BuG 271 – Bericht uit het Gewisse –  29 mei 2015
   
BuG 271 on-line                              Printversie (33p)

Gedachte 1: Als het slecht gaat met het leefloon is het de schuld van de vorige regering zegt Elke en de asielaanvragen stegen met 50% in mei zegt Theo, maar het zal veranderen zeggen beiden.
Gedachte 2: "Een mooie Arabische koningin, met zwart haar, een huid gestreeld door de zon van de Syrische woestijn, staat op de trappen van haar paleis en kijkt naar haar stad, het hart van haar koninkrijk, voor de laatste keer, voor Zenobia gevangen wordt genomen door een Romeinse soldaat... In de verte gaat de zon onder ...en sleept de mooie stad Palmyra mee in eeuwige duisternis" voor wie niet dom wil blijven lees de column van Dyab Abou Jahjah in DS 22/05/2015

Gedachte 3: 'D' ici quelques années nous n'aurons pas assez de gens dans la population active. On ne peut déjà plus corriger ce manque que par l'immigraton", Jan Hertogen op de titelblz van Le Soir van 26/05/2015, met een kort interview op blz 3.
Gedachte 4. "Wie geen minimumdiensten wil organiseren en niet kijkt hoe dit excellent in de Non-Profit is geregeld en dit tot tevredenheid van werknemers én gebruikers, die is niet alleen dom maar negeert ook de verworvenheden van syndicale acties die wél duurzame resultaten hebben opgeleverd" uit Ervaring uit de 7de hemel, nog te verschijnen. Dit ten behoeve van de werknemers in de vuilophaaldienst Gent, het NMBS-personeel en de gevangenisbewakers.

  

Loontrekkende tewerkstelling piekt weer in 2014
met een groei van +0,6% voor alle loontrekkenden samen:
+0,7% voor RSZ-tewerkstelling en -0,4% lokale besturen.
Publieke dienstverlening stijgt van 45,5% tot 45,8% in 2014.

Met details voor alle sectoren en alle leeftijden 2008-2014.
Horeca met eetgelegenheden piekt als nooit te voren,
Post verving maar 1 op 6 gepensioneerden, Spoor staat
voor een catastrofe die niemand meer zal kunnen helen,
uitstroom in Non-Profit eindeloopbaan is het laagst van
alle sectoren dank zij de 32 urenweek voor 55 plussers
+ ander interessants voor wie wil weten voor het spreken.

Tabel
Tewerkstelling 2009, 2013, 2014, aantal, evolutie (met de grafieken)          

Tabel Loontrekkenden 2008-2014 met detail, subtotalen (+publieke dienst)         
Tabel Loontrekkenden en evolutie in aantal en % 2008-2014 (sorteren)               

 

Rechtstreeks naar

1. Inleiding
2. Detail per sector met onderscheid Publieke dienstverlening
3. Vergelijking 2008-2014 per sector (met sorteermogelijkheid)
4. Totaalgegevens met grafieken
    4.1. Primaire sector
    4.2. Secundaire sector
    4.3. Tertiaire sector
    4.4. Quartaire sector

De tabellen met evolutie over 5 jaar zijn geupdated op 30/01/2015.
 
0. Voorbedenking (update 31/05/2015)

In 2014 is er een uitbreiding van de loontrekkende tewerkstelling geweest van 20.615 werknemers of een stijging met 0,6%. Door de stijging van de RSZ-tewerkstelling met 22.215 werknemer (+0,7%) wordt de daling van de tewerkstelling in de lokale besturen van 1.600 (-0,4%) volledig gecompenseerd. Als deze stijging van de tewerkstelling zich doorzet en zal samengaan met de wisseling van generaties waarbij meer babyboomers uitstromen dan er jongeren instromen dan is jobcreatie misschien minder afhankelijk van beleid of conjunctuur dan men denkt. Een secure opvolging op het meest gedetailleerde niveau per sector en dit voor alle leeftijden in een tijdsreeks die nu al teruggaat tot 2008 is dan ook een must voor wie nog geloofwaardig over jobs en tewerkstellingsevolutie wil spreken.
 
1. Inleiding

Dus voor wie zich graag amuseert met het volgen van de evolutie van de tewerkstelling is het weer hoogdag. De RSZ-cijfers voor elk van de 916 deelsectoren op 31/12/2014 zijn ter beschikking gekomen zodat de bestaande tijdsreeks vanaf 2008 kan aangevuld worden. De ontwikkelde formats van de lokale tewerkstelling (RSZ-PPO) zijn nu ook beschikbaar voor de RSZ-tewerkstelling en het totaal kan dus gemaakt voor alle loontrekkende tewerkstelling in België. Hiermee wordt in een oogopslag duidelijk wat de leeftijdsverdeling is per deelsector, wat de evolutie is van 2013-2014 en van 2009 tot 2014, waar het verlies of de winst zit en op welke leeftijden. Maar ook wat de uitstroom eindeloopbaan en wat het 'vervangingspercentage is, dwz of de aangroei in tewerkstelling groter is dan de uitstroom eindeloopbaan.


Het is onmogelijk om al deze tabelletjes en grafieken in beeld te brengen. Zelfs wie het per sector wil doen is enkele uren zoet. Maar wie nog ter zake wil meespreken over de economische evolutie kan niet anders dan dit materiaal ter hand nemen, wil men niet riskeren in de volledige irrelevantie terecht te komen of zomaar wat te zeggen. Het is dus alles samen een harde noot om te kraken maar met een wonderzoet resultaat: inzicht en kennis van zaken.

De tabellen voor lokale besturen (RSZ-PPO), RSZ en het totaal zijn geïntegreerd als 3 bladzijden in een excel tabel. Door voor elke willekeurige sector rij, subtotaal of totaal te kopiëren (één muisklik) en te plakken op de 2de rij van het blad 'grafieken', (een 2de muisklik) kan men onmiddellijk het resultaat zien voor deze sector in 2 tabellen en grafieken.

Voor we in detail gaan voor enkele sectoren illustreren we deze tool met het totaal voor alle loontrekkenden die werkzaam zijn in België, dus lokale besturen en RSZ-tewerkstelling samen. Voor alle gegevens zie tabel Tewerkstelling 2009, 2013, 2014, aantal en evolutie
 
2. Detail loontrekkenden 2008-2014 met opdeling Publieke dienstverlening

In tabel Loontrekkenden 2008-2014 met detail, subtotalen kan men gemakkelijk de deelsectoren opzoeken. Ook vindt men een hergroepering van alle sectoren in publieke en niet-publieke tewerkstelling/dienstverlening. Publieke dienstverlening zijn sectoren waar de overheid volledig, of langs overheidsinstanties in hoofdzaak tussenkomt in de financiering. Voor de opdeling baseren we ons ondermeer op de indeling van het Expertenrapport over de loonkostenevolutie.

De publieke dienstverlening is gestegen van 45,5% van de loontrekkende tewerkstelling in 2013 naar 45,8% in 2014. In 2008 was de publieke dienstverlening goed voor 43,5% en 44,6% in 2009 na de crisis. Hiermee wordt duidelijk dat de publieke tewerkstelling België de crisis heeft doen overleven, en de verdere uitbouw van de publieke dienstverlening maakt België meer crisisresistent.
 

3. % Publieke dienstverlening per sector  2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal loontrekkende werknemers 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
1. Publieke loontrekkende tewerkstelling 43,5% 44,6% 44,7% 44,7% 45,0% 45,5% 45,8%
2. Niet-publieke loontrekkende tewerkstelling 56,5% 55,4% 55,3% 55,3% 55,0% 54,5% 54,2%

 
Deze tabel is ter documentatie, er wordt hier niet verder op ingegaan.

