De npdata-analyse van het Oostends model heeft zowel Minister Vandenbroucke
als Vande
Lanotte er toe gebracht te reageren. "Er is een fout gemaakt die rechtgezet
is",
zegt Vande Lanotte, "maar de richtlijnen werden gevolgd".
De fout is rechtgezet maar richtlijn werd niet gevolgd. "Appelen werden met
peren vergeleken" zegt Vandenbroucke, die gedurende anderhalf jaar zelf appelen voor peren heeft verkocht.
Doordat npdata naar de appelen gekeken heeft wordt de schade van de fout
ingeschat. "De vergelijking moet voor twee jaar
gemaakt worden" stelt Vande Lanotte. Npdata heeft zowel de
evolutie op één als op twee jaar nagegaan en gedocumenteerd. "Dan blijkt de meerwaarde van Oostende
als de groep laaggeschoolden apart genomen wordt: daling met 40% in Oostende
en 30% in Vlaanderen". Omdat de specifieke cijfers voor
laaggeschoolden een nieuw element (kunnen) zijn heeft npdata de cijfers
opgevist uit de VDAB-databank om de werkloosheidsdaling te berekenen bij
-25 jarigen voor de 13 centrumsteden voor laaggeschoolden, middengeschoolden
en hooggeschoolden in september 2005, 2006 en 2007.
Oostendse registratiefout liet werkloosheid laaggeschoolde jongeren met 68%
dalen
"De Oostendse cijfers waren fout tot juni
2007" bevestigt Vande Lanotte. In september 2006 werd in Oostende
foutief 68% werkloosheidsdaling opgemeten bij laaggeschoolden
jongeren. Dit was 5x (of 500%) beter dan het Vlaamse resultaat (13%),
en 4x hoger dan de centrumsteden (13%) In september 2007 was de
daling in Oostende (39%) nog maar 1/4 hoger dan het Vlaams
resultaat (31%) en slechts 1/7 hoger dan het gemiddelde voor de
13 centrumsteden (34%). Het resultaat van Oostende voor
laaggeschoolde jongeren is in feite volledig gelijklopend met 10 centrumsteden
gezien Hasselt, Antwerpen en Gent sterker onder het gemiddelde zitten, zodat
het gemiddelde relatief laag is.
Definitie laaggeschoold, midden- en hogergeschoold voor de VDAB
(zie basistabellen onderaan)De Databank
werkloosheid VDAB - Arvastat laat toe voor de -25 jarigen een
opdeling te maken volgens scholing:
- Laaggeschoold is ongeschoold, lager onderwijs of maximum de eerste twee
jaren secundair onderwijs (1ste graad)
- Middengeschoold is 2de en 3de graad secundair onderwijs
- Hooggeschoold is bachelor of master, hoger en universitair onderwijs
In de tabellen onderaan worden de basisgegevens en % laaggeschoolden op het totaal -25
jarigen toegevoegd.
Oostende had NIET de meerwaarde die de politiek haar toedichtte
In september 2006, 9 maanden na de start van de actie, lag de Oostendse
jeugdwerkloosheid van laaggeschoolden 68% lager dan een jaar
ervoor, tegenover 13% in Vlaanderen en 18% in de
centrumsteden.
