BuG 316 – Bericht uit het Gewisse – 24 maart 2016
BuG 316 on-line
Printversie (16p)
De Gedachte: Nooit zo veel debatten gehoord van wijsneuzen over
vermeende werkelijkheden. Best is zich dan naar de
werkelijkheid te keren en daar van te leren.
Nu ook bij jongeren minder vergoede werklozen in
het Brusselse gewest dan in het Vlaamse gewest
Daling UVW Werklozen+Leefloners 15-24 jaar zet zich
in alle gewesten door en ook sterk in Brussel
Tabel
Werkloosheid 15-24 jaar 2001-2015 per gewest
Dat Vlaanderen kampioen was in aantal vergoede werklozen mocht geen opzien
baren, evenmin dat nu vastgesteld wordt dat ook bij de jongeren van 15-24
jaar (de -25 jarigen of 'jongeren') de vergoede werkloosheid voor het
eerst in de geschiedenis hoger ligt in het Vlaams dan in het Brussels
gewest.
Jamaar zal men zeggen, ze zijn allemaal doorgeschoven naar het leefloon.
Spijtig, maar als de UVW-werklozen (volledig uitkeringsgerechtigd
werkzoekende werklozen) samengeteld worden met de volledige leefloners
blijft de daling in het Brusselse gewest aanhouden en stellen we in
Brussel de grootste vermindering vast.
Zoals in vorige
BuG 314 on-line al
is vastgesteld begint de generatiewisseling op gang te komen, het is er
het prille begin van. En zelfs al is er in Brussel nog een overschot aan
instroom tav van de uitstroom van gepensioneerden, toch wordt dit
overschot beduidend minder dan in het verleden waar het voor een
voortdurende ophoging van het aantal (jongere) werklozen zorgde. Dat ook
in Brussel de instroom van jongeren alsmaar lager wordt mag voldoende zijn
om elk pessimisme te temperen en zeker het hoerageroep, wij hebben het
gedaan, te doen verstommen.
De betere tijden komen er aan, het is het decennium om de handen
aan de ploeg te slaan, gedaan te maken met allochtonen- of moslimbashing,
het zullen de generaties met migratieachtergrond zijn die het zullen
overnemen, onontkoombaar. Wie daar minnetjes over doet zet zich niet
alleen uit het maatschappelijk debat maar ook uit de maatschappelijke
dynamiek.
In de tabel
Werkloosheid 15-24 jaar 2001-2015 per gewest kan men alle evoluties,
elk statuut in de werkloosheid, de samentelling met de Leefloners in
tabellen en grafisch exploreren. Het is teveel om alle beschikbaar
materiaal in een BuG ten toon te spreiden. In de tabel liggen ze zomaar om
te rapen, zonder dat men nog moet selecteren, kopiëren of plakken, neen,
enkel de bladzijden in de exceltabel aanklikken en de wondere wereld van
nieuwe inzichten komt open.
1. Vergoede werklozen per gewest naar
statuut
De meting van aantal werklozen gebeurt elk jaar op 31/12, dus het zijn de
meest recente cijfers zoals verschenen in het recente jaarverslag van de
RVA. Het betreft enkel werklozen die op enigerlei wijze een vergoeding
krijgen van de RVA. In de grafische weergave wordt het maximum%
gelijkgesteld zodat de volumes onderling tussen gewesten met elkaar kunnen
vergeleken worden.
2. Vergelijking vergoede, werkende en
niet-werkende werklozen per gewest
Vergoede werkende werklozen zijn werkenden die nog een vergoeding krijgen
van de RVA als tijdelijk werklozen, deeltijds kredieturen (vooral 4/5
werkenden), deeltijds loopbaanonderbreking, deeltijds bruggepensioneerden,
deeltijds werklozen (deeltijds werkenden die nog een vergoeding krijgen
als ze niet meer dan een bepaald bedrag verdienen, omdat er geen werk
beschikbaar is voor een voltijdse betrekking). Al deze werklozen hebben
een arbeidscontract met een werkgever.
Niet werkende vergoede werklozen hebben geen arbeidscontract of het is
volledig opgeschort. Ze bestaan uit de UVW-s, de andere werklozen
die niet werkzoekend zijn (in opleiding, om familiale redenen enz), de
oude regeling oudere werkzoekenden 50+, de werklozen met bedrijfstoeslag.
Bij volledig tijdskrediet en volledige loopbaanonderbreking is het
arbeidscontract volledig opgeschort.
Merk
ook dat bij de vergoede niet-werkende werklozen het % in het Brussels
gewest dat van het Vlaamse al sterk benadert.
3. Vergelijking vergoede werklozen per statuut en per gewest
3.1. Niet-werkende vergoede werklozen
3.2.
Werkende vergoede werklozen
4. Evolutie vergoede werklozen 2006-2015 in
% tav 2006
De evolutie wordt geschetst door de evolutie jaar na jaar te berekenen tav
het voorgaande jaar, deze te cumuleren en te delen door het aantal in
2006. Het % drukt dan de evolutie uit tav 2006. 2006 is gekozen omdat in
dat jaar de hoogste werkloosheid en daarna voortdurende daling is
vastgesteld.
5. Werkloosheid 15-24 jarigen en 64 jarigen
bij de vergoede werklozen
De jongerenwerkloosheid is maar een beperkte fractie van de totale
werkloosheid. En deze verschilt tussen de gewesten. In Brussel is er
vooral een probleem met de werkloosheid +25 jarigen, in Wallonië met de
jongerenwerkloosheid. Dat is al een paar maal aangekaart maar niemand
heeft er oren naar.