3. Rangschikking deelsectoren naar in- en uitstroom

In tabel Loontrekkenden en evolutie in aantal en % 2008-2014 is het mogelijk om alle 916 sectoren te sorteren in opgaande en neergaande zin wat aantal loontrekkenden, evolutie en evolutie% betreft per jaar en voor de periode 2008-2014. Op deze tabel gaaan we hier niet verder in.

In neergaande zin, dwz volgens vermindering aantal loontrekkende vallen de Bejaardenhomes ROB op, maar dat is omdat er een omzetting geweest is naar RVT-personeel, zie +21.650 in de 2de tabel. Elk cijfer kan dus een ander verbergen, maar meestal is duidelijk waarom er een vermindering of vermeerdering is. Ook personeel winkels 400-2500m2 vermindert maar er komt meer groei bij niet-gespecialiseerde winkels van +2500m2.


Het betreft hier de evolutie over 5 jaar, maar in de tabel Loontrekkenden en evolutie in aantal en % 2008-2014 kan op de evolutie in elk jaar op aantal en % gesorteerd worden evenals op het aantal loontrekkenden zelf. We geven enkel de sectoren met meer dan -2.000 uitstroom en +2000 instroom.

Sectoren in volgorde van vermindering loontrekkenden
  

NACE Uitleg ev.08/14 ev. 08/14
64190 Overige geldscheppende financiële instellingen -15.971 -22,7%
87301 Rusthuizen voor bejaarden (ROB) -10.140 -17,3%
53100 Postdiensten universele dienstverplichting -9.059 -25,9%
49390 Overig personenvervoer te land, n.e.g. -8.409 -65,5%
84220 Defensie -7.665 -18,8%
41201 Algemene bouw van residentiële gebouwen  -7.549 -16,9%
86220 Praktijken van specialisten -7.060 -61,5%
49410 Goederenvervoer over de weg, m.u.v. verhuisbedrijven -6.828 -12,9%
47114 Detailhandel in niet-gesp. winkels  400-2500m2 -6.345 -9,6%
24100 Vervaardiging van ijzer en staal en van ferrolegeringen -6.327 -35,8%
35140 Handel in elektriciteit -4.966 -76,9%
29100 Vervaardiging en assemblage van motorvoertuigen -4.504 -18,7%
84111 Federale overheid -4.485 -11,9%
61100 Uitzenden van radioprogramma's -4.051 -22,1%
94999 Overige verenigingen, n.e.g.  -3.855 -28,3%
43999 Overige gespecialiseerde bouwwerkzaamheden -3.813 -24,1%
81100 Ondersteunende activiteiten tbv voorzieningen -3.763 -48,5%
49100 Personenvervoer per spoor, ook steden -3.452 -8,9%
18120 Overige drukkerijen -3.202 -26,1%
87909 Overige maatsch. dienstverlening met huisvesting, n.e.g. -3.133 -68,5%
28920 Vervaardiging machines delfstoffen en voor de bouw -3.062 -48,4%
29202 Vervaardiging  aanhangwagens, caravans en opleggers -2.865 -69,4%
10712 Ambachtelijke vervaardiging  brood + vers banketbakwerk -2.670 -16,3%
25620 Verspanend bewerken van metalen -2.620 -20,5%
38219 Overige verwerking en verwijdering van ongevaarlijk afval -2.599 -36,4%
13200 Weven van textiel -2.532 -42,0%
61200 Draadloze telecommunicatie  -2.286 -23,8%
13930 Vervaardiging van vloerkleden en tapijt -2.265 -23,8%
31091 Vervaardiging van eet-, zit-, slaap- en badkamermeubelen -2.161 -30,0%
52290 Overige vervoerondersteunende activiteiten  -2.144 -11,8%
87201 Instellingen voor minderjarigen met mentale handicap -2.107 -14,2%
46693 Groothandel in elektr.materiaal, incl. installatiemateriaal -2.041 -17,6%
29320 Vervaardiging andere delen +toebehoren  motorvoert. -2.032 -15,8%

 
Sectoren in volgorde van bijkomende loontrekkenden
 

NACE Uitleg ev.08/14 ev. 08/14
81210 Algemene reiniging van gebouwen 46.118 79,7%
87101 Rust- en verzorgingstehuizen (R.V.T.) 21.650 75,1%
86101 Algemene ziekenhuizen, zonder geriatrische en gespec. 16.737 11,0%
78200 Uitzendbureaus 16.594 15,2%
47115 Detailhandel in niet-gespecialiseerde winkels +2500m2 11.219 374,7%
49310 Personenvervoer te land binnen steden of voorsteden 9.838 65,0%
88101 Activiteiten gezins- en bejaardenzorg zonder (thuis)verpl. 7.855 19,6%
66191 Agenten en makelaars in bankdiensten 6.273 761,3%
35130 Distributie van Electriciteit 5.784 145,9%
84115 Openbare Centra Maatschappelijk Welzijn (O.C.M.W.) 5.328 20,6%
88911 Kinderdagverblijven en crèches  4.844 22,0%
86210 Huisartspraktijken 4.805 154,5%
56102 Eetgelegenheden met beperkte bediening 4.674 25,8%
78100 Arbeidsbemiddeling 4.552 21,5%
96012 Wasserettes en wassalons ten behoeve van particulieren 4.294 447,3%
88995 Beschutte en sociale werkplaatsen  3.876 10,8%
87302 Serviceflats voor ouderen 3.350 891,0%
85421 Officieel hoger onderwijs 3.208 21,5%
47716 Detailhandel in dames-, heren-, baby- en kinderkleding 3.199 15,5%
85422 Vrij gesubsidieerd hoger onderwijs 3.112 15,0%
70220 Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer 3.054 21,5%
86104 Psychiatrische ziekenhuizen 2.983 13,8%
71121 Ingenieurs entechnische adviseurs, exclusief landmeters 2.759 14,6%
86906 Verpleegkundige activiteiten 2.675 23,7%
68321 Beheer van residentieel onroerend goed 2.664 664,3%
85311 Gewoon algemeen secundair onderwijs  Gemeensch. 2.610 2,1%
86904 Geestelijke gezondheidszorg, zonder  psych ziekenhuizen 2.277 856,0%
21201 Vervaardiging van geneesmiddelen 2.177 10,2%
94991 Verenigingen op het vlak van jeugdwerk 2.162 131,7%
62010 Ontwerpen en programmeren van computerprogramma's 2.142 10,1%
88104 Activiteiten van dagcentra voor volwassenen 2.069 4926,2%


Wie de evolutie van elke deelsector wil onderzoeken als onderdeel van de subsectoren dient tabel Loontrekkenden 2008-2014 met detail en subtotaal te raadplegen.

4. Alle loontrekkenden in Belgie naar leeftijd, eindeloopbaanvervanging enz.

Zie Tabel Tewerkstelling 2009, 2013, 2014, aantal, evolutie

RSZ-tewerkstellling stijgt met 0,7%, de lokale tewerkstelling daalt met 0,4% zodat een positief saldo overblijft van +0,6%. Zoals reeds aangegeven kan een deel van de 'achteruitgang' van lokale tewerkstelling op rekening geschreven worden van het doorschuiven van een bejaardenhome van publiek naar een private VZW; het tewerkstellingssaldo dient dus best op globaal niveau bekeken.
 

Totaal loontrekkenden Evolutie 2013-2014
Evolutie 2013-2014 2013 2014 Ev. 13/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   3.719.821 3.740.436 20.615 0,6%   gings-
55-59jr  naar 56-60 jr 363.418 328.287 -35.131 -9,7%   percen-
60-64 jr naar 61-64 jr 117.548 86.578 -30.970 -26,3%   tage:
55-64 jr naar 56-64 jr 480.966 414.865 -66.101 -13,7% 86.716 131%


In bovenstaande tabel wordt nagegaan hoeveel van de 55+ van 2013 terug te vinden zijn als 56+ in 2014. Voor het totaal gegeven is dat -66.101. Gezien er 20.615 loontrekkende bijgekomen zijn is er een instroom geweest in de tewerkstelling (vervanging en uitbreiding samen) van 86.716 loontrekkenden, of een vervangings% van 131% tav van wie de arbeidsmarkt eindeloopbaan verlaten heeft.
   