Evolutie
werkloosheid -25 jarigen 09-2005 en 2006 naar scholing - Bron VDAB
|
Percentages
|
Scholing
|
13
centrumgemeenten
|
Laag
|
Midden
|
Hoog
|
Totaal
|
9. Oostende
|
-68%
|
-22%
|
-20%
|
-46%
|
13. Aalst
|
-34%
|
-24%
|
-18%
|
-28%
|
6. Maasmechelen
|
-33%
|
-17%
|
-26%
|
-25%
|
4. Ronse
|
-28%
|
-23%
|
-30%
|
-26%
|
10. Houthalen-Helcht.
|
-26%
|
-16%
|
-7%
|
-20%
|
8. Heusden-Zolder
|
-25%
|
-19%
|
-17%
|
-21%
|
2. Genk
|
-22%
|
-28%
|
-18%
|
-24%
|
5. Beringen
|
-19%
|
-14%
|
11%
|
-12%
|
12. Hasselt
|
-15%
|
-21%
|
-14%
|
-17%
|
3. Gent
|
-14%
|
-14%
|
-20%
|
-15%
|
7. Mechelen
|
-12%
|
-17%
|
-16%
|
-14%
|
1. Antwerpen
|
-12%
|
-11%
|
-16%
|
-12%
|
11. Leuven
|
-6%
|
-20%
|
-25%
|
-17%
|
Totaal centrumsteden
|
-18%
|
-16%
|
-18%
|
-17%
|
Totaal andere steden
|
-9%
|
-16%
|
-21%
|
-15%
|
Totaal Vlaanderen
|
-13%
|
-16%
|
-20%
|
-16%
|
Een jaar later, in september 2007, na
herinschrijving van de werkzoekende jobhunters vanaf juni 2007, is de daling van
de werkloosheid 39% voor laaggeschoolden, tegenover 31%
voor Vlaanderen en 34% voor de centrumsteden, die voor Oostende
het referentiepunt zijn, en niét de situatie in Vlaanderen, zoals Vande
Lanotte ten onrechte gebruikt. De 'meerwaarde' van Oostende ligt met 39% maar
een fractie hoger dan de 34% van de centrumsteden. In feite scoort
Oostende voor laaggeschoolden gemiddeld en zitten ze in de middenmoot.
Vooral het resultaat in Gent en Antwerpen met 30% trekt het gemiddelde
naar omlaag.
Evolutie
werkloosheid -25 jarigen 09-2005 en 2007 naar scholing - Bron VDAB
|
Percentages
|
Scholing
|
13
centrumgemeenten
|
Laag
|
Midden
|
Hoog
|
Totaal
|
8. Heusden-Zolder
|
-61%
|
-54%
|
-37%
|
-53%
|
10. Houthalen-Helcht.
|
-58%
|
-52%
|
-24%
|
-52%
|
5. Beringen
|
-48%
|
-41%
|
-41%
|
-44%
|
2. Genk
|
-40%
|
-55%
|
-35%
|
-46%
|
9. Oostende
|
-39%
|
-45%
|
-26%
|
-40%
|
6. Maasmechelen
|
-38%
|
-37%
|
-49%
|
-39%
|
7. Mechelen
|
-38%
|
-39%
|
-43%
|
-39%
|
11. Leuven
|
-38%
|
-35%
|
-45%
|
-39%
|
13. Aalst
|
-37%
|
-45%
|
-39%
|
-40%
|
4. Ronse
|
-33%
|
-33%
|
-6%
|
-31%
|
12. Hasselt
|
-32%
|
-36%
|
-33%
|
-34%
|
1. Antwerpen
|
-30%
|
-35%
|
-44%
|
-33%
|
3. Gent
|
-29%
|
-38%
|
-40%
|
-34%
|
Totaal centrumsteden
|
-34%
|
-40%
|
-40%
|
-37%
|
Totaal andere steden
|
-29%
|
-42%
|
-41%
|
-38%
|
Totaal Vlaanderen
|
-31%
|
-41%
|
-41%
|
-37%
|
Opvallend is ook het erg zwakke resultaat van Oostende voor hooggeschoolden
tegenover de middengeschoolden. In feite ligt het resultaat voor
laaggeschoolden in Oostende volledig gelijk aan de niet-laaggeschoolden
(midden- en hooggeschoolden samen), hetgeen het totale resultaat op 40% brengt. In de meeste centrumsteden en er buiten
ligt de daling werkloosheid midden- en hooggeschoolden op een
gelijk niveau in de centrumsteden.
"De richtlijnen werden toegepast"
stelt Vande Lanotte, niets is minder waar
In Oostende werd de richtlijn NIET toegepast, de jobhunting werd er ten
onrechte niet als 'begeleiding' maar als een ' beroepsopleiding' beschouwd .
Na de collectieve initiatiesessie werden zij uit werkloosheid geschrapt
terwijl het voor hen nog moest beginnen. "Werkzoekenden
die hieraan deelnamen
werden omwille van het collectieve
karakter omschreven als “werkzoekenden in opleiding”.
Het gaat daarbij niet om een
eigenlijke beroepsopleiding" (Vesoc
12-7-07) en dan is de richtlijn onverbiddelijk, de inschrijving als
werkzoekende dient gehandhaafd. En als er sprake is van fout bij de
registratie, dan kan dit toch niet voortkomen uit een juiste toepassing van
een algemene richtlijn. Of over welke 'richtlijn' heeft Vande Lanotte het, een
speciale voor Oostende?
Het geheim van de mijngemeenten ontraadseld? Het Limburgs model.
