1.
Brussel is de laatste 45 jaar niet verfranst: wel is er
een transformatie geweest
van 50% van de Brusselse bevolking van autochtoon naar allochtoon tussen
1961 (7,3% van
vreemde afkomst) en 2005 (56,5%
van vreemde afkomst). Deze
nooit geziene en allicht unieke omvorming van een grootstad op zulk een
korte tijdsperiode is in feite volledig aan het algemene Vlaamse beleid voorbijgegaan. Het
‘Vlaamse’ beleid is te lang gericht geweest tegen de (oude)
Franstaligen en op de ‘Vlamingen van Nederlandstalige origine’ niet
beseffend of willend dat de allochtonen mee de Vlaamse Brusselaar van de
toekomst zou/zal worden. De (oude)
Vlaamse Brusselaars hebben getracht de meubelen te redden en
zijn daar met alle beste wil en zonder echte steun van het algemene
beleid, maar zeer gedeeltelijk in geslaagd. In feite is deze
demografische omwenteling, niet alleen door het Vlaams beleid
volledig onderschat en niet onderkend omwille van de enge
nationaliteits- en taalopvatting, er is ook geen dynamiek ontstaan om langs de de transformatie van autochtoon naar allochtoon de
gedeeltelijke
'hervlaamsing' van Brussel vorm
te geven.
Evolutie
vreemdelingen en nieuwe
Belgen in Brussel 1920-2020
|
Jaar
|
Vreemde-lingen
(2)
|
Nieuwe
Belgen (3)
|
Vreemde
afkomst
|
Oude
Belgen
|
1920
|
4,4%
|
|
|
|
1930
|
8,5%
|
|
|
|
1947
|
7,4%
|
|
|
|
1961(1)
|
6,8%
|
0,5%
|
7,3%
|
92,7%
|
1970
|
16,1%
|
|
|
|
1981
|
23,9%
|
|
|
|
1991
|
28,5%
|
4,5%
|
33,0%
|
67,0%
|
1996
|
29,7%
|
|
|
|
2001
|
27,3%
|
|
|
|
2005
|
26,3%
|
30,2%
|
56,5%
|
43,5%
|
2020
(4)
|
19,0%
|
56,0%
|
75,0%
|
25,0%
|
(1)
à rato van de helft van het relatieve niveau van 1991
|
(2)
Recente demografie BHG - Irisuitgaven nr. 38, 2002
|
(3)
Eigen berekening, methodologie npdata
|
(4)
Extrapolatie van nieuwe Belgen en hun geboorteoverschot
|
van
1991-2005 (15 jaar) naar 2005-2020 en het % vreemdelingen
|
dat
evolueert naar 19%
|
2.
De politieke vertegenwoordiging van Nederlandstaligen lag in Brussel de laatste 35
jaar constant rond 12% (Cfr Guy Devroede, directeur onderwijs
VGC). Wanneer beide gegevens naast elkaar
gelegd worden is slechts één conclusie mogelijk: autochtone Vlaamse
stemmen zijn vervangen door allochtone Vlaamse stemmen. Alleen weerspiegelt dit gegeven
zich niet in het aantal Vlaamse allochtone verkozenen. Integendeel. De
laatste decennia is het aantal allochtone verkozenen in Brussel gegroeid
tot 170 op 661 gemeenteraadsleden. Bij de Franstalige verkozenen zijn er
dat 168 op 589 of 29%, bij de Nederlandstalige verkozenen
2 op 74 of 3%,
dwz 9 keer minder dan bij de Franstaligen en 18 keer minder dan het aandeel
allochtonen in de Brusselse bevolking (56,5%). Dit is niet het gevolg van de
'aantrek' van allochtonen door de Franstaligen maar wel van de 'afstoot' en
'non-'acceptatie van allochtonen in het profiel van de Vlaming in Brussel.
Niettegenstaande het gebrek aan allochtone blikvangers op verkiesbare
plaatsen wordt de Vlaamse aanwezigheid van 12% Vlaamse
gemandateerden de laatste 30 jaar mede geschraagd en
constant gehouden door de allochtone stemmen. Maar voor hoelang nog?