 

 

In de 2de grafiek wordt een projectie gemaakt van het % evolutie per leeftijdsjaar van het aantal loontrekkenden tussen 2013 en 2014. Tot 30 jaar is er instroom en vanaf 51 begint de uitstroom met een piek op 60 jaar.

In een evolutie op 5 jaar, tussen 2009 en 2014 met een gelijkaardige tabel en grafieken wordt de impact van het beleid na de crisis van 2008 duidelijk.
  

Totaal loontrekkenden Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   3.666.580 3.740.436 73.856 2,0%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 458.218 380.972 -77.246 -16,9%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 402.193 126.255 -275.938 -68,6%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 860.412 507.227 -353.185 -41,0% 427.041 121%


Niet zozeer de relatieve hoogte van de werkloosheid is verwonderlijk, wel de jaarlijkse instroom van nieuwe loontrekkenden, vooral ter vervanging en deels in nieuwe tewerkstelling. Tussen 2009 en 2014 hebben er 353.184 loontrekkenden van 50+ de arbeidsmarkt verlaten. Doordat er 73.856 loontrekkenden zijn bijgekomen betekent dit dat et er 427.041 nieuwe werknemers zijn bijgekomen. De werknemers die va job verwisselen worden hier niet meegerekend. Van de 100 jobs die een nieuwe werknemer vonden zijn er 83% vervangingsjobs en 17% nieuwe jobs. De instroom van nieuwe werknemers ter vervanging van wie de arbeidsmarkt verlaat is met grote voorsprong de grootste tewerkstellingsleverancier, en dat wordt wel eens vergeten.

In tegenstelling met de laatste 15 jaar verlaten nu meer mensen de actieve bevolking dan er jongeren op de markt komen, zodat deze vervangingsdynamiek de komende 25 jaar alsmaar zal versnellen, en zal aangevuld worden met nieuw gecreëerde tewerkstelling, zodat ook bestaande werkloosheid zal opgezogen worden.

In het grafische beeld wordt de leeftijdverdeling van 5 jaar geleden, 2009 met 5 jaar doorgeschoven, dwz de lijn wanneer niemand zou bijgekomen zijn en niemand vertrokken. Daarop wordt de effectieve lijn van 2014 geplakt zodat onmiddellijk duidelijk wordt welk volume en op welke leeftijd is weggegaan (onder de donkere lijn) en hoeveel en op welke leeftijd bijgekomen is, boven de donkere lijn.


   

 

Voortgaande op het algemene beeld van de primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sector wordt ingegaan op enkele deelsectoren.
 
4.1. Primaire sector: de landbouw, een stabiele sector voor 16.617 werknemers

Primaire sector Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   15.051 16.617 1.566 10,4%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 1.466 1.247 -219 -14,9%   percen-
55-64 jr naar 60-64 jr 1.488 575 -913 -61,4%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 2.954 1.822 -1.132 -38,3% 2.698 238%



De landbouwsector boomt bij de jongeren, er is een sterke verjonging bezig ook met de vervanging van elke gepensioneerde door 2,5 werknemer de laatste 5 jaar en een personeelsgroei van 10,4%.

4.2. Secundaire sector: een alsmaar kleiner aandeel in de tewerkstelling

Op een jaar tijd is de tewerkstelling met 2,0% verminderd en is geen enkele gepensioneerde vervangen.
 

Secundaire Sector Evolutie 2013-2014
Evolutie 2013-2014 2013 2014 Ev. 13/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   731.217 716.413 -14.804 -2,0%   gings-
55-59jr  naar 56-60 jr 65.417 55.830 -9.587 -14,7%   percen-
60-64 jr naar 61-64 jr 19.980 14.414 -5.566 -27,9%   tage:
55-64 jr naar 56-64 jr 85.397 70.244 -15.153 -17,7% 349 2%

   
Op vijf jaren tijd is er een daling van de tewerkstelling in de secundaire sector met 50.900 werknemers of -6,6%. Op 3 gepensioneerden is er maar 1 vervangen.
 

Secundaire sector Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   767.313 716.413 -50.900 -6,6%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 94.698 66.999 -27.699 -29,2%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 71.592 20.919 -50.673 -70,8%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 166.290 87.918 -78.372 -47,1% 27.472 35%


Na 35 jaar begint de uitstoot van werknemers al die vanaf 40 jaar accelereert en op 55 jaar in hoog tempo liquideert. De jobcreatie en een perspectief voor werklozen zal zeker niet van de secundaire sector komen, ook al zal deze sector nog voor elke verloren job een veelvoud van overheidstegemoetkoming, belastingvermindering, betaald educatief verlof, premies voor nachtarbeid en wat al meer binnenhalen.
 
4.2.1. De industrie, een uitzichtloze weg bergaf

De lastenverminderingen moeten er voor zorgen dat de secundaire sector, naast de belastingsvrije winsten, nog eens een (laatste) voordeel kan doen door verminderde sociale bijdragen. Daar heeft de automobielindustrie de laatste decennia al het voorbeeld voor gegeven. Voor elke verloren arbeidsplaats in de secundaire sector moet het budget van 4 jobs in de publieke dienstverlening geïnvesteerd worden, hetzij afgebouwd, hetzij niet gecreëerd.

Industrie Evolutie 2013-2014
Evolutie 2013-2014 2013 2014 Ev. 13/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   476.919 467.562 -9.357 -2,0%   gings-
55-59jr  naar 56-60 jr 44.789 37.881 -6.908 -15,4%   percen-
60-64 jr naar 61-64 jr 12.952 9.302 -3.650 -28,2%   tage:
55-64 jr naar 56-64 jr 57.741 47.183 -10.558 -18,3% 1.201 11%


 


Over 5 jaar beschouwd wordt duidelijk dat werknemers in de industrie vanaf 35 jaar al een vogel voor de kat zijn, na 40 jaar is er een alsmaar groeiende uitval. Van vervanging van wie met pensioen gaat is nauwelijks nog sprake. Op 5 jaar beschouwd is dat 1 op 3 werknemers op pensioen, in 2014 was dat maar 1 op 10.

4.2.3. De auto-assemblage

De auto-assemblage is een uitstervende sector met een hoog ouderdomsgehalte wat personeel betreft en een klein aantal jongere werknemers. De druk om langs 'brugpensioen' hier een mouw aan te passen zal groot blijven tot de laatste productie is verdwenen. We brengen de laatste vijf jaar in beeld. Voor elke gepensioneerde ging er nog een fractie van job bijkomend verloren de laatste 5 jaar.
 

Vervaard. en assemblage motorvoertuigen Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   21.859 19.619 -2.240 -10,2%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 3.697 2.425 -1.272 -34,4%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 960 274 -686 -71,5%   tage:
55-59 jr naar 56-64 jr 4.657 2.699 -1.958 -42,0% -282 -14%

 
Het beeld van werknemers in het 'toebehoren van auto's' geeft een hogere spreiding van leeftijden, het is daar dat het schoentje van de werkloosheid zonder perspectief op 'brugpensioen' sterker wringt.
    

 Toebehoren autovoertuigen


4.2.4. Enkele andere onderdelen van de industrie

Voor elk van de deelsectoren kan tot in het kleinste detail nagegaan wat de evolutie is op één jaar als op 5 jaren, zie tabel Tewerkstelling 2009, 2013, 2014, aantal, evolutie.

Voor de chemie bv, een sector met 117.385 werknemers in 2014 en een verlies van 4% de laatste 5 jaar en een vervanging van 2 van de 3 gepensioneerden ziet de leeftijdsverdeling er als volgt uit:
   

Chemie

 
Ook hier is duidelijk dat de generatiewissel hard zal toeslaan en veel jongeren nodig zullen zijn de komende 10 jaar om deze 'dure' werknemers met hoge anciënniteit te vervangen. Voor elke deelsector kan nagegaan worden waar de knooppunten liggen en waar in opleiding, ook volwassenenopleiding dient voorzien.
 
