In december 2007 stijgt het aantal voor
betaling ingebrachte dienstencheques met 5.655.873 naar een piek, vooral
omdat het aantal in november atypisch laag lag. Ook speelt allicht mee dat de
ondernemers hun boeken t.a.v. Accor wensten af te sluiten. De aankoop
dienstencheques in december ligt met 5.150.638 op het niveau van november,
en voor de derde maal op rij worden de 5 miljoen aangekochte
dienstencheques op maandbasis overstegen.
Jaar op jaar vergeleken is er een grote
stijging geweest in aankoop dienstencheques na de zomervakantie, die in
het laatste kwartaal evenwel gestabiliseerd is, en dit in alle gewesten. Alsof
men na de vakantie een vlugge regeringsvorming vreesde (en maatregelen mbt de
dienstencheques) en men vervolgens in wacht gegaan is, de stilte voor de
storm?
Kerngegevens dienstencheques 2007:
(overgenomen
van de maandelijkse overzichten van de RVA
die sinds mei 2003 maandelijks opgevolgd worden. Voor een volledig overzicht,
tabellen en grafieken, zie technische
fiche 2007)
Dienstenchequesoverzicht
2006- 2007 (Bron RVA)
|
Maand/
|
Aankoop
|
Gebruik
|
Gebruikers
|
Onderne-
|
jaar
|
|
|
cumul
|
mingen
|
jan-06
|
2.679.348
|
2.206.564
|
263.775
|
1.119
|
feb-06
|
2.470.501
|
1.893.360
|
275.284
|
1.157
|
mrt-06
|
2.801.232
|
2.659.733
|
289.375
|
1.167
|
apr-06
|
2.509.686
|
2.333.615
|
303.465
|
1.176
|
mei-06
|
2.909.896
|
2.657.626
|
314.931
|
1.215
|
jun-06
|
3.037.439
|
2.720.295
|
330.650
|
1.251
|
jul-06
|
2.513.859
|
2.763.696
|
342.748
|
1.289
|
aug-06
|
2.861.057
|
2.521.428
|
358.108
|
1.271
|
sep-06
|
3.374.258
|
2.527.689
|
375.315
|
1.356
|
okt-06
|
3.592.121
|
3.259.253
|
392.395
|
1.398
|
nov-06
|
3.674.219
|
3.283.737
|
407.461
|
1.450
|
dec-06
|
3.497.096
|
3.296.923
|
418.383
|
1.438
|
Totaal
2006
|
35.920.712
|
32.123.919
|
418.383
|
1.438
|
jan-07
|
4.076.315
|
4.212.002
|
433.561
|
1.465
|
feb-07
|
3.736.831
|
3.241.353
|
447.225
|
1.490
|
mrt-07
|
4.186.638
|
3.796.227
|
463.016
|
1.542
|
apr//07
|
4.254.435
|
3.566.249
|
477.480
|
1.571
|
mei-07
|
4.379.411
|
4.033.235
|
492.862
|
1.479
|
jun-07
|
4.676.499
|
4.118.299
|
509.358
|
1.503
|
jul-07
|
3.971.093
|
4.383.855
|
523.484
|
1.564
|
aug-07
|
3.897.306
|
3.637.390
|
539.819
|
1.560
|
sep-07
|
4.428.336
|
3.552.478
|
557.299
|
1.591
|
okt-07
|
5.405.804
|
4.875.931
|
575.765
|
1.665
|
nov-07
|
5.016.612
|
3.856.395
|
590.566
|
1.658
|
dec-07
|
5.150.638
|
5.655.873
|
598.375
|
1.720
|
Totaal
2006
|
53.179.918
|
48.929.287
|
598.375
|
1.720
|
53.179.918 aangekochte cheques in 2007, 48%
meer dan in 2006, in Brussel is dit een verdubbeling, nl. +104%, in Wallonië +60%, in
Vlaanderen +40%
48.929.287 voor betaling ingebrachte cheques in 2007, 52% meer dan in 2006.
De vergelijking per gewest gaat hier niet op omdat veel
dienstenchequesbedrijven hun zetel in Brussel hebben en de betaling tav van de
hoofdzetel gebeurt.
Uit dit cijfer kan men evenwel afleiden dat de dienstencheques vlugger in
circulatie komen, in 2007 werden 92% van de dienstencheques
'verbruikt', in 2006 was dit 89%. Hier kan evenwel ook meegespeeld hebben dat
de ondernemingen weten dat in 2008 de 'Uitbating' van de dienstencheques
wisselt van Accor naar Sodexho, en ze hun cheques dus meteen gevalideerd
hebben.