3.
In
het Nederlandstalige onderwijs in Brussel weerspiegelt zich de allochtone
ondersteuning en keuze nog sterker.
In vergelijking met de 'Vlaamse' aanwezigheid van 8% (Monteyne cijfer van
10 jaar geleden voortgaande op het aantal Nederlandstalige
belastingaangiftes in Brussel) is het kleuteronderwijs drievoudig
in aantal en het lager en
secundair onderwijs het dubbele van de aanwezigheid in de bevolking.
Naast de oude Franstaligen die voor het Nederlandstalige onderwijs kiezen,
en een aantal leerlingen uit de Brusselse rand, zijn het vooral de
allochtonen die langs het Nederlandstalig onderwijs de toekomst voor hun
kinderen willen veilig stellen en aldus de Vlaamse aanwezigheid in Brussel
mee ondersteunen en verzekeren. De
traditionele en huidige denigrerende en 'eisende' Vlaamse politiek
staat haaks op de enorme kansen die zich
aandienen en gedeeltelijk genomen worden in de nog altijd voortdurende
transformatie van Brussel van autochtoon naar allochtoon. ' Ze'
moeten zich voegen, als 'hun' ouders niet meewillen worden de kinderen
uitgesloten of kansen ontzegd, enz. Als Vlaanderen er evenwel in slaagt de
kinderen van de nieuwe Belgen en
van de continue migratie in het eigen onderwijssysteem op te vangen zal
Nederlands spreken terug een dynamische factor in Brussel worden.
Maar dan dient een declic te gebeuren in het hoofde van de politieke
beleidsvoerders: Nederlands spreken is geen voorwaarde of ticket om toe te
treden tot het Nederlandstalig onderwijs maar het onderwijs zelf moet de
anderstaligheid voorkomen, opsporen en aantrekken.
Het Nederlandstalig onderwijs in
Brussel is het sterkste product op de onderwijsmarkt in Brussel, en dat is door de allochtonen meer dan wie ook geweten. En daar moet
men voluit gebruik van willen en durven maken. Een veel gevraagd product
afschermen en niet voldoende aanbod ter beschikking stellen omdat de
‘taal’ een probleem zou zijn, terwijl het juist de taal is die als
uitgelezen product ‘geproduceert wordt, is zelfs uit marktoogpunt
volslagen onzin. Dit niet inzien is nu de beslissing nemen om komende 20
jaar (demografisch) de Vlaamse aanwezigheid te doen verschrompelen tot
enkele procenten met risico dat het haar huidig speciaal statuut verliest.
Veel meer dan vroeger het geval is dient deze omvorming geschraagd door een
forse kwalitatieve verhoging van de taalspecifiek omkadering van het
onderwijs en op kansengroepen gerichte ondersteuning. Het
voortbestaan van het VGC hangt bijvoorbeeld rechtstreeks af van de mate
waarin de ‘nieuwe Vlamingen’ in voldoende mate aanwezig zijn in
Brussel. Het VGC zelf is door de verzameling van 1.000 professionele
krachten die exclusief op de Vlamingen in Brussel gericht zijn, hierin
mede een beslissende factor. Dat
bij de 250 stafleden die in de studiedag verzameld waren geen enkele
allochtoon terug te vinden was geeft een goede illustratie van
de consequentie van het ‘enge’ algemene Vlaamse beleid van de laatste
decennia.
4.
Gemiddeld volgt 20% van de Brusselse schoolbevolking les in het Nederlands, tegenover 8,5% gemiddelde
aanwezigheid in de bevolking. In het kleuteronderwijs volgt 23%
van de Brusselse bevolking Nederlandstalig onderwijs dus bijna een
kwart. Met zeer veel inspanningen, vooral in kleuterklassen,
Technisch en Beroepsonderwijs (het ASO sluit nog het meest haar ogen voor
de ‘ongewenste vreemdelingen’) en met te weinig middelen en
ondersteuning van het algemene Vlaamse beleid hebben de Brusselse
onderwijsinstituten blijk gegeven de conversie in Brussel van 50%
autochtonen
naar allochtonen te vertalen in een
'stabilisering' van de Vlaamse aanwezigheid in het onderwijs en de
politiek. Zij geven hiermee de weg aan die het beleid de
komende 15 jaar kan gaan.