Om het af te leren nog een beeld van de voedingsnijverheid, goed voor 87.976 werknemers in 2014, met een afname van -1,1% op 5 jaar. Ook hier het typische beeld van een oudere werknemersgroep en een vervanging van 9 op 10 gepensioneerden. En daaronder de textielnijverheid waar de laatste 5 jaar blijkbaar een ravage gebeurd is, nl een vermindering van 28.018 werknemers naar 21.606 of -22,2% over alle leeftijden heen met een zeer beperkte instroom van jongeren. Maar ook hier zal het vertrek van de 50+ de komende jaren in de kuiten bijten, ook voor Metaal dat 135.369 mensen tewerkstelt.
 

Voedingsnijverheid

Textiel

Metaal

Metallurgie, producten van metaal

Vervaardigen machines, apparaten en werktuigen


De Metallurgie stelt in 2014 nog 25.415 werknemers te werk, dat is 15,2% minder dan in 2009, met een vervangings% voor gepensioneerden van 0%.

33.434 werknemers in de Vervaardiging van machines, -6,2% op 5 jaar geeft het meest evenwichtige beeld naar leeftijd, pensionering wordt de laatste 5jaar maar met 1 op 2 vervangen maar er is een serieuze instroom van jongeren, en er komt nog een piekje aan van de babyboom.
 
4.2.5. De Bouwnijverheid

De Bouwnijverheid verliest van haar pluimen met een vermindering van 9.530 bouwvakkers de laatste 5 jaar, waarvan -4.711 in 2014, of -2,3%. Van vervanging van gepensioneerden is geen sprake meer geweest, voor elke 3 gepensioneerden is in 2014 nog 1 bouwvakker extra weggegaan.
  

Bouwnijverheid Evolutie 2013-2014
Evolutie 2013-2014 2013 2014 Ev. 13/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   205.541 200.830 -4.711 -2,3%   gings-
55-59jr  naar 56-60 jr 15.431 13.348 -2.083 -13,5%   percen-
60-64 jr naar 61-64 jr 5.886 4.305 -1.581 -26,9%   tage:
55-64 jr naar 56-64 jr 21.317 17.653 -3.664 -17,2% -1.047 -29%


 

Ook hier hetzelfde fenomeen als de industrie, na de leeftijd van 30 jaar is er al een bouwvlucht die langzaam de gehele leeftijdscurve overspant met een versterking vanaf 55 jaar. Anders dan bij de overheid is er het laatste decennium een verjonging gebeurd zodat de -35 jarigen pieken.

4.3. Tertiaire sector

In de tertiaire sector is het te doen, daar wordt de 'commerce' gedaan, daar is de booming business, daar is de jobcreatie, maar daar zal de automatisering en robotisering volgens de moderne profeten toeslaan. We geven het beeld over 1 jaar en over 5 jaar beschouwd.
 

Tertiaire sector Evolutie 2013-2014
Evolutie 2013-2014 2013 2014 Ev. 13/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   1.505.538 1.530.429 24.891 1,7%   gings-
55-59jr  naar 56-60 jr 125.558 114.801 -10.757 -8,6%   percen-
60-64 jr naar 61-64 jr 42.917 32.011 -10.906 -25,4%   tage:
55-64 jr naar 56-64 jr 168.475 146.812 -21.663 -12,9% 46.554 215%

  
De evolutie op 1 jaar toont het belang van de tertiaire sector voor de instroom van jongeren, ook al is uitstroom eindeloopbaan (nog) erg laag en is er geen babyboompiek omdat de sector pas de laatste decennia ontwikkeld is. De piek situeert zich in de kop van de olifant. Voor elke pensionering zijn er 2 die tewerkgesteld worden.

De laatste 5 jaar is er een tewerkstellingsgroei van 71.014 geweest of +4,9% in de tertiaire sector, gezien de beperkte pensionering is het vervangings% 159% of 1,5 werknemer voor elke eindeloopbaan.
  

Tertiaire sector Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   1.459.415 1.530.429 71.014 4,9%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 156.101 132.259 -23.842 -15,3%   percen-
55-59  jr naar 60-64 jr 142.010 46.289 -95.721 -67,4%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 298.111 178.548 -119.563 -40,1% 190.577 159%


De jongereninstroom piekt en zal voor de toekomst de ganse carrière meegedragen worden. Vraag is of de instroom op zo 'n hoog niveau kan blijven en of er geen 'concurrentieslag' komt wanneer andere sectoren omwille van het uitdienst gaan van de babyboom in werknemersnood gaan komen.
 
4.3.1. Eetgelegenheden met volledige bediening

 
Vraag is welke selectie maken we. Het moet relevant zijn maar het mag ook eens plezant zijn. Dus maar beginnen met de loontrekkenden in de "Eetgelegenheden met volledige bediening". Zoals de"Eetgelegenheden met beperkte bediening" beleven die het laatste jaar een echte boom. Blijkbaar hebben de witte kassa's een 'wit' tewerkstellingseffect, en ook bij "cafés en bar" is de tewerkstellingsvermindering in 2014 gestopt.
 

Eetgelegenheden met volledige bediening Evolutie 2013-2014
Evolutie 2013-2014 2013 2014 Ev. 13/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   39.689 41.638 1.949 4,9%   gings-
55-59jr  naar 56-60 jr 2.057 2.036 -21 -1,0%   percen-
60-64 jr naar 61-64 jr 1.172 928 -244 -20,8%   tage:
55-64 jr naar 56-64 jr 3.229 2.964 -265 -8,2% 2.214 835%


 


Over de ganse carièrelijn worden in de restaurants werknemers vanaf 27 jaar vervangen door -17 jarigen. Enkel tussen 45 en 50 jaar is men enigszins 'veilig' maar dat is omdat men allicht 'baas' is van de zaak. Nathalie Meskens zit dus nog een tijdje goed.

Als restaurantpersoneel wordt men niet oud, en wie, als een van de zeldzamen er met pensioen gaat wordt door 8 jongeren vervangen.

4.3.2. Uitzendkantoren, wat zegt hun thermometer over de economie?

Op pensioen als werknemer van een uitzendkantoor is uitzonderlijk; voor elke gepensioneerde zijn er 5 vervangers in de jongere leeftijdscategorieën.
 

Uitzendbureaus Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   106.490 125.933 19.443 18,3%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 6.259 4.425 -1.834 -29,3%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 4.159 1.502 -2.657 -63,9%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 10.418 5.927 -4.491 -43,1% 23.934 533%


De leeftijdsverdeling gelijkt sterk op deze van de horeca, en de nieuwe technologieën en ondersteunende activiteiten (zie hierboven), alsof ook deze sectoren maar 'wegwerp'-sectoren zijn vanaf bepaalde leeftijd. Op  5 jaar tijd is het aantal werknemers in de uitzendsector met 18,3% gestegen tot 125.933. Als enkel naar het laatste jaar gekeken wordt is deze stijging nog +10%
 

Uitzendbureaus Evolutie 2013-2014
Evolutie 2013-2014 2013 2014 Ev. 13/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   114.464 125.933 11.469 10,0%   gings-
55-59jr  naar 56-60 jr 3.977 3.636 -341 -8,6%   percen-
60-64 jr naar 61-64 jr 1.301 1.058 -243 -18,7%   tage:
55-64 jr naar 56-64 jr 5.278 4.694 -584 -11,1% 12.053 2064%


 

4.3.3. Dienstencheques-tewerkstelling: een tewerkstellingsmachine voor alle leeftijden

Hier wordt enkel een beeld opgehangen van de dienstenchequestewerkstelling zoals door de RSZ is samengebracht onder de codenummer 81.120, nl de  Algemene reiniging gebouwen. Deze is te onderscheiden van code 81.220, Overige reiniging en Industriële reiniging. Ook ontbreekt hier dienstenchequestewerkstelling in de lokale besturen (RSZ-PPO) die geen aparte code meegekregen hebben. Toch komt op basis van code 81.120 een beeld tot stand dat 85%van de dienstenchequestewerkstelling betreft. Het geeft meteen ook een beeld van 85% van deze dienstenchequestewerkstelling in het algemeen.