1.720 erkende ondernemingen in 2007, of 20% hoger dan in 2006, met inbegrip
van de sanering van niet-actieve ondernemingen. vooral in Brussel was de groei
spectaculair, +51%, alhoewel hier kan meespelen dat het ondernemingen
betreft met activiteit in de andere gewesten. In Vlaanderen is de
stijging 11%, maar hier heeft de activiteit zich ook vroeger ontwikkeld
dan in Wallonië die haar aantal ondernemingen met 26% zit stijgen.
598.375 personen hebben sinds de start van de dienstencheques in mei 2003
minstens 10 cheques gekocht, hetgeen een stijging is met 62%. Men kan
er van uitgaan dat, zoals in 2006, 76% (Idea-Consult) van de inschreven gebruikers ook effectief cheques gekocht hebben in 2007. In Brussel was de
groei van het aantal gebruikers het spectaculairst: +104%, gevolgd door
Wallonië +77% en Vlaanderen dat, begrijpelijkerwijze 'maar' 55%
gebruikersstijging optekende, maar zij waren al veel vroeger de gewestelijke grootgebruiker.
Evolutiepercentage
DC 2007 tav 2006 naar gewest (RVA)
|
|
Vlaams
|
Brussels
|
Waals
|
België
|
Aankoop
|
40%
|
104%
|
60%
|
48%
|
Gebruik
|
49%
|
49%
|
65%
|
52%
|
Ondernemingen
|
11%
|
51%
|
26%
|
20%
|
Gebruikers
|
55%
|
104%
|
77%
|
62%
|
Aanwending dienstencheques
per gewest
Er is dus sprake van een forse inhaalbeweging door het Waalse Gewest en vooral
het Brusselse Gewest. De verdeling van aankoop dienstencheques tussen de
gewesten komt dus meer en meer in overeenstemming met hun aandeel in de bevolking.
%
verdeling aankoop dienstencheques per gewest (RVA)
|
Jaar
|
Vlaams
|
Brussels
|
Waals
|
Totaal
|
2003
|
92%
|
0%
|
8%
|
100%
|
2004
|
75%
|
2%
|
22%
|
100%
|
2005
|
72%
|
3%
|
25%
|
100%
|
2006
|
69%
|
5%
|
26%
|
100%
|
2007
|
66%
|
6%
|
28%
|
100%
|
dec-07
|
64%
|
7%
|
29%
|
100%
|
Bevolking
|
58%
|
10%
|
33%
|
100%
|
Voor 2007 is het relatieve aandeel van het Vlaamse gewest gezakt van 69 tot 66%
en in december 2007 zelfs tot 64%. Dit is nog altijd een stuk meer dan
de 58% aandeel van het Vlaamse gewest in de Belgische bevolking. Allicht zal er nooit een overeenkomstige verdeling
gebeuren in Wallonië en Brussel gezien de
gezins- en thuisdiensten er minder ontwikkeld zijn en geen vehikel zijn om dienstencheques op te enten
59.951
jobs van 0,6 jobtime op 31/12/2007 betaald door dienstencheques
De tewerkstelling in 2007 langs dienstencheques is gegroeid van 41.121
begin januari 2007 tot 59.951 in het laatste kwartaal van 200, berekend
aan gemiddeld 0,6 jobtime per job, of een groei met 45% . In
2007 is er een arbeidsvolume gecreëerd dat overeenkomt met 30.581 Voltijdse
equivalenten, aan 0,6 jobtime is dat een gemiddelde tewerkstelling van 50.968
werknemers.
Welk soort jobs
wordt gecreëerd met dienstencheques
Gaat het om gewitte zwarte jobs, grijs gemaakte witte jobs, betoelaagde
nieuwe jobs? Dat Idea-Consult eindelijk eens een goed staal neemt
van de werknemers uit 2007 voor haar evaluatieonderzoek hierover klaarheid
brengt. Op basis van de beschikbare gegevens, zoals ook aangegeven door
Professor Jozef Pacolet, ligt het gewitte zwartwerk lager dan 10%. Er
zou trouwens ook geen tekort zijn aan werknemers als het ging om een overgang
van zwart naar wit. En hoeveel Pools kuispersoneel worden b.v. betaald langs
dienstencheques?
