BuG 305 – Bericht uit het Gewisse – 3 februari 2016
   
BuG 305 on-line                                   Printversie (9p)

Dienstencheques kosten 3,1 mia € aan de gemeenschap
o.a. 1,9 mia € Sociale zekerheid en 850 mio € minder belastingen



Per VTE wordt 50.695€ uitgegeven waarvan 28.211€ voor loonkost werk-
nemer, dwz slecht 56% van de gemobiliseerde middelen gaat naar jobs.
45% van de ooit gebruikers heeft het laatste jaar geen cheques gekocht.
Gemiddeld aantal gebruikte cheques is in Brussel met 158 extreem hoog,
in het Vlaams gewest 123 en Wallonië 113. Ook worden in Brussel 12,5%
van de aangekochte cheques geteld, wie heeft daar een uitleg voor?
Vermindering belastingaftrek tot 10% in Wallonië zorgt voor verminderd
gebruik, dit in tegenstelling tot het Vlaamse en Brusselse gewest (30%).
 
     
Tabel:
Technische fiche dienstencheques 2003-2015.

 
Sinds mei 2003 volgen we maand na maand de evolutie van en discussies over de dienstencheques. Ondermeer door nauwgezet het beschikbare cijfermateriaal bij te houden. Als er dan al eens een maand was dat we vergaten de cijfers te kopiëren was er altijd dezelfde ambtenaar om deze aan te vullen. Ook nu om het overzicht van 2015 bij te werken. De 'technische' fiche is intussen uitgegroeid tot een database die alle gegevens omvat en een aantal berekeningen die de dienstencheques en haar evolutie in profiel zetten, zie Technische fiche dienstencheques 2003-2015.

Deze tabel kan langs de +jes tot op het grootste detail geopend en gesloten worden. Ze bavat volgende onderdelen.


Vaststelling is dat de jaarlijkse evolutie alsmaar minder in de aandacht gekomen is en spijtig genoeg quasi betekenisloos geworden is. De pogingen van het HIVA om deze evaluaties mee ter hand te kunnen/mogen nemen stranden steeds op de voorkeur voor een commercieel onderzoeksinstituut. De eigen erg kritische evaluaties, soms in opdracht van de vakbeweging, werden dan weer vakkundig door de politiek onder mat geveegd.

En waar blijft het evaluatierapport Dienstencheques van Idea-Consult voor 2014? Enkel de evaluatie voor 2013 is vooralsnog beschikbaar. Of is de evaluatie voor 2014 (en 2015) afgeblazen?

De toewijzing van de dienstencheques aan de gewesten zal allicht weinig veranderen aan deze evaluaties op maat. Het belangrijkste gevolg van de 'vergewestelijking' is dat in de Waalse gemeenschap de dienstencheques maar 10% belastingsvoordeel opleveren, in Brussel en het Vlaams gewest bleef het 30% voordeel voor de gebruiker behouden. Rekening houdend met het aandeel dienstencheques in elk gewest blijft er een gemiddeld voordeel van 25%. Maar in Wallonië heeft deze reductie tot 10% al een gevoelig effect op het aankoopgedrag, in tegenstelling tot het Vlaams en Brussels gewest.

1. De budgettaire kost van de dienstencheques

De vraag dient gesteld hoeveel miljard € dient gemobiliseerd om het systeem van de dienstencheques te doen draaien. Dat is meer dan de dotaties van de RVA vanuit de sociale zekerheid of de netto-kost voor de gebruiker. De totale financiële input voor de dienstencheques bedraagt in 2015 bijna 4 miljard € en deze bestaat uit:

- de effectieve kost voor de gebruiker, dus na aftrek van de belastingsvermindering
- de belastingsvermindering toegekend aan de gebuikers
- de rechtstreekse betoelaging van de ondernemingen in cash
- de bijkomende RSZ-verminderingen langs allerhande systemen
- de bijkomende inzet van middelen in personeel en materiaal (omkadering, lokalen, vervoer)
- de verminderde inkomsten doordat de BTW niet van toepassing is

Dat geeft het volgende plaatje:

Dienstencheques 2015  - detail per kostenpost
RSZ-dotatie 1.600  €  
RSZ andere aftrek 282  €  
Mat.+Omkadering 343  €  
BTW-verlies 577  €  
Belastingskost 287  €  
Gebruiker 860  €     %gebruiker:  21,8%
Totaal 3.949  €        Overheid:  3.089 €