Op 5 jaar tijd is dit segment met 48,4% gegroeid tot 103.949 werknemers. Er is begrijpelijk nog praktisch geen sprake van pensionering, voor elke gepensioneerde zijn er 10 die bijgekomen zijn de laatste 5 jaar.

 

Algemene reiniging gebouwen Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   70.060 103.949 33.889 48,4%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 8.692 8.633 -59 -0,7%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 7.038 3.267 -3.771 -53,6%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 15.730 11.900 -3.830 -24,3% 37.719 985%


De bijkomende werknemers spreiden zich uit over de ganse leeftijdscurve tot 58 jaar, een unicum wat tewerkstellingsinput betreft, met daarbij nog een piek op 45 jaar. Het betreft hier dus de bij de RSZ- aangegeven dienstenchequesjobs, zonder de tewerkstelling van dienstenchequeswerknemers bij de lokale besturen die allicht een gelijkaardige leeftijdscurve zouden laten zien.
  
4.3.4. Het Spoor voor de grote uitloop

Het vervangingspercentage is bij het spoor toch nog bijna 2 op 3. De komende jaren zal dat drastisch moeten verhogen wil het spoorvervoer niet ten onder gaan.
 

Personenvervoer per spoor Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 13/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   38.907 35.218 -3.689 -9,5%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 11.612 8.507 -3.105 -26,7%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 6.860 1.118 -5.742 -83,7%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 18.472 9.625 -8.847 -47,9% 5.158 58%


 


Binnen 5 à 10 jaar is meer dan de helft van het spoorwegpersoneel verdwenen, vooral de huidige 40-50 jarigen staan dan met de billen bloot en de verjonging wordt maar met mondjesmaat doorgevoerd, of in feite niet doorgevoerd. Waar moet dat eindigen.

4.3.5. De Post na de grote uitloop - Een beeld over 5 jaar

Van de 33.424 postmannen in 2009 zijn er 7.537 uit dienst. Tegenover de 8.959 die met pensioen gingen zijn er maar 1.421 nieuwe bijgekomen zodat het negatief saldo uiteindelijk 7.537 geworden is, of een vervanging van 16% of 1 op 5.
 

Postdiensten in het kader universele dienstverplichting Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 13/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   33.424 25.887 -7.537 -22,5%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 6.131 4.502 -1.629 -26,6%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 7.923 594 -7.329 -92,5%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 14.054 5.096 -8.958 -63,7% 1.421 16%


De piek van 55-60 jarigen is uit de postdienst verdwenen zodat de uitstroom van de huidige 55-60 jarigen maar met mondjesmaat zal gebeuren. De recente verjonging die maar met mondjesmaat op gang is gekomen zal alleszins moeten versterken wil ook hier een 'postramp' vermeden worden.

De 'uitdaging' die Thijs, voorzover hij wat met NMBS zal te maken hebben, te wachten staat bij het spoor is evenwel van een ander kaliber. Daar is het te verwachten dat er een uitverkoop zal gebeuren aan private maatschappijen. Niet voor niets worden spoor en post bij de 'voor winst marktdiensten' gerekend in de Europese classificaties
 
4.3.6. Enkele geselecteerde sectoren
 
Voor enkele sectoren geven we het grafische beeld van de evolutie over 5 jaar

Een bijna volgroeide sector is de groot- en detailhandel, met een recente jonge input en een uitstroom langs pensionering die nog een 10 jaar  op zich zal laten wachten. Informatica en communicatie is in opbouw met een forse uitstroom op 60 jaar van wie in overheidsbedrijven werkt. Als enkel Computer en Internet genomen wordt ontstaat een ander beeld. Voor de papieren dragers is er een uitval op alle leeftijden, en een beperkte instroom van jongeren.

Groot- en Detailhandel - 483.823 werknemers, +1,9% op 5 jaar

Informatie en communicatie - 94.016 werknemers, -1,1% op 5 jaar

Computer en internet - 49.464 - +12,8% op 5 jaar

Papieren dragers - 9.467 werknemers, -11,2% op 5 jaar


Een andere rayon zijn de financiële activiteiten en verzekeringen. Vanaf 60 jaar gaat deze goed verdienende sector met pensioen. De instroom bij financiële activiteiten is de laatste 15 jaar afgezwakt. De vervanging van wie met pensioen gaat is dan ook maar 1 op 3. Een onderdeel van de financiële activiteiten zijn de holdings waarbij de leeftijdspiek uit 40-tigers bestaat. Zij zijn vooral actief geworden bij de ontmanteling van de ASLK, hetgeen de weg heeft vrijgemaakt voor de wilde dromen die uiteindelijk tot de bankencrisis geleid hebben. Zij leiden vooralsnog altijd de Holdings die de experten leveren voor belastingontduiking, woekerwinsten en het pluimen van de (rechts)staat. Wie grafieken kan lezen kan het land besturen zonder in het zak gezet te worden. Bij de verzekeringen is het nog altijd goed toeven met een stabiele leeftijdsverdeling over de gehele carrière en een volledige vervanging van wie met pensioen gaat .De verzekeringssector benadert uit dat oogpunt het onderwijs (zie verder).
  

Financiële activiteiten - 74.107 werknemers, -8,6% op 5 jaar

Holdings - 11.202 werknemers, -6,7% op 5 jaar



Verzekeringen - 50.980 werknemers, +1,5% op 5 jaar

 

Werknemers bij vrije beroepen, wetenschappelijke en technische activiteiten, oa boekhouders, 147.714 werknemers, +9,9% op 5 jaar. Een jonge sector met nog altijd een alsmaar verjongende instroom. Ook hier zal de concurrentie vergroten wanneer de babyboom op volle snelheid zal uitstromen en moet vervangen worden. En zien of men op 30 jaar al niet opgebrand is en weggeworpen wordt zoals duidelijk zichtbaar is voor de 30-40 jarigen, enkel vanaf 40-60 jarigen is er enige stabiliteit.

 Werknemers bij vrije beroepen, wetensch. en techn. activiteiten


Private beveiligingsdiensten, die zoals nu gevorderd worden voor de beveiliging en controles van het justitiepaleis in Brussel, zullen aan belang winnen; in tegenstelling tot de gevangenisbewaking (zie verder) zijn het diensten met meer jongeren en een grotere diversiteit, maar ook met een grotere wisseling van personeel over alle leeftijden, met toch nog een tewerkstellingsstijging van 3% over 5 jaar.
   

Private Beveiligingsdiensten


4.4. Quartaire sector - Overheden, onderwijs en de niet voor winst marktdiensten
 
De quartaire sector is op 5 jaar gegroeid met 52.176 of +3,7% tot 1.476.977(spoor, post, vervoer enz worden hier dus niet meegeteld als publieke tewerkstelling).
   

Quartaire sector Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   1.424.801 1.476.977 52.176 3,7%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 205.953 180.467 -25.486 -12,4%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 187.103 58.472 -128.631 -68,7%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 393.057 238.939 -154.118 -39,2% 206.294 134%


De quartaire sector is een 'volgroeide' sector met een babyboompiek die voor 134% vervangen wordt, dwz dat voor elke uitstroom er 1,3 nieuwe aanwerving is. Toch belangrijk om op te merken is dat er de laatste vijf jaar 154.118 werknemers in de quartaire sector met pensioen gegaan zijn en dat er naast hun vervanging nog eens 52.176 werknemers bijkomend in dienst gekomen zijn. De laatste vijf jaar was de quartaire sector in staat om 206.294 nieuwe mensen tewerk te stellen.

