Aantal verpleegstudenten 2009/2010, alle records
gebroken
1ste jaars Gedipl. verpleegst.: +354 (+17,5%) en Bachelors: +388 (+12,7%).
1ste jaars bereiken recordhoogte van 5.815 of 7,8% tav aantal 18-jarigen
Nog nooit zoveel verpleegstudenten en laatstejaars verpleegkunde als
nu:
13.158 totaal verpleegstudenten (+9,7%) waarvan 3.316 laatstejaars.
Verdwijnen de verpleegkundigen in het zwart gat van de overkwalifcatie?
Dus just-in-job kwalificatie van verpleegkundigen, verzorgend en
logistiek?
Ter Zake focust op marginaal fenomeen: headhunting van verpleegsters
Op 10 jaar tijd is het aantal Roemenen in België verviervoudigd tot 21.451,
een reserve om met andere allochtonen verpleegstudies aan te vatten?
Een update onderzoek taakinhoud en taakuitoefening Tijd voor Zorg?
Basisgegevens
Verpleegstudenten Vlaanderen 1980-2010
Documentatie:
Promotiefolder van Moving People, headhunter bureau verpleegkundigen
in het buitenland, actief bij Ter Zake
Promotiefolder line2europe, headhunter bureau verpleegkundigen in het
buitenland
Geen zorgen om zorgwerkers, ppt (100 slides) met uitgebreide analyse -
Zorgsymposium 2009
Barema's
gediplomeerd, bachelorverpleegkundigen e.a. index 01-09-2008 (VSPO-brochures)
Zorgnet Vlaanderen:
Prioriteiten Sociaal akkoord 2011-2016 met link naar reactie BBTK
1. Update van
studentenaantallen verpleegkunde Vlaanderen van 1980 tot 2010
1.1. Voor het vierde jaar op
rij: hoogste instroom ooit zowel absoluut als in %
Het is nu zeker, de instroom naar het verpleegkundig beroep is
een zich doorzettende en alsmaar sterker wordende trend. Het historisch hoogste
aantal van 1980 is overstegen en de aantrek van 1ste jaars
verpleegkundigen
in % tav de 18 jarigen is gestegen van 4,8% in 2000 naar 7,8% in 2010.
In vergelijking met 2008/2009 is het aantal
1ste jaars gestegen met 354 tot 2.378, stijging met 17,5
% voor gediplomeerde verpleegstudenten en met 388 tot
3.437, stijging met 12,7% voor bachelor
verpleegkunde/vroedkunde. In totaal stijgt het aantal 1st jaars dus met
742 kandidaten tot 5.815, een absoluut rekord tav van de vorige
historische piek van 5.332 in 1981/1982, nooit eerder in de
geschiedenis van de
verpleegkunde studies zijn zoveel personen het eerste jaar gestart als in
2009/2010.
In % van de 18-jarigen wordt duidelijk dat niet alleen het aantal maar ook
de aantrek, berekend als % tav de referentiegroep 18 sterk gestegen is;
Uiteraard worden hier de 1stjaar vanuit VDAB en project 600 meegerekend.
Het is ook een aantrek die op latere leeftijd effectief wordt en nog heel
wat reserves inhoudt.
