Het Betaald Educatief Verlof
evolueert in alle gewesten naar een dieptepunt in 1995, jaar waarop een
drastische sanering van het BEV van 240 uren tot 120 (180) uren is
gebeurd. Na deze inperking is er een constante groei op gang gekomen vanaf
1996 in elk gewest met een uitschieter voor Brussel in 02/03. Tot
02/03 worden de 'goedgekeurde' bedragen in beeld gebracht, dwz
volledig afhandeling van dossiers tot 01/02, voor 93% gecontroleerd in
02/03 zodat deze index maximaal een paar punten
kan stijgen. Voor 03/04 worden de 'gevraagde' bedragen
uitgezet waarvan in BuG
43 is aangetoond dat er wat mee aan de hand is. De index schiet nu
fors de hoogte in en wordt nadien door Vanvelthoven nog met een sterke
stijging geëxtrapoleerd tot een uitgave van 137,5 miljoen € in
06/07, een verdubbeling in vergelijking met 01/02. Op deze basis van deze
arbitraire gegevens en werkwijze kunnen bezwaarlijk de besparingen in het
BEV gehandhaafd worden.
Betaald Educatief Verlof: de enige plaats waar
Arbeiders aan de
kop staan
Het aandeel van de
arbeiders in het Betaald Educatief Verlof is de laatste tien jaar altijd
boven de 60% gebleven, ook al ligt hun aandeel in de tewerkstelling op
47% in de private loontrekkende sector in België . Als langs het BEV de
arbeiders beroepsbekwaamheden en algemeen vormende vaardigheden aanleren
dan heeft het BEV een grote emancipatorische kracht. Maar als, zoals het
zich laat uitschijnen een goed deel van de opleidingen bedrijfsgebonden
is, wordt 'opleiding' in feite een handicap die mensen minder gemakkelijk
toelaat over te schakelen naar een andere job of beroep. De arbeiders
zullen bij herstructureringen, omwille van deze niet-legitieme aanwending
van het BEV, vlugger op werkloosheid en Brugpensioen belanden. Bij zulk
een toepassing van het BEV is iedereen verliezer.
In 2003/2004 valt bij de 'gevraagde uren' de sterke stijging van aantal
arbeiders op. Zoals in BuG 43 aangetoond
liggen de gevraagde uren volledig buiten de evolutie en zijn ze onevenwichtig naar taalrol: de uren bij de Franstaligen stijgen met
53% bijvoorbeeld tav
het voorgaande jaar. Zit hier een 'structurele bug' die het aandeel
van de bedienden doet dalen naar 33%?
Deeltijds werken is bijscholen gedurende
het eigen verlof
23,5% van de Belgische werknemers werkt deeltijds: 42,6% bij
de vrouwen, 7,5% bij de mannen. In sommige sectoren zoals in de
Non-Profitsectoren, Distributie en Horeca, ligt de deeltijdse
tewerkstelling aanzienlijk hoger door de hoge vrouwelijke
tewerkstelling. Sinds het schooljaar 1999/2000 is het evenwel ook voor deeltijdsen
mogelijk om gebruik te maken van het Betaald Educatief Verlof.
De deelname van deeltijdsen
aan het BEV ligt tussen 2 en 3% terwijl hun aandeel in de
tewerkstelling het tienvoudige bedraagt. Alle goede bedoelingen ten spijt
gaat het BEV volledig aan de deeltijdsen voorbij, zij nemen, gewild of
niet, hun vormingtijd in hun verlof.
Betaald Educatief verlof: vrouwen zijn voor de helft minder aanwezig in
het BEV
61%
van de Belgische bevolking werkt, dat is dus de fameuze
werkzaamheidgraad. Bij mannen ligt die op 68%, bij vrouwen op
54%. Op 100 werkenden zijn er dus 44 vrouwen. Het
aandeel in het Betaald Educatief verlof ligt bij vrouwen op 27,1%, dus een
beetje hoger dan de helft van hun aanwezigheid in de tewerkstelling.
Op tien jaar tijd is er slechts een zeer
lichte stijging van het aandeel van vrouwen in BEV van 25,4% in 1995 tot
28,5% in 2003, die zelfs lager ligt dan de stijging van de vrouwelijke
tewerkstelling in het algemeen. De toegang voor deeltijdsen in het BEV
laat een beperkte maar relatief belangrijke impact zien op de deelname van
de vrouwen in het BEV: van 21,3% in 98/99 naar 27,6% in
00/01.
Werknemers met BEV komen voor meer
dan de helft uit ondernemingen + 500 werknemers
Het zijn vooral (enkele) grote ondernemingen die een groot stuk uit de
koek van het BEV snijden: 40% van de werknemers met BEV werken in
ondernemingen met 1.000 of meer werknemers. Hierbij kan ondermeer gedacht
aan de automobielnijverheid en de metaal die het BEV aangrijpen om
arbeiders op te leiden in bedrijfsspecifieke bekwaamheden, die hen op de
arbeidsmarkt niet verder helpen, zoals Paul De Grauwe in de Humo van
28/11/06 opmerkte: "De technische kennis die ze (de
automobielarbeiders) hebben opgebouwd bij dat ene bedrijf, wordt op hun
nieuwe werkplek grotendeels nutteloos. Daardoor zijn ze gedwongen een
minder goed betaalde job aan te nemen".
