BuG 144– Bericht uit het Gewisse – 08 juni 2011  Printversie 10 blz
 
1ste jaars verpleegstudenten Vlaanderen: +60% in 5 jaar

Aantal verpleegstudenten op alle niveaus hoogste ooit
in 2010-2011 zowel in Vlaamse als Franse gemeenschap.
Aandeel 'gewone' studenten vermindert in 2010-2011 in Vlaanderen:
52% 'gewone' studenten bij Gediplomeerden  en 90% bij Bachelors.
dwz zonder rekening te houden met werkzoekenden en werkenden.

Deze terugval wordt meer dan gecompenseerd door forsere groei
 van VDAB-werklozen in verpleegstudies tot 1.355 in het 1ste jaar.
Met 580 verdubbeling brugstudenten van A2 naar A1 in 2010-2011.
 
Verpleegorganisaties organiseren zelf afbraak verpleegberoep
 
40% van alle afgestudeerde verpleegkundigen sinds 1980 is A2,
en de verpleegorganisatie wil hen uitsluiten van verpleegkunde.

Maar ook zorgambassadeur Vlaanderen draait klok 10 jaar terug.
 
Verpleegstudenten Vlaamse gemeenschap 1980-2011
Verpleegstudenten Franse gemeenschap 1980-2010 en 2011 (A2)


De Non-Profit sector omvat gezondheidszorg, welzijnszorg en cultuur
en telt meer dan 650.000 werknemers eind 2009: private en publieke
tewerkstelling in het Vlaams, Waals en Brussels gewest samen: zie

Tewerkstellingsevolutie 1997 - 2009 zelfstandigen en loontrekkenden

Verpleegstudenten in Vlaanderen op 5 jaar tijd met 60% gestegen

Wie het verleden niet respecteert moet zich geen illusie maken de toekomst te beheersen. Op 5 jaar tijd steeg het aantal inschrijvingen in het eerste jaar Gediplomeerd verpleegkundige in Vlaanderen met 60% van 1.577 in 2005-2006 tot 2.527 in 2010-2011. Bij de Bachelor-verpleegkunde was de stijging 59% van 2.263 in 2005-2006 tot 3.608 in 2010-2011. Dit uiterst positieve resultaat is in eerste instantie op rekening te schrijven van de verzamelde vakbeweging, zeg maar de witte woede, de inzet en inventiviteit van de scholen die het dagonderwijs hebben kunnen omvormen tot unieke centra voor volwassenenonderwijs, en niet in  het minst door de jongeren, werklozen en werknemers uit de sector die de keuze voor het verpleegkundig beroep maken. Het is niet goed om signalen te geven dat deze inspanningen uit het verleden niets zouden opgebracht hebben. Niet alleen de verdiensten uit het verleden maar de wetenschappelijke verworvenheden en hun toepassing ervan op het terrein zoals de logistieke assistentie in de zorgomgeving kunnen niet straffeloos genegeerd worden als men voldoende zorg voor de toekomst wil organiseren. Er is dus nog werk aan de winkel voor wie het zorgwerk wil 'managen'.
     

Eerstejaars verpleegkunde Gediplomeerd/Bachelor en % groei tav 2005
  Aantallen 1ste jaars % groei tav 2005-2006
  Gedipl. Bachelor Totaal Gedipl. Bachelor Totaal
05/06 1,577 2,263 3,840      
06/07 1,791 2,746 4,537 14% 21% 18%
07/08 1,777 2,665 4,442 13% 18% 16%
08/09 2,024 3,071 5,095 28% 36% 33%
09/10 2,378 3,565 5,943 51% 58% 55%
10/11 2,527 3,608 6,135 60% 59% 60%


Zowel bij gediplomeerden als bij de Bachelors is een stijging bij de eerstejaars verpleegstudenten vastgesteld op 5 jaar tijd met 60%. Het is voor het 3de opeenvolgende jaar dat zich deze stijging doorzet en dat is nooit gezien de laatste 15 jaar. Er was altijd een moment dat de verpleegorganisaties zelf het vertrouwen in het beroep ondermijnden door de gediplomeerd verpleegkundigen uit te sluiten van het verpleegkundig beroep, door langs de titel zorgkundige het verzorgende beroep te devalueren, en de logistieke assistentie in de zorgomgeving niet op z'n waarde te nemen en het potentieel ervan te laten liggen.