Ter vergelijking, in de Tertiaire sector stroomden 119.563 werknemers uit door pensionering en zij werden aan 1,5 werknemer vervangen, dwz er kwamen nog eens 71.014 werknemers bij, of een stijging van 4,9% tot 1.530.429. In totaal moest de tertiaire sector dus 190.577 nieuwe werknemers zoeken op 5 jaar tijd. Dat is minder dan de quartaire sector waar er meer pensioneringen waren. Maar ook in de tertiaire sector zullen de pensioneringen toenemen en voor een grotere 'strijd om de werknemer' zorgen.
 
4.4.1. Openbaar bestuur, defensie, sociale verzekeringen
 

Onder de sectie, Overheidsbestuur staan in 2014 377.5890 ambtenaren ingeschreven, dat is 12.984 minder dan in 2009 of -3,3%. Tegenover de 53.378 met pensioenstellingen staan 40.394 aanverwerving of een vervangings% van meer dan 2 op 3.
  

Openbaar bestuur, defensie, sociale verzekeringen Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   390.574 377.590 -12.984 -3,3%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 65.032 53.752 -11.280 -17,3%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 60.570 18.472 -42.098 -69,5%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 125.602 72.224 -53.378 -42,5% 40.394 76%

 
4.4.1.1. Federale ambtenaren
 
Bij de gemeentelijke ambtenaren zagen we een vervangings% van 2 op 3. Hoe zit het bij de federale ambtenaren, dwz ambtenaren die in het overheidsbestuur zijn ingeschakeld?
 

Federale ambtenaren Evolutie 2013-2014
Evolutie 2013-2014 2013 2014 Ev. 13/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   33.786 33.196 -590 -1,7%   gings-
55-59jr  naar 56-60 jr 7.283 6.782 -501 -6,9%   percen-
60-64 jr naar 61-64 jr 2.536 1.740 -796 -31,4%   tage:
55-64 jr naar 51-64 jr 9.819 8.522 -1.297 -13,2% 707 55%

 
1.297 federale ambtenaren overheidsbestuur zijn met pensioen gegaan in 2014 maar het personeel is maar verminderd met 590 zodat er toch nog 707 in vervanging gekomen zijn of 1 op 2 in 2014.

Evolutie over 5 jaar:

Federaal overheidsbestuur Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   37.323 33.196 -4.127 -11,1%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 7.748 7.306 -442 -5,7%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 9.220 2.691 -6.529 -70,8%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 16.968 9.997 -6.971 -41,1% 2.844 41%


Van de 37.323 federale ambtenaren in 2009 worden er in 2014 nog 33.127 geteld, dwz een vermindering met 4.127 of -11,1%. 6.971 ambtenaren zijn met pensioenn gegaan en er zijn maar 2.844 werknemers bijgekomen, of een vervangin,gspercentage van 1 op 3 op 5 jaar.
 
4.4.1.2. Overheidsbestuur mbt Buitenlandse zaken, bedrijfsleven, maatschappelijk leven

Ook hier een inkrimping van 10,2% van de 31.792 ambtenaren in 2009. Dwz een uit dienst gaan eindeloopbaan van 4.837 en een input van 1.602 ambtenaren betekent dit een vermindering van 3.235 ambtenaren op 5 jaar tijd.

Buitenlandse zaken, bedrijfsleven, maatschappelijk leven Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   31.792 28.557 -3.235 -10,2%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 4.528 4.057 -471 -10,4%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 6.286 1.920 -4.366 -69,5%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 10.814 5.977 -4.837 -44,7% 1.602 33%


4.4.1.3. Federale politie (zonder de lokale politie)

De uitstroom van gepensioneerden met 433 federaal politiepersoneel wordt verhoogd met een uitstroom van 173 eenheden in 2014 zodat er een personeelsvermindering is van -606 of -3,9%. Dat wordt enigszins gecompenseerd door een verhoging van 106 bij de lokale politie maar het saldo blijft toch -500 op een korps dat in 2013 nog 49.342 eenheden telde. Als aandacht voor de veiligheid kan dat tellen.

Federale Politie  (zonder lokale politie) Evolutie 2013-2014
Evolutie 2013-2014 2013 2014 Ev. 13/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   15.347 14.741 -606 -3,9%   gings-
55-59jr  naar 56-60 jr 1.643 1.302 -341 -20,8%   percen-
60-64 jr naar 61-64 jr 335 243 -92 -27,5%   tage:
55-64 jr naar 51-64 jr 1.978 1.545 -433 -21,9% -173 -40%


Bij de federale politie is het dus zo dat voor elke 2 politiemannen die met pensioen gaan er nog 1 is die uit dienst is gegaan 2014.

4.4.1.4. Personeel van de strafinrichtingen - schandaalsector wat verjonging betreft

Overal waar verjonging zich aandient en waar er een 'bult' van veroudering van personeel is, slagen deze oudere werknemers er in om de 'migranten', de 'vreemden' de 'bruin' om niets ergers te noemen, buiten te houden en liever nog hun zielige stakingen zonder minimumdiensten te houden dan een personeelsbeleid te voeren dat echt voor een diversiteit zorgt, niet alleen zoals men vaststelt in het publiek van de gevangenissen maar ook in de bewaking.
 

Strafinrichtingen Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   27.381 26.516 -865 -3,2%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 3.792 3.372 -420 -11,1%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 4.846 1.690 -3.156 -65,1%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 8.638 5.062 -3.576 -41,4% 2.711 76%



Ook hier maakt een grafiek duidelijk met welk een achterlijkheid het personeelsbeleid gevoerd wordt in het gevangeniswezen, allicht ook met legitimatie door vakbonden die het nog altijd niet begrepen hebben. Maar ook hier zal de generatiewisseling zware bressen slaan in dit uniformberoep bij uitstek en de weg vrijmaken voor de diversiteit en tewerkstellingskansen voor iedereen.

4.4.1.5. Verplichte sociale verzekeringen, sociale zekerheid enz

Sociale verzekeringen - 31.733 werknemers, -2,2% op 5 jaar


Uit de grafiek kan opgemaakt worden dat 15 jaar geleden  er een herneming geweest is van de aanwervingen. Momenteel is er een evenwicht in de instroom jongeren en uitstroom langs pensionering. Maar ook hier zal de komende 10 jaar een gat geslagen worden door de babyboomgeneratie die vertrekt.

De ambtenaren die met pensioen, ziekteverzekering, werkloosheid, leefloon enz begaan zijn is ook het "grote vaatje" waarin voor het basisinkomen de financies zouden moeten gevonden worden om het te financieren. Zo te zien mogen zij het basisinkomen dan wel vergeten.
 
4.4.2.
Onderwijs, en geoliede zelfoplossende werkmachine

Omdat het drie verschillende profielen zijn onderscheiden we het onderwijs in kleuter/lager/secundair onderwijs, het hoger onderwijs en de beroepsopleiding. In het algemeen is het onderwijs bij uitstek de sector die zich in alle omstandigheden zelf heeft kunnen bedruipen wat personele behoeften betreft. 25 jaar geleden was er een tijdelijke boom en sinds 15 jaar kunnen alle nieuwe behoeften voldaan met een instroom die altijd vanuit het niets opduikt maar er altijd wel staat. Alleen de wiskundeleraars klagen nu dat er maar 20% wiskunde-masters voor de klas staan. Dat kan enkel gecorrigeerd worden als er meer scholieren voor wiskunde-masteropleiding kiezen natuurlijk.
  

