BuG
243 – Bericht uit het Gewisse – 23 oktober 2014
BuG
243 on-line
Printversie (20p)
7,3% werkloze 15-24 jarigen in België en geen
23,7%
zoals de Fact-Check 12/10/2014 in de 7de dag wil doen geloven.
Het is niet alleen de jeugdwerkloosheid die dient gesaneerd
maar ook de berichtgeving erover, iets voor Tim Pauwels?
Tabel
Werkloosheid per gemeente 2012
En dan is er de berichtgeving over Griekenland van Bert Devroey op
15/10/2014 in het journaal op één, waarvan hieronder een screenshot
Geen 57% van de Griekse jongeren is werkloos maar 16,6% en dat is
minder dan de 22,5% werklozen bij de 25-54 jarigen in Griekenland,
de werkloosheid in Griekenland is dus groter bij de 25+ dan bij de 25-
Waarom gebruikt men de verwarrende maatstaf "werkloosheidsgraad"
zonder te vermelden dat dit % berekend is op de actieve bevolking,
dus zonder rekening te houden met de 69,0%
niet-actieve jongeren.
In Griekenland gaat het zelfs om 71,6% niet-Actieve jongeren. De
57%
jongere werklozen van Bert De Vroey zijn dus berekend op slechts 28,4%
van de Griekse jongeren, en dat is dus een nietszeggende maatstaf.
De 7de dag, Bert De Vroey en npdata hebben dezelfde bron:
OESO
Vooraf 1. Van Eetvelt, Denys en Dewael samen op de knieën naar
Scherpenheuvel?:"Desnoods vraag ik op m'n blote knieën om geen
actie te voeren", Karel Van Eetvelt. "Af en toe denk ik dat
de ideale welvaartstaat voor de vakbonden betekent dat we met zijn allen
niet meer gaan werken en thuis zitten , liefst met een goede
uitkering" en ook "Brussel ligt aan een infuus dat door vlaanderen
wordt gevoed", Jan Denys in het boek
Durvers van de jaren 60 van Dirk Tieleman, "Liever mensen aan
infuus van uitkering leggen om sociaal geweten te sussen?", Patrick
Dewael.
Vooraf 2. Deze neoliberale iconen zouden niet zo bescheiden moeten
doen. 2/3 van alle inkomenstrekkers in België krijgen hun inkomen
vanuit de overheid: 23% langs loontrekkende tewerkstelling en
40% langs vervangingsinkomsten, dat is de echte motor van de economie
omdat deze geldcirquits binnen het land blijven en niet zonder belastingen
te betalen de winsten in het speculatieve circuit brengen. Blijft toch 33% langs
niet-publieke tewerkstelling, hen aangeboden door 4% ondernemers.
Het zijn vooral deze laatste 4% die zich comfortabel voelen en die
politiek hun litanieën, bezweringen en smeekbeden mogen doen om de
inkomenszekerheid van de 96% anderen onderuit te halen. Zie het inkomen
van de Belgen in BuG 210.
Vooraf 3. Zal het linkse YPG in Kobani de weg openen voor een
terugdringen van IS en op termijn deel zijn van een onderhandelde
oplossing voor Syrië, zie
DWM en een info uit de eerste hand op infosites:
SOHR,
FARS,
Rudav,
Kurdpress
Vooraf 4. Zal de criminaliteit met de huidige politiek terug stijgen? Als de
criminaliteit tussen 2008 en 2013 fors gedaald is, vooral ook in Brussel,
dan is dit mede door de stabilisatie van het basisinkomen van een goed
deel van de bevolking waarvan 2/3 haar inkomen betrekt uit
vervangingsinkomsten en publieke dienstverlening. Wie dit inkomen
destabiliseert, en daarbij nog bv de ziekte-uitkering van gevangenen wil
afnemen, zal ook een stijging van de criminaliteit dienen te verrekenen en
te budgetteren, los van de prijs van het leed dat er door veroorzaakt
wordt. Het zal, zoals uit de statistieken per gemeenten blijkt, zie
BuG 242, vooral de
bevolking in de armere gemeenten zijn die er het meest onder zal te lijden
hebben en niet die van de rijkere of liberale gemeenten. Criminelen voelen
zich altijd meer in hun sas onder een rechtse aanpak, of worden er
onderdeel van zoals in het verleden onder het nationaalsocialisme of nu
het IS.