Verpleegstudenten A1 en A2 Vlaamse gemeenschap 1980-2010 |
|
Eerstejaars |
Totaal |
|
Gediplo-meerd (A2) |
Bachelor (A1) |
Totaal |
Gediplo-meerd (A2) |
Bachelor (A1) |
Totaal |
80/81 |
2.336 |
2.545 |
4.881 |
5.622 |
6.238 |
11.860 |
81/82 |
2.542 |
2.790 |
5.332 |
6.074 |
6.545 |
12.619 |
82/83 |
2.470 |
2.602 |
5.072 |
6.128 |
6.445 |
12.573 |
83/84 |
2.390 |
2.468 |
4.858 |
6.172 |
6.339 |
12.511 |
84/85 |
2.183 |
2.264 |
4.447 |
5.652 |
6.030 |
11.682 |
85/86 |
1.983 |
2.141 |
4.124 |
5.218 |
5.679 |
10.897 |
86/87 |
1.628 |
2.061 |
3.689 |
4.666 |
5.343 |
10.009 |
87/88 |
1.625 |
2.248 |
3.873 |
4.390 |
5.468 |
9.858 |
88/89 |
1.434 |
2.321 |
3.755 |
4.045 |
5.658 |
9.703 |
89/90 |
1.348 |
1.885 |
3.233 |
3.783 |
5.336 |
9.119 |
90/91 |
1.199 |
1.790 |
2.989 |
3.275 |
5.092 |
8.367 |
91/92 |
1.238 |
1.959 |
3.197 |
3.066 |
4.956 |
8.022 |
92/93 |
1.340 |
1.950 |
3.290 |
3.187 |
4.981 |
8.168 |
93/94 |
1.528 |
2.253 |
3.781 |
3.562 |
5.527 |
9.089 |
94/95 |
1.677 |
2.372 |
4.049 |
3.910 |
5.791 |
9.701 |
95/96 |
1.491 |
2.425 |
3.916 |
3.888 |
6.048 |
9.936 |
96/97 |
1.709 |
2.596 |
4.305 |
4.054 |
6.231 |
10.285 |
97/98 |
1.678 |
2.661 |
4.339 |
4.106 |
6.092 |
10.198 |
98/99 |
1.532 |
2.614 |
4.146 |
4.075 |
6.062 |
10.137 |
99/00 |
1.400 |
2.138 |
3.538 |
3.725 |
5.497 |
9.222 |
00/01 |
1.630 |
2.009 |
3.639 |
3.932 |
5.135 |
9.067 |
01/02 |
1.597 |
1.986 |
3.583 |
4.016 |
4.666 |
8.682 |
02/03 |
1.605 |
2.170 |
3.775 |
4.204 |
4.984 |
9.188 |
03/04 |
1.794 |
2.325 |
4.119 |
4.328 |
5.135 |
9.463 |
04/05 |
1.640 |
2.243 |
3.883 |
4.343 |
5.689 |
10.032 |
05/06 |
1.577 |
2.263 |
3.840 |
4.247 |
5.739 |
9.986 |
06/07 |
1.791 |
2.601 |
4.392 |
4.402 |
6.108 |
10.510 |
07/08 |
1.777 |
2.616 |
4.393 |
4.414 |
6.400 |
10.814 |
08/09 |
2.024 |
3.049 |
5.073 |
4.880 |
7.110 |
11.990 |
09/10 |
2.378 |
3.437 |
5.815 |
5.314 |
7.844 |
13.158 |
Ev. 09-10 |
354 |
388 |
742 |
434 |
734 |
1.168 |
Ev% 09-10 |
17,5% |
12,7% |
14,6% |
8,9% |
10,3% |
9,7% |
Na het dieptepunt in 2005/2006 is er gedurende
4 opeenvolgende jaren een stijging geweest van het aantal 1ste
jaarsstudenten maar met een duidelijke acceleratie in de twee laatste
schooljaren. Er is maar een 'trend' als deze twee jaar aanhoudt. Door deze
stijging verhoogt het globaal aantal verpleegstudenten tot 13.158, ook al een
absoluut record in de geschiedenis van het verpleegkundige beroep, een
vermeerdering met 1.168 studenten in vergelijking met vorig jaar of
een stijging met 9.7%.
Doordat 2007/2008 eerder een 'kwakkeljaar was vertaalt zich dat
niet in een stijging van het aantal afgestudeerden dit jaar. Dat zal met
3.316 op praktisch hetzelfde niveau blijven als vorig jaar, nl
3.360, een lichte daling met 1,3%. Maar voor 2011 en 2012 zal de
sterk verhoogde instroom van de laatste 2 jaar leiden toch een sterke groei
van het aantal afgestudeerden de komende twee jaar. Op het resultaat, dwz
het op de arbeidsmarkt komen van een verhoogde instroom in
verpleegkundestudies is het altijd drie jaar wachten.
Deze groei is mede afhankelijk van de forse inspanningen van de VDAB om
werklozen naar het verpleegkundig beroep toe te leiden en de sociale
partners die langs het project 600 werknemers in de gelegenheid stellen om
met behoud van wedde een kwalificatieverhoging naar verpleegkundige te
realiseren. Ook voor 2010/2011 wordt dit project verder gezet. De
inschrijvingen worden in mei 2010 afgesloten. Maar toch blijft de instroom
van 18 jarigen, de eerste generatiestudenten van cruciaal belang. Voor de
Bachelor verpleegstudenten kunnen we dit nagaan.