Verpleegkundestudenten voor het 3de jaar op rij aan de top

Voor het eerst sinds 3 jaar is opnieuw een vergelijking mogelijk tussen de Vlaamse en Franse gemeenschap.
  
Voor de volledige tabellen met alle gegevens, indeksen en vergelijking met de referentiebevolking zie
Verpleegstudenten Vlaamse gemeenschap 1980-2011 en Verpleegstudenten Franse gemeenschap 1980-2011

1ste jrs verpleegstudenten Gedip./Gebr. en Bachelor per gemnsch. 1980-2011
  Vlaamse gemeenschap Franse gemeenschap
  Gediplo-meerd (A2) Bachelor (A1) Totaal Gebrevet-teerd (A2) Bachelor (A1) Totaal
80/81  2,336 2,545 4,881 1,093 1,727 2,820
81/82  2,542 2,790 5,332 1,206 1,732 2,938
82/83  2,470 2,602 5,072 1,228 1,777 3,005
83/84  2,390 2,468 4,858 1,205 1,781 2,986
84/85  2,183 2,264 4,447 1,231 1,621 2,852
85/86  1,983 2,141 4,124 1,083 1,526 2,609
86/87 1,628 2,061 3,689 1,013 1,590 2,603
87/88  1,625 2,248 3,873 864 1,622 2,486
88/89  1,434 2,321 3,755 821 1,480 2,301
89/90  1,348 1,885 3,233 782 1,283 2,065
90/91  1,199 1,790 2,989 779 1,339 2,118
91/92  1,238 1,959 3,197 888 1,517 2,405
92/93  1,340 1,950 3,290 942 1,679 2,621
93/94  1,528 2,253 3,781 1,326 2,152 3,478
94/95  1,677 2,372 4,049 1,699 2,657 4,356
95/96 1,491 2,425 3,916 1,657 2,687 4,344
96/97 1,709 2,596 4,305 1,821 2,998 4,819
97/98 1,678 2,661 4,339 1,891 3,170 5,061
98/99 1,532 2,614 4,146 1,761 3,001 4,762
99/00 1,400 2,138 3,538 1,749 2,768 4,517
00/01 1,630 2,009 3,639 1,782 2,565 4,347
01/02 1,597 1,986 3,583 1,854 2,563 4,417
02/03 1,605 2,170 3,775 1,739 2,851 4,590
03/04 1,794 2,325 4,119 1,861 2,851 4,712
04/05 1,640 2,243 3,883 1,986 2,931 4,917
05/06 1,577 2,263 3,840 2,100 3,062 5,162
06/07 1,791 2,746 4,537 2,082 3,126 5,208
07/08 1,777 2,665 4,442 2,077 2,939 5,016
08/09 2,024 3,071 5,095 2,157 3,255 5,412
09/10 2,378 3,565 5,943 2,397 3,504 5,901
10/11 2,527 3,608 6,135 2,672    
Ev% 10-11 6.3% 1.2% 3.2% 11.5%    

 
En voor het eerst sinds 1995 haalt de Vlaamse gemeenschap in absolute aantallen de Franse gemeenschap in, hetgeen er op duidt dat, met een zekere vertraging, ook in de Vlaamse gemeenschap het volle potentieel wordt aangesproken. Merk ook de terugval van 1ste jaars in Vlaanderen in 2003/2004, niet in de Franse gemeenschap en in 2006-2007zowel in de Franse als Vlaamse gemeenschap,  beiden als gevolg van het ter discussie stellen van de toegang tot het beroep en de inbreng van zorgkundige, oorspronkelijk bedoeld als vervanging van de gebrevetteerd verpleegkundige.