Vooraf 5. Opium van het volk. De bevolking die het politiek en sociaal
beter wil zal zich dan ook meer dan vroeger afkeren van wie misdrijven
begaat, van een rechtse politiek en van wie voor het gewelddadig
extremisme is. Wie roept op om met de YPG voor de standhouding van Kobani
en voor een oplossing in Syrië te kiezen? De religie zelf zal meer en meer
de stralenkrans worden van diegenen die uitbuiting verwerpen en voor wie
in opstand komt tegen onrecht en uitsluiting. Enkel dan zal de noodzaak
verminderen om, zoals nu, het opium van het volk te zijn.
Vooraf 6. De census, volkstelling op basis van beschikbare
databases komt uit op 11.000.638 inwoners op 01/01/2011,
wachtregister inbegrepen. In de databases van npdate.be is dat
11.000.088. Voor verdere exploratie van de census 2011, zie
DS 23/10/2014.
De jeugdwerkloosheid, geen 1 op 4 maar 1 op 14 jongeren
werkloos in België
De werkloosheid bij jongeren geraakt terecht niet uit de aandacht, de
maatstaven, dwz de wijze waarop ze gemeten wordt en het misgebruik van het
werkloosheid% is daarbij soms een grotere kwaal dan de (jeugd)werkloosheid
zelf. Wat voorgesteld en begrepen wordt als een % op de bevolking is in
feite een % van een %, nl. de 'werkloosheidsgraad' en in het geval van de jeugdwerkloosheid is dat meer
dan pure onzin. Zo zou 57% van de Griekse jongeren werkloos zijn, maar het
is 57% van de 28,4% jongeren in de Enquête naar de
ArbeidsKrachten in Griekenland die ja antwoorden op de vraag of men werk
zou
aanvaarden als hen dat binnen de drie weken aangeboden wordt. In feite
zijn 16,6% van de jongeren tussen 15 en 24 jaar in Griekenland
werkloos, 11,9% werkend en 71,6% niet beschikbaar voor de
arbeidsmarkt.
De werkloosheid% en -cijfers zijn door npdata tot in den treure uitgebeend, maar gezien
de actualiteit zijn 2 updates toch wel interessant:
1. De Europese OESO-landen voor 2013 omdat ze de
vergelijking met de Europese landen mogelijk maakt
2. Naast deze updates gaan we ook even
verder in op de NEET's, de jongeren tussen 15-24 jaar die niet-werkend, niet in
opleiding of niet in training zijn.
3. Het % werkenden (werkzaamheidsgraad), niet-activiteit
én werkloosheid, voor alle leeftijdscategorieën en per geslacht voor alle gemeenten
in België in 2012. Het % werkloosheid wordt daarbij tevens ook vergeleken met de
vertekenende werkloosheids'graad'.
4. Tenslotte worden ook een aantal gemeentekaarten opgemaakt
met % werklozen, werkenden en niet-actieven per gemeente in België en per
gewest.
1. De Belgische jeugdwerkloosheid in Europees perspectief.
Voor methodologie en commentaar, zie
BuG 224 met de gegevens 2012. Hieronder volgt de update voor 2013.
Voor de basisgegevens, zie
OESO-statistiek.
Alle onderstaande grafieken zijn afgeleid van volgende tabel.
De tabel geeft de aflopende orde volgens % niet-Actieven.