1.2 1ste generatiestudenten
bachelors verpleegkunde, evolutie 2007-2010
Het betreft
de ‘1ste inschrijving’ in Bachelor
Verpleeg/Vroedkunde, in feite de ‘generatiestudenten’ waarbij 1ste
inschrijving praktisch samenvalt met ‘student’ omdat binnen verpleegkundige
meestal geen ‘meerdere inschrijvingen’ van 1ste jaars voorkomen.
1ste
inschrijving (*)bachelor verpleeg- en vroedkunde 2009-2010 |
|
|
Totaal |
M |
V |
%
vrouw |
|
2003-2004 |
1.494 |
220 |
1.274 |
85,3% |
|
2004-2005 |
1.477 |
221 |
1.256 |
85,0% |
|
2005-2006 |
1.805 |
237 |
1.568 |
86,9% |
|
2006-2007 |
1.976 |
281 |
1.695 |
85,8% |
|
2007-2008 |
2061 |
282 |
1.779 |
86,3% |
|
2008-2009 |
2367 |
303 |
2.064 |
87,2% |
|
2009-2010 |
2371 |
324 |
2.047 |
86,3% |
|
* het betreft het aantal
inschrijvingen en niet meer het aantal studenten.
|
Deze
1ste inschrijvingen kunnen gezet worden langs het (berekend) aantal 1ste
jaars uit de
Jaaroverzichten 1980-2010 en % 1ste inschrijving op aantal 1ste
jaars:
1ste
inschrijving/1ste jaars verpl./vroedk.2009-2010 |
|
1ste
inschr. |
1ste
jaars |
% 1e
inschr. |
2005-2006 |
1.805 |
2.263 |
79,8% |
2006-2007 |
1.976 |
2.601 |
76,0% |
2007-2008 |
2.061 |
2.616 |
78,8% |
2008-2009 |
2.367 |
3.049 |
77,6% |
2009-2010 |
2.371 |
3.437 |
69,0% |
Hieruit blijkt dat vooraal
het aantal
zij-inschrijvers en niet-generatiestudenten, dwz die later de studies aanvatten
of reeds andere studies gedaan/geprobeerd hebben, in 2010 in verhoogd aantal aanwezig
zijn, ondermeer vanuit de VDAB en project 600 dat terug gestart is. De
financiële en economische crisis heeft allicht ook meer personen naar
verleegstudies georiënteerd. Ook al is er
een belangrijke groei geweest van 1ste generatiestudenten na 2005, de
stabilisatie in 2009/2010 wijst er dat er blijvend inspanningen moeten geleverd om
laatste jaars studenten, zeker ook de ASO-humaniorastudenten, naar het
verpleegkundig beroep te richten. De inrichting van een masteropleiding
verpleegkundige met rechtstreekse toegang na het humanioria kan hier een
belangrijke rol en aanvulling betekenen voor het huidige opleidingsaanbod.
1.3. Gebrevetteerde en gediplomeerde verpleegkundigen (de 'A2''s), een
onuitwisbare factor in verpleegkundige zorg
Het % studenten
gebrevetteerd/gediplomeerd verpleegstudenten op het totaal aantal
verspleegstudenten zakt op 30 jaar tijd nooit onder de 40%. Vertokken van 50% in
1983 en een progressieve daling naar 40% in 1991 is er een wezenlijke piek in
2001 wanneer de A1 zichzelf destabiliseerde door de Gediplomeerde verpleegkunde
als toegang tot het verpleegkundig beroep op te doeken. De 'A1' zijn gered door
de'A2' op het ogenblik dat deze voor de bijl moesten, deironie die sterker was
dan de werkelijkheid.
1.4. Huidige groei is mede afhankelijk van een gunstige
leeftijdsevolutie 18 jarigen die nog tot 2012 doorloopt.
Op twee manieren kan het belang van de cohortes van 18-jarigen
gevisualiseerd worden. Eerst door ze lineair in beeld te breng; zowel voor het
Vlaams gewest als het Brussels gewest. Tot 1995 was er de stijle val van het
aantal 18 jarigen met daarna enkele fluctualties met pieken in 1999 en 2011.
Vanaf 2011/2012 moet rekening gehouden worden met een daling van het aantal
18-jarigen gedurende een drietal jaar om dan te stabiliseren. Brussel is sinds
2005 aan een langzame en voortdurende remonte begonnen, die allicht nog kan
onderschat zijn en waaruit ook de Vlaamse gemeenschap kan putten.
