BuG 318 – Bericht uit het Gewisse – 12 april 2016 Onderzoekscommissie: ook de
ongelijke behandeling De
parlementaire onderzoekscommissie zal zich kortelings buigen over de
aanslagen in Brussel. Van twee essentiële elementen zal de
onderzoekscommissie zich ver houden, nl de demografische evolutie van
Brussel dat vanaf 1970 een sterke en constante bevolkingsdaling kende die pas in 2000 door de migratie gestopt is, zie
BuG 303 on-line,
Wat zoudt ge zonder migratie zijn?. Een tweede en nog veel
essentiëler element, is de verregaande uitsluiting van de islam, sedert
1974 erkende godsdienst in België, van de grondwettelijk verzekerde
financiering. De grondwet bepaalt dat, eens erkend elke religie op het
materiële vlak gelijk dient behandeld en dus ook gefinancierd. Door
een actieve tussenkomst van de staat, die hiermee de scheiding van
kerk en staat heeft verbroken, is de islam fundamenteel ongelijk behandeld
en heeft ze de in de grondwet voorziene sociale functie niet kunnen
verzekeren. De redenen waarom de grondwet de materiële gelijke behandeling
van alle godsdiensten voorstaat is nochtans niet min, zo licht de
specialist ter zake, Patrick De Pooter, toe: Uittreksel uit de toespraak De toekomst van de moslims in Brussel is stralend, DWM": 7. Godsdienst, de beste garantie voor sociale orde De grondwet verschaft een wettelijke basis
tot erkenning en betoelaging van de godsdiensten omdat hun erkenning "de
beste garantie is voor het behoud van de (bestaande) sociale orde, voor de
eerbied voor het gezag en de bevordering van de publieke moraliteit."
8. Het is de staat die scheiding kerk en staat niet respecteert Door de islam ongelijk te behandelen heeft de staat zich gedegradeerd tot onbetrouwbaar, in tegenspraak met de grondwet en zijn eigen wetten. Door deze ongelijke behandeling is het de staat zelf die de scheiding tussen godsdienst en staat niet respecteert. Men heeft sinds 1974 aan de islam niet de middelen gegeven om ten volle zorg te dragen voor de opvoeding van haar kinderen, voor de overdracht van haar waarden en normen en de solidariteit, voor het respect voor de orde en de eerbied voor het gezag en de publieke moraliteit, zoals het zo mooi in de grondwet staat. Door de miskenning en onderfinanciering van de islam heeft men in hoge mate zelf de problemen gecreëerd waarvoor men nu denkt te staan. Deze vaststelling nodigt uit tot een grote hersteloperatie met de ondubbelzinnige materiële steun om zich als godsdienst volledig te kunnen uiten en organiseren en haar door de grondwet toegedichte opdracht uit te voeren. Elke regeling die er toe strekt of als gevolg heeft dat de godsdiensten ‘ongelijk’ behandeld worden is onwettelijk, dwz ontbeert een wettelijke basis omdat er geen enkele beperking kan opgelegd worden zoals bv met de moslimexecutieve het geval is, en dat is het oordeel van elke specialist ter zake, die het evenwel opgegeven hebben enige hoop op verandering te koesteren. 9. Overheid legitimeert racisme en maatschappelijke uitsluiting Het is opvallend dat nogal wat tegenstanders van de verzuiling altijd de status-quo en de onderfinanciering van de islam hebben in stand gehouden en de feitelijke exclusie van de islam mede hebben toegelaten. Iedereen is in hetzelfde bedje ziek en legitimeert in feite ook het racisme en de maatschappelijke uitsluiting van een hele bevolkingsgroep, op basis van deze exclusieven tegenover de islam. Als de staat de godsdienst miskent als een fundamenteel burgerrecht, de islam ongelijk behandeld en ze financieel monddood maakt, dan ondermijnt de staat zelf de basis van het vreedzame samenleven van alle burgers. De feitelijke erkenning van de godsdienst en de islam in al z’n onderdelen, hetgeen moet blijken uit de materiële gelijkheid, is de voorwaarde sine qua non waarzonder integratie, gelijke behandeling in werk, onderwijs, sociale huisvesting enz niet mogelijk is. 10. Het ‘pact van de schande’ tussen de Belgische bisschoppen en Onkelinx Tot 1990 was het mogelijk om binnen het kader van het katholieke onderwijs islamlessen aan te bieden zodat toen in de behoefte kon voorzien worden van vele moslimouders en hun kinderen, om binnen het grootste religieuze net het eigen islamonderricht te krijgen. Het is een onderhands (politiek) akkoord geweest tussen behoudsgezinde bisschoppen en Minister Onkelinx om de mogelijkheid van Islamonderwijs binnen het katholieke net uit te sluiten in de hoop dat de allochtonen zich (massaal) naar het publieke net zouden keren. Dat heeft anders uitgepakt. Deze opportunistische katholiek-socialistische politiek heeft er voor gezorgd dat de laatste 21 jaar een echte diaspora gebeurd is voor moslimkinderen zonder veel toegift vanwege het katholieke onderwijs en zonder ondersteuning voor uitbouw van een eigen islamnet. Het feitelijk op gelijke basis behandelen van alle religies en desgevallend moraal in het katholieke net is voor de toekomst een onontkoombare optie. Door terug te grijpen naar de toestand voor
1990 kan men hieraan al tegemoet komen voor wat het islamonderwijs in het
katholieke net betreft. Anders is de uitbouw van een islamnet de enige
‘humane’ keuze die overblijft, wil men de naam democratie nog waardig
zijn." |