Belangrijker is de creatie van nieuwe tewerkstelling voor nieuwe behoeften,
een van de centrale doelstellingen die al in 1994 in het KBS-onderzoek
nabijheidsdiensten werden geformuleerd. Hierin ligt de belangrijkste
dynamiek die evenwel een volledig ondermaats rendement heeft: slechts 57%
van de totale kostprijs gaat naar wedden van dienstenchequespersoneel. Bij
de Sociale Maribel die een equivalent RSZ gelden injecteert in de
Non-Profitsector, is dat 98,8%. Van de andere 43% uitgaven gaat 23%
naar omkaderingskost, materiële kosten en afschrijvingen en 20% naar
winst of overschot. Het is van essentieel belang dat Price
Waterhouse zijn (goed) huiswerk van 2006 met een financiële audit opnieuw kan
doen in 2007, met verplichte deelname van alle ondernemingen (voor 2006
slechts 25% 'vrijwillige' deelnames) en voortgaande op enkele
suggesties uit BuG 69 met een analyse
van het PWC-rapport, waar Alain Mouton in Trends van 24/1/08 ruim uit
citeert.
1.003 miljoen € totale kost, 651 miljoen € door RSZ, 98 miljoen
Belastingskost
In februari 2007 reeds berekende npdata in BuG
52 dat voor 2007 de kaap van 1 miljard € zou overschreden worden.
Met 1.003 miljoen € is dit ook gebeurd. Naast 651 miljoen € vanuit
de Rijks Sociale Zekerheid voor werknemers, 98 miljoen € kost
voor de belastingsaftrek en 25 miljoen € voor omkaderingskost rest er
nog 229 miljoen €, of 23% van het totale kostenplaatsje voor
de gebruikers.
De totale dienstenchequeskost 2007 bedraagt echter 270 miljoen € méér
dan de getelde 1.003.
- De forse betoelaging vanuit de RSZ met 651 miljoen € mag niet
doen vergeten dat langs bijkomende lastenvermindering de Federale en
gemeenschapsoverheden extra bijdragen aan het dienstencheques systeem,
gezien deze verminderingen cash op ander budgetten verrekend worden. Volgens
Price Waterhouse bedragen deze 13,2% van de totale kost of 133 miljoen €
die bovenop de 1.003 miljoen € wordt uitgegeven aan bijkomende
lastenverminderingen.
- Materiële kosten die door OCMW, publieke diensten en ondernemingen op andere rekeningen
worden ingeschreven (huur infrastructuur, investering in materialen
enz..) zonder aanrekening aan gebruikers, ingeschat op 3% van de
kostprijs = 30 miljoen €
- Oneigenlijk gebruik van de personeelskost: rechtstreekse aanrekening materiële
kosten
op de betoelaging die uitsluitend naar personele kosten mag gaan, door
vervoerdiensten, strijk- en huishouddiensten: 5% van de totale kost
die nu ten onrechte op de personeelsbetoelaging of andere posten wordt
ingeboekt = 50
miljoen €. Dit is een extra en onwettelijke reductie voor de gebruikers
die in een 'normale' boekhouding dient zichtbaar gemaakt.
In totaal zijn er dus 213 miljoen € kosten die boekhoudkundig niet
zichtbaar zijn maar die in de feite bestaan en door instanties worden
uitgegeven en wél in hun boekhouding wordt geboekt. Enkel een eenvormig
verplichtend opgelegd systeem dat enkel de activiteit van elke dienst betreft
kan hier de aanwending van gemeenschapsmiddelen als 'een goede huisvader'
waarborgen.
Stippen we nog aan de 'onvrijwillige' loonafhouding van de
dienstenchequeswerknemers wegens onderbetaling als gevolg van onderbrenging in
PC 322.1 in plaats van waar de activiteit thuishoort (poets- ,
strijksector, welzijnssector voor vervoer gehandicapten). 10%
onderbetaling= 57 miljoen € (gezien 57% van de uitgaven loonkost
is van DC-werknemers) onvrijwillige loonafhouding DC-werkers, die op
deze manier 'bijdragen' aan het systeem.
Lokale-, gewest- en gemeenschapsoverheid schuift financiering naar het
federale niveau
2007 kan wel eens het jaar zijn waarin de dienstenchequesfinanciering
gebruikt is als sanering van OCMW en gemeentefinanciën die hun lokale
initiatieven voor hulp aan de burgers met bv poetsdiensten, zonder schroom op
de Federale RSZ-rekening gezet hebben. Door Minister Vandenbosche was enkele
jaren gelden de voorzet al gegeven door een contract af te sluiten met de
Vereniging voor Steden Gemeenten om 2.000 GESCO werkers over te schakelen naar
het statuut van de dienstencheques. En wat is de bestemming van al die
vrijgekomen gelden? zoals de Vereniging voor armoebestrijding enkele
maanden geleden terecht vroeg?