5. De leeftijdsverdeling van de bevolking
in Brussel laat sinds 10 jaar een verhoging zien van de geboorten
en/of migraties op zeer jonge leeftijd. Deze jonge generatie
begint zich nu aan te bieden aan de schoolpoorten. De nieuwe kansen worden
dus nu geboden en men dient er nu op in te gaan. De 18-35 jarigen zijn
evenwel, meer dan in Vlaanderen en Wallonië relatief hoog in aantal als
gevolg van de hogere migratie 15 jaar geleden, aangevuld met
huwelijksmigratie. Het is ook deze groep waaraan de Vlaamse gemeenschap de laatste twee
decennia voorbij gegaan is. Deze (jong)volwassenen zijn meer
dan gemiddeld Nederlandsonkundig, ongekwalificeerd en zonder (veel)
uitzicht op werk. Het Nederlandstalig volwassenenonderwijs kan/dient hier
volop ingeschakeld als motor van emancipatie en ver/hervlaamsing. Een
specifiek programma, met verdrievoudiging van de middelen gericht naar
volwassenenonderwijs, deeltijds
werken/leren, betaalde stages enz dient mee voor een
inhaalbeweging te zorgen.
6. In 1991 woonden er in Brussel 28,5%
vreemdelingen en 4,5%
nieuwe Belgen. In 2005 is het aantal vreemdelingen gestabiliseerd op 26,3%
maar het aantal nieuwe Belgen, hun geboortesaldo inbegrepen, met 25,5%
gegroeid tot 30,2%, een
indrukwekkende en unieke evolutie in Europees of zelfs wereldperspectief.
Dit wordt nog geïllustreerd en begrijpbaar door het feit dat de laatste
15 jaar in Brussel 166.316 nieuwe
immigranten zijn bijgekomen, kinderen geboren uit deze nieuwe
vreemdelingen inbegrepen. Brussel staat daarbij voor een nieuwe
kinderboom bij de 0 tot 10 jarigen, zoals uit bijgaande grafiek
blijkt. Nadat de eerste, tweede en voor een stuk de derde generatie
migranten als 'niet-Vlaams' beleidsmatig door Vlaanderen zijn afgewezen,
dient er zich een unieke kans aan die historisch ook de laatste zal zijn,
nl de komende generatie van kinderen van
nieuwe Belgen in het Nederlandstalig onderwijs opvangen met alle
‘moderne’ technieken: meertalig onderwijs, ouderwerking in
eigen taal, vroegonderricht in eigen taal, time-out en HERstelgericht
GroepsOverleg (waar Brussel voor dit schooljaar volledig van uitgesloten
geweest is): de marktpositie optimaliseren en aangrijpen voor de
‘allochtone’ kinderen die de komende 18 jaar zullen geboren worden,
samen met de kinderen van de continue en voortdurende nieuwe immigratie. Het onderwijsaanbod en ondersteunende
inspanningen dienen hiertoe minstens te verdubbelen de komende 10 jaar.
Hiertoe dient elke (nationalistische of
racistische) schroom afgelegd: scholen als Lucerna zouden een
veelvoud van hun huidige middelen moeten krijgen en betrokken worden in de
ontwikkeling van een globale beleidsvisie, het Katholieke net kan zich in
Brussel omvormen tot een religieus net waar de Islam gelijkwaardig als
religie een plaats krijgt, of waarbij een beperkt 'Islamnet' mede vanuit
de diverse inrichtende machten wordt ondersteund en opgebouwd enz. En
dat hoeft niet eens zoveel te kosten.
7. De leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs vormen 3,5%
van het aantal leerlingen in de Vlaamse gemeenschap, hetgeen overeenkomt
met de 3,51% die Brussel inneemt in het Onderwijsbudget in Vlaanderen,
volgens de meest recente berekening zoals door de Begrotingsdienst van het
Nederlandstalig onderwijs aan ons doorgegeven. Hierbij is geen rekening
gehouden met de eigen middelen die door en langs het VGC worden aangewend.