In een langer tijdsperspectief tot 2050, voortgaande op de recente
bevolkingsprojecties, wordt duidelijk dat de huidge groei vabn
verpleegkundestudenten mee geconditioneerd is door een piek buij de 18-jarigen
die eerst sterk en daarna progressief zal afnemen met een dieptepunt in 2025.
Vooral door interne immigratie vanuit het Brusselse gewest zal er na 2025 een
stijging zijn van 18-jarigen, Brussel gewest dat mee de vermindering na 2037 kan
opvangen. Dat klinkt onwezenlijk maar geen planning van wat dan ook zonder
demografie, geboorte- en migratiesaldo's.
2. Vraag en aanbod verpleegkundigen, een perpetuum mobile
2.1.. Het leerrijkste plaatje: de strijd om de verpleegstudent
De eigen dynamiek van de aantrek van het verpleegkundeonderwijs in de Vlaamse
gemeenschap wordt pas echt duidelijk wanneer de index van de bevolkingsevolutie
en de evolutie van aantallen verpleegstudenten naast elkaar gesteld worden. 1981
wordt gelijkgesteld aan indeks 100 zodat de evoluties klaar in beeld komen. De impact van campagnes of beleid dat m.b.t.
verpleegstudies gevoerd worden op een tijdslijn duidelijk alsmede de mate
waarin, bijkomend aan de bevolkingsevolutie, nieuwe segmenten zijn aangeboord of
de studentenaantallen onder druk kwamen.
De kronkelige weg van het aantal 1ste-jaars
verpleegkunde laat dus toe enige evaluatie te maken van het gevolgde beleid of
wat het beleid beïnvloed heeft.
In 1990 verplichte de systematisch daling van de aantrek van
verpleegstudies, de Witte woede en de noorzaak tot optrekking van de normering tot een
fikse verhoging van het aantal verpleegstudenten. De inspanning van Busquin van
die tijd en van de VDAB en Sociaal Fonds voor de Privé-ziekenhuiizen heeft effectief tot resultaten geleid zodat terug kon
aangesloten worden met een aantal 1ste jaarsstudenten gelijklopend met het
aandeel van 1981. De aantrek was in 1995 hersteld en werd zelfs uitgebouwd tot
een maximaal instroom in 1997 om vanaf 1999 drastisch terug te vallen, het eerste jaar van het 'Paars-Groen' beleid in de
gezondheidssector. Het was in die periode dat de verpleegkundelobbys dachten
geslaagd te zijn in de annulatie van Gebrevetteerd verpleegkundige als toegang
tot het verpleegkundig beroep. Na jarenlang gelobby was het Groene kabinet zover
gebracht om slechts 1 toegang tot het verpleegkundig beroep te behouden, de
A1-verpleegkundige. De 'verpleeghulp' was toen het surrogaat voor de
gebrevetteerd verpleegkundige. Het resultaat was een ineenstorting van het aantal
verpleegstudenten, niet in het minst bij de A1-verpleegkundigen zelf zoals
duidelijk te zien is op de grafieken bovenaan. In de onderhandelingen van het
sectoraal akkoord 2000 werd de alarmerende toestand evenwel ontmijnd door een
5-tal structurele maatregelen:
1. De zogezegde 'beslissing' van de Nationale Hoge Raad voor Verpleegkunde om
de toegangsweg tot het verpleegkundig beroep voor gebrevetteerd verpleegkundig te annuleren werd door
tussenkomst van Walter Cornelis, LBC-NVK nationale vrijgestelde
geannuleerd.
2. Samen met de toenmalige kabinetschef van Vandenbroucke op Sociale ZakenPaul
Verhaevert werd in het
Sectoraal akkoord 2000-2005 het project 600 tot stand gebracht dat honderden
verzorgenden en ander personeel in de gelegeheid met behoud van wedde
verpleegkundestudies aan te vatten, dit proejct is nog altijd actief.
3. De mogelijkheid werd geboden voor 'A2' verpleegkundigen om langs
Brugprojecten de kwalificatie 'A1' verpleegkundige te bereiken.
4. Harmonisering van lonen en wedden waardoor alle personeel, verpleegkundigen
inbegrepen in elke deelsector van de gezondheidszorg aan dezelfde voorwaarden en
verdiensten konden werken zodat een onbeperkte mobiliteit zonder wedde of
anciënniteitverlies mogelijk werd. Te noteren is dat de ziekenhuizen toen voor 5
jaar afzagen van loonsverhoging om de weddeverhoging in de andere sectoren,
waaronder de bejaardenhomes, te kunnen financieren.