Het ABVV heeft in 2007 haar beklag gedaan over het niet nakomen van de
stijging budget gezinshulp die normaal 4% jaarlijkse groei
financiert en nu, zoals de voorgaande jaren, amper aan 2% komt. Gans de
expansiedruk van gezinshulp is weggenomen door inschakeling van
Dienstencheques voor zorgbehoevende bejaarden, die daarmee niet alleen
goedkoper gesteld zijn, maar waar het principe van de solidariteit
doorbroken wordt, dwz betaling gezinshulp volgens inkomen vervangen door
een voor hen goedkoper forfaitsysteem. Het is niet toevallig dat deze kritiek
van de socialistische bond komt omdat zij, in vergelijking met de christelijke
zuil, minder sterk aanwezig zijn in het segment gezinszorg en niet voldoende
geanticipeerd hebben op de expansie en de financieringsverschuiving die langs
de dienstencheques mogelijk was.
En wat doen de tweeverdieners, de meer begoeden en alle burgers die tot nu toe
wel huishoud- en poetspersoneel in dienst hadden voor thuis of voor hun
kantoren die hun wit personeel van het bedrijf naar hun persoonlijke
dienstverlening overschakelen op dienstencheques en intussen zo ook hun
kantoren laten kuisen. Zij volgen hiermee het advies van hun
boekhoudkundige kantoren die berekenden dat deze formule goedkoper is
dan het personeel als 'bedrijfskost' in te brengen, een methode die elk van de
partners het belastingvoordeel oplevert. En dit handigheidje zal de RSZ de
komende jaren meer en meer op kosten jagen, met de zuur verdiende Sociale
Zekerheidsgelden van de de loontrekkenden. Om nog maar eens te herhalen, Upstairs
Downstairs maar nu langs de werknemersbijdragen.
Wat kan de dienstencheques ( en de RSZ-gelden) redden?
De omschakeling van zwart naar wit werk is
bij de dienstencheques marginaal. De
elasticiteit van de vraag is om die reden alleen al veel groter dan men
vermoedt en is zelfs met de afschaffing belastingsaftrek en 1€ verhoging de grens niet
bereikt. Jan Denys acht in Trends 10€ een redelijke gebruikersvergoeding,
als het om witten van zwart werk gaat. Maar omdat dit aandeel marginaal is
en vooral de nieuwe dienstverlening in de lift zit, zijn er andere
overwegingen, zoals deze van Hans Bonte te maken. In de mate de
dienstencheques nieuwe behoeften aanboren en een nieuwe gesubsidieerd antwoord
aanbieden moet de aandacht ook gaan naar gebruikers die uit de boot vallen.
Ook het ACV spreekt van een inkomensgebonden gebruikerskost. Maar dit
alles heeft maar zin als eerst volgende fundamentele scheeftrekkingen worden
gecorrigeerd:
- De materiële kosten moeten hoe dan ook extra ten laste gelegd worden van
wie de diensten koopt, dwz niet alleen het kuismateriaal dat gebruikt wordt bij de
individuele gebruiker (dit is evident en gebeurt ook) maar ook de materiële kosten
bij strijk en vervoer die bovenop de gewone chequekost aangerekend wordt, en dit gebeurt niet.
Evenmin de ophaaldiensten van de was, ook al zijn deze sinds oktober 2007
uitgesloten van dienstenchequesbetoelaging. Maar zoals gezegd, deze diensten
zijn effectieve kosten die evenwel op andere rekeningen ingeschreven worden. Een verplicht algemeen
boekhoudkundig
systeem apart voor de dienstenchequesactiviteit van een onderneming die alle
kostenposten omavat is een minimum om hier de basis te leggen voor
toepassing hiervan en controle.
- De omkaderings- en werkingskosten van dienstenchequesbedrijven dient geplafonneerd
op 5% zodat het % effectieve besteding aan de jobs zelf, dat nu 57%
is, verhoogd wordt.
- Elk kostprijselement dient in de boekhouding te verschijnen, ook al
worden ze, zoals infrastructuur, machines, materialen nu op andere rekeningen geschreven (in de
strijksector, bij OCMW's enz.)
- Cumul met andere lastenverminderingen dient uitgesloten, of in mindering
gebracht van de betoelaging, want deze worden omgezet naar overschot en winst
waar niemand nog controle over heeft, en die gelijk staan aan een overval
op de RSZ-gelden.