Een verdubbeling van het Brusselse onderwijsaanbod en budget uitgespreid
over de komende tien jaar betekent een gemiddelde
stijging van ‘maar’ 7%
per jaar, gedurende 10 jaar Deze stijging komt overeen met jaarlijkse
stijging van amper
0,28% van het Vlaamse onderwijsbudget gedurende 10 jaar, een
peanut!.
8. De politieke wil om het onderwijsbudget in Brussel te verdubbelen en op
deze wijze de Vlaamse aanwezigheid uit te bouwen en op termijn ook langs
de Vlaamse allochtone aanwezigheid politiek te verzekeren houdt een
verregaande omkering in van het denken over de ‘Vlaamse’ aanwezigheid
in Brussel. Het zal vooral in Vlaanderen zijn dat deze klik
dient te gebeuren. De
beleidsvisie dient fundamenteel te veranderen en ontdaan van haar
nationalistische blokkering die, zoals blijkt, de Vlaamse
aanwezigheid in Brussel geschaad en geminimaliseerd heeft. De
Vlaamse aanwezigheid zal een 'allochtone' Vlaamse aanwezigheid zijn van
echte Brusselaars. Want de
echte Brusselaar is niet Franstalig of Nederlandstalig, niet allochtoon of
autochtoon, het is ne Brusselaar. Maar als hij Nederlands spreekt, tant
mieux voor de Vlamingen. Zo gaat dat in Brussel.
De ’nieuwe Belgen’ hebben extreem-rechts, VB en FN gemarginaliseerd
(zie BuG nr. 36), en zullen dit
verder doen. Deze nieuwe Belgen staan echter ook gereed om de fakkel van
‘Vlaamse’ aanwezigheid in Brussel over te nemen.
In 2012 zou
het aantal allochtone verkozenen van 170 naar 255 kunnen
groeien – van deze 85
bijkomende allochtone gemeenteraadsleden zou best 1/4
‘Vlaams’ zijn.
9. De toekomst van de Brusselse Vlamingen hangt rechtstreeks af van de mate
waarin de kinderen van nieuwe Belgen en
vreemdelingen die de komende 18 jaar zullen geboren worden, aangevuld
met de nieuwe immigratie, in
het Nederlandstalig onderwijs kunnen aangetrokken worden. In
2024 zullen de eersten van deze nieuwe generatie als 18 jarige hun stem
uitbrengen. Zij zullen mee in kunnen staan voor de gedeeltelijk
hervlaamsing van Brussel. Het is ten andere binnen dit perspectief dat
Brussel zijn rol kan blijven vervullen als hoofdstad
van Vlaanderen en van het cement voor een België dat in het
andere geval onder zeer grote druk zou kunnen komen.
10. Het Vlaams Belang en ook het NV-A
blijkbaar hebben Brussel reeds laten vallen, juist omwille van
de 'allochtonen', oninteressant en on-vlaams. Deze ideologische en
Vlaams-nationalistische benadering trekt reeds 45 jaar lang het kruis over
Brussel en het laat zich aanzien dat de Warandagroep Brussel
misschien buiten het Vlaamse onafhankelijksstreven zal plaatsen. Ondermeer
door deze visie en benadering zal de laatste kans verloren gaan om met het
onderwijs als breekijzer de Vlaamse aanwezigheid in Brussel tot 15% te
doen groeien en zo de minimale basis te herstellen waarmee ook
Vlaanderen in Brussel en op termijn misschien ook België kan
overleven. Want in 2020 zal de
Brusselaar voor 75% allochtoon zijn, waarvan, de huidige verhoudingen in
acht genomen, 5% oude Vlamingen.
