BuG 144– Bericht uit het Gewisse –
08 juni 2011
Printversie 10 blz
1ste jaars verpleegstudenten Vlaanderen: +60% in 5
jaar
Aantal verpleegstudenten op alle niveaus hoogste ooit
in 2010-2011 zowel in Vlaamse als Franse gemeenschap.
Aandeel 'gewone' studenten vermindert in 2010-2011 in Vlaanderen:
52% 'gewone'
studenten bij Gediplomeerden en 90% bij Bachelors.
dwz zonder rekening te houden met werkzoekenden en werkenden.
Deze terugval wordt meer dan gecompenseerd door forsere groei
van
VDAB-werklozen in verpleegstudies
tot 1.355 in het 1ste jaar.
Met 580 verdubbeling brugstudenten van A2 naar A1 in 2010-2011.
Verpleegorganisaties organiseren zelf afbraak verpleegberoep
40% van alle
afgestudeerde verpleegkundigen sinds 1980
is A2,
en de verpleegorganisatie wil hen uitsluiten van verpleegkunde.
Maar ook zorgambassadeur Vlaanderen draait klok 10 jaar terug.
Verpleegstudenten
Vlaamse gemeenschap 1980-2011
Verpleegstudenten
Franse gemeenschap 1980-2010 en 2011 (A2)
De Non-Profit sector omvat
gezondheidszorg, welzijnszorg en cultuur
en telt meer dan 650.000 werknemers eind 2009: private en publieke
tewerkstelling in het Vlaams, Waals en Brussels gewest samen: zie
Tewerkstellingsevolutie 1997 - 2009
zelfstandigen en loontrekkenden
Verpleegstudenten in Vlaanderen op 5 jaar tijd met 60% gestegen
Wie het verleden niet respecteert moet zich geen illusie maken de
toekomst te beheersen. Op 5 jaar tijd steeg het aantal inschrijvingen in
het eerste jaar Gediplomeerd verpleegkundige in Vlaanderen met 60%
van 1.577 in 2005-2006 tot 2.527 in 2010-2011. Bij de
Bachelor-verpleegkunde was de stijging 59% van 2.263 in
2005-2006 tot 3.608 in 2010-2011. Dit uiterst positieve resultaat
is in eerste instantie op rekening te schrijven van de verzamelde
vakbeweging, zeg maar de witte woede, de inzet en inventiviteit van de
scholen die het dagonderwijs hebben kunnen omvormen tot unieke centra
voor volwassenenonderwijs, en niet in het minst door de jongeren,
werklozen en werknemers uit de sector die de keuze voor het
verpleegkundig beroep maken. Het is niet goed om signalen te geven dat
deze inspanningen
uit het verleden niets zouden opgebracht hebben. Niet alleen de verdiensten
uit het verleden maar de
wetenschappelijke verworvenheden en hun toepassing ervan op het terrein zoals
de logistieke assistentie in de zorgomgeving kunnen niet straffeloos
genegeerd worden als men voldoende zorg voor de toekomst wil organiseren. Er is dus nog werk aan de winkel voor wie
het zorgwerk wil 'managen'.
Eerstejaars verpleegkunde Gediplomeerd/Bachelor en % groei tav
2005 |
|
Aantallen 1ste jaars |
% groei tav 2005-2006 |
|
Gedipl. |
Bachelor |
Totaal |
Gedipl. |
Bachelor |
Totaal |
05/06 |
1,577 |
2,263 |
3,840 |
|
|
|
06/07 |
1,791 |
2,746 |
4,537 |
14% |
21% |
18% |
07/08 |
1,777 |
2,665 |
4,442 |
13% |
18% |
16% |
08/09 |
2,024 |
3,071 |
5,095 |
28% |
36% |
33% |
09/10 |
2,378 |
3,565 |
5,943 |
51% |
58% |
55% |
10/11 |
2,527 |
3,608 |
6,135 |
60% |
59% |
60% |
Zowel bij gediplomeerden als bij de Bachelors is een stijging bij de
eerstejaars verpleegstudenten vastgesteld op 5 jaar tijd met 60%. Het is
voor het 3de opeenvolgende jaar dat zich deze stijging doorzet en dat is
nooit gezien de laatste 15 jaar. Er was altijd een moment dat de
verpleegorganisaties zelf het vertrouwen in het beroep ondermijnden door
de gediplomeerd verpleegkundigen uit te sluiten van het verpleegkundig
beroep, door langs de titel zorgkundige het verzorgende beroep te
devalueren, en de logistieke assistentie in de zorgomgeving niet op z'n
waarde te nemen en het potentieel ervan te laten liggen.