% werkend, werkloos, niet-Actief, NEET 15-24 jarigen - Europa - 2013 |
Landen |
Werkend |
Werkloos |
Niet-Actief |
Totaal |
NEET |
Luxemburg |
21,9% |
4,0% |
74,1% |
100,0% |
5,0% |
Hongarije |
19,8% |
7,4% |
72,8% |
100,0% |
15,4% |
Griekenland |
11,9% |
16,6% |
71,6% |
100,0% |
20,6% |
Italië |
18,0% |
12,0% |
70,0% |
100,0% |
22,2% |
Slovakije |
20,4% |
10,4% |
69,2% |
100,0% |
13,7% |
België |
23,6% |
7,3% |
69,0% |
100,0% |
12,7% |
Tsjechië |
25,6% |
6,0% |
68,5% |
100,0% |
9,1% |
Polen |
24,2% |
9,1% |
66,7% |
100,0% |
12,2% |
Slovenië |
26,5% |
7,3% |
66,2% |
100,0% |
9,2% |
Portugal |
21,7% |
13,3% |
65,0% |
100,0% |
14,2% |
Frankrijk |
28,6% |
9,0% |
62,4% |
100,0% |
11,2% |
Letland |
30,2% |
9,1% |
60,6% |
100,0% |
13,0% |
Estland |
33,4% |
7,3% |
59,3% |
100,0% |
11,3% |
Ierland |
28,8% |
12,1% |
59,1% |
100,0% |
16,1% |
Spanje |
18,6% |
23,1% |
58,3% |
100,0% |
18,6% |
Finland |
40,2% |
10,0% |
49,8% |
100,0% |
9,3% |
Duitsland |
46,8% |
4,0% |
49,1% |
100,0% |
6,3% |
Zweden |
41,5% |
12,8% |
45,7% |
100,0% |
7,5% |
Noorwegen |
52,4% |
5,3% |
42,3% |
100,0% |
5,6% |
Oostenrijk |
53,8% |
5,4% |
40,7% |
100,0% |
7,1% |
VK |
48,8% |
12,9% |
38,3% |
100,0% |
13,3% |
Denemarken |
53,7% |
8,1% |
38,3% |
100,0% |
6,0% |
Zwitserland |
61,9% |
5,8% |
32,3% |
100,0% |
7,1% |
Nederland |
62,3% |
7,7% |
30,0% |
100,0% |
5,1% |
Ijsland |
70,4% |
8,4% |
21,1% |
100,0% |
5,5% |
De landen worden geklasseerd van links naar rechts volgens wat het
meest positief geacht wordt.
1. 1. % niet-Actieven bij de15-24 jarigen
België heeft met 69% niet-actieven bij de jongeren een van de
hoogste niet-activiteits%. Dat is ondermeer het gevolg van de leerplicht
tot 18 jaar en het feit dat arbeidscontracten er minstens 12h per week
dienen te bedragen. Landen met leerplicht tot 16 jaar (Nederland) waar
stages en studentenwerk als écht werk meetelt, of waar er vele mini-jobs
zijn zoals Duitsland komen hier beter uit de verf, maar gaat het dan niet
om een onderschatting in België?
Ook Griekenland heeft een hoog % niet-actieven, Spanje daarentegen zit
meer op een gemiddeld niveau.
1.2. % werkenden bij de 15-24 jarigen (= de werkzaamheidsgraad)
Omwille van de reeds vermelde redenen heeft België een laag %
werkenden. Spanje, Griekenland en ook Italië hebben een nog lager aantal
werkenden en zeker voor Griekenland knelt daar het schoentje. Het is
allicht interessant eens na te gaan welke de (administratieve) redenen
zijn voor het extreem hoog tewerkstellings% van jongeren in Nederland,
Ijsland en andere Noordse landen. Volgt daar iedereen bv een formule van
Deeltijds werken, deeltijds leren, of heeft een groot aantal een
'leercontract', formules die in België maar met mondjesmaat aanwezig
zijn..
1.3. % werklozen bij de 15-24 jarigen
Wat werkloosheids% betreft, dwz het % werklozen op de 15-24 jarigen,
zit België aan de positieve kant van het Europese palet. Duitsland met
mini-jobs en Luxemburg scoren zeer laag maar vanaf het 3de land gaat het
om 5% werklozen of meer, België met 7,3%
jongerenwerkloosheid doet het in deze beter dan Nederland met 7,7%
jeugdwerkloosheid, en dat is een 'eerlijke' vergelijking. België staat
daarbij tussen een aantal Oost-Europese landen die lage werkloosheid
'gewoon' zijn.
