiewisseling als % op uitstroom


Waar het 'overschot' in de instroom in 2018 nog altijd 70% bedraagt zal het de komende jaren pijlsnel zakken naar -5% om enkele jaren aan te houden tot een quasi gelijke in- en uitstroom. Deze evolutie betekent ook dat het arbeidspotentieel van Brussel kan aangewend worden om het alsmaar groeiend deficit op de generatiewisseling in Vlaanderen, en in mindere mate in Wallonië mee op te vangen.

3. Vlaanderen: van evenwicht in 2018 tot tekort van 31,5% in 2028

We geven hieronder een printscreen van de 3 grafieken en de toelichting zoals ze bij kopiëren en plakken automatisch voor elke gemeente of andere locatie gegeven wordt, zie de tabel (rij met de locatie kopiëren en plakken op de 2de lijn van het blad grafiek).

 

 

 


Als de huidige 61 jarigen uit de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jarigen) verdwenen zijn, iets wat binnen vijf jaar het geval is, zal de instroom van jongeren al teruggevallen zijn op 14,1%, een jaar later op 17,2% en nog een jaar later, dwz in 2024, op 25% minder instroom dan uitstroom, dat is dan een kwart van de bevolking op arbeidsleeftijd dat minder beschikbaar is voor de arbeidsmarkt, die intussen gegroeid is met jobs, jobs, jobs. En daarmee is het nog niet gedaan: binnen 10 jaar zal deze instroom gezakt zijn tot een tekort van -31,3% in het Vlaamse gewest, om daarna af te nemen en te stabiliseren tussen 15 en 20% tot de wereld in Vlaanderen minstens 25 jaar verder is.

Wie de generatiewisseling' een 'mythe' noemt en bv geen onderscheidt maakt tussen de regio's moet zich best afvragen of z'n analyse zelf niet past in een zekere 'mythe'-vorming. Het is de eerste maal na WO2 dat deze evolutie en structurele verandering in de bevolking op arbeidsleeftijd zich voordoet, met haar impact op de arbeidsmarkt en de actieve bevolking. Deze bevolking op arbeidsleeftijd is samengesteld uit drie groepen: de werkenden, de werklozen, samen de actieve of beroepsbevolking en de niet-actieven. Maar zij zwemmen allemaal in wisselende samenstellingen in de vijver van de bevolking op arbeidsleeftijd, en als deze vijver met een kwart vermindert worden ook de potentiële en alternatieve instroom in de arbeidsmarkt, dwz de niet-actieven, kleiner. De geboorten hier of elders in de wereld kunnen daar de komende 25 jaar niets aan wijzigen, In gans deze berekening is daarbij nog geen rekening gehouden met de groei van de tewerkstelling, de jobs, jobs, jobs waar men het alsmaar over heeft en die een bijkomende input zal vragen van de bevolking op arbeidsleeftijd. Wil België z'n welvaartsniveau handhaven en uitbouwen - stilstaan is achteruitgaan - zal de druk om voldoende werkenden te kunnen mobiliseren toenemen en zullen ook nieuwe migraties nodig zijn. De migraties zullen bijkomend zijn aan deze die nu reeds zorgen voor het tot nu toe bereikte evenwicht dat met het negatief saldo op de generatiewisseling een boost zal krijgen en gediversifieerd over de regio's en locatliteiten soelaas zal bieden.