 
2. Het aantal jobs dat door dienstencheques gecreëerd wordt.

De berekening van het aantal VTE gebeurd voor alle jaren op een gelijke wijze. De factoren in deze berekening worden betrokken uit de onderzoeken en evaluaties die de laatste jaren zijn gebeurd. Als gemiddelde jobtime wordt 0,58 aangehouden en het gemiddeld aantal effectief gepresteerde arbeidsuren wordt gelijkgesteld aan het algemene gemiddelde in België, nl 1.600 uren voor in totaal 1976 betaalde uren (260 dagen aan 7,6h). Uitgangspunt is het exact aantal cheques per jaar die elk overeenkomen met 1 effectief arbeidsuur, dwz de aanwezigheid gedurende een uur van een werknemer bij iemand die betaalt met dienstencheques. De niet gepresteerde uren (1976-1600) zijn verlof, feestdagen, klein verlet, ziekte na gewaarborgd loon, verplaatsing enz.

Het aantal jobs gaat dus voort op een toepassing van de arbeidswetgeving waarbij voor 1 uur werk, 1,25 uur betaling voorzien wordt (1.600/1.976). Voor 2015 gaat het dan om 77.888 voltijdse eenheden, omgerekend aan gemiddeld 0,58 jobtime komt dit overeen met 134.290 jobs.
   

  9. Aantal dienstenchequeswerknemers  
  Gem. Jobtime Uren 1 VTE Aantal VTE Aantal jobs
2003 0,58 1.600 139 240
2004 0,58 1.600 3.512 6.056
2005 0,58 1.600 10.759 18.551
2006 0,58 1.600 20.077 34.616
2007 0,58 1.600 30.581 52.726
2008 0,58 1.600 40.721 70.209
2009 0,58 1.600 49.318 85.031
2010 0,58 1.600 59.026 101.769
2011 0,58 1.600 66.107 113.978
2012 0,58 1.600 71.243 122.833
2013 0,58 1.600 75.555 130.267
2014 0,58 1.600 74.909 129.154
2015 0,58 1.600 77.888 134.290

3. De totale kost per Voltijdse JobEquivalent (VTE) en de loonkost per VTE

De totale kost per VTE om het dienstenchequessysteem draaiende te houden is eenvoudig te berekenen: 4 mia €/77.888 of  50.696€. Het aandeel van de overheid in deze totale kost is 39.655€ per VTE.

Als evenwel enkel de 'Ondernemerskost' in rekening gebracht wordt, dwz alle kosten die een werkgever maakt om de jobs operationeel te maken dan gaat het om 35.264€ per VTE. Om tot de brutoloonkost te komen die effectief uitgegeven wordt aan de werknemer dient 25% van deze 'ondernemerskost afgetrokken, zijnde de 20% overschot/winst zoals uit de laatst gekende financiële doorlichting bleek, alsmede 5% voor materiaal en logistiek. Uiteindelijk wordt per VTE 28.211€ besteed om de werknemer te betalen.
 

Totale kost 2015 per VTE: € 50.695
Ondernemingskost 2015 per VTE € 35.264
 Loonkost 2015 per VTE: € 28.211


Men kan de proef op de som nemen door voort te gaan op bv een bruto uurkost van 11€, aan 1976 uren per jaar en daarop 30% werkgeversbijdrage sociale zekerheid te berekenen, hetgeen 28.257€ per jaar geeft.

Het rendement van investering van 50.695€ per VTE is bekeken vanuit de tewerkstellingscreatie en de uitbetaalde lonen aan de dienstenchequeswerknemers 56%. Ter vergelijking, bij de Sociale Maribel, ook een gesubsidieerde tewerkstelling met gelden van de Sociale zekerheid die als dotaties worden toegeleverd aan de sector van niet op winst gerichte bedrijven, is 98%, dwz slechts 2% contextkosten.

4. Wie stelt nog de fundamentele vragen?

De vraag, zoals het HIVA en Jozef Pacolet ze al zovele malen heeft gesteld, blijft of de dienstencheques niet selectiever dienen toegewezen, wat de relatie met de zorg is enz. Ook of de dienstencheques een gemakkelijke en goedkope manier zijn voor gehandicapten met een PAB om kwalitatief onzekere zorg in te kopen zonder daarbij gebonden te zijn aan de sectorbarema's. Wanneer kijkt de sociale inspectie daar eens op toe, en wanneer komen de vakbonden eens wat feller uit de hoek. Het toebehoren tot een PC en de verplichtingen en CAO's daaraan verbonden, vloeit voort uit de activiteit die gebeurt, en is hulp aan gehandicapten niet de kerntaak van de gehandicaptensector?

Zulk een (her)besteding van de dienstencheques met uitschakeling van de niveau's van winst (20%) en van betaling van CEO's weddes (jawel ondernemingen met 3.000 dienstenchequers) zou het rendement van de budgettaire input voor tewerkstelling kunnen doen stijgen van de huidige 56% naar minstens 90%.

