BuG 88 - Bericht uit het Gewisse 07-03-2008 Printversie (4p)  DC-portaal

Verkoop dienstencheques Sodexo 01/2008 al op hoogste niveau 2007

Betaling 60.000 jobs van 0,6 jobtime met dienstencheques in 2008 verder gezet
Voorzienbare kost 2008 van 1.291 mio € waarvan 991 mio € RSZ en overheid
Kostprijs dient vermeerderd met 128 mio € wegens cumul lastenver
mindering
Verhoging 1€ gebruiker vermindert kost met 5%, schrapping belastingsaftrek 10%
Schrapping aftrek + 1€ verhoging doen kostprijs gebruiker stijgen van 23 tot 28%
Tewerkstellingsrendement van dienstencheques 57%, Sociale Maribel 98,8%
Baremiek loon Sociale Maribelwerknemer 50% hoger dan bij dienstencheques
Sectoren opnieuw bevoegd maken  voor tewerkstellings- en kostenopvolging
Behalve loonkost dienstenchequeswerknemer kostenaanrekening aan gebruiker

Technische fiche 01/2008

Met 5.329.401 verkochte dienstencheques in januari 2008 heeft Sodexo haar start niet gemist. Hiermee zitten ze meteen op het niveau van oktober 2007, de piekmaand in 2007. Het aantal ter betaling ingebrachte cheques door de ondermeningen ligt met 3.773.178 evenwel gevoelig lager omdat allicht nog enige verwarring heerste bij wie de cheques dienden ingebracht, ACCOR, de oude betaalinstantie of Sodexo, de nieuwe, die deze service, volgens DS, nu aan 1/3 van de prijs van ACCOR aanbiedt.
  

Dienstenchequesoverzicht 2006-2008 (Bron RVA)

Maand/

Aankoop

Gebruik

Gebruikers

Onderne-

jaar

 

 

cumul

mingen

jan-06

2.679.348

2.206.564

263.775

1.119

feb-06

2.470.501

1.893.360

275.284

1.157

mrt-06

2.801.232

2.659.733

289.375

1.167

apr-06

2.509.686

2.333.615

303.465

1.176

mei-06

2.909.896

2.657.626

314.931

1.215

jun-06

3.037.439

2.720.295

330.650

1.251

jul-06

2.513.859

2.763.696

342.748

1.289

aug-06

2.861.057

2.521.428

358.108

1.271

sep-06

3.374.258

2.527.689

375.315

1.356

okt-06

3.592.121

3.259.253

392.395

1.398

nov-06

3.674.219

3.283.737

407.461

1.450

dec-06

3.497.096

3.296.923

418.383

1.438

Totaal 2006

35.920.712

32.123.919

418.383

1.438

jan-07

4.076.315

4.212.002

433.561

1.465

feb-07

3.736.831

3.241.353

447.225

1.490

mrt-07

4.186.638

3.796.227

463.016

1.542

apr//07

4.254.435

3.566.249

477.480

1.571

mei-07

4.379.411

4.033.235

492.862

1.479

jun-07

4.676.499

4.118.299

509.358

1.503

jul-07

3.971.093

4.383.855

523.484

1.564

aug-07

3.897.306

3.637.390

539.819

1.560

sep-07

4.428.336

3.552.478

557.299

1.591

okt-07

5.405.804

4.875.931

575.765

1.665

nov-07

5.016.612

3.856.395

590.566

1.658

dec-07

5.150.638

5.655.873

598.375

1.720

Totaal 2007

53.179.918

48.929.287

598.375

1.720

jan-08

5.329.401

3.773.187

613.356

1.764

 
De aankoop in januari 2008 ligt in de lijn van de gemiddelde aankoop in het laatste kwartaal 2007, hetgeen aanduidt dat minstens een gelijk volume tewerkstelling in januari 2008 met dienstencheques betaald wordt, nl 35.970 Voltijdse Equivalenten of 59.951 jobs aan gemiddeld 0,6 jobtime.

Voorzienbare kostprijs 2008 en impact 'sanerings'voorstellen

Bij gelijk beleid en een gematigde groei kosten de dienstencheques in 2008 851 miljoen € aan de Rijks Sociale Zekerheid van werknemers en 129 miljoen € aan alle burgers langs de belastingen. Samen met de beheerskosten gaat het dan om 991 miljoen € 'overheids'uitgaven, de helft van de brutokost van de notionele interest, zonder rekening te houden met de 128 miljoen € inkomensverlies wegens cumul lastenverminderingen.
  
