BuG 238 – Bericht uit het Gewisse – 1 oktober 2014
  
BuG 238 on-line                                 Printversie (8p)
  
Publieke dienstverlening stijgt in 2013 van 45,2% naar 45,5%,

42,8% in het Vlaams, 44,5% in het Brussels en 50,4% in het Waals gewest.
Berekend op de bevolking is er 15,2% publieke dienst in 't Vlaams gewest,
15,4% in het Waalse gewest en slechts 11,5% in het Brussels gewest,
publieke dienst in Vlaams en Waals gewest = aanwezig in de bevolking!


      
Update: Eigenlijk is tijdelijke werkloosheid ook een vorm van publieke
tewerkstelling/dienstverlening. Het is de overheid die de kost van het
arbeidscontract overneemt door een 'tijdelijke werkloosheidsvergoeding'
de werknemer bleef onder contract met de werkgever en dus bij de RSZ.
De tijdelijke werkloosheid bedroeg op 31/12/2013
161.971, die inbegrepen
zijn in de RSZ - Niet-Publieke dienstverlening. Voor Vlaams gewest
96.731
Brussels gewest
6.661 en het Waals gewest 58.597. Berekend op het totaal
loontrekkenden is dat
4,4% voor België, 4,3% voor het Vlaams gewest,
2,2% voor het Brusselse gewest en 5,4% voor het Waals gewest.
De Publieke Dienstverlening, dwz tewerkstelling met publieke middelen
bedraagt in België
49,9%, Vlaams 47,1%, Brussel 46,7% en Waals 55,8%.
België is trouwens het enige land in de wereld met 'tijdelijke werkloosheid'.


Loontrekkenden voor 916 sectoren
Tabel: Loontrekkende tewerkstelling en PD per sector 31/12/2008-2013   
Tabel: Publieke Dienstverlening per gewest op 31/12/2013                      
Tabel: Loontrekkende tewerkstelling per leeftijd en gewest op 31/12/2013 
Tabel:
Tewerkstelling RSZ-PPO per gemeente 2012-2013  - BuG 220       
  
Zelfstandigen in Hoofdbezigheid voor 916 sectoren
Tabel: Zelfstandige tewerkstelling per sector 31/12/2009-2013                
Tabel: Zelfstandige tewerkstelling per leeftijd en gewest 31/12/2013        
 
Tussen 2008 en 2013 is publieke tewerkstelling met 5,5% toegenomen,
private niet-publieke tewerkstelling met -2,7% afgenomen, saldo +1%
Vergeleken met 2012 is publieke tewerkstelling met 0,7% toegenomen,
dat is beter dan de stijging met +0,3% in 2012 en met +0,6% in 2011.
Hiermee is een ijkpunt uitgezet voor afbouw of verdere uitbouw, die
hardnekkiger kan blijken dan alle bakerpraatjes over sanering.
 


Het is vooral de publieke tewerkstelling die België de crisis heeft doen
weerstaan en de koopkracht van de bevolking heeft gewaarborgd.

Uitstroom 50+ Non-Profit minder dan 1/2 van andere sectoren.

In de Non-Profit heeft een werknemer met behoud van wedde 12 bij-
komende verlofdagen vanaf 45 jaar, 24 vanaf 50 jaar en 36 na 55 jaar.
 
De lakmoesproef voor de impact van eindeloopbaanregeling Non-Profit
ziet er zo uit: hoeveel 45-59 jarigen op 31/12/2008 vinden we terug als
50-64 jarigen op 31/12/2013 in Welzijns- en Gezondheidszorg en hoeveel
 vinden we er terug in de sectoren zonder deze eindeloopbaanregeling?
Welzijn en Gezondheid: uitstroom -10,9%, in de andere sectoren -25,2%!