Stellen dat het werklozenaantal op een voldoende hoog peil moet blijven om de lonen te kunnen drukken, of dat mini-jobs de arbeidsmarkt en loonzetting verder zullen ontregelen of dat er bij wijze van voorbeeld een 'dokters'tekort zal zijn (gecreëerd door de numerus clausus) enz is aan de structurele werkelijkheid voorbijgaan. Het tekort op de generatiewisseling is geen mythe, het wordt niet gecreëerd door de werkgevers noch gelegitimeerd door de politiek. Het is een zich alsmaar verder inbijtende werkelijkheid die er zal voor zorgen dat de doorstromende jongeren uit het onderwijs de komende twaalf jaar (4 generaties bachelors en 3 masters, naast de secundaire afgestudeerden) veel meer dan vroeger zich onmiddellijk in de arbeidsmarkt zullen opgenomen worden, mét alle kwalificaties én ook aan performante weddes. De bestaande werkloosheid is geen concurrentie voor deze alsmaar kleiner worden groep nieuwe afgestudeerden, en daarom ook niet de oorzaak van druk op de lonen. Werkloosheid en vooral niet-activiteit zullen zich noodwendig kwalificeren, de kledijcodes zullen veranderen zodat vrouwen met hoofddoek veel meer dan nu het geval is het komende decennium de arbeidsmarkt zullen betreden. Moest Marx nog leven dan zou hij in gans deze evoluties helder zien en niet kunnen begrijpen dat het tegendeel gesteld wordt door wie nu z'n naam dragen. Marx is de laatste die zou willen dat hijzelf tot mythe wordt.

4. Ook Wallonië kent een groeiend tekort in generatiewisseling tot 18,9%






   
Langzamer dan in Vlaanderen en ook minder sterk zal het tekort op de generatiewisseling in Wallonië de komende tien jaar stijgen tot -18,9%, niet onaanzienlijk voor een regio die nog altijd naar haar derde adem op zoek is.

5. Gemeenten - Drie grafieken zonder en 6 mét vergelijking met gewesten

Door twee muisklikken - kopieer in Blad 0-100jr en plak in Blad grafiek, 2de regel - worden automatisch in het blad Grafiek 3 grafieken aangemaakt met de toestand van de gekozen locatie en met automatisch een commentaar onderaan de grafiek. Op het blad Vergelijking worden op hetzelfde moment 6 grafieken van de gekozen locatie vergeleken met deze van elk van de drie gewesten, twee per gewest. Antwerpen bv wordt niet alleen in een aparte grafiek vergeleken met de evolutie in Vlaanderen, meer ook in aparte grafieken met het Brussels gewest en Wallonië. En dit voor elk van de gekozen gemeenten, arrondissementen en provincies.

Als voorbeeld nemen we Antwerpen, hetgeen, zoals het Brussels gewest trouwens, typerend is voor de (groot)stedelijk generatiewisseling de komende twee decennia. Ook voor de tewerkstellingsdoorstroom van jongeren, in vervanging van ouderen 'the good times still must come' in Antwerpen.



De typische leeftijdsverdeling met een dieptepunt bij de huidige 15 jarigen is ook kenmerkend voor andere steden. Het spiegelbeeld daarvan is het opdrogen van de jongereninstroom als surplus aan de ouderenuitstroom tot de huidige 60 jarigen allemaal uit de arbeidsmarkt verdwenen zijn. Dan staat het saldo generatiewisseling ook in Antwerpen op negatief, alhoewel veel minder sterk dan in het Vlaamse gewest. De Antwerpse actieve bevolking, met inbegrip van de dames met een migratieachtergrond zullen dan Vlaanderen, de Kempen bv en de Noordrand van de provincie Antwerpen ter hulp kunnen snellen in alle beroepen en jobs waarvoor een alsmaar groeiend tekort zal bestaan.

De vergelijking van Antwerpen met het Brussels gewest is interessant



Het patroon van de generatiewisseling is erg gelijklopend tussen Antwerpen en het Brussels gewest, met in Antwerpen een grotere uitstroom van oudere werknemers, zodat de generatiewisseling en het % dieper zakt.

6. Andere gemeenten (arrondisementen en provincies):

Zoek het zelf op in de tabel Generatiewisseling alle gemeenten en regio's - 2018 of stel de vraag aan info@npdata.be, en je krijgt zo mogelijk dezelfde dag nog een mail met de 5 grafieken, 3 met de gemeente apart, en 6 met de vergelijking met de drie gewesten. De gekozen gemeente, arrondissement, provincie en gewest wordt in de vergelijking aangeduid met 'Locatie'.

Niet iedereen werkt in de woongemeente, de pendel is een belangwekkende realiteit, vooral tav Brussel en andere steden. Maar de generatiewissel in een gemeente geeft toch aan of het een gemeente betreft met een positief of negatief saldo in de generatie op arbeidsleeftijd die er woont. Het zijn ook deze personen die, ongeacht de plaats waar ze wonen, de opcentiemen genereren en voor inkomsten in de gemeente zorgen. Het saldo op de generatiewisseling geeft daarom ook (al) een aanduiding van de inkomsten en het welvaartsniveau van de gemeenten de komende decennia.