De impact van enkele voorgestelde saneringen is relatief beperkt: verhoging met 1€ per cheque voor de gebruiker is goed voor 5% van de huidige kostprijs (of 64 miljoen € in 2008), de belastingsaftrek brengt een 'besparing' mee van 10% van de kostprijs of 129 miljoen €. Samen zou de overheid 189 miljoen € of 15% van de algemene kostprijs kunnen terugnemen, hetgeen haar inbreng zou reduceren van 991 miljoen€ tot 702 miljoen €, of een vermindering van haar inbreng met 19%.
  

Vooruitzicht kostprijs dienstencheques 2008 en voorgestelde  'saneringen'

in miljoen €

Vooruitzicht

Verhoging

Geen belas-

Samen

Huidig

Geen Bel-af-

kosten

met 1€

tingsaftrek

 

 

trek en 1€ +

Gebruiker

300

364

428

492

23%

28%

Belastingskost

129

129

0

0

10%

10%

RSZ-kost

851

787

851

787

66%

61%

Beheerskost

12

12

12

12

1%

1%

Totaal

1.291

1.292

1.291

1.291

100%

100%

% 'Besparing'

 

5%

10%

15%

 

 

  
Als de voorstellen tot schrapping belastingsverminderingen én de verhoging met 1€ ten laste van de gebruiker worden doorgevoerd zou dit de bijdrage van de gebruiker doen stijgen van 23% naar 28%. Doordat geen rekening gehouden wordt met effectieve kosten boven de loonkost dienstenchequeswerknemers is dit niet alleen een beperkte maar ook blinde maatregel die in wezen onrechtvaardig en marginaal is en aan de essentie voorbijgaat.
  
Cumul van lastenvermindering is extra kost- voor de dienstencheques

Zonder rekening te houden met de structurele lastenverminderingen, wordt 18% patronale last tav de brutowedde als kost geannuleerd. Deze moeten uiteraard op een andere budget verrekend worden, want die ontberen de inkomsten. Toegepast op 2008 verhoogt de overheidskost dienstencheques langs de cumul lastenverminderingen met 128 miljoen €. Het is uiteraard van belang dat dit kostenelement ook zichtbaar wordt in de analyses van Idea-Consult en PWC, als de financiële analyse in 2007 nog gebeurt natuurlijk.

 
Saneringsopzet ontoereikend en marginaal.

Zoals npdata herhaaldelijk heeft aangehaald is deze 'sanerings'aanpak naast de kwestie en brengt slecht marginale effecten mee. Een echte sanering dient het hart van het systeem te raken, nl behoudens de loonkost van de dienstenchequeswerknemers aanrekening van alle 'markt'kosten aan de gebruiker. Teven maar een omkaderingskost van maximaal 5 tot 10% verrekenen afhankelijk van het geleverde diensten. Alle materiële kosten dienen so wie so ten laste van de gebruiker te komen, zoals dat ook het geval is wanneer de dienst aan huis geleverd wordt - de huishoudster gebruikt ook de kuis en strijkproducten en materiaal van de dienstvrager. Geen cumul met andere lastenverminderingen of aftrek ervan van de betoelaging. Geen winst of overschot op gelden van de sociale zekerheid. In 2006, het laatste gekende jaar, was de winst of overschot gemiddeld 20%

Deze benadering is maar mogelijk wanneer de sectoren opnieuw de wettelijke toegekende bevoegdheid verwerven over de activiteiten die tot hun sector behoren. Het paritaire comité 322.01 is in feite wettelijk zonder voorwerp en dient opgeheven.

Een sanering die aan deze essentiële maatregelen voorbijgaat organiseert verder het oneigenlijk gebruik en draagt bij tot de volledige verstoring van de altijd zo geprezen marktwerking en laat (non)-profitondernemingen toe om zoals de notionele interest, beslag te leggen op gemeenschapsgelden, maar dan nog zonder boekhoudkundige controle en zonder het bewijs te leveren dat het in alle gevallen om extra tewerkstelling gaat. De dienstencheques zijn daarbij het paard van Troje waarmee de markt en de winst binnen de Non-Profit een plaats verwerft en haar slag kan slaan. 