5. Tot stand komen van een regeling waarbij oudere werknemers bijkomende
verlofdagen kregen, 12 op 45 jaar, 24 op 50 jaar en 36 op 55 jaar. Door deze
regeling kregen de verpleegkundigen en in 2005 ook de andere personeelsleden een
perspectief op draaglijk langer werken.
Door al deze factoren samen werd een belangrijke herneming bekomen van de 1ste
jaar verpleegstudenten die zich tot vandaag alsmaar sterker doorzet, even onderbroken
zo blijkt, in
2004 door een nieuwe en ook toen weer afgeweerde destabilisering en in
van de gediplomeerd en gebrevetteerd verpleegkunde als
toegang tot het verpleegkundig beroep. De 'zorgkunde' is een restant van deze
zoveelste poging, die er evenwel toe geleid heeft om de autonomie van
zorgtoelevering van de verzorgenden, zoals omschreven in het Beroepsprofiel
verzorgenden, aan te tasten en onder verpleegkundige voogdij te stellen. De
laatste poging in 2008/2009 onder Minister Onkelinx om het hoger
beroepsonderwijs als niet conform aan de Europese regelgeving te beschouwen en
dus als toegang tot het verpleegkundige te annuleren liep voorlopig op een
sisser uit. Een definitieve pacificatie van deze 'zusterstrijd' is dus nog
altijd niet in zicht. Misschien iets voor de volgende minister?
2.2. Stijging 1ste jaarsstudenten verpleegkunde, mee bepaald door piek bij
18-jarigen in de bevolking
Wanneer de indexen 18-jarigenen 1stejaars in een
langer termijnperspectief tot 2020 gtoond worden ziet men de pas de echte trendbreuk
die door een goed statuut, eindeloopbaanperspectief, pacificatie in de toegang
tot het beroep, de inspanningen van VDAB en project 600 en het verzorgen van
de terechte uitstraling van het beroep tegen het
voortdurend naar beneden halen van het beroep en de verworvenheden uit het
verleden door de 'tekort'-lobbys die daarmee specifieke, enkel
op de verpleegkundige gericht en daarom ook corporatistische voordelen willen
bewerkstelligen.
Zaak is om de huidige instroom in het verpleegkundig beroep te handhaven en de
periode van terugval van het aantal 18-jarigen te overbruggen. Nu de klok luiden
dat er geen interesse meer is voor het beroep, dat het slecht betaald is, dat de
verpleegkundigen massaal het beroep verlaten, dat de plaatselijke en tijdelijke
tekorten niet kunnen ondervangen worden, dat massaal in het buitenland moet
gerekruteerd worden enz... is een koor dat enkel de destabilisatie van het
beroep, corporatistische voordelen en grotere inbreng van commerciële markt in
het beroep en de gezondheidssector beogen of gaan teweegbrengen.
2.3. Of verdwijnen de verpleegkundigen in een groot zwart gat, of gaan zij naar de
maan?
Groeit de behoefte aan verpleegkundige en specifieke verpleegkundige zorg zo
sterk dat zelfs de hoogste quota afgestudeerden daar niet aan kunnen
tegemoetkomen? Als we jozef Pacolet mogen geloven is daar geen enkele reden voor.
De zelfzorg en de vermindering op termijn van de zorgbehoeften per individue
(globaal is er uiteraard een stijging door het toenemen van het aantal) zouden
op termijn eerder kunnen kunnen leiden tot een overaanbod dan tot een
structureel tekort: “Ingeval van lage aanbodscenario’s zijn
er amper genoeg verpleegkundigen, hoge aanbodscenario’s zouden de instroom op
een niveau tillen dat het dubbele is van de instroom die nodig is" zo stelde
Jozef Pacolet nog in een studie van 2006. Zaak is dat momenteel het aanbod van
verpleegkundigen hoger ligt dan
het hoogste scenario waar Jozef Pacolet van uitging zoals blijkt uit de update
van bijgaande slide uit
ppt Zorgsymposium
In feite ligt het aanbod verpleegkundigen nu al
dubbel zo hoog als het verschil tussen het hoogste en het laag scenario in
Pacolets studie. Ofwel moet
Professor Pacolet eindelijk eens in de gelegenheid gesteld worden om voor alle
gezondheids- en welzijnsberoepen een update maken zoals hij in 2000 en 205 heeft
mogen doen, en 2010 zou een mooi referentiejaar zijn, maar dan moeten daar ,
zoals in het verleden, de nodige financiële middelen voor vrijgemaakt worden.