Verpleegkundestudenten voor het 3de jaar op rij aan de top
Voor het eerst sinds 3 jaar is opnieuw een vergelijking mogelijk tussen
de Vlaamse en Franse gemeenschap.
Voor de volledige tabellen met alle gegevens, indeksen en vergelijking
met de referentiebevolking zie
Verpleegstudenten
Vlaamse gemeenschap 1980-2011 en
Verpleegstudenten
Franse gemeenschap 1980-2011
1ste jrs verpleegstudenten Gedip./Gebr. en Bachelor per gemnsch.
1980-2011 |
|
Vlaamse gemeenschap |
Franse gemeenschap |
|
Gediplo-meerd (A2) |
Bachelor (A1) |
Totaal |
Gebrevet-teerd (A2) |
Bachelor (A1) |
Totaal |
80/81 |
2,336 |
2,545 |
4,881 |
1,093 |
1,727 |
2,820 |
81/82 |
2,542 |
2,790 |
5,332 |
1,206 |
1,732 |
2,938 |
82/83 |
2,470 |
2,602 |
5,072 |
1,228 |
1,777 |
3,005 |
83/84 |
2,390 |
2,468 |
4,858 |
1,205 |
1,781 |
2,986 |
84/85 |
2,183 |
2,264 |
4,447 |
1,231 |
1,621 |
2,852 |
85/86 |
1,983 |
2,141 |
4,124 |
1,083 |
1,526 |
2,609 |
86/87 |
1,628 |
2,061 |
3,689 |
1,013 |
1,590 |
2,603 |
87/88 |
1,625 |
2,248 |
3,873 |
864 |
1,622 |
2,486 |
88/89 |
1,434 |
2,321 |
3,755 |
821 |
1,480 |
2,301 |
89/90 |
1,348 |
1,885 |
3,233 |
782 |
1,283 |
2,065 |
90/91 |
1,199 |
1,790 |
2,989 |
779 |
1,339 |
2,118 |
91/92 |
1,238 |
1,959 |
3,197 |
888 |
1,517 |
2,405 |
92/93 |
1,340 |
1,950 |
3,290 |
942 |
1,679 |
2,621 |
93/94 |
1,528 |
2,253 |
3,781 |
1,326 |
2,152 |
3,478 |
94/95 |
1,677 |
2,372 |
4,049 |
1,699 |
2,657 |
4,356 |
95/96 |
1,491 |
2,425 |
3,916 |
1,657 |
2,687 |
4,344 |
96/97 |
1,709 |
2,596 |
4,305 |
1,821 |
2,998 |
4,819 |
97/98 |
1,678 |
2,661 |
4,339 |
1,891 |
3,170 |
5,061 |
98/99 |
1,532 |
2,614 |
4,146 |
1,761 |
3,001 |
4,762 |
99/00 |
1,400 |
2,138 |
3,538 |
1,749 |
2,768 |
4,517 |
00/01 |
1,630 |
2,009 |
3,639 |
1,782 |
2,565 |
4,347 |
01/02 |
1,597 |
1,986 |
3,583 |
1,854 |
2,563 |
4,417 |
02/03 |
1,605 |
2,170 |
3,775 |
1,739 |
2,851 |
4,590 |
03/04 |
1,794 |
2,325 |
4,119 |
1,861 |
2,851 |
4,712 |
04/05 |
1,640 |
2,243 |
3,883 |
1,986 |
2,931 |
4,917 |
05/06 |
1,577 |
2,263 |
3,840 |
2,100 |
3,062 |
5,162 |
06/07 |
1,791 |
2,746 |
4,537 |
2,082 |
3,126 |
5,208 |
07/08 |
1,777 |
2,665 |
4,442 |
2,077 |
2,939 |
5,016 |
08/09 |
2,024 |
3,071 |
5,095 |
2,157 |
3,255 |
5,412 |
09/10 |
2,378 |
3,565 |
5,943 |
2,397 |
3,504 |
5,901 |
10/11 |
2,527 |
3,608 |
6,135 |
2,672 |
|
|
Ev% 10-11 |
6.3% |
1.2% |
3.2% |
11.5% |
|
|
En voor het eerst sinds 1995 haalt de Vlaamse gemeenschap in absolute
aantallen de Franse gemeenschap in, hetgeen er op duidt dat, met een
zekere vertraging, ook in de Vlaamse gemeenschap het volle potentieel
wordt aangesproken. Merk ook de terugval van 1ste jaars in Vlaanderen in
2003/2004, niet in de Franse gemeenschap en in 2006-2007zowel in de
Franse als Vlaamse gemeenschap, beiden als gevolg van het ter
discussie stellen van de toegang tot het beroep en de inbreng van
zorgkundige, oorspronkelijk bedoeld als vervanging van de gebrevetteerd
verpleegkundige.