 

  

In % tav de referentiebevolking 18 jarigen volgt in de Franse gemeenschap 10% van de 18-jarigen  verpleegstudies, in Vlaanderen is dat 8%. Dit % is een 'referentie%' omdat het uiteraard niet voor alle studenten om generatie-studenten gaat, die na hun humaniora een eerste keuze maken maar om bv studenten die pas na een jaar of enkele jaren tot verpleegstudies overgaan, werkzoekenden en ook de werkenden in project 600. In de Franse gemeenschap komen een goed aandeel studenten uit Frankrijk nadat daar de verpleegkunde A2 werd afgeschaft en de Fransen nu in België een volwaardig en Europees erkend verpleegdiploma komen behalen enz.
 

Werkzoekenden, werkenden en 'gewone' verpleegstudenten Vlaamse gemeenschap

Terwijl het project 600 (waarbij werkenden in de zorgsectoren zich kunnen omscholen tot verpleegkundigen met behoud van wedde) blijkbaar zonder veel problemen voortkabbelt kent de beroepsopleiding verpleegkundigen in het dagonderwijs van de VDAB in de Vlaamse gemeenschap in 2010-2011 haar zoveelste boom:

 

  
Voor het eerst zijn er een maximum van 1.020 VDAB-werklozen gestart in het 1ste jaar gediplomeerd verpleegkundigen zodat in 2010-2011, samen met 335 bachelors er  in totaal 1.355 werkzoekenden begonnen zijn aan verpleegstudies in het 1ste jaar. Dat is meer dan een verdubbeling in vergelijking met de  612 eerstejaars in 2007/2008.
 
Van de 2.517 1ste jaars Gediplomeerd verpleegkundigen in de Vlaamse gemeenschap zijn er 1.355 of 40% werkzoekenden, naast de 198 werkenden of  8% in het 1ste jaar langs het project 600. Het aandeel van 'gewone' studenten bedraagt dus 52% bij de gediplomeerd verpleegkundigen. Bij de Bachelors ligt dit % beduidend hoger: 90% 'gewone' studenten, 9% werkzoekenden en slechts 1% werkenden van project 600. 

Andere werkenden buiten het project 600 en werkzoekenden die op eigen kracht verpleegkunde studeren kunnen niet in de cijfers van de 'gewone' studenten apart genomen worden gezien gegevens daarover ontbreken. Het % 'gewone' studenten is dan ook een maximum. Misschien belangrijk hen ook in beeld te brengen om hen te kunnen ondersteunen en een meer reële kijk te krijgen op het aantal 'gewone' studenten.
.

Aantal werklozen VDAB in verpleegstudies Vlaanderen 2005-2011
  05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11
1. Bachelor (A1)            
    1ste jaar 170 175 155 172 256 335
    2de jaar 169 146 143 113 136 214
    3de jaar 102 152 152 148 112 136
   Totaal Bachelor 441 473 450 433 504 685
2. Gediplomeerd (A2)            
    1ste jaar 509 524 457 597 758 1,020
    2de jaar 380 380 401 383 402 468
    3de jaar 240 352 312 329 272 259
   Totaal Gediplomeerd 1,129 1,256 1,170 1,309 1,432 1,747
3. Totaal A1 en A2            
    1ste jaar 679 699 612 769 1,014 1,355
    2de jaar 549 526 544 496 538 682
    3de jaar 342 504 464 477 384 395
    Totaal 1,570 1,729 1,620 1,742 1,936 2,432
4. United Colours   23 20 20    
Algemeen totaal 1,570 1,752 1,640 1,762 1,936 2,432

 
Evolutie aantrek verpleegkunde bij 'gewone' studenten in Vlaanderen

Sinds Herman Cosyns van het HBOV in Brugge het lumineuze idee had in 1992 om met de VDAB overeen te komen werkzoekenden voor verpleging te laten studeren in z'n school voor dagonderwijs en later de support vanwege het Sociaal Fonds voor de Privé-ziekenhuizen tussen 1995 en 2000 heeft zich sinds 2002 deze ontwikkeling op een veel grotere schaal doorgezet in het dagonderwijs verpleegkunde zodat het is uitgegroeid tot het sterkste merk van volwassenenopleidingen in Europa, zoniet de wereld. Het was ook voor de non-profitopleidingen in het volwassenenonderwijs de enige weg die open bleef na de reeds 2 decennia durende volledige uitsluiting van non-profitopleidingen op secundair niveau (gezinshulp en verpleegkunde om maar deze 2 te noemen) uit de sociale promotie, volwassenenonderwijs of hoe men het ook wil noemen.