Evolutie RSZ-werknemers 45-59 jr in 2008 naar 50-64 jr in 2013
Jaar 2008 2013 Evolutie % evolutie
Leeftijdsgroep 45-59 jr 50-64 jr op 5 jr op 5 jr
Totaal 1.116.033 854.328 -261.705 -23,4%
   Primaire Sector 4.415 3.545 -870 -19,7%
   Secundaire sector 258.901 180.876 -78.025 -30,1%
   Tertiaire sector 426.498 341.342 -85.156 -20,0%
   Quartaire sector 426.219 328.565 -97.654 -22,9%
Buiten Welzijn/Gezondheid 977.037 730.433 -246.604 -25,2%
Welzijn en Gezondheid 138.996 123.895 -15.101 -10,9%
    Gezondheidszorg 63.777 55.402 -8.375 -13,1%
    Welzijn 75.219 68.493 -6.726 -8,9%

"Om het mogelijk te maken dat werknemers in zorg en welzijn hun job
langer konden volhouden, regelde de LBC-NVK dat ze recht kregen op
extra verlofdagen. Met enorm succes trouwens. Als de politiek wil dat jij
en ik ruimte hebben om wat meer zorg te kunnen verlenen, dan zullen
ze die stelsels (eindeloopbaan, nvdr) nog veel meer moeten uitbreiden
en veralgemenen"
zo stelt Marc Selleslagh in
Ons Recht van 09/2014
  
Verderop het detail  voor de evolutie 45-49, 50-54 en 55-59 jr apart.

 
51,9% van de 41.991 zelfstandige gezondheidswerkers is 50+ ...
 


Tot spijt van wie het benijdt of ontkent, maar de zelfstandige
uitoefening van gezondheidsberoepen is op de retour en met meer
dan de helft 50+ers is een halvering op 15 jaar niet uit te sluiten.


Karel Van Eetvelt vindt dat er nog meer gesnoeid kan worden in de overheidsdiensten, "maar dan komt het halve land in opstand" zo staat te lezen op De Redactie 25/09/2014. Van Eetvelt volgt de info in npdata op de voet, 45,5% van de loontrekkenden leven nl van de publieke dienstverlening, wiedes dat de helft van de bevolking in opstand komt als daaraan geraakt wordt. Maar goed ook dat er zoveel 'overheidsbeslag' is anders zouden de zelfstandigen en (en Unizo) trouwens nergens staan. Er dient nog veel meer geïnvesteerd met overheidsgeld in projecten en jobs, zoals de Grauwe in z'n nieuwe boek terecht aantoont.
 
Zowel naar het verleden als naar de toekomst is het daarbij van belang toets- en ijkpunten te hebben, zodat zo gedetailleerd mogelijk kan nagegaan worden wat de evolutie is en ook dus ook wat de impact van nieuw overheidsbeleid is, los van elke praatjesmakerij en stoerdoenerij. Bijgaande tabellen laten toe tot op het niveau van elk van de 916 in de Nacecode opgenomen sectoren de evolutie te volgen, en dit onderscheiden voor loontrekkenden, opgedeeld naar RSZ- en RSZ-PPO-tewerkstelling en  voor de zelfstandigen in hoofdbezigheid.
 
1. Volgende tabellen staan ter beschikking, alle met de opdeling in de door Europa opgelegde opdeling in 916 sectoren volgens Nacecode en subtotalen
 
1.1. Tewerkstelling 31/12/2008 (2009 voor zelfstandigen) tot 2013 met detail voor loontrekkende tewerkstelling in de publieke dienstverlening volgens het schema van de expertencommissie 2013 (Voor winst en Niet voor winst marktdiensten). Ook in de Voor winst marktdiensten vinden we nogal wat publieke dienstverlening terug, om deze te 'wegen' gaan we voort op de opdeling per Nacecode 3 digit van de RSZ-statistieken met opdeling tussen arbeiders, bedienden en (vastbenoemde en contractuele) ambtenaren. Spoor, openbaar vervoer, post, communicatie, enz omvatten een aanzienlijk aandeel 'ambtenaren' en worden meegeteld onder publieke dienstverlening.
 
