Tabellen: Verpleegstudenten
Vlaamse gemeenschap 1980-2009 A1 en A2
Voorafgaande - Op de dag van de
verpleegkunde, 12 mei 2009, start Minister Onkelinx haar campagne ter promotie van
het verpleegkundige beroep, zonder echt
te (willen) weten wat de inspanningen uit het verleden opgebracht
hebben. Want de continue en effectieve verbeteringen van het statuut en de
kwaliteit van de opleiding door het geduldige werk van vakbonden en
scholen levert wel degelijk resultaat op. Voor de minister, haar kabinet
en de beroepsverenigingen voor Verpleegkundigen was evenwel enkel de
onderliggende agenda van hun 'campagne' van belang: de liquidatie
van de A2-verpleegkunde en de schrapping van de gediplomeerde
verpleegkundige (Vlaanderen) en gebrevetteerd verpleegkundige (Franstalige
gemeenschap) als toegangsweg tot het verpleegkundig beroep. Vraag is of
dit liquidatieagenda begraven is, nu in het Vlaamse parlement het decreet
gestemd is waarbij het 'Hoger' beroepsonderwijs wordt ingesteld en men
ook naast de feitelijkheid zich formeel conformeert met de Europese
regelgeving, voorzover dat al nodig was. Maar met de niets ontziende en
ongemotiveerde vasthoudendheid van de 'A1' lobby om de destructie van het
verpleegkundig beroep te organiseren is het altijd afwachten en maar beter
op z'n hoede te zijn.
Het aantal
verpleegstudenten 2008-2009 in de Vlaamse gemeenschap 'boomt'
Voor de Vlaamse gemeenschap zijn de gegevens volledig beschikbaar, voor de
Franse gemeenschap enkel de A2-verpleegkunde (die ook in de lift zitten), zodat we
de Franstalige
gegevens en de vergelijking tussen de gemeenschappen later zullen in
beeld brengen. De Vlaamse verpleegkundigen 'boomen'.
Verpleegstudenten
A1 en A2 Vlaamse gemeenschap 1980-2009
|
|
Eerstejaars
|
Totaal
|
|
Gediplo-
meerd (A2)
|
Bachelor
(A1) (1)
|
Totaal
|
Gediplo-
meerd (A2)
|
Bachelor
(A1)
|
Totaal
|
80/81
|
2.336
|
2.545
|
4.881
|
5.622
|
6.238
|
11.860
|
81/82
|
2.542
|
2.790
|
5.332
|
6.074
|
6.545
|
12.619
|
82/83
|
2.470
|
2.602
|
5.072
|
6.128
|
6.445
|
12.573
|
83/84
|
2.390
|
2.468
|
4.858
|
6.172
|
6.339
|
12.511
|
84/85
|
2.183
|
2.264
|
4.447
|
5.652
|
6.030
|
11.682
|
85/86
|
1.983
|
2.141
|
4.124
|
5.218
|
5.679
|
10.897
|
86/87
|
1.628
|
2.061
|
3.689
|
4.666
|
5.343
|
10.009
|
87/88
|
1.625
|
2.248
|
3.873
|
4.390
|
5.468
|
9.858
|
88/89
|
1.434
|
2.321
|
3.755
|
4.045
|
5.658
|
9.703
|
89/90
|
1.348
|
1.885
|
3.233
|
3.783
|
5.336
|
9.119
|
90/91
|
1.199
|
1.790
|
2.989
|
3.275
|
5.092
|
8.367
|
91/92
|
1.238
|
1.959
|
3.197
|
3.066
|
4.956
|
8.022
|
92/93
|
1.340
|
1.950
|
3.290
|
3.187
|
4.981
|
8.168
|
93/94
|
1.528
|
2.253
|
3.781
|
3.562
|
5.527
|
9.089
|
94/95
|
1.677
|
2.372
|
4.049
|
3.910
|
5.791
|
9.701
|
95/96
|
1.491
|
2.425
|
3.916
|
3.888
|
6.048
|
9.936
|
96/97
|
1.709
|
2.596
|
4.305
|
4.054
|
6.231
|
10.285
|
97/98
|
1.678
|
2.661
|
4.339
|
4.106
|
6.092
|
10.198
|
98/99
|
1.532
|
2.614
|
4.146
|
4.075
|
6.062
|
10.137
|
99/00
|
1.400
|
2.138
|
3.538
|
3.725
|
5.497
|
9.222
|
00/01
|
1.630
|
2.009
|
3.639
|
3.932
|
5.135
|
9.067
|
01/02
|
1.597
|
1.986
|
3.583
|
4.016
|
4.666
|
8.682
|
02/03
|
1.605
|
2.170
|
3.775
|
4.204
|
4.984
|
9.188
|
03/04
|
1.794
|
2.325
|
4.119