 

 

De opleiding van werkzoekenden heeft in de Vlaamse gemeenschap de dalende aantrek van de studies gediplomeerd verpleegkundige bij gewone studenten kunnen compenseren in 2010-2011 en daarbij nog voor een stevig surplus gezorgd. Bij de Bachelor studies verpleegkunde is er ook een lichte afname van de ‘gewone’ student die in mindere mate is gecompenseerd door werkzoekenden zodat hier de instroom van 1ste jaar stagneert.
 

 
De demografie maakt speciale inspanningen nodig

Gezien de vermindering van de 18 jarigen na 2012 en de nu vastgestelde daling bij de gewone studenten, dwz de 18-jarigen die de keuze maken voor het verpleegkundige beroep is er wel degelijk nood aan campagnes om de instroom te behouden en te versterken met blijvende aandacht voor de instroom van werkenden (project 600 en verbreding ervan tot andere sectoren) en de aantrek van werkzoekenden en vooral ook niet-actieven uit de migratie (met inbegrip van een hoofddoek), zo niet zal de paniek weer om zich heen slaan, tot de vakbond weer orde op zaken zal zetten zoals in het verleden.

En dan nog dit: cijfers, communisme en Ludo Martens

"Elk jaar studeren in België ongeveer 20.000 gediplomeerde verplegers af. Dat is niet genoeg. Dat is eigenlijk zelfs veel te weinig: tegen 2014 heeft ons land 100.000 nieuwe verpleegkundigen nodig"
zo staat te lezen in Solidair van 07/06/2011 in de overigens excellente analyse over de internationalisering van het zorgwerk in België. Ludo Martens zou eens hartelijk gelachen hebben om zoveel onzin en een reprimande afgestoken hebben dat een communist altijd de grootste zorg moet geven aan cijfers en wat zij van de werkelijkheid uitdrukken. En misschien dat men ook eens een achtergrondartikel moest maken hoe de GATS, Bolkestein en sommige politieke partijen zorgwerk wil forceren aan de arbeidsvoorwaarden van landen van afkomst. Want zo was Ludo wel, hard, constructief en beminnelijk.

- Geen 20.000 afgestudeerde verpleegkundigen per jaar, maar voor het schooljaar 2009-2010, 6.131 verpleegstudenten in het 3de jaar in de Vlaamse en Franse gemeenschap samen + 894 in het 4de jaar (specialisatiejaar) in de Franse gemeenschap (in de Vlaamse gemeenschap is specialisatie onderdeel van het 3de jaar
- Geen 100.000 nieuwe verpleegkundigen nodig tegen 2014 maar 45.059
werknemers in Gezondheid- en Welzijnszorg in het vlaams gewest, waarvan 28.429 voor nieuwe behoeften en 16.646 voor vervanging tegen 2014 zoals uitvoerig gedocumenteerd in BuG 141

Goed gedaan Jan, zou Ludo gezegd hebben, en waarom kun je dat werk niet méér voor ons doen :-)?
  
Vakbonden en
hun eisenpakket
   

Op 58 jaar +12 dagen, 60 jaar +12 dagen, 62 jaar +12 dagen.
   
Uitbouw van de eindeloopbaanregeling met bv 12 dagen op 58 jaar, 12 dagen op 60 jaar en nog eens 12 dagen op 62 jaar zouden de eindeloopbaancyclus voor de non-profitsectoren rond maken. De druk op de instroom zou ook door de 58plussers op deze wijze in evenwicht gehouden worden, mét behoud van de mogelijkheden van brugpensioen voor 58plus. Het zou ook inspirerend kunnen werken als alternatief voor het oneindige gelammeneer over een hogere werkzaamheidsgraad tussen 55 en 65 jaar.
 
De uitstroom in de Non-Profitsector na 55 jaar is 2 tot 3x lager dan in gelijk welke andere sector.
 