Kleuter, lager, secundair - 328.881 werknemers, -0,4% op 5 jaar


In de "Wonderlijke vermenigvuldiging van de leerkrachten" hebben we er reeds op gewezen, zie BuG 234. In tegenstelling tot de vermeende vaststelling dat jonge leerkrachten na vijf jaar het nogal eens voor bekeken houden zijn het vooral de 30-35 jarigen die de leeftijdspiek vormen, dwz de jongeren van de laatste 5 jaar, die in grotere getale dan zij weggaan terugkomen. Met een kleine babyboompiek zal er nog wat druk komen op de instroom van onderwijspersoneel maar dat heeft zich ook de laatste 15 jaar geluidloos opgelost in het onderwijs tot secundair niveau. In 2014 was er een stijging met 0,7% tav 2013.

Vrij Hoger Onderwijs - 23.907 werknemers, +13,8% op 5 jaar

Officieel hoger Onderwijs - 18.141 werknemers, +13,6% op 5 jaar


Het was aantrekkelijk om de beide netten eens naast elkaar te leggen, met toch wel verrassend, een erg gelijke leeftijdsopbouw en piek bij de 27 jarigen, zonder een grote uitstroom van gepensioneerden, ook de babyboom is hier volledig afwezig. Les geven in het hoger onderwijs is een gegeerde zaak voor ambitieuze jongeren. Als dat niet alleen kan afstralen op de kwaliteit en diversiteit van het hoger onderwijs, maar ook op de kwaliteit van het onderzoek en de maatschappelijke relevantie ervan, dan moet het beste nog komen. Ook hier leren grafieken veel over wat de toekomst zal bieden.

De beroepsopleiding toont een gelijke spreiding over de leeftijden met een uitval vanaf 50 jaar en een gelijke instroom tot 35 jaar,. De beroepsopleiding betrfet een toch niet onbelangrijke groep van lesgevers. Zeker ook omdat de beroepsopleiding het komende decennium sterk aan belang zal winnen omwille van de krapte op de arbeidsmarkt en de generatiewisseling. De verder uitbouw van de beroepsopleiding en een grotere afstemming van het reguliere onderwijs op volwassenen zal noodzakelijk blijken.
  

Beroepsopleiding - 12.572 werknemers, -1,0% op 5 jaar

 

4.4.3. Welzijns- en gezondheidszorg, een wissel op de toekomst

Met 576.853 werknemers in 2014 zijn de Gezondsheidszorg en Maatschappelijke dienstverlening een coherente sector met het grootste gewicht in de economie van België.Het met pensioen gaan is beetje bij beetje op gang gekomen en dezen worden meer dan vervangen, er is een gestadige groei in de instroom van jongere werknemers zodat er een tewerkstellingsaangroei met 54.433 of +10,4% op 5 jaar is gebeurd. De tewerkstellingscreatie is in feite 93.138 eenheden groot maar hiervan dienen de 38.705 afgetrokken die met pensioen zijn gegaan.
  

Gezondheidszorg en Maatschappelijke Dienstverlening Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   522.420 576.853 54.433 10,4%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 71.938 66.761 -5.177 -7,2%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 55.771 22.244 -33.527 -60,1%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 127.710 89.005 -38.705 -30,3% 93.138 241%


4.4.3.1. Gezondheidszorg

Omwille van het onderscheid Gezondheidszorg als federale materie en Welzijnszorg als in hoofdzaak gemeenschapsmaterie (Bejaardenhomes zijn hier ondergebracht en worden pas in 2015 gecommunautariseerd) brengen we ze hier ook apart in beeld, met de evolutie over vijf jaar.

Een stijging met 9,5% in de Gezondheidszorg tot 241.582 werknemers, waarbij voor elke eindeloopbaanuitstroom 2 werknemers in dienst komen. Opmerkelijk is dat tot de leeftijd van 55 jaar er een surplus is in de aanwerving en dit over de ganse leeftijdscurve met een piek tussen 25 en 28 jaar en een terugval omwille van de procreatie op 30 jaar. De stabiliteit van deze tewerkstelling geeft haar een grote aantrekkingskracht en de aankomende uitstroom van de babyboomgeneratie zal deze aantrekkelijkheid nog verhogen en de strijd om de beste werknemers in alle hevigheid doen uitbarsten.
  

Gezondheidszorg Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   220.652 241.582 20.930 9,5%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 31.932 29.611 -2.321 -7,3%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 26.607 9.892 -16.715 -62,8%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 58.539 39.503 -19.036 -32,5% 39.966 210%


 

4.4.3.2. Maatschappelijke dienstverlening (Welzijnszorg)

In de Maatschappelijke dienstverlening of Welzjnssectoren is het niet anders. Een groei van 11,1% of +53.172 de laatste 5 jaar tot 335.271 werknemers. 19.669 stroomden uit door eindeloopbaan en werden vervangen en nog eens 33.503 kwamen erbij.
   

Maatschappelijke dienstverlening Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   301.768 335.271 33.503 11,1%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 40.006 37.150 -2.856 -7,1%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 29.164 12.352 -16.812 -57,6%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 69.171 49.502 -19.669 -28,4% 53.172 270%

  
Hier is uitdrukkelijker een babyboompiek aanwezig die de komende 15 jaar zal uitstromen zodat ook voor de jongereninstroom er zich een piek zal vormen. De welzijnszorg is' the place to be' voor wie zich wil verzekeren van een kwaliteitsvol werk, goed betaald met tweejaarlijkse anciënniteitsverhogingen, een loonspanning binnen barema van 1.78, eindeloopbaandagen bijkomend aan het normaal verlof van +12 dagen op 45 jaar, +24 op 50 jaar en +36op 55 jaar. Vandaar dat de uitstroom maar begint ver in de 60-jarigen. En vakbonden die klaar staan om elke ingreep op deze arbeidsvoorwaarden onmiddellijk af te straffen.

Voor het beeld van de bejaardenhomes dienen ROB en RVT samengeteld omdat een aantal 'bedden' van ROB in RVT zijn omgezet. 98.818 werken in 2014 in Bejaardenhomes, 10,6% meer dan in 2009. En dat terwijl in Brussel en Wallonië het aantal bedden in bejaardenhomes afneemt. De groei gebeurt dus vooral langs Vlaamse kant.
 

Bejaardenhomes Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   89.380 98.818 9.438 10,6%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 11.247 10.441 -806 -7,2%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 8.358 3.280 -5.078 -60,8%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 19.605 13.721 -5.884 -30,0% 15.322 260%



Ook hier is er continue instroom van werknemers tot 52 jaar en blijft een goed deel van de werknemers actief na 60 jaar, en dit als gevolg van de eindeloopbaanregeling in de Non-Profitsectoren. Dat Peter Mertens dit niet als een 'briljant' idee weerhoudt is moeilijk te begrijpen, of is het gemakkelijker om voor een vooralsnog onhaalbare 30-uren week te pleiten. Terwijl al vanaf 2000 een werkbaar en door vakbonden van de Non-Profit sector eindeloopbaanregeling van toepassing is dat ten goede komt aan meer dan een half miljoen werknemers. Een uitbreiding van deze regeling of een toepassing waarbij 58 jarigen bv 12 extra verlofdagen krijgen, 60 jarigen 24 dagen en 62 jarigen 36 dagen extra verlof, voor alle werknemers zou voor een echte doorbraak kunnen zorgen, zonder daarom de bestaande SWT-toeslag af te korten. Hoe is de negatie van deze effectieve en aan de werknemer tegemoetkomende eindeloopbaanregeling te begrijpen. Vandenbroucke, de bedenker nochtans, moet er niet van weten omdat het ook voor deeltijdsen van toepassing is, het ACV omdat het blijkbaar de jaloersheid heeft opgewekt van andere sectoren, die van de Non-Profit moeten zo al niet 'werken' en dan krijgen ze nog 36 verlofdagen cadeau op 55 jaar. Begrijpe wie kan.
 