2.4. 2.000 frictiewerkloosheid op 140.000 verpleegkundigen: elke sector zou
er voor tekenen
Medical Expres, een commerciele interimorganisatie heeft volgens Belga op de
dag van de Verpleegkunde 2.000 vacatures verpleegkunde geteld bij VDAB,Actiris
en Forem samen. De sector omvat 140.000 verpleegkundigen waarvan er volgens hen
105.000 werken hetgeen betekent dat er op zich al een reserve is van 35.000
verpleegkundigen. Voortgaande op 2.000 vacatures is er een frictie-werkloosheid
van 2%., een hoogst normaal gegeven waar elke andere sector voor wil tekenen.
Want als er op 100 werknemers een mobiliteit is van een werkplek naar een andere
van 2 werknemers, dan is dit een erg lage mobiliteit. De ene gaat en de
andere komt en daar ligt altijd een zekere tijd tussen. Dat is wat anders dan
een 'tekort' maar van 'nog niet vinden'. Voor specifieke functies of omwille van
lokale omstandigheden of bij uitbreiding duurt deze werking van de arbeidsmarkt
wat langer maken. Of men zou beroep kunnen doen op de 'interim'markt, altijd een
graadmeter voor een echt tekort. Maar Medical Express weet maar al te goed dat
zij een uiterst marginale factor zijn in de vraag en aanbod frictie in de
gezondheidszorg en voor verpleegkundigen. Zij zijn evenwel de eerstenom
van een tekort te spreken met als doel zich als commerciële instantie op de
ziekenhuismarkt in te werken, want dat lukt maar niet.
2.5. Uitzendarbeid bedraagt hooguit 0,45% of 1 uitzendkracht per 222 werknemers in
de ziekenhuizen
In de sociale balansen die de ziekenhuizen als VZW of publieke sector al
sinds jaar en dag elk jaar aan de Nationale Bank moeten bezorgen kan klaar en
duidelijk geteld worden wat de omvang is van de uitzendarbeid. Hierin
zijn dus ook inbegrepen de enkele tewerkgestelden van de 'opbrengst' van de
commerciële headhunters verpleegkundigen in het buitenland.
Ziekenhuizen met uitzendkrachen, aantal en % 2005-2008 (Bron Nat.
Bank)( *)(**) |
|
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Aantal ziekenhuizen |
153 |
154 |
107 |
128 |
Aantal met Uitzendkrachten |
74 |
86 |
56 |
76 |
Aantal werknemers |
128.549 |
133.562 |
97.520 |
144.349 |
Aantal uitzendkrachten |
570 |
532 |
371 |
651 |
% ziekenhuizen met uiizendkrachten |
48% |
56% |
52% |
59% |
% uitzendkr. op totaal werknemers |
0,44% |
0,40% |
0,38% |
0,45% |
Gem. per ziekenhuis met Uitz.Werkn. |
8 |
6 |
7 |
9 |
(*)Verschillen in aantal werknemers per jaar hangen mede af van het
al of niet invullen |
en tijddig doorgeven van de sociale balansen door de zienkenhuizen. |
|
(**)Vanaf 2007 is er specifieke plicht voor VZW's en dat heeft voor
vertraging gezorgd. |
2.6.
Zorgnet wil afbraak eindeloopbaanregeling verpleegkundigen en andere
werknemers
En wat te zeggen van Zorgnet Vlaanderen dat een afbraakcampagne is
begonnen van de regeling van minder
werken bij oudere leeftijd. Vooral voor de 55 jarigen geven de 36
verlofdagen bijkomend aan de 24 wettelijke verlofdagen een draagvlak
om langer te werken. Als men nagaat hoeveel van de 50-54 jarigen in de Non-Profitsectoren in 2003
er nog geteld worden als 55-59 jarigen in 2008, vijf jaar
later dan wordt maar een uitval van 7% vastgesteld waar deze in het
algemeen 21% bedraagt, 41,4% in de industrie, 20,1% bij de banken
en 17,6% in de openbare dienst. Een duidelijk en sprekend bewijs dat in de Non-profit sector de
uitval en stoppen met werk 3 maal lager ligt dan in de andere sectoren.