De financiering van deze 58+ dagen kan perfect vanuit de pensioenbonus, die dan niet als een extra op het pensioen maar als effectieve arbeidstijdvermindering wordt toegekend, dus wanneer het effectief nodig is om met minder werktijd toch langer te werken. Het zou ook de jongeren toelaten om de rimpeldagen, de oudewijvendagen zoals Vogels ze noemt, te vervangen en dus een win, win, win situatie te creëren voor oudere en jongere werknemers en voor de werkzaamheidsgraad die mede door de vervrouwelijking van de  tewerkstelling in de non-profit een alsmaar grotere boost zal krijgen.
 
Wie z'n geschiedenis niet kent kan het heden niet begrijpen en de toekomst niet voorzien
 
Toen eind negentiger jaren de instorting van vooral de A1 opleiding verpleegkunde zich bleef doorzetten (zie bovenstaande grafiek) werd er op verschillende fronten gesleuteld aan het opkrikken van de instroom in verpleegstudies. Vooral de lokomotief Walter Cornelis (LBC-NVK) en Pol Verhaevert (sinds 16 jaar kabinetschef van socialistische ministers Sociale Zaken) hebben hier in 2000 het tij gekeerd door ondermeer:

- het project 600 (600 werkenden konden verpleegkunde studeren met behoud wedde),
- het brugproject waarbij Gediplomeerde verpleegkundigen Bachelor kunnen worden in een verkort traject, een groot sukses met in 2010-2011 een serieuze boost.
 

 Brugcycli A2 naar A1 in de Vlaamse gemeenschap
  1ste jaar 2de jaar 3de jaar Totaal
01/02   61 962 1,023
02/03   90 832 922
03/04   112 635 747
04/05   98 565 663
05/06   145 301 446
06/07       519
07/08       371
08/09       456
09/10       333
10/11       580


- maar vooral ook door de barema's in de gehele gezondheidssector gelijk te schakelen zodat verpleegkundigen en verzorgenden in bejaardenhomes bv. hetzelfde verdienen als zouden zij in een ziekenhuis werken.
- maar, en het kan niet op, door de arbeidsduurvermindering van 12 bijkomende verlofdagen toe te kennen op 45 jaar, 12 bijkomende op 50 jaar en 12 bijkomende op 55 jaar.

De belangrijkste verdienste van Walter Cornelis bestaat er evenwel in een stokje gestoken te hebben voor de afschaffing van gebrevetteerd verpleegkundige als toegang tot het verpleegkundig beroep. Cornelis herriep de goedkeuring van deze afschaffing door de niet-gemandateerde LBC-NVK-afgevaardigde zodat de champagne die door het Groen-kabinet Volksgezondheid en de Raad van verpleegkunde reeds gedronken was hen zuur opbraak. Ook Onkelinx brak recent haar tanden op een vernieuwde poging tot afschaffing van gebrevetteerd verpleegkundige en nu is het de MR die er opnieuw z'n tanden in zet, onder het goedkeurend oog van  Nationale Federatie van Belgische verpleegkundigen. Toch maar best in het oog houden.

De synergie van wetenschap, vorming, vakbond en SERV op het terrein

Door fundamenteel en toegepast onderzoek werd door Professor Jozef Pacolet met de steun van alle sectorale fondsen in de de Non-Profit en met financiële steun van Europa de personeelsomkadering rond zorgafdelingen punctueel geanalyseerd en de weg geopend om ondersteund aan verpleegkundig- en verzorgende personeel de logistieke assistentie in de zorgomgeving structureel te verankeren. Het onderzoek 'Tijd voor zorg' (samenwerkingsverband tussen Katholieke/Vrijzinnige/Vlaamse/Waalse universiteiten) slaagde er in de samenhang in de zorgtake,n en haar uivoerders op de werkvloer gedurende 24h op 24 te registreren en te analyseren en aan te tonen dat er ruime marges waren om de logistieke functie in de verpleeg- en zorgafdelingenin  ziekenhiizen, bejazardenhomes en gehandicaptenzorg te implementeren. Terzelfdertijd zette een SERV-project het beroepsprofiel Logistiek Assistent in het ziekenhuis" op punt, gevolgd door het beroepsprofiel verzorgende. Nu doet de zoergambassadeur alsof dat allemaal niet bestaan, ze draait de klok meer dan 10 jaar terug

