BuG
266 – Bericht uit het Gewisse – 22 april 2015
BuG 266 on-line
Printversie (19p)
Gedachte: Jan Peumans heeft dezelfde opleiding genoten als ik, kan
hij
met Zuhal Demir de cursus Sociale Zekerheid van Deleeck eens overdoen?
3de deel triptiek over de (jeugd)werkloosheid: Evolutie
(jeugd)werkloosheid en wisseling generaties per gemeente
Deze triptiek gaat voort op een vraag van
www.foryouth.be
voor een artikel in
Youthvoice, op 21/04/2015
verschenen.
Werk en "Power to the people" door generatiewisseling?
Tabel:
UVW-werkloosheid 2001-2014 en Leefloon 2011-2014 per gemeente
Tabel:
Wisseling generaties 2001-2014-2024 per gemeente
Gaan in Brussel de vermindering van 15-24 jarigen en van im-
migratie in deze groep en de wisseling van generaties samen,
hetgeen werkloosheid en leefloon doet verminderen met forse
stijging aantal studenten en lichte stijging van werkenden?
In donkerblauw het jaarlijks evolutiepercentage, in lichtblauw het
gecumuleerd percentage tot -42,2% in 2014 vergeleken met 2003,
voortgaande op de gemiddelde jaarcijfers UVW-werkloosheid.
Evolutie 15-24 jr Brussel in % per jaar (donkerblauw) en cumulatief
(lichtblauw). Opvallend is de vertraging van de bevolkingaangroei
na 2011, hetgeen misschien een belangrijke verklaring is voor de
daling van de UVW-werkloosheid, zeker in combinatie met de
stijging van het aantal studenten, ook in de groep 20-24 jarigen.
Wie of wat verklaart deze extreme daling in het Brusselse gewest?
Rechtstreeks naar BuG 266
Inleidingen:
1. Herneming van de economie?
2. Gaat demografie voorop aan
economie en beleid?
3. De gaten in de geschiedenis
dienen eerst geheeld
4. Het pessimisme van het IMF en
de arbeidsreserve in België
- de niet-actieven
- de werklozen
- de aankomende generaties
- de voorzienbare interne migraties in België
- de arbeidsreserve op wereldvlak
Inleiding 1: Of het stijgend aantal vacatures voortkomt uit
een herneming van de economie is maar de vraag. Dat zal meespelen, maar
wat met de wisseling van generaties, als je ziet met welke ijver het spoor techniekers, de MIVB vrouwen en de VDAB werkvolk zoekt. Het zijn vooral de niches op de
arbeidsmarkt met ouderen die het arbeidsveld verlaten waar nu al strijd om
de kandidaten geleverd wordt. Het zijn nog maar enkele signalen van een
jarendurende strijd om de best gekwalificeerden voor de betere én de
gewone job. Waar
vroeger sprake was van overkwalificatie, zal het nu just in job
kwalificatie zijn, of on the job kwalificatie langs vorming en
volwassenenonderwijs. En inschakeling van vrouwen met
hoofddoek als chauffeur bij de MIVB misschien, en in de zorg, waar het
terrein voor tewerkstelling van vrouwen en mannen van vreemde herkomst nog
volledig openlicht. En juist nu komt er opnieuw een georchestreerde aanval
op de HBO5/gegradueerd verpleegkundige, zien of De Block zich zal
onderschikken aan de perverse denkbeelden van de corporatistische
beroepsorganisaties. Op 12 jaar tijd kunnen 4 bachelorgeneraties en 3 mastergeneraties
gevormd en afgeleverd worden. Voor alle kwalificaties zal er dan nog
altijd tekort zijn, van welk geslacht of herkomst ook. Met een
versterkende verhuis van oude migraties naar kleinere steden en platteland
en een continue immigratie in de vrijkomende woongelegenheid in grote en
middelgrote steden zal België, als ervaren migratieland mee aan de
economische top staan in europa. En ja, ook de
asielzoeker die langs Noord-Afrika Europa bereikt, zal hier, meer dan
nu het geval is, een plaats vinden.
Inleiding 2.
In Brussel zou deze demografische dynamiek wel al eens goed kunnen begonnen
zijn. Want waar zijn de Uitkeringsgerechtigde Voltijdse Werklozen (UVW),
zoals de RVA hen noemt, of de WerkZoekenden met
werkloosheidsUitkeringsAanvraag werklozen (WZUA) zoals de VDAB, Actiris en
Forem hen noemt, of de werklozen in de beteknis van de enquete naar de
ArbeidsKrachten? Demografie gaat vaak voorop aan economie en politiek, zoals ook
al bij bij de migratie kon vastgesteld worden. Men mag zich vooral niet
laten misleiden door het ideologische en in wezen racistische bedje waar
nog al wat partijen in ziek zijn. Ook niet door het liberalistische, op
private winst en individuele verantwoordelijkheid gerichte mens- en
wereldbeeld. Dat gaat allemaal op de schop nu de omgekeerde babyboom de komende 15 jaar
de plak zal zwaaien en al op
gang is gekomen. Dat men vooral niet denkt dat 'banengroei' en
vermindering van werkloosheid de verdienste is van
wie dan ook, behalve dan van de moeders die na WO2 de ravages hebben moeten
opvullen die vooral door het nationaalsocialisme werden aangericht, en ook
va de moedige en gedreven leidster van het verzet tegen de afbraak van de
publieke dienstverlening, Chris Reniers, zie
De Redactie van 21/04/2015.
Inleiding 3. Maar
ook de extreem-rechtse en kolonialistische ideologie sijpelt nog door in heel wat stoer doende actoren en een
anachronistisch terrorisme dat, met alle vuurkracht die de moderne
maatschappij ontwikkeld heeft, blijkbaar z'n gang mocht en mag blijven gaan.
De gaten in de geschiedenis dienen gedicht, of het nu gaat over
- de Armeense genocide, zie de CD van
Emre Gültekin en Vardan Hovanissian en het artikel
in MO van 14/04/2015 en beluister het
titellied
Adana, en mis de
laatste aflevering niet van Bloedbroeders op zondag
26/04/2015, de eerdere 5 afleveringen zijn te herbekijken op
Bloedbroeders' op
NP02, en het oprichten van een Armeens Kruis in Mechelen op
19/04/2015, de stad van het kerkasiel voor Assyrische Turken, Armeniërs,
Syriërs en andere minderheidsgroepen,
- het niet vervolgen van 95% van
de SS-ers, beulen en uitvoerders van het nazisme,
- de ravages van het kolonialisme en de onderschikking van het
Middenoosten aan de westerse belangen
- het onvermogen de collaboratie in eigen land te duiden,
- het afvoeren van het Westerse probleem van de Jodenuitroeiing door de
wederrechtelijke inplanting van een Joodse staat in Palestina,
- het bewust laten
onderkomen van de herinnering, herdenking en documentering van de weerstand en de 60.000
gevangen en gedeporteerden in België, waarvan er 26.000 het met hun leven
moesten bekopen, in gevangenissen, executies, deportaties, dwangarbeid en
krijgsgevangenschap.