Merk de hoge tewerkstelling na 60 jaar die pas na 62 jaar echt begint af te kalven. Er is al aangetoond, en dat wordt met deze cijfers en grafieken bevestigd, dat de uitstroom na 55jaar en ook na 60 jaar in de welzijns- en gezondheidssectoren maar 1/3 is van deze van elke andere sector. En let wel, hier is de tewerkstelling in OCMW ziekenhuizen en rusthuizen nog meegerekend waar meestal op 60 jaar gestopt wordt.
 
Als enkel de RSZ-tewerkstelling in de Bejaardenhomes (private, zowel vzw als commercieel) wordt in beeld gebracht ziet men dat pas na 58 jaar een zekere uitstroom. In de publieke homes is de terugval op 60 jaar loodrecht. Duidelijk is ook dat de publieke sector 1/3 van de bejaardenhomes runt.
  

Private bejaardenhomes - 63.562 werknemers, +13,5% op 5 jaar

Publieke bejaardenhomes - 35.166 werknemers, +5,7% op 5 jaar


4.4.3.3. Niet-Residentiële welzijnszorg tav bejaarden, gehandicapten, kinderen

Eerst geven we het globale overzicht van de niet-residentiële zorg met daarna het onderscheid thuiszorg voor bejaarden en de kinderopvang. Alle tendensen van de vorige sectoren worden hier nog versterkt. Met het uitwuiven van de babyboompiek kan ook hier voor secundair geschoolden de strijd om de jobs verder gevoerd worden.

Niet-Residentieel - 94.933 werknemers, +20,8% op 5 jaar

Gezins- en
bejaardenhulp - 47.993 werknemers, +15,4% op 5 jaar

Kinderopvang - 26.890 werknemers, +11,7% op 5 jaar


Deze drie grafieken illustreren dat een samenvattend overzicht grote verschillen kan maskeren. In de Gezins- en bejaardenhulp zijn vele oudere werknemers actief met een piek op 51 jaar, die binnen 10 à 15 jaar de actieve bevolking zullen verlaten zonder dat er al een potentieel jongere werknemers gevormd is. Dat wordt een ware uitdaging waar ook de meisjes en vrouwen uit de migratie, met hoofddoek als ze dat wensen, een cruciale rol in zullen spelen.

Voor de kinderopvang is er maar een kleine babyboompiek maar hier is de uitbouw van de sector vooral gebeurd door jongeren, de piek van 24 jarigen zal nog groeien en de behoeften zullen niet kleiner worden. Ook de kinderverzorgsters zullen zich, ook al omwille van hun polyvalentie, richten naar degenen met de beste arbeidsvoorwaarden en het strikte nakomen van de CAO's in de sector.

De GATTs, Bolkensteins en andere TIPP's zullen onder het waakzaam oog van de vakbonden in de Non-Profitsectoren, niet moeten raken aan de basisverwezenlijkingen van het begin van deze eeuw.

4.4.3.4. Beschutte en Sociale Tewerkstelling

Omwille van haar specifieke plaats in het tewerkstellingslandschap ook een beeld van de Beschutte en sociale tewerkstelling.



De instroom van jonge gehandicapten of sociaal behoeftigen is de laatste 2 decennia sterk verminderd en de beschutte/sociale tewerkstelling is vooral een zaak van de babyboomers met speciale behoeften, die de komende 10 à 15 jaar uit de arbeidsmarkt zullen verdwijnen. De vraag is of voor -45 jarigen en voor de instromers alternatieven kunnen of moeten gevonden, zonder hen over te leveren aan de markt waar zij zich, met een rugzakje, tegen een bepaalde prijs kunnen verkopen?

Nog aangeven dat, mede onder stimulans van de vakbonden, ook de gasten van de beschutte en sociale werkplaatsen de eindeloopbaanregeling kennen, hetgeen ook af te lezen is uit de lichtblauwe lijn op deze grafiek.

4.4.4. Kunst, Amusement en Recreatie - een niet te verwaarlozen tewerkstellingsbron

Cultuur levert een tewerkstellingssurplus op van 2,7% de laatste 5 jaar en stelt in 2014 47.318 mensen te werk. Het met pensioen gaan van werknemers wordt voor 134% vervangen. Er is een aanzienlijke verjongen van de sector aan de gang. De cultuursector loopt als het ware wat voorop in de generatiewissel.
   

Kunst, Amusement en Recreatie Evolutie 2009-2014
Evolutie 2009-2014 2009 2014 Ev. 09/14 % Evolutie Saldo werk Vervan-
Totaal   46.061 47.318 1.257 2,7%   gings-
50-54jr  naar 55-59 jr 6.147 5.889 -258 -4,2%   percen-
55-59 jr naar 60-64 jr 5.742 2.350 -3.392 -59,1%   tage:
50-59 jr naar 55-64 jr 11.889 8.239 -3.650 -30,7% 4.907 134%


4.4.4.1. Kunst en cultuur/Bibliotheek, musea en natuur/Sport, recreatie en ontspanning.

Onder drie titels volgt een korte doorgang in de rubriekcultuur: Kunst en cultuur, Bibliotheek, musea en natuur en tenslotte Sport, recreatie en ontspanning.
   

Kunst en Cultuur - 13.187 werknemers, +8,6% op 5 jaar

Bibliotheek, Musea en Natuur - 12.386 werknemers, +1,1% op  jaar

Sport, Recreatie en Ontspanning - 21.745 werknemers, +0,4% op 5 jaar

Verjonging bij Kunst, Cultuur en Sport, Recreatie en Ontspanning is volop aan de gang. De van de gemeenten afhankelijke bibliotheken, musea en natuur met een oudere personeelsbezetting mogen zich in de haren krabben, zeker met de grotere autonomie die aan de gemeenten is geboden. Ook neemt de procreatie bij sport en ontspanning een goed deel van het personeelsbestand in beslag. Voor een verder detail binnen elke subtitel zie de betreffende tabel.

4.4.4.2 De verenigingen: een vaste waarde die blijft

Het typevoorbeeld van een 'gezonde' leeftijdsverdeling, een leeuw, met wapperende manen op een fiere kop wat wijst op een jeugdige instroom, een afgeplatte nek en rug voor de procreatie door de vrouwen en ouderschapsverloven, en een niet te grote kont zodat de babyboom gemakkelijk(er) kan opgevangen worden als ze de arbeidsmarkt verlaat. De staart mag wat naar omhoog staan, wat wijst op een lange carrière, over de 60 jaar heen. Ook hier hebben een aantal deelsectoren recht op de   eindeloopbaanregeling van de Non-Profit.
   

Verenigingen van alle slag - 43.617 werknemers, +2,2% op 5 jaar

 
Daar zullen we het maar bij houden. Alle verdere detail is terug te vinden in de tabellen, die eigenlijk een speeltuin zijn voor wie wijzer wil worden, een toetssteen voor voorbij, huidig en toekomstig beleid, een richtsnoer voor wie de wereld beter wil maken voor werkenden en werklozen, of het nu vakbonden zijn, Hart boven Hard of de communisten. Wie deze gegevensstocks wil overnemen, er zich op inwerken of wil weten hoe ze te verkrijgen kan het altijd laten weten. Kennis is vergankelijk.

Tabellen
 
Tabel
Tewerkstelling 2009, 2013, 2014, aantal, evolutie (met de grafieken)          

Tabel Loontrekkenden 2008-2014 met detail, subtotalen (+publieke dienst)         
Tabel Loontrekkenden en evolutie in aantal en % 2008-2014 (sorteren)
 
Inhoud

1. Inleiding
2. Detail per sector met onderscheid Publieke dienstverlening
3. Vergelijking 2008-2014 per sector (met sorteermogelijkheid)
4. Totaalgegevens met grafieken
    4.1. Primaire sector
    4.2. Secundaire sector
    4.3. Tertiaire sector
    4.4. Quartaire sector
 

Jan Hertogen, socioloog
www.npdata.be
0487 335 552
             
Wie geen berichten meer wenst te ontvangen kan dit langs een RE melden