11. En in de
Brusselse rand herhaalt de geschiedenis zich: ontvlaamsing of (gemiste)
kans voor hervlaamsing? In het interessante, goed
gedocumenteerde en prestigieus uitgegeven SVR-Rapport 2007/1 maken Gunter
Desmet en Josée Lemaitre het sociaaleconomisch profiel van de Vlaamse
Rand en werpen een blik op haar Vlaamse karakter. Maar ook zij verheffen de nationaliteit en afkomst
tot ‘taalcriterium’ om
te spreken over inwijkelingen die door hun aanwezigheid voor
‘ontvlaamsing’ zorgen. Met evenveel redenen en in een
dynamischer en minder nationalistisch gekleurd perspectief kunnen zij
evengoed nagaan wat deze ‘vervreemding’
aan kansen inhoud voor de ‘hervlaamsing’ van de Rand die
zeker in de faciliteitengemeenten aan de orde kan gesteld. Ook hier zijn
het de allochtonen die mee de basis vormen van het behoud van het
Vlaamse karakter van de Rand. Tevens tonen zij aan dat de
‘allochtonen’ uit ‘niet geïndustrialiseerde landen’ meer en
vlugger op het Nederlands gericht zijn dan de ‘geïndustrialiseerde
vreemdelingen’ (zeg de Europeanen). De cijfers van Kind en Gezin laten tevens toe
een inschatting te maken van het reële aantal ‘nieuwe Belgen’,
een interessant platform om de methodologie van npdata over de ‘nieuwe
Belgenen hun kinderen, per gemeente in de rand eens aan te toetsen. En
wanneer doet het SVR eens een gelijkaardige analyse voor Brussel. Wie is in
Brussel eigenlijk bezig met demografie en toekomstprognoses?
Voor de Franstaligen is dit, om voor hen begrijpelijke of gewenste
redenen, geen prioriteit. Het meest recente rapport van de Brusselse
diensten loopt tot 2002. En wanneer komt een echt debat op gang waarin het
politiek discours en het communautair opbod niet overheerst en waar de
Universiteiten en de professoren zich in het debat mengen? En waar blijven de Arbeidersbewegingen om vanuit de
demografische situatie en toekomst van Brussel en de Rand het
werknemersbelang en de solidariteit aan de orde te stellen ongeacht
afkomst of de kleur?
12. De Vlaams Belang-kiezer, en met hem allicht nog vele 'Vlamingen' (en
partijen) zullen tegen 2020 hopelijk het rouwproces ontgroeien waarin
zij nog altijd verstrikt zijn: geen afscheid kunnen nemen van wat
definitief voorbij is, nog altijd kwaad en chagrijnig om het verlies en
niet bekwaam het nieuwe kind aan hun hart te drukken dat langs immigratie
en geboorte deel van 'ons volk', van het 'Vlaamse volk’ geworden is.
Vlaanderen (en België) zullen er wel bij varen. Mijn
thuis is waar ik woon.
Jan
Hertogen, socioloog
______________________________________________- Bijlage
1 van de uiteenzetting voor de Studiedag van de Vlaamse
Gemeenschapscommissie op 20 maart 2007
0.
Allochtonen =
vreemdelingen die Belg geworden zijn of het zullen worden = van
‘andere’ afkomst
1. Enkele demografische gegevens
over Brussel (detail per Brusselse gemeente: www.npdata.be)
- Brussel 1961: 6,8 % vreemdelingen – 45
jaar later in 2005: 56,5% van vreemde afkomst.
- In 1990: 28% vreemdelingen + 4%
nieuwe Belgen (Belggeworden vreemdelingen sinds 1980 + °saldo)
- In 2005: 26% vreemdelingen +30% nieuwe Belgen (Belggeworden
vreemdelingen sinds 1980 + °saldo)
- In 2005 wonen in Brussel 16% Europese vreemdelingen + 10% niet-Europese
vreemdelingen
- In 2005 wonen in Brussel 5%
Europese nieuwe Belgen + 25% niet-Europese nieuwe Belgen
- Van de 10% niet-Europese vreemdelingen is de helft de laatste 5 jaar
toegekomen/geboren
- 10 jaar geleden: 8,5% van de belastingaangiften in het Nederlands (cfr
André Monteyne) – nu ?