Meer nog dan Griekenland kampt Spanje met een extreem hoog werkloosheids%
van 23,1%. De forse emigratie uit Spanje zal daarom allicht nog een
tijdje aanhouden. Theo Francken zal nog werk hebben met het goed
tellen van de immigratie, wetende bv dat in 2012 van de 3.194 naar
België gemigreerde Spanjaarden (zie tabel
Bijkomende vreemdelingen per nationaliteit 1990-2013) er 572
Spanjaarden bij zijn die in Marokko geboren zijn, dus Marokkaanse
Spanjaarden die EU burger geworden zijn en zo zonder probleem naar België
konden emigreren in 2011, dit cijfer komt van de Spaanse
vreemdelingendienst. En hoeveel Franse en Nederlandse immigranten in
België hebben Marokkaanse of andere roots? De wereld, Franckens dorp,
zoals het al is met de Franken in het Merovingische Rijk vanaf 500
na Christus.
1.4. % naar arbeidsstatuut bij de 15-24 jarigen
De grafiek is geordend volgens aflopende activiteitsgraad. Er wordt
duidelijk dat in landen met lage activiteitsgraad het aandeel jongeren in
de werkloosheid maar een kleine fractie vormt van de jongerenbevolking. Als
deze beperkte werkloosheid afgemeten wordt aan het beperkt aantal actieven
neemt ze 'monsterproporties' aan, zoals bij de werkloosheids'graad', die
daarmee een 'maat voor niets' wordt, zeker voor de jongerenwerkloosheid.
1.5. Werkloosheids"graad" = % werklozen berekend op de actieve jongeren
Wie de werkloosheidsgraad als maat
gebruikt dient er telkens bij te vermelden dat het een % is op de actieven/de
beroepsbevolking (werkenden en werklozen samengenomen) met vermelding van
het % niet-actieven.
België heeft
een 'jeugdwerkloosheidgraad' van 23,7% kennen, dwz de 7,3%
jeugdwerklozen berekend op de 31% actieven, zonder
rekening te houden met de 69% die verklaren niet actief te zijn
omwille van studie of andere redenen. In feite is het dus slechts 7,3%
van de jongerenbevolking werkloos is, en dat is het enige zinnige dat
men met een % over de jeugdwerkloosheid kan zeggen.
Noot. Dit % ligt lager dan
wat gemeenzaam door de RVA, VDAB, Actiris en Forem wordt vermeld omdat het
voortgaat op een 'enquête', met gelijke vraagstelling in alle landen, en
niet om de 'werkelijke' telling. Gezien beleidsvoerders meestal alleen
maar naar de Europese cijfers kijken omwille van de vergelijkbaarheid zijn ze wel degelijk illustratief en
relevant. In punt 4 wordt voortgegaan op de werkloosheid volgens de
RVA-cijfers.
2. De NEET's, de Not
in Employment, Education or Training
Sinds 2008 maakt Eurostat statistieken op waar werkloosheid ook in % op de
bevolking wordt weergegeven, nl de NEET, in feite de werklozen samengenomen
met de niet-studenten of personen in 'training', in beroepsopleiding dus.
Deze statistiek kwam in de aandacht dank zij een artikel De Tijd en
De
Morgen van 10/09/2014, met cijfers voor de 15-29 jarigen.
In de lijn van voorgaande cijfers kijken we eerst naar de NEET's bij de
15-24 jarigen, waarvoor de WSE
een overzicht 2000-2013 heeft opgebouwd voor alle Europese landen.
Hieronder het overzicht voor 2013 van de Europese OESO-landen. België met
12,5% NEET's vormt de middenmoot. Hiervan is 7,3% werkloos, de andere
5,2% zijn
niet aan het werk, noch werkloos, en vormen een specifieke doelgroep om
'geactiveerd' te worden, dwz om te werken of om werkzoekende en dus ook
werkloos te worden, als tussenstap naar werk. Op zich een erg interessant
cijfer, zeker omdat het per gewest kan gedifferentieerd worden.
Het onderzoek in De Morgen gaat voort op het jaarlijkse rapport
Education in a
Glance 2014 en
Education in a Glance Highlights 2014 Wie een tijdsreeks wil
opbouwen kan teruggrijpen naar rapporten tot 2009. In de leeftijdsgroep
van 15-29
jarigen zijn er 15% NEETS in België in 2013 terwijl dit % in 2008 12% was,
zo meld de krant. Wij hebben deze vergelijking echter nergens kunnen
terugvinden. "Uit de
jaarlijkse studie Education at a Glance van de organisatie blijkt dat het
aantal niet-studerende en niet-werkende tieners en twintigers in ons land
van 12,1 naar 15 procent steeg tussen 2008 en 2012" zo staat er
evenwel in DM.