Het is enkel als elkeen zijn
gelijkwaardige plaats en herstel krijgt in het heden van wat hen
in het verleden is aangedaan, dat ook de huidige generaties een
toekomstperspectief zullen kennen.
Inleiding 4.
Het pessimisme van het
IMF en de arbeidsreserve van België. "Bijna alle landen zullen economische groei
zien afnemen door vergrijzing", kopt de
Morgen
op 15/04/2015, alsof het een kwaad is dat men moet bezweren. Het is
evenwel tegengesteld aan wat in deze triptiek van BuG's wordt vastgesteld.
Voor het eerst na wo2 ligt de toekomst voor afgestudeerden en werklozen in
België echt open. "Jonge werkenden kunnen
de uitval van oudere werkenden niet meer compenseren" stelt het IMF
pessimistisch, behalve in België dan,
waar er 5 wezenlijke arbeidsreserves aanwezig zijn:
1. De niet-actieven, met name vrouwen en meisjes uit de migratie die mét
hoofddoek een gouden reserve vormen voor alle jobs en functies
2. De werkloosheid die vooral voor 25+ een probleem is en waarbij vorming
op korte, en scholing op lange termijn alle kwalificaties kan leveren
3. En vooral de nieuwe aankomende generaties scholieren en studenten, die
nu in basis- en secundair onderwijs zitten. Ze leveren de komende 12 jaar 4
generaties bachelors en 3 generaties masters af. De vermindering en op
termijn de uitsluiting van selectie en discriminatie op basis van herkomst
zal deze generaties meer dan vroeger vrijgeven voor alle jobs en functies.
Het onderwijs zal zich meer en meer hierop afstemmen en langs verbinding,
eerder dan door kennisoverdracht, nieuw geëmancipeerde generaties
afleveren, zie het verhelderende artikel in
Brandpunt (COC-uitgave).
En de grootste arbeidskloof tussen autochtonen en niet-Europeanen in
België is te vinden bij de hoger geschoolden, zo stelt de OESO en ook de
Koning Boudewijnstichting vast in een recent rapport, zie DS 21/04/2015. Maar
Alles komt in orde, zoals Jan Leyers zingt, "wat je geeft krijg je
terug" en maar ook dat het hard tegen hard zal gaan.
4. Welke andere (demografische) dynamieken gaan meer dan
vroeger de generatiewisseling en binnenlandse en buitenlandse migraties
beïnvloeden? In de steden genereert de generatiewissel maar beperkte
aanzuigkracht voor de jongeren, er is meestal een overschot, in tegenstelling tot de kleinere en
landelijke gemeenten of provincies, zoals Limburg en West-Vlaanderen. De oude migraties
en haar nazaten zullen een beter leven zoeken en vinden in
deze gebieden en provincies die dus de grootste aanzuigkracht zullen
ontwikkelen. Zij hebben een negatief saldo in
de generatiewissel, dwz veel meer uitstroom van 50+ dan instroom jongeren.
In deze gemeenten gaat dit samen met meer overlijdens en minder
geboorte zodat huizen zullen vrijkomen om de binnenlandse migraties/verhuis
te huisvesten. Deze interne migratiebeweging die al op gang is gekomen zal
binnen de grotere steden de woonruimte vrijmaken die in het verleden ook al
de immigratie heeft aangetrokken en gehuisvest. In Antwerpen stad bv is de
generatiewisseling in evenwicht en zullen jongeren 'opgestropt' blijven,
terwijl in de provincie Antwerpen de generatiewissel een tekort toont van
16%. Brasschaat, Hoogstraten, Turnhout, De Kempen (met nu al een
geëlektrificeerde treinverbinding tot Mol), here we come, zodat zij
beter vanuit Brussel bereikbaar zijn, de omgekeerde beweging van wat in de
19de eeuw gebeurd is.
5. Blijft nog de arbeidsreserve op wereldvlak die langs immigratie blijvend
zal binnenkomen of extra aangesproken worden en waarin ook het overlopende
Afrikaanse vasteland een aanbreng zal hebben.
Van alle landen in de wereld is België niet alleen het best voorzien of gewapend tegen welke crisis dan ook.
Maar ook voor de vraag naar arbeid is
de generatiewisseling op gang gekomen en komt meer en meer op toerental. Op
Europees vlak zal Duitsland de topnatie zijn voor immigratie van
miljoenen immigranten, en dit om demografische redenen, zoals dit ook
voor België het geval was vanaf de jaren zeventig. Duitsland is voor
enkele decennia geconfronteerd met een ontvolking die nu pas op gang
komt. Na WO2 is er een continue instroom geweest van Oost-Duitsers in
West-Duitsland,
met een grote piek vanaf 1989, wanneer 1/3 van de Oost-Duitsers naar
West-Duitsland is verhuisd, zonder dat dit een immigratie
uitgelokt heeft in Noord-Duitsland zelf, mede door een strikt migratiebeleid in
het verenigd Duitsland. De ontvolking van Duitse steden die ook vanaf de
jaren 70 is op gang gekomen, werd vanaf 90 volledig ingevuld door Oost-Duitsers. Maar nu is het schone liedje uit. Demografisch staat/stond
Duitsland voor een catastrofe, een vermindering van de bevolking van 82
mio in 2012 naar 67 mio binnen 40 jaar. De immigratiestroom naar Duitsland, en
andere landen van Europa in bevolkingsnood, is op gang gekomen. En zoals
in België zullen 3 decennia van immigratie nodig zijn om deze
bevolkingsvermindering te stoppen. Dat zou
wel eens de hoofdreden kunnen zijn voor de uittocht uit Afrika richting
Europa, want (de huizen in) Europa en vooral Duitsland roepen om
bewoning, en leveren meteen de noodzakelijke arbeidskracht om de komende
decennia het welvaartspeil in Europa te handhaven. Wanneer wordt hier eens
ter zake over gesproken en gedebatteerd in plaats van de continue stroom
aan emo-berichtgeving? Een debat zoals C dans l'air van Caroline Roux op
TF5 op 21/04/2015 kan hier de weg wijzen.