2.
Gemeenteraadsverkiezingen 2006:
- 52%van de
Brusselse kies”gerechtigden” is van vreemde afkomst
- Na inschrijving vreemdelingen is slechts 40% van de Brusselse
stem”plichtigen” van vreemde afkomst:
- 25% nieuwe Belgen van voor 2000
-
12% nieuwe Belgen van na 2000
-
3% vreemdelingen
- 12% nieuwe Belgen in de verschillende gemeenten gaat samen met verdere
marginalisering FN/VB
- Er zijn 170 op 661 allochtone verkozenen(26%): 29% in de gemeenteraad,
16% in de schepencolleges
- Kerncijfers Brusselaars van vreemde afkomst: : 57% in de bevolking, 52%
stemgerechtigd, 40% stemplichtig, 29% in gemeenteraad, 16% in
schepencolleges
3.
Na taaltoewijzing gemeenteraadsleden (cfr
www.brusselnieuws.be):
Oude Franstaligen: 63% of 2/3 van de gemeentemandaten, 36% of 1/3
aanwezigheid in bevolking
Allochtonen (Fr+Nl): 26% in de gemeenteraad, 57% in de bevolking
Oude Vlamingen: 11% in gemeenteraad, 7% in de bevolking (voortgaande op
het Monteyne-cijfer)
- Van de 170 allochtone vertegenwoordigers zijn er 2
Nederlandstaligen en 168 Franstaligen
- Op 589 Franstalige verkozenen zijn er 168 Franstalig
allochtoon of 29%
- Van de 74 Nederlandstalige verkozenen zijn er 2
Nederlandstalig allochtoon of 3%, dit is
9 keer minder dan de Franstaligen en 18 keer lager dan hun
aanwezigheid in de bevolking.
- Van de Nederlandstalige verkozen zijn er 11 verkozen op
eentalige Vlaamse lijsten, vooral VB,
de
helft op taalgemengde en een kwart op eentalig Franstalige lijsten.
4.
Besluit: de Vlaamstalige aanwezigheid in Brussel staat of valt met de Vlaamse
allochtoon:
- De transformatie van Brussel de laatste 45 jaar van autochtoon naar
allochtoon (+50% allochtonen op 45 jaar)
was een unieke kans om de Vlaamse aanwezigheid in Brussel te
behouden en te versterken: die kans is niet alleen gemist, ze is niet
onder ogen genomen. De eerste en tweede generatie migranten is als
‘niet-Vlaams’ afgewezen en de impact van de immigratie is verregaand
onderschat. Dat het de Franstaligen geweest zijn die de immigratie
geaccapereerd hebben is een mythe, er is een actieve af- en uitstoting
geweest vanuit Vlaams (algemeen) beleid, die, ook in het onderwijs, nog
verder gaat.
- Er dient zich een unieke kans aan die historisch ook de laatste zal
zijn, nl de komende generatie van kinderen van nieuwe Belgen die in het
Nederlandstalig onderwijs kunnen opvangen worden met alle ‘moderne’
technieken: meertalig onderwijs, ouderwerking in eigen taal,
vroegonderricht in eigen taal, Time-out en HERstelgericht GroepsOverleg
(waar Brussel voor dit schooljaar volledig van uitgesloten geweest is): de
marktpositie optimaliseren voor de ‘allochtone’ kinderen die de
komende 18 jaar zullen geboren worden, samen met de kinderen van de
continue en voortdurende nieuwe immigratie. Het onderwijsaanbod en
ondersteunende inspanningen dienen minstens te verdubbelen de komende
jaren.
- Op termijn zal zich dat mee vertalen in een exponentieel groeiende
verkiezing van allochtone Vlamingen in de gemeenteraden. In 2012 zou het
aantal allochtone verkozenen van 170 naar 255 kunnen groeien – van deze
85 bijkomende allochtone gemeenteraadsleden dient minstens 1/4
‘Vlaams’ te zijn.