De grafiek van Education at a glance 2014 zet alle Europese landen op een
rijtje voor de 15-29 jarigen. België heeft 15% NEETS, dat is hoger dan de
12,5% van de 15-24 jarigen bij het WSE, hetgeen er op wijst dat het een
groter probleem is bij de 25-29 jarigen.
In tegenstelling tot de vaststelling in De Morgen over een negatieve
evolutie (die we dus niet in het rapport terugvinden) laat de
tijdsreeks
van het WSE volgend beeld zien.
De stijging zoals alarmerend vastgesteld in De Tijd en de
Morgen tussen 2008 en 2013 komt er evenwel pas na een constante daling vanaf 2003.
Deze stijging is daarbij vooral voelbaar in Vlaanderen en minder in
Wallonië dat nog op een lager niveau is dan 2008 en Brussel waar de NEET's
al drie jaar stabiliseren.
In de OESO-onderzoeken is niet echt een lijn te trekken, verschillende
leeftijdscategorieën, gebrekkige definities maken het moeilijk consistente
conclusies te trekken. De cijfers en de bewerking van het WSE lijken het
meest adequaat, ook omdat ze een opdeling maken per gewest, maar worden
nergens in de media aangewend, spijtig, temeer omdat ze zomaar van het net
te plukken zijn, zie
WSE NEET's.
3. Werkloosheids% en
graad, % werkenden en niet-actieven naar geslacht en gemeente
Voor methodologie en fiche per gemeente voor 2011, zie
BuG 212. Het volledige gegevensbestand en het automatisch genereren van alle 17
grafieken die alle in hun geheel printbaar zijn is opgemaakt voor 2012,
zie tabel:
Werkloosheid per gemeente 2012.
Opmerking. De werkloosheidscijfers in dit hoofdstuk gaan, in
tegenstelling tot de EAK-enquête hierboven, voort op de effectieve
werkloosheidscijfers (UVW) van de RVA. Ook deze cijfers komen van de WSE.
Naast het % werklozen (UVW) omvatten de tabellen het % werkenden (loontrekkenden en zelfstandigen
samengenomen) en de niet-Actieven (het verschil tussen de bevolking en de werkenden+werklozen).
Het
% werklozen, werkenden, niet-Actieven onderscheiden naar geslacht en
totaal, worden in diverse combinaties naast elkaar gezet, in 16 tabelletjes en
bijhorend grafisch beeld. 1 grafiek is toegevoegd met een algemeen
overzicht.
3.1. % werklozen en werkloosheidsgraad - België - Totaal
Het % werklozen bedraagt 8,2%, voortgaande op de RVA-statistiek.
Werkloosheid en Werkloosheidsgraad |
Totaal - Werkloos |
|
% |
|
Graad |
15-17 |
0,9% |
|
14,0% |
18-19 |
7,6% |
|
31,6% |
20-24 |
12,4% |
|
21,2% |
25-29 |
11,0% |
|
13,0% |
30-34 |
9,1% |
|
10,6% |
35-39 |
8,0% |
|
9,7% |
40-44 |
7,2% |
|
8,3% |
45-49 |
6,5% |
|
7,7% |
50-54 |
7,9% |
|
9,7% |
55-59 |
8,2% |
|
12,6% |
60-64 |
1,0% |
|
3,8% |
Totaal |
7,6% |
|
11,0% |
15-24 |
8,2% |
|
22,2% |
3.2. % werklozen en niet-actieven - België - Totaal
Voortgaande op de 'officiële' Belgische statistiek zijn er minder
niet-Actieven, 63,2% dan in de enquete naar de arbeidskrachten.