BuG 266
1. Tabellen en grafieken voor alle gemeenten
Tabel:
UVW-werkloosheid 2001-2014 en Leefloon 2011-2014 per gemeente
Tabel:
Wisseling generaties 2001-2014-2024 per gemeente
De tabellen omvatten de cijfergegevens en de opmaak van een set grafieken
door copy/paste, de rij met de gemeentegegevens copieren en plakken in het
eerste grafiekblad. Door 2 muisklikken krijgt men dit voor mekaar en dit
voor alle 589 Belgische gemeenten, de provincies, de gewesten en het rijk.
Voor de werkloosheid zijn enkel gemeenten weerhouden met minstens 10 UVW's
in elk jaar. De Werkloosheidsgegevens betreffen het gemiddelde voor een
jaar zodat ook voor de bevolkingsgegevens het jaargemiddelde genomen
wordt.
2. Het Brusselse werkloosheidsraadsel: waar zijn de jongere werklozen?
UVW-werkloosheid met meer dan 50% verminderd, zo titelden we in
BuG 265. Het
is nu mogelijk om deze evolutie%ges per gemeente in beeld te brengen,
weliswaar als jaargemiddelde en niet op 31/12, die in 2014 een goed stuk
lager liggen. Voor het Brusselse gewest is de vermindering van
UVW-werkloosheid als gemiddelde -42,2%, en 10 gemeenten die hier in beeld
komen liggen boven het gemiddelde.
In Sint-Joost wordt de grootste vermindering vastgesteld, nl. -56,9%
tav het aantal UVW-werklozen in 2003, dwz een vermindering van 451
naar 195. Voor het gehele Brusselse gewest betreft het een
vermindering van 9.644 UVW-werklozen in 2003 naar 5.574
gemiddeld in 2014. Het betreft hier de officiële werkloosheidsstatistiek
van de RVA.
Is er een transfert gebeurd van UVW-werklozen naar het Volledig Leefloon?
Zoals reeds vastgesteld in
BuG 265 is
dit niet het geval voor 2014, wel een stijging in 2013. Op het niveau van
de gemeente beschikken we over het aantal volledige leefloners per
leeftijd voor 2013 en 2014.Maar eerst het overzicht voor het Brusselse
gewest. Zowel het % UVW als Leefloners daalt en geeft een cumulatieve
daling van 8,3% van de 15-24 jarigen naar 7,5%. Ter vergelijking worden
ook nog de grafieken voor de andere gewesten weergegeven, met telkens
dezelfde schaal zodat een visuele vergelijking mogelijk is, ook in de
andere gewesten daalt het volledig leefloon licht in 201 tav 2013, samen
met de UVW-werklozen voor de leeftijdsgroep 15-24 jarigen. Voor grafieken
met de gegevens voor de 15-64 jarigen, zie de tabellen.
Brussels Gewest
15-24 jaar
Vlaams Gewest 15-24 jaar
Waals Gewest 15-24 jaar
Voor Molenbeek is er wel een doorschuiving
naar Leefloon bij de jongeren, in Anderlecht niet. Merk het zeer hoge %
UVW en Leefloners in Molenbeek. De forse vermindering van UVW op 11 jaar
doet niets af aan het feit dat meer dan elders een hoog niveau is van
werkloosheid onder de jongeren, en meer nog, bij de 25+. Door
UVW-werkloosheid en Leefloon samen te tellen staat Molenbeek met 13,5% van
de 15-24 jarigen aan de top, dat is een reëel cijfer en niet de
werkloosheidsgraad die de 75% niet actieven buiten beschouwing laat.
Sint-Jans-Molenbeek
Anderlecht
De evolutie
in Anderlecht illustreert de algemene evolutie van dalende
UVW-werkloosheid in Brussel. In onderstaande grafiek wordt de evolutie van
het werkloosheidspercentage en van de bevolking in beeld gebracht voor de
15-24 jarigen tussen 2004 en 2014. Na 2011 is er een daling van de
aangroei en daarna stabilisatie van de bevolking in deze groep. Dat op
zich is een element dat het aantal UVW-werklozen beïnvloedt. Hoe lager de
bevolking, hoe lager de kans om werkloos te worden of te blijven. In de
2de grafiek worden de evolutiepercentages gecumuleerd en berekend tav de
situatie in 2004. Het vertrekpunt voor het gecumuleerd overzicht is 0 in
2003.
Anderlecht
Hier wordt duidelijk dat een beperking van de bevolkingsgroei,
respectievelijk stabilisatie en eventuele daling, ondermeer door een
beperkte immigratie, onmiddellijk een groot cumulatief effect kunnen
hebben, als er al geen andere redenen zijn voor de afname van
UVW-werkloosheid in Brussel, want de vraag blijft, zijn ze verhuisd naar
andere gewesten, zijn ze thuis gebleven zonder inkomen of zijn er minder
jongeren naar Brussel geëmigreerd. In onderstaande grafiek wordt het
aantal 15-24 jarigen uitgezet tegenover de totale bevolking:
Anderlecht
Brussels Gewest
Vergeleken
met 2004 is er een aanzienlijke vermindering van het aantal 15-24 jarigen.
In tegenstelling tot wat men denkt is in het Brussels gewest de immigratie
niet voldoende geweest om de huidige generatie 10-24 jarigen op pijl te
houden. Zou hierdoor ook wisseling van generaties
voor Brussel perspectief bieden, of zal dit aanleiding zijn tot een groter
vertrek uit Brussel naar steden en gemeenten die én woningen (door hoger
overlijdenssaldo) én werk (door generatiewissel) in de aanbieding
hebben, en dit voor de komende 3 decennia?
Voor alle andere gemeenten kunnen met 2 muisklikken volgende grafieken
gegenereerd worden: tabel
UVW-werkloosheid 2001-2014 en Leefloon 2011-2014 per gemeente
Ter
afsluiting van dit deel nog eens de evolutie van de gemiddelde
UVW-werkloosheid per gewest in cumulatieve percentages:
Het Vlaams gewest zat in 2008, juist voor de
bankencrisis met een geweldige opruiming van haar werkloosheid, maar dat
bleek, meer dan in de andere gewesten, een luchtbel. Na 2009 was er een
gelijklopende vermindering met de andere gewesten maar in 2013 stagneerde
deze evolutie samen met het Waalse gewest. Enkel in het Brusselse gewest
zette de daling zich door en accelereerde nog in 2014 zodat de cumulatieve
daling van de UVW-werkloosheid tav 2003 in Brussels het sterkste was van
de drie gewesten.
Al deze gegevens en grafieken kunnen voor elke gemeente in België
geëxploreerd op tabel:
UVW-werkloosheid 2001-2014 en Leefloon 2011-2014 per gemeente. Voor
elke gemeente worden met 2 muiskliks 12 grafieken gegeneerd. In het
bestand zijn ook 24 grafieken van de gewesten vast aanwezig om vlug de
vergelijking te kunnen maken, te veel dus om hier te verwerken
3. En wat zegt de Enquête naar de Arbeidskrachten over Brusselse 15-24
jarigen?