In vorige BuG's werd een sterkere daling van de werkloosheid in de
mijngemeenten vastgesteld. Er werd gesproken van een 'inhaaloperatie'. Zaak is
dat de Limburgse mijngemeenten, in het begin van de actie, relatief minder
laaggeschoolde jongeren telden (zie tabellen onderaan) die
evenwel meer dan elders uit de werkloosheid verdwenen zijn, bv 61%
daling in in Heusden-Zolder en 58% in houthalen-Helchteren op twee jaar
tijd. Hoe is de beginsituatie van relatief lage
laaggeschoolde werkloosheid te verklaren, vonden ze vroeger vlugger werk dan
hoger geschoolden, zijn er minder laaggeschoolden in Limburg? Hoe komt
het dat de beperktere groep laaggeschoolden toch vlugger dan in andere
centrumsteden aan het werk geraakt? Misschien moet ook eens goed naar Limburg
gekeken worden en kan er sprake zijn van een 'Limburgs model'.
Specifieke actie in Antwerpen, Gent en Hasselt kan resultaat
laaggeschoolden verder omhoogtrekken
Met 40% werkloosheidsdaling in de centrumsteden en 41% erbuiten
vinden midden- en hogergeschoolden gemakkelijker een weg uit de werkloosheid
dan de laaggeschoolden met 34% daling. Maar hierin speelt vooral de
lage score voor laaggeschoolden in de grootsteden Gent en Antwerpen waar
het resultaat, weliswaar met 30% op een goed niveau, nog kan
verbeteren. Het grootstedelijk karakter en de hogere aanwezigheid van
allochtonen vertekent een lineaire vergelijking tussen de steden. Het is/was
te betwijfelen of de overtrokken positie van de witte stad Oostende hier zo
richtinggevend kan zijn als men politieke heeft doen uitschijnen?
De politiek euforie rond Oostende zonder grond voor harde aanpak 'laaggeschoolden'
Tegenover de reductie van de impact van het Oostends model klinken de
politieke uitspraken hard en hol:
Nieuwsblad
31/07/06: "Wat de aanpak van
de werkloosheid en de langdurig werklozen betreft, werpt de
activeringspolitiek van Vlaams minister Frank Vandenbroucke vruchten af.
Ons principe is om werklozen via opleidingen
nieuwe tewerkstellingskansen te geven. Dat is bijvoorbeeld in Oostende
met laaggeschoolden wonderwel gelukt. Wie niet wil ingaan op een
dergelijk werkaanbod, moet geschorst worden.'' Het wonder van Oostende
was evenwel fake, het was niet 'wonderwel' zoals Vande Lanotte stelt,
maar de politieke conclusies waren daarentegen hard en ingrijpend. Na twee
jaar zit Oostende voor laaggeschoolden gewoon in het peleton van de
centrumsteden, een plaats die ze doorheen de ganse (jobhuntings)actie (maar)
gehad hebben.
Het Laatste Nieuws 21/05/06: "De
nieuwe aanpak van minister van Werk Frank Vandenbroucke (sp.a) om de
jeugdwerkloosheid in Vlaanderen sterk te doen dalen, kent een
spectaculair succes. Dat blijkt uit de resultaten in Oostende, de stad
die het nieuwe systeem als eerste uittest. In vier maanden zijn er al
37 procent minder jongeren zonder werk... In 2005 waren er in Oostende gemiddeld 485 werkzoekende,
laaggeschoolde jongeren. ...Tussen 1 januari en 1 mei van dit jaar is dat aantal al met 37 procent
gedaald tot 301, zegt Johan Vande Lanotte. Bovendien volgen nu zo'n 50
jongeren een intensieve opleiding en nog 33 staan in de wachtrij om
een opleiding te krijgen. Na de opleiding hebben ze effectief zicht op
een job."
Zo kon in Oostende in 2006 van alles beweerd worden. In mei 2006 was 37% al
tewerkgesteld en 17% was 'bovendien' in opleiding, of waren die toen al niet
begrepen in de 37% daling, zodat in feite maar sprake was van een
echte daling met 20%, vijf maand na het begin van de actie. De
VDAB zou best eens alle uitgekuiste cijfers publiceren vanaf januari 2006,
zodat ook voor die periode de echte impact van de acties in de centrumsteden
kan nagegaan worden.
De verhoging werkloosheid laaggeschoolden geeft mate aan waarin de actie
niet gelukt is
In mei 2007 nog, de maand vóór de rechtzetting, was de
werkloosheid van laaggeschoolde jongeren in Oostende zogezegd met 65%
verminderd, in vergelijking met mei 2005. In juni werd dit bijgesteld
en in september 2007 werd een daling van 39% vastgesteld in
vergelijking met september 2005 of een vermindering met 26%. Dat
waren dan laaggeschoolde jongeren die wel uitgeschreven waren maar nog geen
werk hadden en ook geen beroepsopleiding volgden. Het geeft in feite de mate
aan waarin het Oostends model nog niet gewerkt heeft in Oostende.