In % tav de
referentiebevolking 18 jarigen volgt in
de Franse gemeenschap 10% van de 18-jarigen verpleegstudies, in Vlaanderen
is dat 8%. Dit % is een
'referentie%' omdat het uiteraard niet voor alle studenten om generatie-studenten gaat,
die na hun humaniora een eerste keuze maken maar om bv studenten die pas na een jaar of enkele
jaren tot verpleegstudies overgaan, werkzoekenden en ook de werkenden in
project 600. In de Franse gemeenschap komen een goed aandeel studenten uit Frankrijk nadat
daar de verpleegkunde A2 werd afgeschaft en de Fransen nu in België een
volwaardig en Europees erkend verpleegdiploma komen behalen enz.
Werkzoekenden, werkenden en 'gewone' verpleegstudenten Vlaamse
gemeenschap
Terwijl het project 600 (waarbij werkenden in de zorgsectoren zich
kunnen omscholen tot verpleegkundigen met behoud van wedde) blijkbaar zonder veel problemen
voortkabbelt kent de beroepsopleiding verpleegkundigen in het
dagonderwijs van de VDAB in de Vlaamse gemeenschap in 2010-2011 haar
zoveelste boom:
Voor het
eerst zijn er een maximum van 1.020 VDAB-werklozen gestart in het
1ste jaar gediplomeerd
verpleegkundigen zodat in 2010-2011, samen met 335 bachelors er in totaal 1.355 werkzoekenden
begonnen zijn aan verpleegstudies in het 1ste jaar. Dat is meer dan een
verdubbeling in vergelijking met de 612 eerstejaars in
2007/2008.
Van de 2.517 1ste jaars Gediplomeerd verpleegkundigen in de
Vlaamse gemeenschap zijn er 1.355 of 40% werkzoekenden,
naast de 198 werkenden of 8% in het 1ste jaar langs het
project 600. Het aandeel van 'gewone' studenten bedraagt dus 52%
bij de gediplomeerd verpleegkundigen. Bij de Bachelors ligt dit %
beduidend hoger: 90% 'gewone' studenten, 9% werkzoekenden
en slechts 1% werkenden van project 600.
Andere werkenden buiten het project 600 en werkzoekenden die op eigen
kracht verpleegkunde studeren kunnen niet in de cijfers van de 'gewone'
studenten apart genomen worden gezien gegevens daarover ontbreken. Het %
'gewone' studenten is dan ook een maximum. Misschien belangrijk hen ook
in beeld te brengen om hen te kunnen ondersteunen en een meer reële kijk
te krijgen op het aantal 'gewone' studenten.
.
Aantal werklozen VDAB in verpleegstudies Vlaanderen 2005-2011 |
|
05/06 |
06/07 |
07/08 |
08/09 |
09/10 |
10/11 |
1. Bachelor (A1) |
|
|
|
|
|
|
1ste jaar |
170 |
175 |
155 |
172 |
256 |
335 |
2de jaar |
169 |
146 |
143 |
113 |
136 |
214 |
3de jaar |
102 |
152 |
152 |
148 |
112 |
136 |
Totaal Bachelor |
441 |
473 |
450 |
433 |
504 |
685 |
2. Gediplomeerd (A2) |
|
|
|
|
|
|
1ste jaar |
509 |
524 |
457 |
597 |
758 |
1,020 |
2de jaar |
380 |
380 |
401 |
383 |
402 |
468 |
3de jaar |
240 |
352 |
312 |
329 |
272 |
259 |
Totaal Gediplomeerd |
1,129 |
1,256 |
1,170 |
1,309 |
1,432 |
1,747 |
3. Totaal A1 en A2 |
|
|
|
|
|
|
1ste jaar |
679 |
699 |
612 |
769 |
1,014 |
1,355 |
2de jaar |
549 |
526 |
544 |
496 |
538 |
682 |
3de jaar |
342 |
504 |
464 |
477 |
384 |
395 |
Totaal |
1,570 |
1,729 |
1,620 |
1,742 |
1,936 |
2,432 |
4. United Colours |
|
23 |
20 |
20 |
|
|
Algemeen totaal |
1,570 |
1,752 |
1,640 |
1,762 |
1,936 |
2,432 |
Evolutie aantrek verpleegkunde bij 'gewone' studenten in Vlaanderen
Sinds
Herman Cosyns van het HBOV in Brugge het lumineuze idee had in 1992 om
met de VDAB overeen te komen werkzoekenden voor verpleging te laten
studeren in z'n school voor dagonderwijs en later de support vanwege het
Sociaal Fonds voor de Privé-ziekenhuizen tussen 1995 en 2000 heeft zich
sinds 2002 deze ontwikkeling op een veel grotere schaal doorgezet in het
dagonderwijs verpleegkunde zodat het is uitgegroeid tot het sterkste merk van
volwassenenopleidingen in Europa, zoniet de wereld. Het was
ook voor de non-profitopleidingen in het volwassenenonderwijs de enige weg die open bleef na de reeds
2 decennia durende volledige uitsluiting van non-profitopleidingen op
secundair niveau
(gezinshulp en verpleegkunde om maar deze 2 te noemen) uit de sociale
promotie, volwassenenonderwijs of hoe men het ook wil noemen.