Cijfers die juist komen binnenwaaien kunnen ons wijzer maken, nl. de
enquête naar de Arbeidskrachten met haar eigen definities van werkenden en
werkloosheid, dus niet vergelijkbaar of optelbaar met deze van de RVA, die
op haar beurt verschillen van deze van Actiris, VDAB en Forem. Maar toch
interessant natuurlijk, ook al omdat ze nog nooit in beeld gebracht zijn
met het detail van studenten,zonder de studenten mee te tellen die al
werken of werkloos zijn. En dit in een tijdsreeks van 1999 tot 2014
(gemiddelde per jaar).
73,8% van de 15-24
jarigen, de jongeren in elke internationale vergelijking, zijn Niet-Actief,
dwz zijn niet werkend en ook niet werkloos. Het zijn studenten en een
restgroep van niet-actieven. Maar best is toch even de kijken naar de
evolutie bij de de 20-24 jarigen, de core-groep van jongeren waar het in
de werkloosheid om te doen is.
Opvallend is de sterke stijging van het aantal studenten in 2013, stijging
die zich ook in 2014 doorzet. Ten koste van het aantal werkenden, dat in
201 licht herneemt en vooral, tegen de verwachtingen in, de vermindering
van de 'rest groep' Niet-Actieven waarin met de NEET's zou moeten zoeken
(de Non Education -Employment, -Training). Het is vanuit deze groep dat er
een transitie komt naar Studenten, in deze telling zonder werk of
werkloosheid.
Nog meegeven dat in de 'werkloosheid' volgens de EAK-definitie elkeen
begrepen is die
(a) tijdens de referentieweek geen werk
hadden, d.w.z. niet in loondienst of als zelfstandige werkten;
(b) voor werk beschikbaar waren, d.w.z. voor
werk in loondienst of als zelfstandige beschikbaar waren binnen twee
weken na de referentieweek;
c) actief werk zochten, d.w.z. gedurende de
laatste vier weken met inbegrip van de referentieweek gerichte stappen
hadden ondernomen om werk in loondienst of als zelfstandige te zoeken, of
die werk hadden gevonden en binnen ten hoogste drie maanden zouden
beginnen te werken.
Bij definitie gaat het dus niet om erkenning door RVA, VDAB, Actiris of
Forem. Inbegrepen zijn dan ook alle leefloners en niet-Actieven die ja
antwoorden op bovenstaande drie vragen.
En kan Actiris een en ander verhelderen?
Voor een verder statistische verwerking wachten wij de gegevens af van de
RSZ, RSZ-PPO en RSVZ tewerkstelling af op 31/12/2015 en de detailgegevens
van Actiris voor de WZUA's, de Werklozen met
WerkloosheidsUitkeringsAanvraag, waarvan het aantal het best vergelijkbaar
is met de UVW's, de uitkeringsgerechte Volledig Werklozen.
Tot nader order behelpen we ons met de evolutie van de NWWZ, waarin ook de
werklozen in wachttijd, beroepsopleiding, de als werkzoekende ingeschreven
leefloners enz zijn meegenomen, zie
schema van de RVA.
Ook bij de NWWZ is een lichte daling in 2013 en een fikse in 2014
merkbaar, zonder dat info beschikbaar is over de WZUA's in de groep van
-25 jarigen.
4. De wisseling van generaties, het einde van de werkloosheidstunnel?
zoals
Youthvoice titelt.
In BuG 264 werd de
wisseling van generaties in beeld gebracht en besproken per gewest, de
10-24 jarigen die de komende 15 jaar inschuiven om de 50-64 jarigen te
vervangen. Nu wordt deze wisseling voor elke gemeente gevisualiseerd.
De berekening van deze generatiewisseling
is verder uitgewerkt. Door het overschot of tekort van de
jongengeneratie als een % te berekenen op het aantal 15-24 jarigen komt
een maatstaf ter beschikking die ondubbelzinnig de richting en volume van
de generatiewissel objectiveert. Is dit % positief dan
zijn er meer jongeren die instromen, is het negatief, dat zijn er
minder jonggeren die zich aandienen. Het IMF maakt daar een probleem van,
terwijl in feite de druk op de werkloosheid vermindert en er een
aanzuigkracht ontstaat, een vacuüm dat jongeren en werklozen in de
tewerkstelling zal trekken. Hoe hoger het tekort, het negatief % en hoe
langer deze situatie duurt, hoe meer tewerkstellingskansen voor nieuwe
generaties en hoe meer werklozen werk zullen vinden.
Zo was in 2001 in België een overschot van 7% 10-24 jarigen om de komende
15 jaar, dus tot 2014 de 50+ van toen te vervangen. Dat heeft voor een
opstropping gezorgd die werkloosheid gecreëerd heeft. Pas in 2007 gebeurde
de wisseling van teveel naar tekort in deze vervanging, maar toen kwam de
crisis en werd de generatiewisseling een hak gezet, maar dat zorgde enkel
voor een vertraging. In 2007 hadden de magere oorlogs- en
na-oorlogse generaties het slagveld verlaten en was het tijd voor de
babyboomers om zich te melden voor pensioen en non-activiteit.
Door jaar na jaar deze generatiewissel als %
in beeld te brengen krijgt men zich op de evolutie en komt de situatie in 2014 exact
in beeld: de
komende 15 jaar zal er een tekort zijn in de wisseling van 12% voor
België. Er is dus op 15 jaar een evolutie geweest van 7% overschot naar
12% tekort. Voor de gewesten is dit% evenwel sterk verschillend. Het Vlaams
gewest steekt er met 18% bovenuit: niet de banencreatie maar de vervanging
van de alsmaar groter worden groep gepensioneerden zal de grootste
aanzuigkracht zijn voor afgestudeerde jongeren en de werklozen om
tewerkgesteld te worden, los van
crisis en beleid dus. De bijkomende tewerkstelling, vooral in de
zorgsectoren en andere publieke dienstverlening, zullen een extra druk
leggen op de vraag naar arbeid. De druk op werkloosheid en
bestaanszekerheid zal verminderen en de jongeren bereiden zich best voor om
met maximale kwalificaties de jobs uit te kiezen die het meest
overeenkomen met hun talenten.
Met dit perspectief voor ogen is het moreel verwerpelijk dat een beleid
gevoerd wordt dat de armoede zal verhogen, de sociale- en
bestaanszekerheid aantasten terwijl alles juist meer betaal zal worden.