Voor wie op zoek is naar regelingen om het langer werken eindelijk ook in
de praktijk mogelijk te maken kan eens kijken naar de Gezondheidszorg en
de werkvoorwaarden van de verpleegkundigen. Men zou zelfs kunnen nadenken
om de pensioenbonus die nu als een wortel na 65 gehangen wordt en geen
tewerkstelling creëert, om te zetten in bijkomende verlofdagen op 60 en 62
jaar, zodat voor hetzelfde geld, het werken werkbaarder blijft en met het
budget nieuwe vervangende tewerkstelling gecreëerd wordt. Met 'terugverdieneffectien'
wordt dit zelfs een budgetneutrale operatie. Maar neen, Zorgnet Vlaanderen
wil een excellente regeling op de helling zetten en de verpleegkundigen en
ander personeel opnieuw langer laten werken en alle verlofdagen die zij normaal
zouden bij gekregen hebben ineens laten opnemen voor zij met pensioen gaan, als
tegengewicht voor het wegvallen of verschuiven van het brugpensioen. Een pervers
voorstel dat hen buiten elke discussie plaatst. Zie ook andere opmerkingen over
de prioriteitennota van de werkgevers op
De Wereld Morgen.
2.7.
Ter Zake van 18-19/05/2010 op (be)zoek in Roemenië
In het kader van deze BuG is
het niet de
bedoeling ten gronde in te gaan op de vraag en aanbod situatie van het verpleegkundig beroep
of de werkwijze, doel en contractvoorwaarden van de headhunteters van
verpleegkundigen. In de documentatie hierboven publiceren we de promotiefolder
van twee bureaus waaronder Moving People. In de Ter Zake-, of moeten we zeggen
Moving-People-reportage van 17-05-2010 zagen we de directeur van De Mick, een specifiek 'ziekenhuis' voor
revalidatie van geriatrische patiënten samen een reporter van Ter Zake enkele
selectiegesprekken afwerken van Roemeense vrouwen die rijkhalzend uitkeken om naar België te emigreren, wie kan hen ongelijk geven.
Onze reactie is terug te vinden
op het Ter Zakeforum. Goed is te weten dat
emigratie naar België door Roemenen de laatste 10 jaar verviervoudigd is tot 21.345
inwoners van Roemeens afkomst op 01/01/2008. Binnen deze geimmigreerde Roemenen
is allicht nog een groot potentieel voor potentiële verpleegkundigen, evengoed
als bij andere nationaliteiten. De tweede reportage op 18-05-210, het waarom van
de emigratie ,was
daarbij een excellente evocatie van de situatie van waaruit de wil tot emigratie
groeit. In de reacties van collega's werd evenwel geen enkele kritische
opmerking gegeven terwijl die er blijkbaar,toch zijn.
Het loont de moeite de Moving People brochure (zie documentatie) eens door te
nemen: vervang uw verpleegkundigen met 10 jaar anciënniteit door
buitenlandse verpleegkundigen die door ons gerekruteerd zijn, houdt ze twee jaar
in dienst tegen een forfaitaire door moving people aangerekend kost (equivalent
van een half jaar wedde verpleegkundige, zoals de Directeur van De Mick wist te
melden) en na 2 twee jaar verdien je deze kost terug doordat je de volgende 8
jaar minder anciënniteit moet betalen. In feite maken zij promotie voor
vervangen van bestaand personeel door buitenlanders in plaats van wat aan
het 'tekort' te doen. Want één zaak is zeker, alle CAO voorwaarden, wat betaling
betreft dienen voor alle buitenlandse werknemers nagekomen. Deze strikte
voorwaarde heeft het enthousiasme zowel bij de headhunters als bij de werkgevers
al ten zeerste bekoeld. Deze tewerkstellingsinjectie door commerciële firma's
kan resulteren in een verhelderende of ontluisterende Ter Zake aflevering die
binnen de gehanteerde journalistieke code de investering waar dzal zijn, het
betreft een uiterst marginaal deel van de verpleegkundige arbeidsmarkt dat
structureel geen enkele meerwaarde heeft en die door de 'spontane' migratie
ngehaald is of zal worden.
2.8. Aantal tewerkgestelde Roemeense en andere buitenlandse verpleegkundigen:
minder dan 100?