De
opleiding van werkzoekenden heeft in de Vlaamse gemeenschap de dalende
aantrek van de studies gediplomeerd verpleegkundige bij gewone studenten
kunnen compenseren in 2010-2011 en daarbij nog voor een stevig surplus
gezorgd. Bij de Bachelor studies verpleegkunde is er ook een lichte
afname van de ‘gewone’ student die in mindere mate is gecompenseerd door
werkzoekenden zodat hier de instroom van 1ste jaar stagneert.
De demografie maakt speciale inspanningen nodig
Gezien de vermindering van de 18 jarigen na 2012 en de nu vastgestelde
daling bij de gewone studenten, dwz de 18-jarigen die de keuze maken
voor het verpleegkundige beroep is er wel degelijk nood aan campagnes om
de instroom te behouden en te versterken met blijvende aandacht voor de
instroom van werkenden (project 600 en verbreding ervan tot andere
sectoren) en de aantrek van werkzoekenden en vooral ook niet-actieven
uit de migratie (met inbegrip van een hoofddoek), zo niet zal de paniek
weer om zich heen slaan, tot de vakbond weer orde op zaken zal zetten
zoals in het verleden.
En dan nog dit: cijfers, communisme en Ludo Martens
"Elk jaar studeren in België ongeveer 20.000 gediplomeerde verplegers
af. Dat is niet genoeg. Dat is eigenlijk zelfs veel te weinig: tegen
2014 heeft ons land 100.000 nieuwe verpleegkundigen nodig" zo staat
te lezen in Solidair van 07/06/2011 in de overigens excellente analyse
over de internationalisering van het zorgwerk in België. Ludo Martens zou
eens hartelijk gelachen hebben om zoveel onzin en een reprimande
afgestoken hebben dat een communist altijd de grootste zorg moet geven aan
cijfers en wat zij van de werkelijkheid uitdrukken. En misschien dat men
ook eens een achtergrondartikel moest maken hoe de GATS, Bolkestein en
sommige politieke partijen zorgwerk wil forceren aan de
arbeidsvoorwaarden van landen van afkomst. Want zo was Ludo wel, hard,
constructief en beminnelijk.
-
Geen 20.000 afgestudeerde verpleegkundigen per jaar, maar voor
het schooljaar 2009-2010,
6.131 verpleegstudenten in het 3de jaar in de Vlaamse en Franse
gemeenschap samen + 894 in het 4de jaar
(specialisatiejaar) in de Franse gemeenschap (in de Vlaamse gemeenschap
is specialisatie onderdeel van het 3de jaar
- Geen 100.000 nieuwe verpleegkundigen nodig tegen 2014 maar 45.059
werknemers
in Gezondheid- en Welzijnszorg in het vlaams gewest, waarvan
28.429 voor nieuwe behoeften en 16.646 voor vervanging tegen
2014 zoals uitvoerig
gedocumenteerd in
BuG 141
Goed
gedaan Jan, zou Ludo gezegd hebben, en waarom kun je dat werk niet méér
voor ons doen :-)?
Vakbonden en hun eisenpakket
Op 58 jaar +12 dagen, 60 jaar +12 dagen, 62 jaar +12 dagen.