Of geeft men er de voorkeur aan om de dienstenchequesfinanciering te zien als een zoethoudertje voor de 'commerciële' ondernemingen om ook eens van de 'betoelaagde tewerkstelling' te proeven, en dan moet men de grote schep eigen voordeel er maar bijnemen. Het moeten niet alleen de grote ondernemingen zijn die belastingsvoordelen hebben, en als de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid van 33% naar 25% dalen dan verruimt dit ook de mogelijkheden om meer voor zichzelf te houden, ook bij de dienstenchequesondernemingen. Behalve voor die van het OCMW, als de lokale besturen er van uitgesloten worden, maar dan kan De Wever nog eens 'positief' reageren. Want hoe zit het nu met de werkgeversbijdrage van z'n personeel in de zorgbedrijven?

5. Evolutie van aankoop en gebruik dienstencheques 2003-2015

Overzichten van Aangekochte en Gebruikte dienstencheques per gewest van 2003 tot 31/12/2015. Gebruikte dienstencheques zijn cheques die ter betaling door de werkgever bij Sodexo worden aangeboden. Bij de het overzicht van de Gebruikte dienstencheques gebeurt de verdeling naar gewest volgens plaats van de vestiging  van de onderneming, bij aankoop het gewest waar de gebruiker woont.
 

         1. Aangekochte dienstencheques
  Vlaams Brussels Waals Totaal
2003 710.213 0 63.291 773.504
2004 6.095.029 195.290 1.820.942 8.111.261
2005 14.635.928 688.748 4.989.137 20.313.813
2006 24.929.905 1.659.061 9.331.746 35.920.712
2007 34.891.212 3.379.182 14.909.524 53.179.918
2008 47.211.727 5.640.336 20.744.843 73.596.906
2009 48.108.554 7.586.882 22.519.271 78.214.707
2010 59.300.065 10.382.968 27.071.321 96.754.354
2011 66.274.861 12.523.281 29.825.823 108.623.965
2012 74.569.579 14.704.110 33.226.541 122.500.230
2013 74.796.893 15.048.344 32.287.275 122.132.512
2014 71.192.402 14.511.171 30.024.918 115.728.491
2015 78.518.851 15.732.489 31.286.684 125.538.024
         2. Gebruikte dienstencheques
  Vlaams Brussels Waals Totaal
2003 212.214 0 10.722 222.936
2004 3.525.144 1.116.947 977.654 5.619.745
2005 8.672.989 5.270.633 3.271.501 17.215.123
2006 17.517.510 8.174.716 6.431.693 32.123.919
2007 26.107.686 12.197.381 10.624.220 48.929.287
2008 33.765.697 16.667.995 14.720.674 65.154.366
2009 40.282.239 20.598.741 18.027.971 78.908.951
2010 47.552.185 25.720.595 21.168.620 94.441.400
2011 52.451.625 29.737.785 23.582.334 105.771.744
2012 57.107.423 31.747.626 25.134.079 113.989.128
2013 61.003.361 33.327.716 26.556.473 120.887.550
2014 61.171.057 33.672.308 25.011.710 119.855.075
2015 64.659.854 35.049.109 24.911.992 124.620.955

   

  Evolutie % gebruikte cheques tav vorig jaar
  Vlaams Brussels Waals Totaal
2003        
2004        
2005 146,0% 371,9% 234,6% 206,3%
2006 102,0% 55,1% 96,6% 86,6%
2007 49,0% 49,2% 65,2% 52,3%
2008 29,3% 36,7% 38,6% 33,2%
2009 19,3% 23,6% 22,5% 21,1%
2010 18,0% 24,9% 17,4% 19,7%
2011 10,3% 15,6% 11,4% 12,0%
2012 8,9% 6,8% 6,6% 7,8%
2013 6,8% 5,0% 5,7% 6,1%
2014 0,3% 1,0% -5,8% -0,9%
2015 5,7% 4,1% -0,4% 4,0%

 
Maandevolutie per jaar bij aankoop:



Maandevolutie per jaar bij aankoop:


Globaal is de aankoop en gebruik gestabiliseerd de laatste 4 jaar op een kleine dip in 2014 (na de stijging van de gebruikersprijs) na. Het verminderen van de belastingsaftrek tot 10% in Wallonië laat zich gevoelen maar wordt door de stijging het Vlaams gewest gecompenseerd.
   