In feite kwam eind de negentiger jaren, een nooit geziene synergie tot stand tussen wetenschappelijk onderzoek, vormingsinitiatieven voor lager geschoolden om hen optimaal voor te bereiden op logistieke assistentie in de zorg, de overheid die langs de sociale Maribel 1 het begin maakte van de opbouw van een specifiek voor logistieke assistentie voorzien personeelskader gefinancierd door de sociale maribel enz, de VDAB beroepsopleiding werd uitgewerkt en in het reguliere Beroepsonderwijs en het Deeltijds onderwijs werden speciale modules ontwikkeld.

De zorgambassadeur Vlaanderen en de minister maken er een potje van

Veel van de ontwikkelingen rond Logistieke assistentie werden in de praktijk uitgehold, van hun doel ontdaan en ondergeschikt aan andere belangen. Het feit dat de zorgambassadeur deze doorbraak in de zorgorganisatie, het rationeel inzetten van kwalificaties, het een plaats geven van goed gevormd lager gekwalificeerd logistiek personeel volledig negeert is een steek in het hart van wie al jaar en dag begaan is met het vinden, vormen en inzetten van voldoende personeel. Over personeelsomkadering en het potentieel op de arbeidsmarkt wordt op een academische, door hogeschoolopleiding gedetermineerde wijze gedacht met verregaande negatie van zowel de wetenschappelijke, beroepsgerichte en door werkgevers en werknemers in sociale fondsen opgebouwde ervaring.

In plaats van Witte Woede bouwen aan een positief lexicon

Dat de zorgambassador het begrip 'Witte Woede" wil wissen omdat het zou zorgen voor een negatief beeld van de Gezondheids- en Welzijnssectoren illustreert goed hoe het huidige overheidsbeleid en de aanpak van het zorgaanbod gedegenereerd is. De Witte Woede overheerst nog altijd als begrip in de publieke opinie, tijd om dit om te buigen, bouwen aan een gezamenlijk positief lexicon”. In feite wil men beleidsmatig datgene wat de sector mee geëmancipeerd heeft een negatieve klank geven en de verdiensten wegmoffelen.

Dat elementaire en op eenvoudige vraag beschikbare informatie over aantal verpleegstudenten bv niet in de gegevensstocks van de zorgambassadeur zijn verwerkt is nog het minste van de bezwaren die men kan maken. Voor de goede orde geven we hier het recent gepubliceerde materiaal:

   - Persbericht: 12 mei, start van het communicatieplan voor de zorgsector
   - Programma 12 mei, dag van de verpleegkunde
   - Getuigenissen 12 mei
   - Indicatoren studenten 2010-2011
   - Boordtabellen
   - Ranking lonen

Op 18 mei 2011 (verkeerdelijk gedateerd op 18 juni) ging er info-moment door met VERSO, de werkgeversorganisatie waarbij 2 documenten werden voorgesteld:

   - Code leeftijdsbewust personeelsbeleid in de Social Profit (door Verso)
   - Zorg voor talent - uitdagingen voor het management (door de zorgambassadeur)

En wat is er van het tekort aan verpleegkundigen

Vraag en Aanbod zullen zich in een alsmaar liberaliserende arbeidsmarkt altijd in dynamiek stellen:  tijdelijke tekorten voor specifieke kwalificaties in bepaalde regio's, de onderlinge concurrentie tussen zorginstellingen die elkaar personeel afvangen, zorgorganisatie en personeelsmanagement dat niet aangepast is of niet op alle potentieel beroep doet en vooral ook de frictie-werkloosheid, de tijd die schuilt tussen het ontslag of weggaan van werknemers en de vervanging, de uitsluiting van werkneemsters door het dragen van een hoofddoek niet toe te laten enz.

De verpleegorganisaties spannen zich verder in het verpleegberoep te destabileren.