Tabel: Loontrekkende tewerkstelling en Publiek/Niet-Publiek per sector 31/12/2008 tot 2013
Tabel: Zelfstandige tewerkstelling per sector 31/12/2009 tot 2013
 
1.2. Tewerkstelling op 31/12/2013 per gewest met detail publieke dienstverlening loontrekkend
 
Tabel: Tewerkstelling Publiek/Niet-Publiek en gewest op 31/12/2013. Bij de opdeling per gewest gaat het over de woonplaats van de werknemers en wordt voortgegaan op de door de RSZ en RSZ-PPO ter beschikking gestelde gegevens. Doordat een aantal in België actieve werknemers in het buitenland wonen worden ze in een aparte categorie ondergebracht. Er wordt een apart tussentotaal gemaakt voor de in België werkende en wonende werknemers en de anderen. Voor de Belgische gegevens wordt evenwel voortgegaan op alle werknemers die in België actief zijn, en daarvan werkt 45,5% in de publieke dienstverlening.
 
1.3. Tewerkstelling op 31/1/2013 naar leeftijd en vanaf 45, 50, 55, 60 jaar met leeftijdsgrafiek
 
Tabel: Loontrekkende tewerkstelling per leeftijd en gewest op 31/12/2013 
Tabel: Zelfstandige tewerkstelling per leeftijd en gewest 31/12/2013

Voor de gegevens over de zelfstandigen wordt voortgegaan op de bestanden zoals jaarlijks bezorgd door RSZV.

2. Enkele grafische voorstellingen van de leeftijdscurve

Alle bestanden uitbenen naar interessante gegevens en grafieken is niet de bedoeling. Npdata zoals de naam zegt geef de data vrij voor verwerking, analyse en actie, en dit gratis, non-proft dus.

Voor alle 916 sectoren en hun subtotalen, zowel voor werknemers als zelfstandigen, kan bv met enkele klikken
een grafiek gegenereerd worden met de leeftijdsverdeling 15-64 jaar voor elk van de 916 deelsectoren en subtotalen. Hieruit komt bv de leeftijdsverdeling van het spoor vandaan, zoals gebruikt in BuG 230 en deze van het Onderwijs zoals gebruikt in BuG 220.

Voor de
Bouwsector in Vlaanderen met 127.987 werknemers op 31/12/2013 toont  de leeftijdsgrafiek een sector die zich zeer goed verjongt en daarom een erg atypische leeftijdscurve heeft. In de evolutietabel is ook te merken dat de Bouwsector globaal van haar pluimen verliest. Maar bij een herneming bieden ze vooral perspectief voor de jongeren.
 


Daartegenover staan de Horeca met 107.030 werknemers (jawel nog altijd stijgend) die continue jonge werknemers aantrekt maar ze vlug laat gaan of uitstoot.
 


Interessant om zien is of de 57.435 zelfstandigen in de Horeca ook zo'n afopende leeftijdscurve hebben:
  

 
Het is vooral een midlife-sector die jonge mensen rond zich wil hebben in de dienstverlening. Van jonge starters is hier, in tegenstelling tot wat men zou denken, weinig sprake. En binnen 15 jaar kunnen de jongeren het overnemen. Maar dat zullen wij allicht niet meer meemaken. Hopelijk heeft tegen dan iemand de updates voor npdata overgenomen. Wie geïnteresseerd is in de gehele technische know how én alle contacten met administraties kan het laten weten.

Gezondheid en Welzijn zitten met de bibber op het lijf met deze leeftijdverdeling voor ogen. In tegenstelling tot het onderwijs moet hier de jongereninstroom het komende decennium nog gebeuren, gezien de huidige piek van werknemers tussen 45 en 55 jaar, zie BuG 220 over het onderwijs.

Het is de vooruitziendheid van
Walter Cornelis met de eindeloopbaanregeling die zal toelaten deze transfer van oud naar jong in goede orde door te komen. Daarbij dient wel de instroom in zorg- en welzijnsberoepen gehandhaafd, maar cruciaal is ook om de kledingcode zo te maken dat een hoofddoek, behoudens om veiligheidsredenen, in elk zorgberoep kan gedragen worden.
    

 
Welzijn en Gezondheid in het Brusselse gewest laat een heel ander beeld zien, het gaat dan om zorgpersoneel dat in het Brusselse gewest woont. En Vlaanderen zal noodwendig wel varen bij de tewerkstellingsreserve die Brussel biedt en die  alsmaar meer kiest voor het Nederlandstalig onderwijs. Deze reserve zal trouwens alsmaar verder uitvliegen naar de 1ste en vooral 2de rand rond Brussel.
  