Het is of de neoliberale ideologie haar ultieme afrekening wil maken met
het verleden uit revanchistisch oogpunt omdat ze al beseffen de verliezers
te zijn. Dat hierbij open of verdoken racisme niet geschuwd wordt blijkt
uit de aard van de maatregelen en de voorgestelde regeling kindergeld bv,
zoals Bert Anciaux, zie
DM 22/04/2015 terecht opmerkt. De 'Berber'-uitval van De Wever past
ook in dat plaatje. Het handje is er niet om te helpen maar om mensen weg
te houden, stop, het is genoeg geweest, je kan er niet meer bij. In plaats
van solidariteit en de uitgestoken hand is het de hand van afweer, vooral
ook tegenover de migrant of wie behoeftig is.
Tot nu hadden werkgevers, ook in de Non-profitsectoren en bij de overheid,
de keuze om selectief te zijn, en de arbeidskrachten van vreemde herkomst
uit te sluiten en te discrimineren, en dat hebben ze niet nagelaten. Moest
de exclusie en discriminatie zich in het perspectief van de
generatiewissel doorzetten, dan zal, zoals in
het verleden, de overheid, het beleid en de werkgevers de rechtstreekse en
enige oorzaak zijn van de opstanden en verzet van jongeren en de arbeidende
bevolking. Meer dan vroeger zullen deze racisme en ongelijke behandeling
verwerpen en hun plaats in de samenleving opeisen, evengoed zoals de
arbeiders en de vrouwen in het verleden en ook nog in het heden.
Maar in deze analyse zal volgens ons de aanzuigkracht van deze unieke demografische
situatie, voor het eerst na de 2de wereldoorlog, voldoende sterk zijn om alle
objecties en malafide beleid weg te blazen. Het is mede langs de
onontkoombare demografische ontwikkeling dat het volk haar macht zal
tonen.
5. De wisseling van generaties in de gemeenten
Ter illustratie en zonder hierop ten gronde in te gaan worden enkele
tabellen en grafieken getoond.
In Antwerpen is de generatiewisseling sinds 2001 constant geweest en zal
het de komende 15 jaar ook blijven, dwz evenveel 10-24 jarigen zullen
instromen als er 50-64 jarigen zijn die uitstromen. Ook hier wordt geen
rekening gehouden met de verdere instroom langs immigratie, of wijziging
in uitstroom langs verhuis.
Antwerpen
Als de bevolkingsverdeling per leeftijd op
31/12/2014 telkens met een jaar wordt doorgeschoven tot 2024 (door 1/5 van
de leeftijdscategorie die bijkomen op te tellen en 1/5 van wie uitstroomt
af te trekken) dan zal er in 2020 een aanzuigkracht zijn van 7% die
evenwel in 2024 al zal verdwenen zijn.
Wanneer evenwel gekeken wordt naar de situatie in de provincie Antwerpen
ontstaat een ander beeld, nl. een tekort aan instroom jongeren van 16,0%,
dat, met doorschuiving tot 2024 zal groeien tot 22,3%.
|
|
|
Antwerpen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2001: % verschil bevolking 15-24 jaar tav 15-64 jaar: |
2,0% |
2003: % verschil bevolking 15-24 jaar tav 15-64 jaar: |
1,6% |
2008: % verschil bevolking 15-24 jaar tav 15-64 jaar: |
-7,6% |
2014: % verschil bevolking 15-24 jaar tav 15-64 jaar: |
-16,0% |
2020: % verschil bevolking 15-24 jaar tav 15-64 jaar: |
-23,6% |
2024: % verschil bevolking 15-24 jaar tav 15-64 jaar: |
-22,3% |
Provincie Antwerpen
Voor alle gemeenten, provincies, gewesten en
het rijk kunnen deze grafieken en tabel aangemaakt worden. Limburg, nog
altijd behept met de perceptie van 'jonge provincie' bv geeft een
erg verrassend beeld.
|
|
|
|
Limburg |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2001: % verschil bevolking 15-24 jaar tav 15-64 jaar: |
11,6% |
|
|
2003: % verschil bevolking 15-24 jaar tav 15-64 jaar: |
6,7% |
|
|
2008: % verschil bevolking 15-24 jaar tav 15-64 jaar: |
-10,3% |
|
|
2014: % verschil bevolking 15-24 jaar tav 15-64 jaar: |
-24,3% |
|
|
2020: % verschil bevolking 15-24 jaar tav 15-64 jaar: |
-31,8% |
|
|
2024: % verschil bevolking 15-24 jaar tav 15-64 jaar: |
-31,1% |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In 2014 staat Limburg voor een tekort in de wisseling van oud naar jong
van 24,3%, dwz dat 1/4 van de huidige 50-64 generatie niet kan vervangen
worden door 10-24 jarigen de komende 15 jaar. Als we de reële
leeftijdsgroepen verder doorschuiven zal dit tekort in 2020, die de
komende 15 jaar van dan af gerekend tot 2035, 31,8% bedragen. Hierbij
wordt geen rekening gehouden met buitenlandse migraties, verhuissaldo (erg
negatief voor Limburg de laatste decennia) of de creatie van bijkomende
werkgelegenheid,dus geen vervangingstewerkstelling.
Nu trekken vele Limburgers (van 50+) voor hun dagelijks brood naar
Brussel. Zij zullen niet vervangen worden door andere Limburgers, het
zullen Brusselaars zelf zijn die deze jobs gaan opnemen. Ook vanuit
West-Vlaanderen zal men niet meer in staat zijn, de nodige man/vrouw
kracht als pendelaars naar Brussel te sturen (elke dag komen 206.000
mensen vanuit andere gemeenten werken in Brussel stad bv).
De verbeterde spoorlijn Brussel-Limburg en mogelijk nog de ijzeren rijn
zal vanuit Brussel en Antwerpen de nodige werkenden naar Limburg voeren om
hun economische bedrijvigheid aan de gang te houden. De impact van recente
sluitingen zal ook door de generatiewissel met een negatief saldo voor
de jongeren, gedempt worden.
Saldo/Verschil in de wisseling van generaties in enkele gemeenten
In volgende grafieken kan men zelf aflezen tot waar het % tekort evolueert
Borgworm/Waremme -
Vertrekplaats Waalse Pijl
Huy
Luik
Bastenaken
Mechelen
Hasselt
6. Welke gemeente hebben het grootste tekort, de grootste
aanzuigkracht in de wisseling?