Werkloos - Niet-Actief |
Totaal: Werkls/Niet-Act. |
|
Werkl. |
|
Niet-act. |
15-17 |
0,9% |
|
94,0% |
18-19 |
7,6% |
|
75,8% |
20-24 |
12,4% |
|
41,4% |
25-29 |
11,0% |
|
15,0% |
30-34 |
9,1% |
|
13,5% |
35-39 |
8,0% |
|
13,6% |
40-44 |
7,2% |
|
13,5% |
45-49 |
6,5% |
|
15,3% |
50-54 |
7,9% |
|
18,6% |
55-59 |
8,2% |
|
34,9% |
60-64 |
1,0% |
|
73,8% |
Totaal |
7,6% |
|
26,2% |
15-24 |
8,2% |
|
63,2% |
3.3. % werklozen en niet-actieven - Vlaams - Totaal
In onderstaande grafieken wordt het % werkend, werkloos en niet-Actief
boven elkaar geplaatst per leeftijdscategorie. Meteen is ook het verschil
tussen de gewesten duidelijker.
Het Vlaams gewest kent een globaal erg laag werkloosheids%, ook voor de
jongeren, en een hoge activiteitsgraad, in vergelijking met de andere
gewesten.
3.4. % werklozen en niet-actieven -
Brussels - Totaal
In Brussel is de
werkloosheid constant hoog over de gehele loopbaan, in feite weegt de
werkloosheid, zoals in Griekenland, zwaarder door voor 25+ dan voor -25
jarigen in Brussel, zoals ook in de tabel wordt geïllustreerd. Deze
werkelijkheid wordt allicht niet voldoende onderkend, evenmin als de hoge
niet-activiteit, dwz mensen die noch werken, noch werkloos zijn, dus een
hoog aantal NEET's bij de +25 jarigen.
Werkloos - Niet-Actief |
Totaal: Werkls/Niet-Act. |
|
Werkl. |
|
Niet-act. |
15-17 |
0,5% |
|
96,6% |
18-19 |
8,4% |
|
80,5% |
20-24 |
16,4% |
|
51,4% |
25-29 |
17,5% |
|
26,7% |
30-34 |
16,6% |
|
25,8% |
35-39 |
15,2% |
|
26,1% |
40-44 |
15,6% |
|
26,0% |
45-49 |
14,5% |
|
26,9% |
50-54 |
15,2% |
|
28,5% |
55-59 |
14,2% |
|
36,9% |
60-64 |
2,5% |
|
67,9% |
Totaal |
14,0% |
|
37,7% |
15-24 |
10,9% |
|
68,4% |
3.5. % werklozen en niet-actieven - Waals - Totaal
In Wallonië is dan weer de jongerenwerkloosheid dramatisch
hoog maar neemt in tegenstelling tot Brussel sterk af vanaf 30 jaar. Ook
de cijfers spreken hier voor zich.
Werkloos - Niet-Actief |
Totaal: Werkls/Niet-Act. |
|
Werkl. |
|
Niet-act. |
15-17 |
0,1% |
|
94,6% |
18-19 |
10,1% |
|
75,9% |
20-24 |
18,7% |
|
41,1% |
25-29 |
16,4% |
|
14,6% |
30-34 |
12,7% |
|
13,2% |
35-39 |
11,3% |
|
14,0% |
40-44 |
10,0% |
|
14,9% |
45-49 |
9,3% |
|
17,5% |
50-54 |
10,8% |
|
20,7% |
55-59 |
10,6% |
|
36,4% |
60-64 |
1,5% |
|
73,1% |
Totaal |
10,5% |
|
32,5% |
15-24 |
11,7% |
|
63,3% |
Voor alle
gemeenten kunnen deze tabelletjes en grafieken op enkele seconden
aangemaakt worden langs de tabel
Werkloosheid per gemeente 2012. Voortgaande op de tabellen kunnen de
leeftijdscategorieën naar geslacht voor werkenden, werklozen en niet-actieven
ingebracht worden in
www.gemeentekaart.be (de instructies volgen). Hieronder volgen enkele
kaartjes.
4. Gemeentekaarten met % werlozen op de bevolking:
van groen, laag naar bruin en rood hoger %
4.1. 15-64 jarigen - Werkloosheid - België
Werkloosheid is over de ganse levenslijn
hoger in Wallonië dan in Vlaanderen en in Brussel. Vooral de oude industriële as Luik,
Charleroi, Mons springt eruit evenals de streek rond Verviers en de
gemeenten grenzend aan Frankrijk.