Herinschrijving in Oostende wil ook zeggen
dat er feite minder jobs waren
Als er in feite meer werkzoekenden waren in Oostende
dan waren er evenmin jobs voor deze vermeende werkenden. Door de verkeerde
werkzoekendencijfers werd ten onrechte de indruk gegeven dat er wél jobs
waren . En dat het (vooral de laaggeschoolde) werkzoekenden waren die
'werkonwillig' waren. Enkel door de totale aanpak en de dreiging van schorsing
zouden laaggeschoolden (eindelijk) tot werk gebracht zijn. Een scha(n)delijke
en onterechte stigmatisering.
Minimalisering resultaten andere centra
Een ander nefast gevolg is dat de positieve resultaten in
andere centra werden door de Oostendse luchtbel ten onrechte (statistisch)
geminimaliseerd werden, hetgeen ook in het nadeel speelde van de (laaggeschoolde)
werkzoekenden. De VDAB heeft dit in de feite opgevangen door voldoende
breed de positieve ervaringen in de andere centra in haar beleid te verwerken.
Het echte nieuws in 2006: specifieke actie
voor laaggeschoolden loont
Het globale resultaat voor laaggeschoolden in
de centrumsteden lag in september 2006 voor alle centrumsteden samen met
-18% dubbel
zo hoog als in de rest van Vlaanderen (-9%), dàt had het echte nieuws moeten
zijn in 2006! Na twee jaar is dit verschil gehalveerd zodat ook,
allicht omwille van de algemene economische toestand, buiten de centrumsteden
de laaggeschoolde jongeren hun weg naar een job gevonden hebben.
Waarom heeft geen van
de 'partners' vlugger de klok geluid?
Binnen
het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité (VESOC) vindt het
drieledig overleg tussen overheid, vakbonden en werkgevers plaats. Op 12 juli
2007was elkeen perfect op de hoogte van de foute werkloosheidscijfers in
Oostende en hun overmatige( politieke) impact op het beleid. Waarom
hebben vakbonden en werkgeversorganisaties er niet zelf melding van gemaakt? En waarom hebben al deze deskundigen
de foute ingifte niet vroeger vastgesteld?
Vande
Lanotte en percentages, het zal nooit lukken.
Vande
Lanotte meldt in De
Standaard/Belga van 12-10-07
dat de afstand tussen de Vlaamse en Oostendse werkloosheid nog 4,17%
is in 09/2005 en in 09/2007 nog maar 2,66%. Dus
is Oostende er op vooruitgegaan klinkt de volledig onterechte conclusie.
|
2005
|
2007
|
Verschil
|
%
daling
|
Vlaanderen
|
8,99
|
6,42
|
2,57
|
28,6%
|
Oostende
|
13,16
|
9,09
|
4,07
|
30,9%
|
Verschil
|
4,17
|
2,67
|
|
|
Niet het verschil tussen
Vlaanderen en Oostende maar de evolutie in Vlaanderen en Oostende dient als %
bereken. En dan is de werkloosheid op die twee jaar met 28,6%
gedaald in Vlaanderen en in Oostende met 30,9%, of dicht bij het Vlaams gemiddelde. Volgens Vande Lanotte "is
dat op zich al een unieke inhaalbeweging", terwijl er van
inhaalbeweging zelfs geen sprake. Niet het 'absolute' verschil maar de 'relatieve' evolutie moet vergeleken worden
en die wijkt niet af van de Vlaamse evolutie, een conclusie die ook voor de -25 jarigen werd vastgesteld en die ook
opgaat voor de algemene werkloosheid in Oostende.
De mythe Oostende is vooral een 'politiek'
fenomeen (geweest)
Het buiten proporties naar voor
trekken van het Oostendse model was vooral een op politieke (neven)doelen
gestoelde vermeende werkelijkheid. Het heeft de VDAB evenwel niet
verhinderd om de positieve aspecten van alle centrumsteden (en daarbuiten) te
integreren in haar effectieve en vruchtbare actie tav jonge
werkzoekenden (en alle anderen) met aandacht voor de laaggeschoolden en de
allochtonen.
Jan
Hertogen, socioloog __________________________________
Basisgegevens Werkloosheid -25 jarigen naar
scholing september 2005, 2006 en 2007
Werkloosheid
-25 jarigen 09-2005 naar scholing - Bron VDAB
|
Aantallen
|
Scholing
|
%
laag-
|
13
centrumgemeenten
|
Laag
|
Midden
|
Hoog
|
Totaal
|
geschoold
|
1. Antwerpen
|
4252
|
2728
|
833
|
7.813
|
54%
|
2. Genk
|
640
|
577
|
142
|
1.359
|
47%
|
3. Gent
|
1.864
|
1.457
|
796
|
4.117
|
45%
|
4. Ronse
|
228
|
174
|
33
|
435
|
52%
|
5.