   

Hoe het staat met de zelfstandigen in zorgberoepen is hierboven al verduidelijkt.
 

3. Detail uitstroom eindeloopbaan Welzijn/Gezondheid en andere sectoren
 
In deze overzichten met tijdsverloop van 5 jaar wordt enkel voortgegaan op de RSZ-werknemers (dus niet RSZ-PPO, die meer specifieke toepassingen hebben van de eindeloopbaanregeling en waar de eindleeftijd van 60 jaar in vele carrières zit ingebakken. Verder wordt het onderscheid gemaakt tussen Gezondheidszorg, waar de eindeloopbaanregeling de keuze laat tussen extra verlofdagen (75% zou daarvoor kiezen) en een premie. In de Vlaamse sectoren (Welzijn) is het recht ondubbelzinnig aan iedereen toegekend en is geen keuze mogelijk, elkeen uit Welzijn en Cultuur in Vlaanderen heeft recht op de volledige eindeloopbaanregeling: 12 dagen vanaf 45 jaar, 24 dagen vanaf 50 jaar, 36 dagen vanaf 55 jaar.

Ook al is de uitstroom uit de Gezondheidszorg voor 45+ maar
1/2 van de sectoren zonder deze regeling, in de Welzijnssectoren is deze maar 1/3 in vergelijking met de andere sectoren, de impact van een algemene eindeloopbaanregeling zonder keuze voor een premie is dus 30% positiever in Welzijn, dan in de Gezondheidszorg.

Zien of de
61.307 werknemers uit bejaardenhomes die nu tot de Vlaamse bevoegdheid behoren ook allemaal recht zullen krijgen op de eindeloopbaanregeling, zonder keuze voor een premie dan, en bv ook de betere regeling van een quasi volledige 13de maand zullen krijgen, of worden zij wel 'Vlaams' als sector en blijven zij in het minder gunstige 'Belgische' statuut wat betaling en eindeloopbaan betreft?
  
3.1. Hoeveel 45-49 jarigen in 2012 worden teruggevonden als 50-54 jarigen in 2013?

De werkgelegenheid van 45-49 jarigen heeft in het algemeen op 5 jaar tijd een lek van -5,8% uistroom, voor de sectoren buiten Welzijn en gezondheid is dit zelfs -7,0%. Welzijn en Gezondheid slagen er evenwel in hun groep 45-49 jarigen op 5 jaar tijd te doen groeien met 2,2%. Ook hier zien we dat het effect van de eindeloopbaanregeling dat met +3,0% dubbel zo sterk is in de Welzijnssectoren vergeleken met de Gezondheidssectoren met +1,6%. Ook de quartaire sector (Openbaar bestuur, Onderwijs, Welzijn en Gezondheid en Kultuur) in haar geheel heeft een verlies van -3,8%, vooral dan omwille van de vervroegde pensionering van overheidspersoneel, de politie zal het geweten hebben, met hun extra vervroegde pensionering vanaf 56 en 58 jaar die op de helling is gezet, iedereen gelijk voor de wet, behalve de politie?

  

Evolutie RSZ-werknemers 45-49 jr in 2008 naar 50-54 jr in 2013
Jaar 2008 2013 Evolutie % evolutie
Leeftijdsgroep 45-49 jr 50-54 jr op 5 jr op 5 jr
Totaal 464.980 438.172 -26.808 -5,8%
   Primaire Sector 1.967 1.757 -210 -10,7%
   Secundaire sector 112.188 97.717 -14.471 -12,9%
   Tertiaire sector 179.742 174.064 -5.678 -3,2%
   Quartaire sector 171.083 164.634 -6.449 -3,8%
Buiten Welzijn/Gezondheid 402.259 374.076 -28.183 -7,0%
Welzijn en Gezondheid 62.721 64.096 1.375 2,2%
    Gezondheidszorg 27.096 27.915 819 3,0%
    Welzijn 35.625 36.181 556 1,6%