Tewerkstellingsrendement dienstencheques is 57%, Sociale Maribel 98,8%

Voortgaande op de financiële analyse van Price Waterhouse Cooper van 2006 gaat op 100€ uitgaven voor dienstencheques slechts 57% naar de uitbetaling van lonen voor de dienstencheques-werknemers. Investere van een zelfde geldvolume in laaggeschoolde logistieke en ondersteunende functies in de Non-Profit sector, of organiseren van dienstencheques volgens een sectorgebonden en gecontroleerd systeem als voor de Sociale Maribel, mét aanrekening van de materiële of gebruikskosten aan de cliënt, zou het rendement van de dienstencheques in een klap optrekken tot meer dan 90%. Een vergelijking: 

Het is vrij eenvoudig om de analytische vaststelling van Price Waterhouse van loonkost DC-werknemers na te gaan op de effectieve uitgaven dienstencheques. Voortgaande op het aantal VTE dat in 2006 gepresteerd is (20.077 VTE) kan de kostprijs aan lonen voor DC-personeel berekend worden: 393 miljoen € aan gemiddeld 9€ bruto per uur, vermeerderd met gemiddeld 10% patronale lasten (na aftrek structurele lastenverminderingen  en cumul met andere verminderingen). Deze kost wordt voor 1976 uren per VTE aangerekend, het aantal betaalbare uren op jaarbasis).  Daartegenover wordt de totale kostprijs van 692 miljoen € uitgezet zodat in deze berekening een 'rendement' van 57% zichtbaar wordt, d.w.z. van de 692 miljoen € kostprijs in 2006 gaat 299 miljoen € voor iets minder dan de helft naar andere uitgaven, omkadering, begeleiding, materiaal en voor de meer dan de helft naar winst of overschot.
  

Dienstencheques: kostprijs, tewerkstelling en rendement 2004-2007 (Bron RVA, Price WC)

 

Dienstenche-

waarvan lonen

Dienstencheques-

Loonkost

% naar

 

queskostprijs

 9€/uur + Patr.

tewerkstelling

per VTE

lonen DC-

 

in mio €

lasten aan 10%

in VTE

in €

jobs

2004

121

75

3.512

 

62%

2005

372

210

10.759

 

57%

2006

692

393

20.077

19.562

57%

2007

1.003

598

30.581

 

60%

2008

1.291

782

39.971

 

61%

   

Sociale Maribel: Kostprijs 2004-2007, tewerkstelling en rendement 2006 (Bron Fod Werk)

 

Sociale Maribel

Naar sectorlonen

Gerealiseerde

Loonkost

% naar

 

dotatie in mio €

volgens barema's

VTE

per VTE - €

lonen

2004

510

 

 

 

 

2005

604

 

 

 

 

2006

624

616

20.236

30.445

98,8%

2007

660

 

 

 

 

 
 
Per VTE is de loonkost per jaar bij de dienstencheques 19.562 €. Bij de Sociale Maribel is dat 30.445€, gezien het gaat om weliswaar lager geschoolde jobs maar die aan (de goede) sectorvoorwaarden worden uitbetaald. De betoelaging mag ook voor 'duurder' jobs aangewend worden maar dan dient de onderneming het verschil zelf bij te leggen. Met een enigszins gelijklopende kostprijs (692 miljoen € dienstencheques, 624 miljoen € Sociale Maribel), wordt ondanks de 50% hogere uitbetaling van wedden in de Non-Profit, toch een zelfde tewerkstellingsvolume gecreëerd omdat in de Non-Profit het 'investeringsrendement' 98,8% is en bij de dienstencheques 57%.

Voor wanneer de echte sanering?

Elke tewerkstelling wordt in de Sociale Maribel met een vergrootglas opgevolgd door de sectoren zelf, de boekhouding en financiële verslaggeving gebeurt verplichtend tav de administratie en de minister enz. Voor wanneer eisen de sectoren die door de dienstencheques in feite ontwricht worden hun wettelijk recht op beheer en toezicht van de activiteiten op waarvoor zij bevoegd zijn, wanneer legt de minister een boekhoudkundig plan op, wanneer wordt de doorschuiving van bestaande tewerkstelling naar DC-tewerkstelling gestopt, wanneer neemt het Beheerskomitee van de RSZ (werkgevers en vakbonden) mee het Dienstenchequesheft in handen? En wanneer wordt de DC-activiteit van diensten gezinshulp die zich op dienstenchequesmarkt bewijzen verplicht mee opgenomen in hun tewerkstellingsoverzichten voor de Vlaamse gemeenschap in het kader van de evaluatie van de VIA-akkoorden? enz..

Jan Hertogen, socioloog