% Verdeling aankoop naar gewest

  % Gewest bij aankoop
  Vlaams Brussels Waals Totaal
2003 91,8% 0,0% 8,2% 100%
2004 75,1% 2,4% 22,4% 100%
2005 72,0% 3,4% 24,6% 100%
2006 69,4% 4,6% 26,0% 100%
2007 65,6% 6,4% 28,0% 100%
2008 64,1% 7,7% 28,2% 100%
2009 61,5% 9,7% 28,8% 100%
2010 61,3% 10,7% 28,0% 100%
2011 61,0% 11,5% 27,5% 100%
2012 60,9% 12,0% 27,1% 100%
2013 61,2% 12,3% 26,4% 100%
2014 61,5% 12,5% 25,9% 100%

2015

62,5% 12,5% 24,9% 100%


Het relatief hoge gebruik van Dienstencheques in Brussel heeft ons altijd onlogisch geleken. De sanering van de Brusselse ondernemingen is begrijpelijk maar zonder echte of zichtbare impact op het gebruik. Worden er in Brussel, onder het mom van persoonlijke dienstverlening dienstencheques gebruikt voor de kuis van gebouwen, bureaus van vrije beroepen, of 'fictief' gebruik?



6. Evolutie van het aantal dienstenchequesondernemingen
   

        2. Jaaroverzicht ondernemingen
  Vlaams Brussels Waals Totaal
2004 497 42 246 785
2005 642 67 329 1.038
2006 833 142 463 1.438
2007 921 214 585 1.720
2008 1.016 315 799 2.130
2009 1.128 425 946 2.499
2010 1.170 450 1.044 2.664
2011 1.198 490 1.066 2.754
2012 1.192 489 1.030 2.711
2013 1.092 425 931 2.448
2014 1.067 424 915 2.406
2015 931 305 711 1.947


 
Misschien moet het Rekenhof haar vernietigende oefening van voor zes, zeven jaren geleden nog eens overdoen? Hun vaststellingen en suggesties van indertijd werden verregaand om niet te zeggen volledig politiek genegeerd.

7. Aantal dienstencheques per gebruiker

Er is geen logische verklaring van het hoger gebruik van dienstencheques in Brussel, behoudens 'oneigenlijk' gebruik.

 
8. Evolutie van 'gebruikers' de laatste 12 maanden en 'ooit' gebruikers


De maandelijkse RVA-statistiek laat toe de dynamiek van de gebruikers vanaf 2009 nauwgezet op te volgen. Zo kan nagegaan hoeveel 'ooit'gebruikers er geweest zijn, en hoeveel er de laatste 12 maanden nog gebruik gemaakt hebben van dienstencheques. Er kan met name een beeld gegeven van de 'uitval' door overlijden (allicht minimaal), door afhaken of door reïntegratie in het zwarte circuit, de activiteit blijft behouden maar niet meer het werken met dienstencheques. Het volume van uitval bedraagt momenteel 45%, dwz dat op 100 personen die ooit een dienstencheque gekocht hebben er 45 zijn die dat de laatste 12 maanden niet meer gedaan hebben. Daar is nooit onderzoek naar gebeurd.

Twijfel aan deze vaststelling kan niet bestaan gezien door ACCOR en nu SODEXO een database wordt bijgehouden van unieke gebruikers waarbij onmiddellijk kan afgeleid of iemand, ook al heeft hij al drie jaar geen cheques meer gebruikt, toch als ooit-gebruiker wordt herkend en dus maar 1 x meetelt.
   

                                 Ooit-gebruikers per jaar
  Vlaams Brussels Waals Totaal
2004 86.541 4.418 29.288 120.247
2005 178.467 9.971 62.744 251.182
2006 282.383 21.211 114.789 418.383
2007 388.851 36.204 173.320 598.375
2008 486.179 53.645 232.636 772.460
2009 590.778 76.875 294.018 961.671
2010 685.977 97.835 349.441 1.133.253
2011 775.489 116.554 399.553 1.291.596
2012 860.109 134.821 445.414 1.440.344
2013 950.839 151.320 486.825 1.588.984
2014 1.031.757 166.996 521.862 1.720.615
2015 1.118.823 182.429 553.420 1.854.672

  

                               Gebruikers laatste 12 maanden
  Vlaams Brussels Waals Totaal
01/2009 349.286 38.420 170.411 558.117
2009 404.983 53.584 202.949 661.516
2010 458.336 66.428 231.866 756.630
2011 501.621 76.488 252.695 830.804
2012 541.557 84.862 268.846 895.265
2013 579.375 89.978 277.248 946.601
2014 600.610 94.698 276.128 971.436
2015 639.398 99.097 278.631 1.017.126

 
In het Vlaams gewest is er een grotere getrouwheid, nl 57%, in Brussel 54% en in Wallonië maar 50%. Ook de evolutie is opvallend van 31% uitval in 2009 naar 55% in 2015.
 