Vlaams gewest - Geordend volgens negatief saldo in 2014(tekort)
Woonplaats |
2001 |
2003 |
2008 |
2014 |
2020 |
2024 |
Koksijde |
-27,9% |
-33,9% |
-48,9% |
-53,0% |
-52,2% |
-51,5% |
Herstappe |
-13,3% |
-16,7% |
-40,0% |
-51,9% |
-67,5% |
-41,2% |
Blankenberge |
-22,8% |
-26,5% |
-37,8% |
-47,6% |
-48,7% |
-44,2% |
Nieuwpoort |
-10,9% |
-14,6% |
-35,5% |
-46,5% |
-48,9% |
-47,8% |
Knokke-Heist |
-35,3% |
-37,8% |
-42,1% |
-46,0% |
-51,4% |
-54,7% |
Middelkerke |
-28,7% |
-30,4% |
-39,9% |
-45,4% |
-45,1% |
-44,5% |
De Haan |
-25,2% |
-27,9% |
-35,4% |
-44,7% |
-47,1% |
-48,3% |
De Panne |
-24,9% |
-27,0% |
-32,8% |
-37,5% |
-38,5% |
-38,5% |
Wellen |
-2,2% |
-4,8% |
-23,5% |
-35,8% |
-37,8% |
-36,1% |
Meerhout |
8,2% |
1,6% |
-18,4% |
-35,4% |
-36,2% |
-33,2% |
Scherpenheuvel-Zichem |
-23,1% |
-24,0% |
-30,1% |
-35,1% |
-38,1% |
-37,9% |
Herselt |
1,1% |
-4,2% |
-20,8% |
-35,0% |
-39,1% |
-36,0% |
Oostende |
-23,2% |
-24,4% |
-31,2% |
-35,0% |
-39,3% |
-37,9% |
Laakdal |
2,1% |
-4,3% |
-23,6% |
-34,9% |
-36,2% |
-34,3% |
Borgloon |
-12,7% |
-16,9% |
-28,6% |
-34,7% |
-40,9% |
-41,2% |
Begijnendijk |
-2,9% |
-5,5% |
-19,8% |
-33,5% |
-37,6% |
-36,7% |
Sint-Truiden |
-11,6% |
-14,5% |
-26,1% |
-33,4% |
-40,2% |
-39,0% |
Kortessem |
22,1% |
10,7% |
-20,7% |
-33,3% |
-37,3% |
-33,0% |
Zoutleeuw |
-17,1% |
-20,2% |
-25,9% |
-33,2% |
-36,2% |
-38,1% |
Heers |
-16,4% |
-20,3% |
-31,6% |
-32,9% |
-35,1% |
-33,4% |
Herenthout |
-1,7% |
-8,1% |
-20,5% |
-32,6% |
-38,4% |
-36,9% |
Lummen |
8,0% |
2,3% |
-17,7% |
-32,4% |
-36,6% |
-35,4% |
Tongeren |
-9,9% |
-13,3% |
-21,9% |
-32,4% |
-36,7% |
-36,4% |
Zwijndrecht |
3,2% |
2,2% |
-16,4% |
-32,1% |
-33,4% |
-27,4% |
Geetbets |
-14,1% |
-12,1% |
-23,0% |
-31,9% |
-38,0% |
-37,5% |
Vorselaar |
24,2% |
13,5% |
-6,7% |
-31,9% |
-36,5% |
-34,6% |
Hasselt |
1,0% |
-5,3% |
-21,6% |
-31,8% |
-37,0% |
-33,5% |
Landen |
-10,1% |
-13,4% |
-26,2% |
-31,2% |
-30,2% |
-26,5% |
Zutendaal |
13,4% |
2,5% |
-17,8% |
-31,0% |
-37,6% |
-39,9% |
Herentals |
8,8% |
6,8% |
-10,8% |
-30,8% |
-40,7% |
-37,9% |
Zandhoven |
16,3% |
10,8% |
-12,3% |
-30,8% |
-38,9% |
-38,3% |
Kortenaken |
-21,5% |
-23,5% |
-27,0% |
-30,4% |
-34,2% |
-34,2% |
Tienen |
-19,5% |
-20,2% |
-29,6% |
-30,4% |
-30,5% |
-27,0% |
Bredene |
4,6% |
-1,6% |
-13,7% |
-30,2% |
-32,4% |
-31,7% |
Haaltert |
0,3% |
-1,6% |
-17,5% |
-30,2% |
-36,6% |
-36,7% |
Westerlo |
3,1% |
-5,4% |
-22,0% |
-30,0% |
-32,0% |
-31,4% |
Diest |
0,7% |
-4,9% |
-20,0% |
-30,0% |
-34,8% |
-34,3% |
Vlaams gewest - Geordend volgens aflopend positief saldo in 2014
(overschot)
Woonplaats |
2001 |
2003 |
2008 |
2014 |
2020 |
2024 |
Spiere-Helkijn |
28,2% |
29,1% |
36,5% |
12,6% |
-9,5% |
-13,3% |
Vilvoorde |
11,2% |
17,4% |
13,8% |
11,1% |
0,6% |
-3,3% |
Machelen |
15,3% |
13,2% |
10,2% |
8,8% |
1,2% |
-3,5% |
Lo-Reninge |
34,4% |
37,6% |
35,3% |
5,5% |
-17,6% |
-22,2% |
Alveringem |
16,5% |
18,9% |
13,9% |
5,4% |
-10,1% |
-11,1% |
Leuven |
19,3% |
18,2% |
3,8% |
2,1% |
-22,4% |
-18,8% |
Boom |
-9,4% |
-1,5% |
0,2% |
1,4% |
-10,6% |
-10,4% |
Langemark-Poelkapelle |
29,6% |
32,5% |
18,7% |
0,5% |
-17,5% |
-19,2% |
Linkebeek |
7,5% |
11,7% |
8,6% |
-0,1% |
-18,0% |
-24,8% |
Antwerpen |
-1,9% |
1,1% |
-0,6% |
-0,6% |
-7,0% |
-1,5% |
Zonnebeke |
12,4% |
12,0% |
9,5% |
-0,9% |
-16,1% |
-20,4% |
Sint-Genesius-Rode |
13,7% |
13,2% |
1,6% |
-1,0% |
-10,2% |
-17,8% |
Vleteren |
21,6% |
26,3% |
13,6% |
-1,1% |
-15,4% |
-15,3% |
Ronse |
13,9% |
11,9% |
1,6% |
-1,7% |
-2,7% |
-0,3% |
Wielsbeke |
20,9% |
17,4% |
8,6% |
-2,8% |
-13,6% |
-17,3% |
Kraainem |
16,3% |
17,9% |
5,9% |
-3,3% |
-11,4% |
-14,0% |
Houthulst |
20,9% |
18,5% |
7,3% |
-3,7% |
-17,0% |
-17,2% |
Gent |
2,2% |
3,6% |
-2,3% |
-3,8% |
-17,4% |
-14,6% |
Staden |
13,3% |
12,7% |
9,7% |
-3,8% |
-21,5% |
-28,2% |
Wemmel |
-3,8% |