Uitbouw van de eindeloopbaanregeling met bv 12 dagen op 58 jaar, 12
dagen op 60 jaar en nog eens 12 dagen op 62 jaar zouden de
eindeloopbaancyclus voor de non-profitsectoren rond maken. De druk op de
instroom zou ook door de 58plussers op deze wijze in evenwicht gehouden
worden, mét behoud van de mogelijkheden van brugpensioen voor 58plus. Het zou ook inspirerend kunnen
werken als alternatief voor het oneindige gelammeneer over een hogere werkzaamheidsgraad
tussen 55 en 65 jaar.
De uitstroom in de Non-Profitsector na 55 jaar is
2 tot 3x lager dan in gelijk welke andere sector.
De financiering van
deze 58+ dagen kan perfect vanuit de pensioenbonus, die dan niet als een
extra op het pensioen maar als effectieve arbeidstijdvermindering
wordt toegekend, dus wanneer het effectief nodig is om met minder
werktijd toch langer te werken. Het zou ook de jongeren toelaten om de
rimpeldagen, de oudewijvendagen zoals Vogels ze noemt, te vervangen
en dus een win, win, win situatie te creëren voor oudere en jongere werknemers en
voor de werkzaamheidsgraad die mede door de vervrouwelijking van de tewerkstelling
in de non-profit een alsmaar grotere boost zal krijgen.
Wie z'n geschiedenis niet kent kan het heden niet begrijpen en de
toekomst niet voorzien
Toen eind negentiger jaren de instorting van vooral de A1 opleiding
verpleegkunde zich bleef doorzetten (zie bovenstaande grafiek) werd er op
verschillende fronten gesleuteld aan het opkrikken van de instroom in
verpleegstudies. Vooral de lokomotief Walter Cornelis (LBC-NVK) en Pol Verhaevert (sinds
16 jaar kabinetschef van socialistische ministers Sociale Zaken) hebben
hier in 2000 het tij gekeerd door ondermeer:
- het project 600 (600 werkenden konden verpleegkunde studeren met behoud wedde),
- het brugproject waarbij Gediplomeerde verpleegkundigen Bachelor kunnen worden in een verkort
traject, een groot sukses met in 2010-2011 een serieuze boost.
Brugcycli A2 naar A1 in de Vlaamse gemeenschap |
|
1ste jaar |
2de jaar |
3de jaar |
Totaal |
01/02 |
|
61 |
962 |
1,023 |
02/03 |
|
90 |
832 |
922 |
03/04 |
|
112 |
635 |
747 |
04/05 |
|
98 |
565 |
663 |
05/06 |
|
145 |
301 |
446 |
06/07 |
|
|
|
519 |
07/08 |
|
|
|
371 |
08/09 |
|
|
|
456 |
09/10 |
|
|
|
333 |
10/11 |
|
|
|
580 |
- maar vooral ook door de barema's in
de gehele gezondheidssector gelijk te schakelen zodat verpleegkundigen
en verzorgenden in bejaardenhomes bv. hetzelfde verdienen als zouden zij in
een ziekenhuis werken.
- maar, en het kan niet op, door de arbeidsduurvermindering
van 12 bijkomende verlofdagen toe te kennen op 45 jaar, 12 bijkomende op
50 jaar en 12 bijkomende op 55 jaar.
De belangrijkste verdienste van Walter Cornelis bestaat er evenwel in
een stokje gestoken te hebben voor de afschaffing van gebrevetteerd
verpleegkundige als toegang tot het verpleegkundig beroep. Cornelis
herriep de goedkeuring van deze afschaffing door de niet-gemandateerde
LBC-NVK-afgevaardigde zodat de champagne die door het Groen-kabinet
Volksgezondheid en de Raad van verpleegkunde reeds gedronken was hen
zuur opbraak. Ook Onkelinx brak recent haar tanden op een vernieuwde
poging tot afschaffing van gebrevetteerd verpleegkundige en nu is het de
MR die er opnieuw z'n tanden in zet, onder het goedkeurend oog van
Nationale Federatie van Belgische verpleegkundigen. Toch maar best in
het oog houden.