Er is, door het ontbreken van een betrouwbaar 'kadaster' van verpleegkundigen
geen zicht op het aantal verpleegkundigen dat, al of niet gehunt door speciale bureaus,
het land binnenkomt of weer buitengaat, noch over het aantal dat effectief aan
de slag gaat of blijft. In een contact met het NVKVV konden we opmaken dat moet
men er rekening mee houden dat het aantal gehunte buitenlandse verpleegkundigen
dat aan de slag (gebleven) is minder dan honderd bedraagt op 105.000
tewerkgestelde verpleegkundigen (als we het cijfer van Medical Expres
overnemen), of minder dan 1 op 1.000 verpleegkundigen.
2.9. Verdwijnen verpleegkundigen in het zwarte gat van de overkwalifcatie?
Zou het kunnen dat meer en meer verpleegkundigen verdwijnen in functies die
ook door andere zorgberoepen en logistieke assistenten werden uitgeoefend, dwz
dat in een tekort mede tot stand komt door een
alsmaar voortschrijdende overkwalifatie van zorg- en logistieke beroepen.
Het voordeel voor de werkgever is een lagere betaling voor hoger gekwalifcieerd werk,
of een hogere kwalificatie voor een lager gekwalificeerde functie aan dezelfde
betaling. Een just in jobkwalificatie en een doorschuiven
van deelfuncties naar specifieke zorgberoepen en logistieke ondersteuning
kan ook op het lokale vlak veel druk wegnemen in de zoektocht naar
verpleegkundigen. Maar neen, in het kader van hun aanval op de
Gediplomeerd verpleegkundigen werd door een vorig kabinet de 'zorgkundige'
gecreëerd waarbij de autonomie van een
pas opgemaakt beroepsprofiel verzorgende werd ondergraven en onder de
'voogdij' van de verpleegkundige gesteld. Deze hybride functie brengt niets
bij aan kunde, aan betaling maar wel aan werk voor de verpleegkundige die
nu op de 'zorgkundigen' moeten 'toezien'. Een surrogaat
verantwoordelijkheid die allicht ook inefficiënte taakuitoefening en destabilisatie van
verzorgenden meebrengt.
3. Herdefiniëring van functies en just-in-jobkwalificatie
Zou een herprofilering
van functies en kwalificaties ook een groter draagvlak creëren om uit de
werkloosheid en de migratie lager geschoolden te recruteren en op te leiden voor specifieke ondersteunende functie
zoals logistiek assistenten in ziekenhuizen, onthaal en diversiteitsassistenten,
uitbouw van stuwards- en bewakingsfuncties venz. De vakbonden zijn, zoals in het verleden,
best geplaatst om deze herprofilering en herdefiniëring van functies te
concipiëren en mee door te voeren, omdat bij de andere partijen,
corporatisme, eigen- of organisatorisch belang nog al eens doorwegen. En
men kan er best actief over waken dat hoger gekwalificeerden niet in
onderliggend functies worden tewerkgesteld en ook maar de wedde krijgen
verbonden aan deze functie. Hoeveel verzorgenden, die normaal recht hebben op
barema 1.35, zijn niet tewerkgesteld (gedegradeerd) tot logistiek assistent om
hen maar het barema 1.26 te hoeven betalen terwijl zij toch nog als verzorgende
kunnen ingeschakeld worden (zie
Barema's alle functies in de gezondheidszorg, PK 330).
In 2000 is onderzocht welke taken personeel in een zorgafdeling in ziekenhuizen
en rusthuizen in een 24h op 24 setting uitvoerden en welke de omkadering was van
verplegenden, verzorgenden en logistieke assistentie. Het resultaat van de
taakinhouden van verpleegkundigen was enigszins onthutsend en ook wel
ontluisterend. Niets wijst er op dat deze taakomschrijving de dag van vandaag
anders zou liggen, integendeel. De grafieken behoeven geen commentaar.
En wordt het ook
hier geen tijd om dit onderzoek Tijd voor Zorg naar de taakinhoud en
taakuitoefening door de verschillende personeelcategorieën na 10 jaar eens te
updaten. Een opvolgingsonderzoek is altijd goedkoper omdat de methode,
vragenlijsten en zelfs selectie van zorginstellingen grosso mode analoog
blijven. Wie maakt eens een budget van, zeg maar 200.000€ vrij om dit essentieel
gegeven opnieuw boven te spitten en de pertuum mobile van de vraag en aanbod
discussie te stoppen?
Jan Hertogen, socioloog
|