-4,2% |
-4,5% |
-4,2% |
-12,3% |
-14,8% |
Drogenbos |
10,1% |
1,9% |
8,7% |
-4,2% |
-9,4% |
-10,9% |
Zaventem |
-1,4% |
3,6% |
0,3% |
-4,2% |
-13,3% |
-14,9% |
Tervuren |
-1,6% |
-1,4% |
-0,3% |
-4,2% |
-11,8% |
-18,2% |
Wezembeek-Oppem |
27,1% |
22,8% |
7,1% |
-4,5% |
-11,5% |
-13,3% |
Sint-Gillis-Waas |
2,1% |
-1,3% |
-4,6% |
-4,8% |
-17,5% |
-25,2% |
Beersel |
0,8% |
2,6% |
-1,6% |
-5,2% |
-13,2% |
-18,4% |
Wingene |
1,0% |
2,0% |
2,9% |
-5,6% |
-16,9% |
-20,7% |
Gistel |
15,6% |
18,5% |
9,3% |
-5,6% |
-24,7% |
-30,2% |
Mechelen |
10,2% |
12,2% |
2,4% |
-5,7% |
-12,1% |
-6,9% |
Niel |
-6,1% |
-1,6% |
-5,2% |
-6,1% |
-13,0% |
-11,5% |
Oostrozebeke |
6,5% |
6,2% |
2,0% |
-6,2% |
-22,8% |
-26,5% |
Dentergem |
24,2% |
22,3% |
1,9% |
-6,6% |
-16,4% |
-18,9% |
Sint-Pieters-Leeuw |
-3,2% |
-0,2% |
-3,8% |
-6,6% |
-15,9% |
-17,4% |
Brussels gewest
In het Brusselse gewest zijn de meeste gemeenten aanwezig met een groot
overschot aan jongere instroom tav de vooralsnog beperkte aanwezigheid van
50+. Enkel op termijn van 15 à 30 jaar zal de generatiewissel enig soelaas
brengen voor de jongere generaties. Intussen is de dynamiek in de gemeenten
van die aard dat er (allicht) een lagere jongeren instroom zal zijn, zodat
het saldo jaar op jaar minder hoog wordt. Door het negatieve saldo in de
'provincies' zal dit jongerenoverschot/beperkte aanwezigheid van oudere
actieve generaties zich de komende decennia over de kleinere steden en het platteland
verspreiden, zeker voor gezinnen op zoek naar de beste
ontwikkelingsmogelijkheden voor hun kinderen. De verdubbeling van het
Nederlandstalig onderwijsaanbod in Brussel kan hierop anticiperen en Brussel
opnieuw tot de echte hoofdstad van Vlaanderen maken. En als Vlaanderen
hier zelf niet voldoende initiatief neemt zullen jaar op jaar meer
en meer kinderen zich aanbieden aan het Nederlandstalig onderwijs en zo de
expansie zelf bewerkstelligen, power to the people.
Woonplaats |
2001 |
2003 |
2008 |
2014 |
2020 |
2024 |
Sint-Joost-ten-Node |
92,1% |
91,1% |
70,0% |
48,4% |
14,4% |
9,1% |
Sint-Jans-Molenbeek |
48,3% |
49,7% |
46,0% |
41,6% |
30,9% |
32,0% |
Schaarbeek |
47,1% |
43,9% |
41,5% |
33,6% |
13,7% |
13,2% |
Anderlecht |
19,8% |
23,5% |
21,6% |
24,6% |
9,8% |
12,7% |
Koekelberg |
16,3% |
19,5% |
14,0% |
24,5% |
14,6% |
17,6% |
Brussel |
23,4% |
24,0% |
19,3% |
14,0% |
-0,6% |
-0,8% |
Sint-Gillis |
35,2% |
32,2% |
22,9% |
11,5% |
-16,4% |
-18,4% |
Vorst |
9,7% |
9,4% |
7,6% |
9,7% |
-3,0% |
-4,2% |
Evere |
5,6% |
7,5% |
8,7% |
6,0% |
-1,5% |
1,2% |
Sint-Agatha-Berchem |
-2,4% |
2,1% |
3,9% |
6,0% |
-1,4% |
0,5% |
Jette |
-0,3% |
6,0% |
6,7% |
5,3% |
-0,7% |
3,9% |
Etterbeek |
16,5% |
15,2% |
10,3% |
2,3% |
-20,6% |
-19,4% |
Elsene |
8,1% |
4,7% |
2,6% |
0,3% |
-32,0% |
-30,3% |
Ganshoren |
-16,5% |
-12,0% |
-8,6% |
-3,5% |
-7,1% |
-2,5% |
Oudergem |
-1,1% |
-1,5% |
-3,1% |
-3,5% |
-14,9% |
-14,7% |
Ukkel |
0,0% |
-1,6% |
-7,6% |
-4,4% |
-15,5% |
-20,4% |
Sint-Lambrechts-Woluwe |
1,6% |
-1,0% |
-8,0% |
-5,6% |
-18,9% |
-18,1% |
Sint-Pieters-Woluwe |
-0,8% |
-3,6% |
-6,0% |
-9,3% |
-17,7% |
-19,2% |
Watermaal-Bosvoorde |
-6,7% |
-8,6% |
-14,3% |
-12,0% |
-19,0% |
-22,1% |
Waals gewest -
geordend volgens negatief saldo in 2014
Veel minder dan in het
Vlaams gewest zijn er gemeenten met een hoog negatief saldo
Woonplaats |
2001 |
2003 |
2008 |
2014 |
2020 |
2024 |
Hastière |
-20,3% |
-25,2% |
-38,3% |
-37,2% |
-36,7% |
-34,5% |
Raeren |
-5,5% |
-4,8% |
-10,7% |
-29,6% |
-40,3% |
-40,0% |
Montigny-le-Tilleul |
-9,6% |
-11,5% |
-21,8% |
-28,3% |
-29,0% |
-30,6% |
Vresse-sur-Semois |
-23,0% |
-15,0% |
-21,1% |
-27,6% |
-36,1% |
-39,7% |
Thuin |
4,0% |
0,0% |
-17,7% |
-26,6% |
-29,3% |
-28,4% |
Bouillon |
10,9% |
8,7% |
-12,9% |
-26,5% |
-31,4% |
-29,9% |
Fexhe-le-Haut-Clocher |
26,4% |
25,8% |
-0,6% |
-25,7% |