De synergie van wetenschap, vorming, vakbond en SERV op het terrein
Door fundamenteel en toegepast onderzoek werd
door Professor Jozef Pacolet met de steun van alle sectorale fondsen in
de de Non-Profit en met financiële steun van Europa de
personeelsomkadering rond zorgafdelingen punctueel geanalyseerd en de
weg geopend om ondersteund aan verpleegkundig- en verzorgende
personeel de logistieke assistentie in de zorgomgeving structureel te
verankeren. Het onderzoek 'Tijd voor zorg' (samenwerkingsverband tussen
Katholieke/Vrijzinnige/Vlaamse/Waalse universiteiten) slaagde er in de
samenhang in de zorgtake,n en haar uivoerders op de werkvloer gedurende
24h op 24 te registreren
en te analyseren
en aan te tonen dat er ruime marges waren om de logistieke functie in de
verpleeg- en zorgafdelingenin ziekenhiizen, bejazardenhomes en gehandicaptenzorg te
implementeren. Terzelfdertijd zette een SERV-project het beroepsprofiel
Logistiek Assistent in het ziekenhuis" op punt, gevolgd door het
beroepsprofiel verzorgende. Nu doet de zoergambassadeur alsof dat
allemaal niet bestaan, ze draait de klok meer dan 10 jaar terug
In feite kwam eind de negentiger jaren, een nooit geziene
synergie tot stand tussen wetenschappelijk onderzoek,
vormingsinitiatieven voor lager geschoolden om hen optimaal voor te
bereiden op logistieke assistentie in de zorg, de overheid die langs de
sociale Maribel 1 het begin maakte van de opbouw van een specifiek voor
logistieke assistentie voorzien personeelskader gefinancierd door de
sociale maribel enz, de VDAB beroepsopleiding werd uitgewerkt en in het
reguliere Beroepsonderwijs en het Deeltijds onderwijs werden speciale
modules ontwikkeld.
De
zorgambassadeur Vlaanderen en de minister maken er een potje van
Veel van
de ontwikkelingen rond Logistieke assistentie werden in de praktijk uitgehold, van hun doel
ontdaan en ondergeschikt aan andere belangen. Het feit dat de
zorgambassadeur deze doorbraak in de zorgorganisatie, het rationeel
inzetten van kwalificaties, het een plaats geven van goed gevormd lager
gekwalificeerd logistiek personeel volledig negeert is een steek in het
hart van wie al jaar en dag begaan is met het vinden, vormen en inzetten
van voldoende personeel. Over personeelsomkadering en het potentieel op
de arbeidsmarkt wordt op een academische, door hogeschoolopleiding
gedetermineerde wijze gedacht met verregaande negatie van zowel de
wetenschappelijke, beroepsgerichte en door werkgevers en werknemers in
sociale fondsen opgebouwde ervaring.
In plaats van Witte Woede bouwen aan een positief lexicon
Dat de zorgambassador het
begrip 'Witte Woede" wil wissen omdat het zou
zorgen voor een negatief beeld van de Gezondheids- en Welzijnssectoren
illustreert goed hoe het huidige overheidsbeleid en de aanpak van het
zorgaanbod gedegenereerd is.
“De
Witte Woede overheerst nog altijd als begrip in de publieke opinie, tijd
om dit om te buigen, bouwen aan een gezamenlijk positief lexicon”.
In feite wil men beleidsmatig datgene wat de sector mee geëmancipeerd heeft
een negatieve klank geven en de verdiensten wegmoffelen.
Dat elementaire en op eenvoudige vraag beschikbare informatie over
aantal verpleegstudenten bv niet in de gegevensstocks van de
zorgambassadeur zijn verwerkt is nog het minste van de bezwaren die men
kan maken. Voor de goede orde geven we hier het recent gepubliceerde
materiaal:
- Persbericht: 12 mei, start van het
communicatieplan voor de zorgsector
-
Programma 12 mei, dag van de verpleegkunde
- Getuigenissen 12 mei
- Indicatoren
studenten 2010-2011
- Boordtabellen
- Ranking lonen
Op 18 mei 2011 (verkeerdelijk gedateerd op 18 juni) ging er info-moment
door met VERSO, de werkgeversorganisatie waarbij 2 documenten werden
voorgesteld:
- Code leeftijdsbewust
personeelsbeleid in de Social Profit (door Verso)
-
Zorg voor talent - uitdagingen voor het management (door de
zorgambassadeur)
En wat is er van het tekort aan verpleegkundigen
Vraag en
Aanbod zullen zich in een alsmaar liberaliserende arbeidsmarkt altijd in
dynamiek stellen: tijdelijke tekorten voor specifieke
kwalificaties in bepaalde regio's, de onderlinge concurrentie tussen
zorginstellingen die elkaar personeel afvangen, zorgorganisatie en
personeelsmanagement dat niet aangepast is of niet op alle potentieel
beroep doet en vooral ook de frictie-werkloosheid, de tijd die schuilt
tussen het ontslag of weggaan van werknemers en de vervanging, de
uitsluiting van werkneemsters door het dragen van een hoofddoek niet toe
te laten enz.