- De Nationale Federatie voor Belgische Verpleegkundigen/Fédération Nationale des infirmières de Belgique stelt uitgerekend op 12 mei 2011, dag van de Verpleegkunde, de éné toegangsweg tot het verpleegkundig beroep in the picture. De toegang langs de HBO5 (Vlaamse gemeenschap) en ASBO secundair (Franse gemeenschap) moet afgesloten worden en dit n.a.v. van een politiek initiatief door Mr. Brotchi van de MR. Het is onduidelijk waar deze federatie juist voor staat, of het NVKVV bv daarbij is aangesloten. Zolang de verpleegorganisaties hun eigen beroep destabilseren door gebrevetteerden/gediplomeerden te willen uitsluiten moeten zij voor eeuwig van de klaagmuur verdwijnen. Het gaat trouwens om 40% van het totaal aantal afgestudeerde verpleegkundigden sinds 1980.
 

 

 
- In de Metro van 19 mei 2011 (Nederlandstalige en Franstalige versie) roept
Alda Dalla Valle van de Nationale Federatie van Belgische Verpleegkundigen op om een mastertitel verpleegkundigen in te stellen, de verpleegkundigen beter te betalen en bv geen campagne te voeren om meer verpleegkundigen aan te trekken.

- De "vlucht uit het beroep", het zou een schilderij van Magritte kunnen zijn komt aan de orde in een opinie van Didier Martens in DS van 13/05/2011. Didier Martens beweert dat werknemers in de gezondheidssector binnen de 15 jaar voor de helft uit hun instelling vertrekken. Als er al verpleegkundigen, verzorgenden en andere werknemers weggaan worden zij méér dan dat er weggaan vervangen.
"In tegenstelling tot wat Jan Hertogen beweert (DS 12 mei), leert onderzoek dat bijna de helft van de werknemers hun instelling verlaat vooraleer ze vijftien jaar dienst hebben" zo stelt Didier Martens. Dat is volstrekt compatibel met m'n uitspraak dat "de witte sector het minst mensen ‘verliest' aan andere sectoren, door de unieke anciënniteitstijgingen: het eindloon ligt 78 procent hoger dan het startloon" zoals Tegenbos van DS optekende op 12 mei. Dat personeel 'van instelling wisselt' is excellent maar ze blijven wel binnen de sector, en zeker binnen het beroep. Dat is logisch omdat er anders geen extreme tewerkstellingsgroei in de gezondheids/welzijnssectoren vastgesteld zou worden, zie Tewerkstellingsevolutie 1997 - 2009 zelfstandigen en loontrekkenden (+jes aanklikken) met het detail voor bijna duizend deelsectoren en subtotalen. Wie kent in zijn omgeving verpleegkundigen die een ander beroep dan verpleegkunde uitoefenen?
 
Maar er is meer. De helft op 15 jaar is gemiddeld 3,3% per jaar. In de Sociale Balansen van de Nationale Bank, wordt door elke instelling het verloop van personeel per jaar aangegeven. Voor de Ziekenhuizen in 2008 waren er 144.349 werknemers ingeschreven in de personeelsregisters in 2008. Er zijn er in de loop van 2008 36.428 ingeschreven en 32.852 uitgeschreven zodat er sprake was van personeelsgroei maar ook van een verloop van 22,8 %. Uiteraard zijn dit niet allemaal bewegingen van in en uit de instelling maar ook van wijzigingen van contract binnen de instelling of opeenvolgende tijdelijke contracten. Als men een verloop vaststelt van verpleegkundig en verzorgend personeel van 3,3% per jaar en men gaat er van uit dat dit allemaal verschillende mensen zijn dan komt men tot een personeelswisseling van 50% op 15 jaar, terwijl er toch een globale personeelsexpantie geweest is binnen deze instelling en voor de gehele sector. Graag dus het onderzoek naar waar Didier Martens verwijst.

Nog aangeven dat van de 144.249 werknemers in de private en publieke sector (ook de publieke zijn belansplichtig) er welgeteld 651 tewerkgesteld zijn langs een uitzendbureau, of  0,54%, hetgeen aangeeft dat zij maar een extreem marginale functie vervullen binnen de ziekenhuissector en bij uitbreiding de zorgsector, ook al lopen zij daar graag maar volledig onterecht, mee te koop.