Om wat vooruit te lopen op deze vragen, en omdat er nog wat tijd restte, hierbij linken naar de grafieken voor enkele steden en gemeenten, eerst de drie grafieken voor een gemeente apart, en daarna de link met de vergelijking met elk van de drie gewesten apart. Het blad sluiten om terug te keren naar de BuG.

Aalst - vgl gewesten
Aarschot - vgl gewesten
Anderlecht - vgl gewesten
Antwerpen - vgl gewesten
Bergen - vgl gewesten
Boechout - vgl gewesten
Boom - vgl gewesten
Brakel - vgl gewesten
Brasschaat - vgl gewesten
Brugge - vgl gewesten
Brussel - vgl gewesten
Charleroi - vgl gewesten
Denderleeuw - vgl gewesten
Dendermonde - vgl gewesten
Diest - vgl gewesten
Dison - vgl gewesten
Genk - vgl gewesten
Gent - vgl gewesten
Geraardsbergen - vgl gewesten
Gingelom - vgl gewesten
Grimbergen - vgl gewesten
Halle - vgl gewesten
Harelbeke - vgl gewesten
Hasselt - vgl gewesten
Heist-op-den-Berg - vgl gewesten
Herent - vgl gewesten
Herentals - vgl gewesten
Herstal - vgl gewesten
Holsbeek - vgl gewesten
Houthalen-Helchteren - vgl gewesten
La Louvière - vgl gewesten
Lanaken - vgl gewesten
Leopoldsburg - vgl gewesten
Leuven - vgl gewesten
Lier - vgl gewesten
Lokeren - vgl gewesten
Lubbeek - vgl gewesten
Luik - vgl gewesten
Maldegem - vgl gewesten
Mechelen - vgl gewesten
Moeskroen - vgl gewesten
Mol - vgl gewesten
Namen - vgl gewesten
Ninove - vgl gewesten
Oostende - vgl gewesten
Ottignies-Louvain-La-Neuve - vgl gewesten
Oudenaarde - vgl gewesten
Puurs - vgl gewesten
Riemst - vgl gewesten
Roeselare - vgl gewesten
Ronse - vgl gewesten
Saint-Nicolas - vgl gewesten
Schaarbeek - vgl gewesten
Seraing - vgl gewesten
Sint-Gillis - vgl gewesten
Sint-Jans-Molenbeek - vgl gewest
Sint-Niklaas - vgl gewesten
Sint-Truiden - vgl gewesten
Tienen - vgl gewesten
Tongeren - vgl gewesten
Turnhout - vgl gewesten
Ukkel - vgl gewesten
Verviers - vgl gewesten
Vilvoorde - vgl gewesten
Vorselaar - vgl gewesten
Willebroek - vgl gewesten
Zele - vgl gewesten
Zelzate - vgl gewesten
Zemst - vgl gewesten
Zottegem - vgl gewesten
Zwijndrecht - vgl gewesten

Andere gemeenten kunnen aangevraagd worden langs info@npdata.be, ze worden dan ook aan deze lijst toegevoegd.

Een profilering van België met elk gewest en van elke Vlaamse provincie tav het Vlaams gemiddelde is leerrijk. Zoals te voorzien was zullen Limburg en West-Vlaanderen het vlugst en het sterkt een groeiend tekort hebben aan jongeren om de uitstromende babyboomers te vervangen. Ook zijn ze de provincies waar de ouderen meer dan in andere provincies het bijltje er bij neerleggen zodat de huizen zullen vrijkomen om er de nieuwe immigranten of verhuizers naar hun provincies in te herbergen.

België - vgl gewesten
Limburg - vgl gewesten
West-Vlaanderen - vgl gewesten
Oost-Vlaanderen - vgl gewesten
Antwerpen - vgl gewesten
Vlaams-Brabant - vgl gewesten

Jan Hertogen, socioloog