De metaal en de automobielsector hebben ook in het BEV een vrijgeleide
gekregen en het Betaald Educatief Verlof uitgeput die noch aan het BEV, noch aan andere sectoren, noch aan de eigen werknemers
uiteindelijk ten goede komt. Het is voor een goed deel een besparing
geweest voor het bedrijfsbudget waarop deze bedrijfsopleidingen dienden
geboekt.
Langzame stijging van aandeel +45 jarigen in het BEV
Vooral na 01/02 is er een stijging van 16,4% naar 18,2% van
het aantal +45 jarigen dat BEV neemt voor verdere vorming. Dit is een
positieve evolutie die zich verder moet kunnen doorzetten. Vraag is of bij
een verdere sanering van het BEV de +45 niet het eerst zullen afhaken?
Opgesplitst per opleiding blijkt de deelname
van de 45+ begrijpelijk lager te liggen voor het Hoger Onderwijs met 10%
45+ maar aanzienlijk hoger in de Algemene Opleidingen , dwz de
syndicale opleidingen met 30%. In de tabellen Portaal
parameters BEV is het verdere detail terug te vinden.
Gemiddeld aantal uren: dalend na 1995, stijgend voor sectoropleiding in
2004
Het gemiddeld aantal uren per werknemer daalt drastisch na 1995 als
gevolg van de besparingen, ook al wordt vanaf 1996 een forse en continue
stijging van uren en bedragen vastgesteld. De gemiddelde duur van de
sociale promotie (onderwijs) opleiding zakt van 139 uren in 1995
tot 90 in 2000 - een verschil van 49 uren. Bij de opleidingen
erkend door het PK zakt de gemiddelde duur van 75 uren in 1995 tot 58
uren in 2000, een verschil van 17 uren of drie keer minder.
Vooral de werknemers die een erkende kwalificatie wilden behalen hebben de
last van de sanering van 1995 gedragen
De sectoropleidingen hebben zich na 1995 dus
vrij vlug een weinig onder hun 'normale' gemiddelde gestabiliseerd en
halen in 2003-2004 voor het eerst, het onderwijs in. Wat zal er na de
nieuwe crash van het BEV in september 2006 van de kwalificerende
opleidingen en volwssenenonderwijs mét BEV overschieten. Het antwoord
voor de toekomst is misschien al uit bovenstaande grafiek over het
verleden af te lezen.
Matrix
voor de hakbijl in het Betaald Educatief Verlof
Ongeacht de twijfels over de correctheid van de gevraagde uren voor
2003/2004 worden de uren opgedeeld naar opleiding en duur van de opleiding
om na te gaan waar de hakbijl of het chirurgenmes in moest gezet worden.
Het maximaal terugbetaalbare BEV wordt door de sanering beperkt tot
gemiddeld 100 uren.
Aangevraagde
uren Betaald Educatief Verlof
2003/2004
|
Aantal
|
32 - 79 uur
|
80-120 uur
|
120-180
uur
|
Totaal
|
Sectoriële opleidingen
|
706.926
|
227.211
|
912.399
|
1.846.536
|
Sociale promotie
|
408.201
|
852.551
|
354.677
|
1.615.429
|
Algemene opleidingen
|
439.287
|
57.095
|
28.010
|
524.392
|
Ander
|
561.425
|
318.061
|
277.420
|
1.156.906
|
Totaal
|
2.115.839
|
1.454.918
|
1.572.506
|
5.143.263
|
%
per opleiding
|
|
|
|
|
Sectoriële opleidingen
|
38%
|
12%
|
49%
|
100%
|
Sociale promotie
|
25%
|
53%
|
22%
|
100%
|
Algemene opleidingen
|
84%
|
11%
|
5%
|
100%
|
Ander
|
49%
|
27%
|
24%
|
100%
|
Totaal
|
41%
|
28%
|
31%
|
100%
|
%
per duurcategorie
|
|
|
|
|
Sectoriële opleidingen
|
33%
|
16%
|
58%
|
36%
|
Sociale promotie
|
19%
|
59%
|
23%
|
31%
|
Algemene opleidingen
|
21%
|
4%
|
2%
|
10%
|
Ander
|
27%
|
22%
|
18%
|
22%
|
Totaal
|
100%
|
100%
|
100%
|
100%
|
Vooral het eerder beperkt aantal werknemers in
kwalificerend opleidingen zijn de dupe. Welke ook het compromis is dat
nagestreefd wordt, als er geen regeling komt voor kwalificerende
opleidingen met 240 uren BEV per jaar gedurende minstens drie
opeenvolgende jaren, zal de essentie van het BEV niet 'gered' zijn.
Jan Hertogen, socioloog
|