De verpleegorganisaties spannen zich verder in het verpleegberoep te
destabileren.
- De
Nationale Federatie voor Belgische Verpleegkundigen/Fédération Nationale
des infirmières de Belgique stelt uitgerekend op 12 mei 2011, dag
van de Verpleegkunde, de éné toegangsweg tot het verpleegkundig beroep
in the picture. De toegang langs de HBO5 (Vlaamse gemeenschap) en ASBO
secundair (Franse gemeenschap) moet afgesloten worden en dit n.a.v. van
een politiek initiatief door Mr. Brotchi van de MR. Het is onduidelijk
waar deze federatie juist voor staat, of het NVKVV bv daarbij is
aangesloten. Zolang de verpleegorganisaties hun eigen beroep
destabilseren door gebrevetteerden/gediplomeerden te willen uitsluiten
moeten zij voor eeuwig van de klaagmuur verdwijnen. Het gaat trouwens om
40% van het totaal aantal afgestudeerde verpleegkundigden sinds
1980.
- In de Metro van 19 mei 2011
(Nederlandstalige en Franstalige versie) roept
Alda Dalla Valle van de
Nationale Federatie van Belgische Verpleegkundigen op om een mastertitel
verpleegkundigen in te stellen, de verpleegkundigen beter te betalen en
bv geen campagne te voeren om meer verpleegkundigen aan te trekken.
- De "vlucht uit het beroep", het zou een schilderij van
Magritte kunnen zijn komt aan de orde in een opinie van
Didier Martens in DS van 13/05/2011. Didier Martens beweert dat
werknemers in de gezondheidssector binnen de 15 jaar voor de helft uit
hun instelling vertrekken. Als er al verpleegkundigen, verzorgenden en
andere werknemers weggaan worden zij méér dan dat er weggaan vervangen."In
tegenstelling tot wat Jan Hertogen beweert (DS 12 mei), leert onderzoek
dat bijna de helft van de werknemers hun instelling verlaat vooraleer ze
vijftien jaar dienst hebben" zo stelt Didier Martens. Dat is
volstrekt compatibel met m'n uitspraak dat "de witte sector het minst
mensen ‘verliest' aan andere sectoren, door de unieke
anciënniteitstijgingen: het eindloon ligt 78 procent hoger dan het
startloon" zoals Tegenbos van DS optekende op 12 mei. Dat personeel
'van instelling wisselt' is excellent maar ze blijven wel binnen de
sector, en zeker binnen het beroep.
Dat is logisch omdat er anders geen extreme
tewerkstellingsgroei in de gezondheids/welzijnssectoren vastgesteld zou
worden, zie
Tewerkstellingsevolutie 1997 - 2009
zelfstandigen en loontrekkenden (+jes aanklikken) met het detail
voor bijna duizend deelsectoren en subtotalen.
Wie kent in zijn omgeving verpleegkundigen die een ander beroep dan
verpleegkunde uitoefenen?
Maar er is meer. De helft op 15 jaar is gemiddeld 3,3% per jaar. In de
Sociale Balansen van de Nationale Bank, wordt door elke instelling het
verloop van personeel per jaar aangegeven. Voor de
Ziekenhuizen in 2008 waren er
144.349 werknemers ingeschreven in de personeelsregisters in 2008.
Er zijn er in de loop van 2008 36.428 ingeschreven en 32.852
uitgeschreven zodat er sprake was van personeelsgroei maar ook van een
verloop van 22,8 %. Uiteraard zijn dit niet allemaal bewegingen
van in en uit de instelling maar ook van wijzigingen van contract binnen
de instelling of opeenvolgende tijdelijke contracten. Als men een
verloop vaststelt van verpleegkundig en verzorgend personeel van 3,3%
per jaar en men gaat er van uit dat dit allemaal verschillende mensen
zijn dan komt men tot een personeelswisseling van 50% op 15 jaar,
terwijl er toch een globale personeelsexpantie geweest is binnen deze
instelling en voor de gehele sector. Graag dus het onderzoek naar waar
Didier Martens verwijst.