Welk perspectief op lange termijn: sectoren terug responsabiliseren,
Ten gronde dient de activiteit van de dienstencheques teruggebracht te worden onder het
bevoegde PC voor kuisen, strijk, gehandicaptenvervoer bij Welzijn, enz.
dat voor de verschillende activiteiten bevoegd is. Het PC 322.01 dient
opgeheven en de reglementering dient toegepast dat elke ondernemingsactiviteit
moet ressorteren onder het respectievelijke PC. Het PC 322.01 is een
element van deregulering en destabilisering van het ganse overlegsysteem in
België, en moet opgeheven worden.
Uiteindelijk brengt dit een verbod mee voor zorggebonden Non-Profit organisaties
om op de
algemene Dienstenchequesmarkt activiteiten te ontwikkelen, en als zij dit
toch doen dienen hun activiteiten onder de bevoegdheid te vallen van de respectievelijke PC.
Van de andere kant mogen dienstencheques niet aangewend worden als
instrument om zorggebonden activiteiten van zorggebonden hulp
en vervoer op te zetten. Deze overheidsaanbreng dient omgezet in budgetten
en vaste betoelaging van Non-Profit-initiatieven, cfr Sociale Maribel, en
afgestemd op de middelen die onder de bevoegdheid van de gemeenschappen vallen
zoals gezinshulp en vervoer.
Uiteindelijk kan de financiering huishoudelijke hulp langs dotaties ook
toegepast worden op de ParitairComités Poetsen en Strijk, die daarmee een
bijkomend en gecontroleerd tewerkstellingspakket realiseren en diensten
leveren aan een binnen de sectoren
overeen te komen prijs met inbegrip van materiële kosten. Maar ook hierin zal
men door leren, en niet te controleren marktmechanismen, winsthonger,
oneigenlijke aanwending van overschotten enz, wijs moeten worden.
Vooral de interim-sector zal onvermogend blijken 'vaste' contracten aan te
bieden en een decent personeelsbeleid te voeren. In het geheel van
de dienstenchequesactiviteit zullen zij allicht verder
marginaliseren.
De lucratieve dienstenchequesbedrijvigheid en winst blijft intact.
Een verhoging van de gebruikersbijdragen laat de winstvoet van de
Dienstenchequesbedrijven intact. Door de reductie van de betoelaging vanaf
2007 met 1€ werd 5% van de gemiddelde
winstvoet die 20% bedroeg in 2006, afgeknepen en door de RSZ
gerecupereerd. Blijft nog altijd 15% die vooral door de bijkomende en
gecumuleerde lastenverminderingen gegenereerd wordt. Dit overschot is vooral
hoog in de Sociale tewerkstelling en VZW's omdat deze de (terechte)
specialisten zijn van zuinig beheer met een gode neus voor nieuwe financiële
input.. De aanwending is, gezien hun statuut, gericht naar andere
behartenswaardige doelstellingen, die sociaal gericht zijn maar waar niemand controle op heeft
of die ook niet afgestemd worden op het algemene beleid in de Non-Profitsectoren. Zo wordt de
Dienstencheques tewerkstelling vanuit de gezinshulpdiensten
buiten de evaluatie gehouden van de VIA-akkoorden van 2005, ook al is deze
dienstenchequesactiviteit van deze diensten voor een goed stuk zorg- en
welzijnsgebonden. Maar ook de marktgerichte werking van deze
'Non-Profit'-organisaties dient in beeld gebracht. Ook hier is het aan de
bevoegde Welzijnsminister om deze activiteit statistische zichtbaar te maken
en in de globale tewerkstellingsevaluatie van de Non-Profit op te nemen.
Als iedereen voor is, is er allicht iets mis.
Het gemak waarmee een akkoord over een verhoging van de gebruikersbijdrage
in de maak is, al of niet met afschaffing van de belastingsvermindering,
mag elkeen op z'n hoede stellen. Geen fundamentele ingreep, geen herplaatsing
van bevoegdheden naar de Paritaire Comités of aandacht voor de hierboven
opgesomde dringende aanrekeningen van effectieve kostprijs, cumul met andere
bijdrageverminderingen, controle enz.... Wel de aandacht die Muyldermans op
Radio 1, 24/01/08 vraagt voor de belangen van het commerciële
gehandicaptenvervoer. Het mag de wenkbrauwen doen fronsen hoe sterk de
Hendriks-lobby, en met hem de commerciële initiatieven, het debat en de lucratieve
financiering van ondermeer de materiële (vervoers)kosten met RSZ-geld kan
determineren.
Jan Hertogen, socioloog
|