Beringen
|
274
|
315
|
97
|
686
|
40%
|
6. Maasmechelen
|
312
|
284
|
89
|
685
|
46%
|
7. Mechelen
|
689
|
442
|
168
|
1.299
|
53%
|
8. Heusden-Zolder
|
191
|
259
|
100
|
550
|
35%
|
9. Oostende
|
481
|
326
|
121
|
928
|
52%
|
10. Houthalen-Helcht.
|
274
|
224
|
68
|
566
|
48%
|
11. Leuven
|
391
|
372
|
363
|
1.126
|
35%
|
12. Hasselt
|
307
|
368
|
232
|
907
|
34%
|
13. Aalst
|
528
|
368
|
168
|
1.064
|
50%
|
Totaal centrumsteden
|
10.431
|
7.894
|
3.210
|
21.535
|
48%
|
Totaal andere steden
|
16.109
|
19.316
|
12.260
|
47.685
|
34%
|
Totaal Vlaanderen
|
26.540
|
27.210
|
15.470
|
69.220
|
38%
|
|
|
|
|
|
|
Werkloosheid
-25 jarigen 09-2006 naar scholing - Bron VDAB
|
Aantallen
|
Scholing
|
%
laag-
|
13
centrumgemeenten
|
Laag
|
Midden
|
Hoog
|
Totaal
|
geschoold
|
1. Antwerpen
|
3745
|
2432
|
700
|
6.877
|
54%
|
2. Genk
|
500
|
413
|
117
|
1.030
|
49%
|
3. Gent
|
1.597
|
1.256
|
636
|
3.489
|
46%
|
4. Ronse
|
164
|
134
|
23
|
321
|
51%
|
5. Beringen
|
223
|
272
|
108
|
603
|
37%
|
6. Maasmechelen
|
209
|
236
|
66
|
511
|
41%
|
7. Mechelen
|
606
|
366
|
141
|
1.113
|
54%
|
8. Heusden-Zolder
|
144
|
209
|
83
|
436
|
33%
|
9. Oostende
|
154
|
254
|
97
|
505
|
30%
|
10. Houthalen-Helcht.
|
202
|
189
|
63
|
454
|
44%
|
11. Leuven
|
369
|
297
|
272
|
938
|
39%
|
12. Hasselt
|
262
|
291
|
200
|
753
|
35%
|
13. Aalst
|
347
|
279
|
137
|
763
|
45%
|
Totaal centrumsteden
|
8.522
|
6.628
|
2.643
|
17.793
|
48%
|
Totaal andere steden
|
14.646
|
16.233
|
9.717
|
40.596
|
36%
|
Totaal Vlaanderen
|
23.168
|
22.861
|
12.360
|
58.389
|
40%
|
|
|
|
|
|
|
Werkloosheid
-25 jaringen 09-2007 naar scholing -
Bron VDAB
|
Aantallen
|
Scholing
|
%
laag-
|
13
centrumgemeenten
|
Laag
|
Midden
|
Hoog
|
Totaal
|
geschoold
|
1. Antwerpen
|
2993
|
1768
|
467
|
5.228
|
57%
|
2. Genk
|
386
|
261
|
93
|
740
|
52%
|
3. Gent
|
1.319
|
904
|
476
|
2.699
|
49%
|
4. Ronse
|
153
|
116
|
31
|
300
|
51%
|
5. Beringen
|
143
|
187
|
57
|
387
|
37%
|
6. Maasmechelen
|
192
|
179
|
45
|
416
|
46%
|
7. Mechelen
|
427
|
269
|
95
|
791
|
54%
|
8. Heusden-Zolder
|
75
|
120
|
63
|
258
|
29%
|
9. Oostende
|
292
|
180
|
89
|
561
|
52%
|
10. Houthalen-Helcht.
|
115
|
107
|
52
|
274
|
42%
|
11. Leuven
|
244
|
243
|
201
|
688
|
35%
|
12. Hasselt
|
209
|
237
|
155
|
601
|
35%
|
13. Aalst
|
334
|
203
|
102
|
639
|
52%
|
Totaal centrumsteden
|
6.882
|
4.774
|
1.926
|
13.582
|
51%
|
Totaal andere steden
|
11.376
|
11.218
|
7.191
|
29.785
|
38%
|
Totaal Vlaanderen
|
18.258
|
15.992
|
9.117
|
43.367
|
42%
|
|