 
3.2. Hoeveel 50-54 jarigen in 2012 worden teruggevonden als 55-59 jarigen in 2013?


Tegen het idee in van uitstroom, jobverlating verpleegkundigen enz, staat onomstotelijk vast dat in Welzijn en Gezondheid de uitstroom bij de leeftijdscategorie 50-54 jarigen in 2008 na vijf jaar
met -10,7% voor Gezondheidszorg minder dan 1/2 bedraagt van deze in sectoren zonder de eindeloopbaanregeling van de Non-Profit sectoren die -21,5% zien uitstromen en maar -7,8%voor Welzijnszorg hetgeen minder dan 1/3 is van deze uitstroom. Deze unieke regeling met bijkomende verlofdagen vanaf 45 jaar zorgt dus niet alleen voor langere loopbanen in de Non-Profit, hetgeen de druk op de vervangingsnoodzaak verlicht of spreidt in de tijd, ze houden ook de werkzaamheidsgraad op peil en zorgen voor extra instroom.
  

Evolutie RSZ-werknemers 50-54 jr in 2008 naar 55-59 jr in 2013
Jaar 2008 2013 Evolutie % evolutie
Leeftijdsgroep 50-54 jr 55-59 jr op 5 jr op 5 jr
Totaal 391.011 313.156 -77.855 -19,9%
   Primaire Sector 1.481 1.226 -255 -17,2%
   Secundaire sector 93.265 63.562 -29.703 -31,8%
   Tertiaire sector 146.650 124.640 -22.010 -15,0%
   Quartaire sector 149.615 123.728 -25.887 -17,3%
Buiten Welzijn/Gezondheid 341.804 268.459 -73.345 -21,5%
Welzijn en Gezondheid 49.207 44.697 -4.510 -9,2%
    Gezondheidszorg 23.060 20.602 -2.458 -10,7%
    Welzijn 26.147 24.095 -2.052 -7,8%


3
.3. Hoeveel 55-59 jarigen in 2012 worden teruggevonden als 60-64 jarigen in 2013?

Door de vasthoudendheid in de tewerkstelling vanaf 45 jaar zijn er meer dan in andere sectoren oudere werknemers actief. Het is dan ook te verwachten dat deze hogere aanwezigheid bij de 55+ zou leiden tot een hogere uitval, zeker omdat het Brugpensioen op 58 en 59 er nog tussenzit en voor een exit zorgt. Maar de impact van de 36 bijkomende verlofdagen voor 55+ zorgt er voor dat de 55+ in Welzijn en Gezondheid nog altijd een goed stuk minder uitstromen dan de sectoren zonder deze regeling.
   

Evolutie RSZ-werknemers 55-59 jr in 2008 naar 60-64 jr in 2013
Jaar 2008 2013 Evolutie % evolutie
Leeftijdsgroep 55-59 jr 60-64 jr op 5 jr op 5 jr
Totaal 260.042 103.000 -157.042 -60,4%
   Primaire Sector 967 562 -405 -41,9%
   Secundaire sector 53.448 19.597 -33.851 -63,3%
   Tertiaire sector 100.106 42.638 -57.468 -57,4%
   Quartaire sector 105.521 40.203 -65.318 -61,9%
Buiten Welzijn/Gezondheid 232.974 87.898 -145.076 -62,3%
Welzijn en Gezondheid 27.068 15.102 -11.966 -44,2%
    Gezondheidszorg 13.621 6.885 -6.736 -49,5%
    Welzijn 13.447 8.217 -5.230 -38,9%


62,3% van de leeftijdsgroep 55-59 jaar in 2008 vinden we niet meer terug bij de 60-64 jarigen 5 jaar later in 2013. In Welzijn en Gezondheid is dit met -44,2% maar 2/3 van de uitstroom in de andere sectoren. In de Welzijnssector, met een verplichte regeling eindeloopbaan voor alle werknemers van 55+ is dit zelfs maar -38,9%.