In onderstaande grafieken wordt een beeld gegeven van het aantal/volume
werkloosheid van 15-24 jarigen, 25-64 jarigen en het totaal (de bovenste
lijn):
Zowel de
vergoede werkloosheid als de jongerenwerkloosheid is in vrije val, vooral
in het Brusselse gewest, maar ook in Wallonië. De generatiewisseling is
begonnen en zal nog twee decennia duren..
6. Werkloosheid 15-24 jarigen en 64 jarigen bij de UVW's
Vooral de
convergentie tussen de gewesten, dwz de gemeenschappelijke evolutielijnen
zijn opvallend.
7.
% Werkloosheid 15-24 jarigen en 25-64 jarigen op de bevolking
Merk de totale ineenstorting van de Brusselse UVW bij de jongeren: van
8% van de jongerenbevolking in 2003 tot 2,5% in 2015, enkele maanden
geleden. De maatstaf is voor alle gewesten gelijkgesteld zodat de
evolutielijnen met elkaar kunnen vergeleken worden. Ook de recente daling
na 2013 van de werkloosheid 25-64 jarigen is het meest opvallend in
Brussel vergeleken met de andere gewesten. In Wallonië maakt de
jongerenwerkloosheid zich meer en meer los van de algemene
werkloosheidsevolutie in positieve zin.
8. Evolutie van UVW's en volledige leefloners per gewest 2011-2015
Maar de hamvraag blijft, is er geen doorschuiving van vooral jongeren
naar het leefloon, nu het recht op vergoede werkloosheid na wachttijd in
tijd is beperkt. De cijfers van het aantal leefloners voor december zijn
opgevraagd en verkregen. Deze geven de situatie weer voor december, dus
volledig vergelijkbaar met deze van de werkloosheid. De door de dienst
zelf gepubliceerde cijfers liggen lager omdat ze het jaargemiddelde zijn.
We zetten de cijfers, uitgedrukt in % tav de overeenkomstige bevolking van
15-24 jaar voor UVW en volledig leefloon naast elkaar. Jongeren die hun
recht op UVW verliezen kunnen desgevallend de stap naar het leefloon
zetten. We weerhouden enkel het volledig leefloon omdat anders
dubbeltellingen gebeuren en wie z'n recht op UVW verliest gerechtigd kan
worden op het volledig leefloon.
Ook hier zijn de maximum%ges gelijkgesteld zodat de volumes onderling
vergelijkbaar zijn per gewest. De cijfers worden gegeven van 2011 tot
2015, dus de situatie tot drie maand geleden.
Update Vlaamse en Brussels Leefloon-gegevens:Vlaams 0,2% minder in
2015, Brussels 0,8% meer
.
Zoals in
het Waalse gewest stijgt ook het aantaal Leefloners in Brussel en blijft
met 3,8% op een erg hoog niveau. Maar ook hier is het zaak na te gaan of er geen
doorschuiving is, dwz of een daling van de UVW werkloosheid niet
gecompenseerd wordt door een forse stijging van de leefloners. In Wallonië
is er de grootste stijging, tot 2,0% van de
jongerenbevolking.
9. Evolutie van het totaal UVW's en volledige leefloners per gewest
2011-2015
Update Vlaamse en Brussels totaal-gegevens:Vlaams 0,2 % minder in
2015, Brussels 0,8% meer
Het totaal UVW en volledig leefloon daalt in Brussel op twee jaar tijd van
8,1% naar 6,3% van de jongerenbevolking, eerst met -1,3%, dan -0,5%.
Ook al wordt de noemer kleiner,
dwz afname van aantal jongeren tussen 15 en 24 jaar, dan wordt deze
vermindering van aantal leefloners nog
betekenisvoller.
10. Vragen bij deze harde werkelijkheid
Vragen kunnen er genoeg gesteld worden, maar best is toch de
werkelijkheid, die deze cijfers en grafieken tonen tot zich te laten
doordringen en mee de demografische evoluties op de achtergrond te
verrekenen, zowel voor wat het begrip naar het verleden als naar de
toekomst betreft.
Heeft zich deze daling omgezet in een verhoogde werkzaamheidsgraad bij de
jongeren. Is de 'actieve bevolking' bij de jongeren gedaald, zijn er een
aantal 'passief' geworden of onder de radar verdwenen? Is dat dan ook het
geval in de andere gewesten waar gelijkaardige, maar niet zo sterke
evoluties worden vastgesteld. Is er een historische breuk met het verleden
om demografische redenen die noch in het verleden, noch in de toekomst
voldoend gevaloriseerd of ingeschat werden/worden.
Dat deze gegevens voor het grijpen liggen voor elke burger,
onderzoekscentrum, politieke studiedienst, journalist of denktank en
dat er, behoudens de gemeenplaatsen, de werkloosheid daalt,
vooralsnog weinig of niets mee gebeurt, is een uitnodiging, vooral voor de
aankomende golf van nieuwe generaties met migratieachtergrond, om er dan
wel wat mee te doen. Anders worden ook zij voorbijgestoken door de
werkelijkheden.
Slotoverweging: De komende twaalf jaren zullen de jongeren die nu
op de banken zitten van het basis- en secundair onderwijs zich aanbieden
op de arbeids- en studiemarkt. Het gaat dan om 4 generaties bachelors en 3
generaties masters die zullen afstuderen. Zij zullen gedaan maken met de
debatten van wijsneuzen, en zoals Abou Jahjah in de Afspraak van
23/03/2016, een frisser geluid laten horen, geargumenteerd en gedecideerd.
De betere tijden komen er
aan.
Jan Hertogen, socioloog
|