- Afgestudeerde verpleegkundigen zouden het beroep de rug toekeren na enkele jaren dienst stelt Alda Dalla Valle van de Nationale Federatie van Belgische Verpleegkundigen. Ook deze uitspraak wordt door haar op geen enkele manier gedocumenteerd. Als er in het begin van de carrière een grote uitstroom zou zijn van verpleegkundigen dan zou er een continue onderbezetting zijn tot 30 jaar in de zorgsectoren. Het tegendeel is waar. Globaal is er tot 55 jaar op alle leeftijden een aangroei van personeel. Zelfs tussen 25 en 35 jaar slagen alle gezondheids- en welzijnssectoren erin de tijdelijke uitval van vrouwelijk personeel wegens procreatie volledig op te vangen. Dat verpleegkundigen het beroep definitief of zelfs maar tijdelijk zouden verlaten en andere beroepen gaan uitoefenen is niet aangetoonde fictie. Dat de verdiensten van verpleegkundigen in de loop van hun carrière lager zou liggen dan vergelijkbare functies in andere sectoren is helemaal te gek. Met een loonspanning van 1.76 heeft het verpleegkundig beroep baremiek een van de hoogste 'carrièreperspectieven' van de ganse arbeidsmarkt in België. De haard en standplaatsvergoeding in het begin van de carrière en toeslagen voor onregelmatig werk komen daar bij alsmede de premies voor beroepsspecialisaties zoals recent door Onkelinx beslist.

- Zeker voor de verpleegkundige is de carrièreopbouw binnen het beroep volledig gewaarborgd, gezien de loonspanning 100 (startloon) tot 176 (eindloon na 28 jaar anciënniteit) bedraagt, dwz, per jaar komt er automatisch 2,7% weddeverhoging bij bovenop de index en bovenop de bijkomend in de sectorale akkoorden toegekende loonopslagen. Dat een verpleegkundige zou inboeten tav andere beroepen in de loop van haar carrière is een fabeltje dat elke grond mist. Op de VSO-site zijn alle barema's van alle functies in de gezondheidszorg eenvoudig te raadplegen (verpleegkunde bachelor = 1.55-1.61-177 waaruit blijkt dat het al een samengesteld barema is) zie barema's gezondheidszorg pk 330.
 
- Wel bestaat er een grote discriminatie in het verzorgende werk tussen de gezondheids- en welzijnssectoren, zoals al uitvoerig uiteen gezet in BuG 98   Waar de loonspanning in de gezondheidssector 41,5% bedraagt voor verzorgenden, in tegenstelling met de 76% van de verpleegkundige, is deze voor verzorgend werk in de welzijnssector 76%. Wil er ooit sprake zijn van functieclassificatie dan is eerst de gelijkschakeling van het verzorgde barema in gezondheidszorg en welzijnszorg een voorafgaand te verwezenlijken aangelegenheid
 
- Het ontnemen van de beroepsautonomie van de verzorgende door er een zorgkundige van te maken maakt haar volledig onderschikt aan de verpleegkundige van dienst, zonder dat er een kwalitatief of financieel voordeel aan vast hangt, alleen een verhoging van de werklast voor de verpleegkundige en afnemen van de beroepsautonomie van de verzorgende, hetgeen het beroep minder aantrekkelijk maakt, de werkorganisatie bemoeilijkt en de verhouding patiënt-verzorgende compliceert.

- Een ander fenomeen is het verplicht opleggen van het deeltijdse werk zodat het volledige potentieel door de werkgevers niet wordt aangewend. Evenzeer zijn er duizenden verpleegkundigen die deeltijds op de werkloosheid staan omdat er geen voldoende aanbod is van voltijds werk. Zo verkrijgen deze verpleegkundigen hetzij een bijkomend inkomen of blijven voltijds stempelgerechtigd. Ook deze situatie geeft aan dat de druk op de vraag naar verpleegkundigen relatief is.
 
Maar zo dwalen we weer af, of toch niet, en is deze BuG weer een goed stuk langer uitgevallen dan de bedoeling was.
 
Jan Hertogen, socioloog