De besparing door de eindeloopbaanregeling in de Non-Profit

Door deze vasthoudende en lang doorlopende tewerkstelling in de Non-Profit worden er tientallen miljoenen € uitgespaard als uitgave op de werkloosheid, blijven de inkomsten voor de sociale zekerheid intact, wordt de koopkracht op gewoon weddenniveau gehandhaafd met alle voordelen voor de economie en belastingen vandien.

Waarom geen 12 dagen extra verlof voor iedereen op 58 jaar

De kostprijs om bv voor iedereen, ook voor de Non-Profit sectoren, 12 extra verlofdagen bij te geven zou zichzelf volledig terugverdienen door de hierboven aangehaalde effecten én door de bijkomende aanwervingen die er uit zouden voortkomen met nieuwe afdrachten voor de RSZ enz. Wie de durf heeft om dit plaatje budgettair te berekenen kan tot geen enkele andere conclusie komen.

3.4. LBC-NVK Non-Profit vraagt veralgemening eindeloopbaanregeling voor alle werknemers

Dient de vraag van Marc Selleslagh, Nationaal Secretaris LBC-NV Non-Profit in het ledenblad Ons Recht van 09/2014 niet meer au serieus genomen te worden?: "Om het mogelijk te maken dat werknemers in zorg en welzijn hun job langer konden volhouden, regelde de LBC-NVK dat ze recht kregen op extra verlofdagen. Met enorm succes trouwens. Als de politiek wil dat jij en ik ruimte hebben om wat meer zorg te kunnen verlenen, dan zullen ze die stelsels nog veel meer moeten uitbreiden en veralgemenen."
 
Wordt het niet tijd om te leren van wat effectief werkt, waar mensen wat aan hebben en die hen toelaten met lagere werkdruk en behoud van inkomen langer te werken. Maar dienen de vakbonden en beweging.net niet in eerste instantie overtuigd te raken van het 'enorm succes' van de eindeloopbaanregeling zoals Selleslagh het noemt, anders zal het beleid nooit volgen?
 
Het HIVA heeft in oktober 2014 een rapport klaar met een evaluatie van de eindeloopbaanregeling in de Non-Profit. In het VIA (Vlaams) akkoord van 2010 was overeengekomen een werkgroep in te richten om dit na te gaan, gezien er stemmen opgingen om de regeling voor oudere werknemers af te bouwen en wat meer verlofdagen voor de jongere werknemers te voorzien. Op zich een onmogelijke en onbegrijpbare idee, maar waar blijkbaar een aantal werkgevers en vakbondsmensen voor gewonnen waren. Dus zien wat het HIVA concludeert, maar te zien aan de uitspraak van Marc Selleslagh in Ons Recht, zal men vanuit LBC-NVK de eindeloopbaanregeling toch moeilijk op losse schroeven kunnen zetten.

4. Geen 1 op 10 maar 1 op 5 is werknemer in Welzijn, gezondheid en cultuur

"Dat in België meer dan één op de tien werknemers werkt in de sector van zorg, welzijn en cultuur is een detail dat hen (de beleidsvoerders, nvdr) blijkbaar ontgaat" zo staat in datzelfde Ons Recht van 09/2014. Waarom die eeuwige en hardnekkige onderschatting van het eigen potentieel. 1 op 10, dat is zo ongeveer 370.000 op de 3.719.821 werknemers, terwijl er in België 657.037 werknemers zijn op 31/12/2013 in die tot Welzijn, Gezondheid en Cultuur behoren, zie tabel: Loontrekkende tewerkstelling per sector 31/12/2008-2013. Dat is geen 1 op 10 maar 1 op 5, dus dubbel zoveel als men laat verstaan, en voorwaar, dat is ook geen detail.

Z’n eigen potentieel en slagkracht dient best op z'n volle aantal en waarde genomen, zeker als men de grootste deelsector vormt in de Belgische economie. Zien wat de 'lastenverminderingen' opbrengen voor deze sector, de enige trouwens die bekwaam is om elke lastenvermindering om te zetten in bijkomende
tewerkstelling.

Jan Hertogen, socioloog
www.npdata.be
0487 335 552
     
Wie geen berichten meer wenst te ontvangen kan dit langs een RE melden