Het beeld voor de 15-24 jarigen als % in elke gemeente is quasi identiek, dwz als werkloosheid voor jongeren hoog is, dan is de algemene
werkloosheid ook hoog en omgekeerd. Hieronder geven we de kaartjes per gewest
voor de 15-24 jarigen.
4.2. 15-24 jarigen - Werkloosheid - Vlaams gewest
Als het Vlaams gewest apart genomen wordt valt vooral de structureel
hogere werkloosheid in Limburg op, naast Antwerpen dat er uit springt en de as Gent-Zelzate, de Antwerpse Kempen en de kustgemeenten.
Detail voor Limburg naar leeftijd:
Werkloosheid en Werkloosheidsgraad |
Totaal - Werkloos |
|
% |
|
Graad |
15-17 |
1,4% |
|
20,8% |
18-19 |
6,6% |
|
26,7% |
20-24 |
8,8% |
|
14,3% |
25-29 |
6,8% |
|
7,8% |
30-34 |
5,3% |
|
6,0% |
35-39 |
4,9% |
|
5,8% |
40-44 |
4,3% |
|
4,8% |
45-49 |
3,8% |
|
4,5% |
50-54 |
5,2% |
|
6,5% |
55-59 |
6,2% |
|
10,4% |
60-64 |
0,4% |
|
1,9% |
Totaal |
4,9% |
|
7,1% |
15-24 |
6,3% |
|
16,2% |
De instroom van werkzoekenden van de Ford zal dit % verhogen, vooral dan
in de categorieën + 25 jaar, en de relatieve hoge werkloosheid in Limburg
in de Vlaamse context nog verhogen, zeker omdat de sluiting van de mijnen
nog niet verteerd. Zoals in Wallonië loopt de heropbouw van tewerkstelling
over enkele decennia.
Detail voor Antwerpen stad
Werkloosheid en Werkloosheidsgraad |
Totaal - Werkloos |
|
% |
|
Graad |
15-17 |
2,4% |
|
36,3% |
18-19 |
11,9% |
|
41,1% |
20-24 |
14,4% |
|
24,2% |
25-29 |
12,3% |
|
15,9% |
30-34 |
11,8% |
|
14,7% |
35-39 |
10,0% |
|
13,6% |
40-44 |
10,1% |
|
12,3% |
45-49 |
9,5% |
|
11,6% |
50-54 |
10,0% |
|
12,6% |
55-59 |
10,1% |
|
14,9% |
60-64 |
1,7% |
|
6,1% |
Totaal |
10,1% |
|
14,5% |
15-24 |
10,8% |
|
27,0% |
4.3. 15-24 jarigen - Werkloosheid - Brussels gewest
De jongerenwerkloosheid in Brussel is verbonden aan specifieke
gemeenten, de 'Vlaamse' gemeenten Jette, Koekelberg, Ganshoren en Sint-Agatha-Berchem
en de Zuidergemeenten vallen er wat tussenuit. Sint-Joost-Ten-Node,
Sint-Jans-Molenbeek en daarna Schaarbeek, Brussel en Anderlecht zijn de
werklozengemeenten in Brussel.
Detail voor Sint-Jans-Molenbeek
Werkloosheid en Werkloosheidsgraad |
Totaal - Werkloos |
|
% |
|
Graad |
15-17 |
1,4% |
|
33,5% |
18-19 |
9,7% |
|
49,0% |
20-24 |
22,6% |
|
41,0% |
25-29 |
24,4% |
|
33,5% |
30-34 |
22,0% |
|
29,3% |
35-39 |
20,9% |
|
32,2% |
40-44 |
21,7% |
|
28,5% |
45-49 |
20,1% |
|
27,3% |
50-54 |
20,3% |
|
29,3% |
55-59 |
19,8% |
|
33,1% |
60-64 |
3,7% |
|
14,2% |
Totaal |
19,4% |
|
30,4% |
15-24 |
14,3% |
|
41,6% |
In Sint-Jans Molenbeek is 14,3% van de 15-24 jarigen werkloos, dat
is dubbel zo veel als het Belgisch gemiddelde van 7,3%. Maar die
14,3% van de bevolking worden 41,6% als tewerkstellingsgraad omdat er
geen rekening gehouden wordt met de 65,8% niet-Actieve jongeren in
Sint-Jans-Molenbeek. Best is voort te gaan op de 14,3% werkloze werkloze
jongen in Molenbeek, dat is de reële proportie en dan wordt het meer
overzienbaar er wat aan te doen.