Nog aangeven dat van de 144.249 werknemers in de private en
publieke sector (ook de publieke zijn belansplichtig) er welgeteld
651 tewerkgesteld zijn langs een uitzendbureau, of 0,54%,
hetgeen aangeeft dat zij maar een extreem marginale functie vervullen
binnen de ziekenhuissector en bij uitbreiding de zorgsector, ook al
lopen zij daar graag maar volledig onterecht, mee te koop.
- Afgestudeerde verpleegkundigen zouden
het beroep de rug toekeren na enkele jaren dienst stelt
Alda Dalla Valle van de Nationale
Federatie van Belgische Verpleegkundigen. Ook deze uitspraak wordt door
haar op geen enkele manier gedocumenteerd. Als er in het begin van de
carrière een grote uitstroom zou zijn van verpleegkundigen dan zou er
een continue onderbezetting zijn tot 30 jaar in de zorgsectoren. Het
tegendeel is waar. Globaal is er tot 55 jaar op alle leeftijden een
aangroei van personeel. Zelfs tussen 25 en 35 jaar slagen alle gezondheids- en welzijnssectoren
erin de tijdelijke uitval van vrouwelijk
personeel wegens procreatie volledig op te vangen. Dat verpleegkundigen
het beroep definitief of zelfs maar tijdelijk zouden verlaten en andere
beroepen gaan uitoefenen is niet aangetoonde fictie. Dat de verdiensten
van verpleegkundigen in de loop van hun carrière lager zou liggen dan
vergelijkbare functies in andere sectoren is helemaal te gek. Met een
loonspanning van 1.76 heeft het verpleegkundig beroep baremiek een van
de hoogste 'carrièreperspectieven' van de ganse arbeidsmarkt in België.
De haard en standplaatsvergoeding in het begin van de carrière en
toeslagen voor onregelmatig werk komen daar bij alsmede de premies voor
beroepsspecialisaties zoals recent door Onkelinx beslist.
- Zeker voor de verpleegkundige is de carrièreopbouw binnen het
beroep volledig gewaarborgd, gezien de loonspanning 100
(startloon) tot 176 (eindloon na 28 jaar anciënniteit) bedraagt,
dwz, per jaar komt er automatisch 2,7% weddeverhoging bij bovenop
de index en bovenop de bijkomend in de sectorale akkoorden toegekende
loonopslagen. Dat een verpleegkundige zou inboeten tav andere beroepen
in de loop van haar carrière is een fabeltje dat elke grond mist. Op de
VSO-site zijn alle barema's van alle functies in de gezondheidszorg
eenvoudig te raadplegen (verpleegkunde bachelor = 1.55-1.61-177 waaruit
blijkt dat het al een samengesteld barema is) zie
barema's gezondheidszorg pk 330.
- Wel bestaat er een grote discriminatie in het verzorgende werk
tussen de gezondheids- en welzijnssectoren, zoals al uitvoerig
uiteen gezet in BuG 98
Waar de loonspanning in de gezondheidssector 41,5% bedraagt voor
verzorgenden, in tegenstelling met de 76% van de verpleegkundige, is deze voor verzorgend werk in de welzijnssector 76%.
Wil er ooit sprake zijn van functieclassificatie dan is eerst de
gelijkschakeling van het verzorgde barema in gezondheidszorg en
welzijnszorg een voorafgaand te verwezenlijken aangelegenheid
- Het
ontnemen van de beroepsautonomie van de verzorgende door er een
zorgkundige van te maken maakt haar volledig onderschikt aan de
verpleegkundige van dienst, zonder dat er een kwalitatief of financieel
voordeel aan vast hangt, alleen een verhoging van de werklast voor de
verpleegkundige en afnemen van de beroepsautonomie van de verzorgende,
hetgeen het beroep minder aantrekkelijk maakt, de werkorganisatie
bemoeilijkt en de verhouding patiënt-verzorgende compliceert.
- Een ander fenomeen is het verplicht opleggen van het deeltijdse
werk zodat het volledige potentieel door de werkgevers niet wordt
aangewend. Evenzeer zijn er duizenden verpleegkundigen die deeltijds
op de werkloosheid staan omdat er geen voldoende aanbod is van
voltijds werk. Zo verkrijgen deze verpleegkundigen hetzij een bijkomend
inkomen of blijven voltijds stempelgerechtigd. Ook deze situatie geeft
aan dat de druk op de vraag naar verpleegkundigen relatief is.
Maar zo dwalen we weer af, of
toch niet, en is
deze BuG weer een goed stuk langer uitgevallen dan de bedoeling was.
Jan Hertogen, socioloog
|