- Dit houdt een verregaande omkering in van het denken over de
‘Vlaamse’ aanwezigheid in Brussel, en het zal vooral in Vlaanderen
zijn dat deze klik dient te gebeuren. De ’nieuwe Belgen’ hebben
extreem-rechts, VB en FN gemarginaliseerd, en zullen dit verder doen –
deze nieuwe Belgen staan gereed om mee de fakkel van ‘Vlaamse’
aanwezigheid in Brussel over te nemen.
Bijlage
2 – Studiedag VGC – 20 maart 2007 – Verkiezingsuitslagen
Nederlandstalig
onderwijs Brussels gewest
|
%
Vl in Br=
|
8,5%
|
|
Gewest/Niveau
|
Kleuter
|
Lager
|
Secundair
|
Totaal
|
Bevolking
|
1.
|
Aantallen
|
|
|
|
|
|
|
Brussel
|
9.971
|
13.859
|
13.453
|
37.283
|
85.574
|
|
Vlaams
|
196.853
|
399.618
|
446.803
|
1.043.294
|
6.043.161
|
|
Totaal
|
206.824
|
413.477
|
460.256
|
1.080.577
|
6.128.735
|
2.
|
%
op aantal
|
|
|
|
|
|
|
Brussel
|
4,8%
|
3,4%
|
2,9%
|
3,5%
|
1,4%
|
|
Vlaams
|
95,2%
|
96,6%
|
97,1%
|
96,5%
|
98,6%
|
|
Totaal
|
100%
|
100%
|
100%
|
100%
|
100%
|
|
Simulatie
% Vlamingen in Brussel
|
|
|
|
Leerlingen
(06/07) op bevolkingsaantallen Brussel (2005+2)
|
|
|
Kleuter
|
Lager
|
Secundair
|
Totaal
|
|
|
3-5jr
|
6-11jr
|
12-17jr
|
3-17jr
|
1.
|
Aantallen
|
|
|
|
|
|
Ned.
Onderwijs
|
9.971
|
13.859
|
13.453
|
37.283
|
|
Bevolking
|
42.915
|
73.909
|
67.162
|
183.986
|
2.
|
%
Ned. Onderwijs
|
23%
|
19%
|
20%
|
20%
|
Bevolking
naar gewest en leeftijd 2005
|
|
Vlaams
|
Brussels
|
Waals
|
België
|
03-05jr
|
184.149
|
42.915
|
115.276
|
342.340
|
06-11jr
|
387.078
|
73.909
|
242.450
|
703.437
|
12-17jr
|
424.890
|
67.566
|
256.625
|
749.081
|
Totaal
|
996.117
|
184.390
|
614.351
|
1.794.858
|
03-05jr
|
18%
|
23%
|
19%
|
19%
|
06-11jr
|
39%
|
40%
|
39%
|
39%
|
12-17jr
|
43%
|
37%
|
42%
|
42%
|
Totaal
|
100%
|
100%
|
100%
|
100%
|
Nieuwe
immigratie in het Brussels gewest per nationaliteit 1990-2005
(01/01) www.npdata.be
|
|
Land
|
Vreemdelingen
01/01/1990
|
Nieuwe
immigratie
|
Belgwording
|
Vreemdelingen
01/01/2005
|
%
nieuwe immi-gratie tav 1990
|
1.
Niet-Europese immigratie
|
|
|
|
|
|
|
Marokko
|
76.360
|
49.111
|
84.083
|
41.388
|
64%
|
|
Turkije
|
20.496
|
12.512
|
21.978
|
11.030
|
61%
|
|
D.R.Congo
|
5.969
|
8.833
|
7.975
|
6.827
|
148%
|
|
Andere
niet-Europa
|
23.888
|
32.667
|
20.858
|
35.697
|
137%
|
|
Totaal
niet-Europa
|
126.713
|
103.123
|
134.894
|
94.942
|
81%
|
2.
Europese Immigratie
|
130.343
|
51.349
|
16.386
|
165.306
|
39%
|
3.
Vluchtelingen
|
10.713
|
11.844
|
17.594
|
4.963
|
111%
|
Totaal
|
267.769
|
166.316
|
168.874
|
265.211
|
62%
|
|