|
4.328
|
5.135
|
9.463
|
04/05
|
1.640
|
2.243
|
3.883
|
4.343
|
5.689
|
10.032
|
05/06
|
1.577
|
2.263
|
3.840
|
4.247
|
5.739
|
9.986
|
06/07
|
1.791
|
2.601
|
4.392
|
4.402
|
6.108
|
10.510
|
07/08
|
1.777
|
2.616
|
4.393
|
4.414
|
6.400
|
10.814
|
08/09
|
2.024
|
3.049
|
5.073
|
4.880
|
7.110
|
11.990
|
Evol-%
|
13,9%
|
16,5%
|
15,5%
|
10,6%
|
11,1%
|
10,9%
|
(1) Gezien de Bachelor-opleiding
niet meer in 'jaren' gebeurt moet er een berekeing gebeuren om het aantal
1ste jaars af te leiden. Voortgaande op het aantal 'inschrijvingen' wordt
vanuit vorige (gekende) jaren voor 2de en 3de jaar het (stabiele)
slaagpercentage toegepast zodat bij saldo het aantal 1ste jaars kan
berekend worden.
Voor het eerst zet een stijging van het
aantal verpleegstudenten zich, na een stabilisatie het volgende jaar, zich
in het derde jaar door (zie tabel en grafiek). In 2002/2003 was er ook een
stijging, dan stablilisatie maar een daling in het volgende jaar, vooral
door het niet meer verlengen van het project 600 waarbij werkenden zich
tot verpleegkundige konden omscholen. Voor 2008-2009 werd het project 600
opnieuw goedgekeurd zodat een kentering ten goede kon verwacht worden maar
de stijging met 680 bijkomende eerstejaars (+15,5%)
in 2008-2009 gaat veel verder dan de eerder beperkte impact van project
600 (116 starters in het eerste jaar verpleegkunde in 2008-2009 -
zonder de publieke sector).
Bij de bacheloropleiding (A1
verpleegkunde) is deze stijging in het schooljaar 2008-2009 spectaculair: een
groei met 433 of +16,5% tot 3.049 eerstejaars in het
lopende schooljaar 2008/2009. Bij de A2-gediplomeerd verpleegkundigen
waren er 247 bijkomende 1stejars vergeleken met vorig jaar of +13,9%
tot 2.024 eerstejaars A2 verpleegkundigen. In totaal kan dus
een stijging opgekend worden van 15,5% of 680 bijkomende
eerstejaars verpleegkunde die hun totaal op 5.073 brengt. Voor de
A1-Bachelorverpleegkundigen is het een absoluut record, het hoogste aantal
ooit. Ook voor de A2-verpleegkundigen komt men in absolute cijfers terug
op het hoge niveau van 22 jaar geleden.
Berekend als een % op het aantal 18 jarigen in
de Vlaamse gemeenschap stijgt hun % 1ste jaars tot 7,1%, het
hoogste ooit, en dit zowel voor de gediplomeerd verpleegkundigen die 2,8%
aanbrengen als de bachelor-verpleegkundigen met 4,3% van de 18
jarigen. De stijging van dit % is des te belangrijk omdat het aantal
18-jarigen in Vlaanderen ook stijgend is, zodat een hoger % terugslaat op
een grotere groep studenten verpleegkunde.
Stijging Bachelor-verpleegkundestuden ook bij de 'generatiestudenten'
Opvallend en belangrijk is dat de stijging bij de
Bachelor-verpleegkundigen vooral het gevolg is van de keuze van humaniorastudenten voor het verpleegkundig beroep, hetgeen duidelijk
blijkt uit de evolutie van het aantal 'generatiestudenten', dwz het
aantal verpleegstudenten in Bachelor opleiding dat na het humaniorar z'n
eerste keuze maakt voor verpleegkunde: een stijging met 306 of 15%
in 08/09 tegenover het voorgaande jaar. Het was een grote bekommernis van
de scholen voor verpleegkunde (en de ziekenhuizen) dat dit zou gebeuren en
hier wordt opnieuw, na 2004/2005, een echte doorbraak gerealiseerd.