  6. % gebruikers 12 maand/ooit-gebruiker
  Vlaams Brussels Waals Totaal
dec/09 68,6% 69,7% 69,0% 68,8%
dec/10 66,8% 67,9% 66,4% 66,8%
dec/11 64,7% 65,6% 63,2% 64,3%
dec/12 63,0% 62,9% 60,4% 62,2%
dec/13 60,9% 59,5% 57,0% 59,6%
dec/14 58,2% 56,7% 52,9% 56,5%
dec/15 57,1% 54,3% 50,3% 54,8%

  
9. Saldo van nieuwe en weggevallen gebruikers per maand

Voor de overzichten per gewest, zie de technische fiche. In januari 2010 en 2015 hebben er meer gebruikers afgehaakt dan er bijgekomen zijn. Ook in december 2015 is er een dip.


Maar dit overzicht mag niet doen vergeten dat in  de long run er een stijgend aantal afhakers zijn, dwz sinds 2003 meer dan 45%, in 2009 was dat al 30% tav van wie sinds 2003 gebruiker geworden is.

10. Besluit

De Dienstencheques zijn in mei 2003 gestart als een project van Vandenbroucke om 25.000 nieuwe jobs te creëren, binnen een budgettaire enveloppe. Deze is weggevallen en gaat het om het vijfvoudige van de oorspronkelijke opzet. Vooral de commerciële ondernemingen hebben zich op de dienstencheques geworpen om voor hen voordelige zaken te doen met in het begin vooral extreem precaire tewerkstelling. De niet-commerciële ondernemingen hebben zich in dat spoor gezet om ook hun deel van de markt te bedienen De coöperatieve ondernemingen hebben zich gehaast om zich bij de 'op winst gerichte ondernemingen' te scharen.

Het Rekenhof heeft nog alarm geslagen, het HIVA werd tot 2x voor de officiële evaluatie  aan de kant geschoven ten voordele van het commerciële Idea-consult. Het ACV heeft hen dan maar de middelen gegeven om zelf een kritisch geluid te laten horen. Gezien het tewerkstellingsvolume is de dienstenchequestank alsmaar verder gevaren en werd het een cruise voor de aandeelhouders en kaders van de commerciële ondernemingen. 4 miljard is nu het globale kostenplaatje waarvan meer dan 3/4 of 3,1 mia € op kosten van de samenleving.

Het Waals geweest heeft met haar maximum van 10% afhouding al gesnoeid in deze overheidsbetoelaging. De dienstencheques liggen erg gevoelig bij de liberalen en N-VA, daarin snijden zou wel eens in hun eigen vel snijden. Intussen blijven de dienstencheques een icoon om uiterst voorzichtig om te gaan met het geheel van de 'betoelaagde dienstverlening", toch een erg belangrijk deel van het 'overheidsbeslag". Het aandeel van de publieke tewerkstelling/dienstverlening in de loontrekkende tewerkstelling is nog altijd stijgend en bedroeg 45,8% begin 2015.
   

% publieke dienstverlening op loontrekkende tewerkstelling 31/12/2008-31/12/2014
  2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Publieke dienstenverlening 43,5% 44,6% 44,7% 44,7% 45,0% 45,5% 45,8%
Niet-publieke dienstverlening 56,5% 55,4% 55,3% 55,3% 55,0% 54,5% 54,2%
Totaal loontrekkend 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%

  
In tegenstelling tot wat velen denken vormt de publieke dienstverlening de motor van de economie, en niet de 'private commerciële sector' die vooral leeft op kap van de overheid zonder inkomsten te genereren of hun deel van de belastingen te betalen. Het is de bevolking, inbegrepen deze helft van de loontrekkenden die toelaat dat het bedrijfsleven verder kan teren en voor een goed stuk de toegevoegde waarde, gerealiseerd door de publieke dienstverlening, afromen. Voor verder detail en methodologie zie BuG 271 on-line  

De dienstencheques, zijn er, tot spijt van wie het niet graag heeft, een onderdeel van de publieke dienstverlening. Zij zijn een element geworden om de aanvallen op de publieke dienstverlening af te zwakken of te neutraliseren. Ook uit dat oogpunt is het misschien nuttig dat ze blijven bestaan.

Alle gegevens met detail per maand tussen 2003 en 2015 en 19 grafieken (alle +jes moeten dan open zijn) zijn te exploreren in tabel: Technische fiche dienstencheques 2003-2015.

Jan Hertogen, socioloog