-30,0% |
-30,6% |
Neupré |
-14,2% |
-16,0% |
-23,5% |
-25,3% |
-29,2% |
-32,9% |
Kelmis |
-9,2% |
-10,2% |
-12,6% |
-25,3% |
-36,4% |
-37,6% |
Rumes |
12,8% |
4,4% |
-15,4% |
-23,8% |
-22,1% |
-18,6% |
Ferrières |
16,9% |
12,4% |
-7,1% |
-23,7% |
-23,6% |
-20,9% |
Esneux |
5,5% |
-0,1% |
-13,8% |
-23,5% |
-28,9% |
-29,4% |
Ham-sur-Heure-Nalinnes |
-1,6% |
-4,5% |
-15,9% |
-23,2% |
-29,2% |
-29,1% |
Gerpinnes |
-8,0% |
-15,6% |
-22,1% |
-22,3% |
-28,4% |
-34,5% |
Borgworm |
7,0% |
4,8% |
-11,6% |
-22,1% |
-27,8% |
-28,0% |
Lobbes |
14,7% |
8,7% |
-11,5% |
-21,4% |
-22,9% |
-24,2% |
Olne |
18,8% |
7,4% |
-5,6% |
-21,1% |
-22,4% |
-26,3% |
Plombières |
14,8% |
13,5% |
-3,1% |
-21,0% |
-29,6% |
-28,5% |
Nandrin |
20,8% |
17,3% |
-4,2% |
-20,7% |
-32,2% |
-35,0% |
Stoumont |
7,9% |
5,6% |
-13,9% |
-20,5% |
-20,8% |
-22,5% |
Florenville |
12,4% |
8,1% |
-8,7% |
-20,2% |
-13,7% |
-16,0% |
Lierneux |
14,2% |
6,9% |
-10,8% |
-20,0% |
-23,5% |
-20,6% |
Saint-Ghislain |
8,0% |
2,7% |
-14,6% |
-20,0% |
-21,2% |
-23,6% |
Anthisnes |
8,8% |
4,3% |
-5,4% |
-19,2% |
-24,1% |
-23,6% |
Durbuy |
13,9% |
6,7% |
-6,6% |
-18,7% |
-24,5% |
-25,8% |
Elzele |
-0,1% |
-5,7% |
-11,2% |
-18,5% |
-20,9% |
-22,9% |
Chaudfontaine |
-4,1% |
-4,1% |
-14,2% |
-18,4% |
-26,9% |
-28,1% |
Froidchapelle |
10,7% |
6,5% |
-18,1% |
-18,3% |
-20,6% |
-18,5% |
Waals gewest -
geordend volgens positief saldo in 2014
En veel meer dan in het Vlaams gewest zijn er gemeenten met een overschot
aan jonge generaties, veel meer dan Vlaanderen is Wallonië het 'jonge'
gewest. In de demografische sterren staat geschreven dat de komende
decennia er zullen zijn van uitwijking van Wallonië naar Vlaanderen, de
omgekeerde beweging van de 19de eeuw.
Woonplaats |
2001 |
2003 |
2008 |
2014 |
2020 |
2024 |
Léglise |
43,4% |
41,1% |
40,7% |
39,0% |
28,4% |
13,4% |
Attert |
53,4% |
43,4% |
46,3% |
31,2% |
7,3% |
-9,5% |
Vaux-sur-Sûre |
62,6% |
65,5% |
40,9% |
28,4% |
14,9% |
9,7% |
Habay |
48,4% |
54,5% |
40,2% |
22,3% |
7,2% |
-4,5% |
Ottignies-Louvain-LN |
65,0% |
59,9% |
39,4% |
22,3% |
-12,8% |
-19,5% |
Etalle |
60,0% |
59,6% |
45,1% |
22,3% |
0,8% |
-12,1% |
Dison |
37,5% |
34,2% |
29,5% |
21,0% |
8,3% |
6,9% |
Gouvy |
28,3% |
28,3% |
23,6% |
20,1% |
6,1% |
-3,0% |
Tintigny |
31,8% |
25,8% |
21,5% |
15,8% |
18,0% |
10,3% |
Bertogne |
54,0% |
51,3% |
40,4% |
14,3% |
2,2% |
-3,2% |
Fauvillers |
42,5% |
42,5% |
43,4% |
14,1% |
-3,1% |
-8,5% |
Bastenaken |
68,9% |
64,5% |
40,7% |
14,0% |
-3,3% |
-9,0% |
Neufchâteau |
47,5% |
42,2% |
27,1% |
10,4% |
4,3% |
7,0% |
Pepinster |
19,5% |
16,0% |
9,0% |
10,3% |
-2,7% |
-13,2% |
Limburg |
17,1% |
12,5% |
3,9% |
9,9% |
-7,0% |
-15,0% |
Court-Saint-Etienne |
22,7% |
28,0% |
10,6% |
9,3% |
-8,0% |
-16,2% |
Libramont-Chevigny |
44,5% |
40,7% |
19,8% |
9,1% |
-3,9% |
-5,4% |
Hotton |
49,3% |
43,2% |
16,0% |
8,2% |
-3,4% |
-3,6% |
Aubange |
11,8% |
12,3% |
9,5% |
8,0% |
-8,2% |
-13,9% |
Amel |
12,5% |
20,6% |
34,9% |
6,4% |
-24,6% |
-32,8% |
Musson |
21,1% |
25,8% |
18,3% |
6,3% |
0,4% |
-4,4% |
Verviers |
27,6% |
26,4% |
16,3% |
6,1% |
-1,5% |
0,7% |
Wasseiges |
10,0% |
12,5% |
11,7% |
5,4% |
2,3% |
-2,1% |
Havelange |
26,3% |
25,2% |
9,2% |
4,9% |
2,7% |
-2,5% |
Martelange |
10,8% |
5,6% |
1,9% |
4,8% |
-8,3% |
-3,6% |
Héron |
24,4% |
17,5% |
7,1% |
4,8% |
-3,1% |
-9,1% |
Virton |
35,4% |
29,8% |
17,2% |
4,3% |
-4,2% |
-7,7% |
Pecq |
-2,0% |
-2,2% |
-11,2% |
4,2% |
-7,6% |
-16,6% |
Zodus alle hier verwerkte gegevens en de informatie over alle gemeenten,
provincies en gewesten in België zijn te exploreren langs:
Tabel:
UVW-werkloosheid 2001-2014 en Leefloon 2011-2014 per gemeente
Tabel:
Wisseling generaties 2001-2014-2024 per gemeente
Jan Hertogen, socioloog
www.npdata.be
0487 335 552
Wie geen berichten meer wenst te ontvangen kan dit langs een RE melden
|