4.2. 15-24 jarigen - Werkloosheid - Waals gewest
Wanneer enkel gekeken wordt binnen Wallonië worden de gebieden van
hoge jeugdwerkloosheid teruggevonden in de oude industriële as met accent
op de steek rond Charleroi en de Borinage, minder in Luik of Verviers. Ook
in Zuid-Oost Wallonië, grenzend aan Frankrijk is een vrij groot
gebied met hoge(re) jeugdwerkloosheid terug te vinden.
4.3. 15-64 jarigen - Werkenden - België
% werkenden, zowel loontrekkenden als zelfstandigen op het aantal
15-64 jarigen in elke gemeente. Zoals geweten zijn de Oost- en vooral
West-Vlamingen echte uitslovers, alsmede Vlaams-Brabant. In de oude
industriële as in Wallonië en de mijnstreek in Limburg (en Ford moet nog
definitief dicht) en ook in Brussel, Antwerpen en Gent ligt het % tewerkstelling
het laagst.
Het kaartje is in feite het negatief van het kaartje van de
werkloosheid, maar dat is de logica zelve.
4.3. 15-64 jarigen - Gemiddeld inkomen - België
Zoals bij de triptiek van de criminaliteit zou het kaartje met het
gemiddeld inkomen per gemeente een doorslag kunnen zijn van de gemeenten
waar het meeste mensen aan het werk zijn. Eerst zien en dan geloven.
Vlaams en Waals-Brabant, Oost-Vlaanderen en
Noord-Antwerpen combineert hoge tewerkstelling en hoog inkomen in de
gemeente. Maar in West-Vlaanderen wordt het hardst gewerkt voor
het laagste inkomen, terwijl er, dat weten we van
BuG
236, ook het hoogste aantal zelfstandigen en
ondernemers actief zijn. Misschien moeten Van Eetvelt, Denys en Dewael
toch een speciaal kaarsje branden in Scherpenheuvel om de belastingsaftrek
voor de West-Vlaamse ondernemingen toch nog wat te verhogen, of zouden ze
meer inspanningen moeten doen om ook in West-Vlaanderen een
'rechtvaardige' belasting in te voeren?.
4.4. 15-64 jarigen -
Niet-Actieven - België
Scholieren, studenten, leefloners, huisvrouwen en andere niet-actieven
tussen 15 en 64 jaar, zonder de werklozen of werkenden mee te tellen. Brussel
en de streek rond Louvain la Neuve en ook Leuven, Gent en Antwerpen,
alsmede de oude industriële Waalse as,de kust, de oude mijnas in Limburg
tellen een hoger % niet-Actieven. Voor sommige regio's speelt uiteraard
het aantal studenten mee.
4.5. 15-24 jarigen - Niet-Actieven - België
Als de aandacht toegespitst wordt op de 15-24 jarigen springt Brabant er
sterk bovenuit als studentenomgeving, ook de Brusselse zuidkant met VUB en
ULB en ook Aarlen en omgeving. Ook Antwerpen en Gent, toch
studentensteden, tellen relatief weinig niet-Actieven. Ze betrekken
allicht studenten uit de ruimere regio, zoals ook in Hasselt, Mons en Luik
zichtbaar is.
Het beschikbare materiaal is veel ruimer dan hier in enkele tabellen en
grafieken kan getoond worden. Dank zij de kwalitatief hoogstaande
productie van de OESO/Eurostat en de WSE (Steunpunt Werk en Sociale
Economie) kan de evolutie van werkzaamheids- en werkloosheidsindicatoren
punctueel opgevolgd worden.
BuG
243 on-line
Printversie (20p)
Tabel
Werkloosheid per gemeente 2012
Jan Hertogen, socioloog
www.npdata.be
0487 335 552
Wie geen berichten meer wenst te ontvangen kan dit langs een RE melden
|