Generatiestudenten
(1) Bachelor verpleegkunde Vlaanderen
|
|
Aantal
|
2003-2004
|
1.494
|
2004-2005
|
1.477
|
2005-2006
|
1.805
|
2006-2007
|
1.976
|
2007-2008
|
2.061
|
2008-2009
|
2.367
|
(1)
Verpleegkunde als 1ste studiekeuze na humaniora
|
Het totaal aantal verpleegkundigen
stijgt met 1.067 tot 11.990 in Vlaanderen
Door de verhoogde instroom in 2006/2007is
er in nu in het 3de jaar verpleegkunde (2008/2009) een gevoelige verhoging
van het aantal verpleegstudenten zodat, samen met het verhoogd aantal
eerstejaars het totaal aantal verpleegkundestudenten in de Vlaamse scholen
met 1.067 stijgt tot 11.990, of een stijging met 10,9%.
Zulk een stijging is in Vlaanderen nooit gezien. Het aantal
afgestudeerden verpleegkunde in Vlaanderen zal dan ook in 2009 een
recordhoogte bereiken.
Project 600 blijft een sleutel voor
verdere groei verpleegstudenten
Het project 600 heeft de verdienste om mee
de groei van het aantal verpleegstudenten te verzekeren, forse terugval te
voorkomen en vooral uitzicht te bieden op sociale promotie van vele
verzorgenden en lager gekwalificeerden op het terrein in het
verpleegkundig beroep. Ook vanuit andere sectoren (met steun van de
sociale fondsen van die sectoren, de federale overheid, RSZ en de
Vlaamse gemeenschap) kunnen nog veel werknemers hun droom, verpleegkundige
te worden waar maken, zeker in deze tijden van economische crisis en de
vraag naar goede projecten voor overheidsinvestering.
Een volledig overzicht van project 600 zal
opgemaakt worden wanneer ook de gegevens van de publieke sector
beschikbaar zijn.
VDAB en werkzoekenden in
verpleegopleiding bereiken met 1.742 een recordhoogte
Ook voor het groeiend aantal werkzoekenden
zijn verpleegkunde studies een ideale recyclage en heroriëntatie die hen
voor de toekomst definitief aan de werkloosheid ontrekt. De VDAB
bewijst dit al 18 jaar;
De VDAB-beroepsopleiding verpleegkunde die
doorgaat in de reguliere verpleegscholen kent in 2008-2009 een absolute
top: met 1.742 werkzoekende studenten vertegenwoordigen zij 14,5%
van alle verpleegstudenten in Vlaanderen, met ook hier een belangrijk
verschil naar toegangsweg: 6,1% van de bachelorstudenten
verpleegkunde worden vanuit VDAB aangebracht tegenover 26,8% van de
gediplomeerde (A2) verpleegstudenten. Dit is een unieke en op wereldvlak
exemplarische realisatie en dit om verschillende redenen:
- In België is het bekomen van een 'hoger' onderwijswalificatie na de
leeftijd van 23 jaar het minst van alle Europese landen mogelijk, enkel
door de opleiding Verpleegkunde wordt België niet volledig met 0 van de
tabellen geveegd.
- Deze 'upgrading' vindt vooral in het Beroepsonderwijs plaats, door wat
Guy Tegenbos van DS, het zalmprincipe noemt: na de cascade in het
onderwijs tot op Beroepsniveau (of lager), kan een belangrijk potentieel
in de bevolking langs de verpleegopleiding terug opklimmen tot een
Europees erkend beroep met quasi volledige werkzekerheid, de zalm
die terug de watervallen neemt en vruchtbaar wordt voor de
samenleving.
- De zoektocht, selectie, voorbereiding (langs verschillende modules),
opvolging, begeleiding zijn erg gespecialiseerd en intensief. De VDAB
heeft door de jaren heen een kader ontwikkeld dat een alsmaar grotere
performantie (en resultaat) bereikt op dit vlak.
Werkzoekenden
in verpleegopleiding, VDAB 2004-2009 (zonder United Colours)
|
|
VDAB
verpleegstudenten
|
Totaal
|
%
|
|
04/05
|
05/06
|
06/07
|
07/08
|
08/09
|
08/09
|
VDAB
|
1.
Bachelor (A1)
|
|
|
|
|
|
|
|
1ste jaar
|
206
|
170
|
175
|
155
|
172
|
3.049
|
5,6%
|
2de jaar
|
112
|
169
|
146
|
143
|
113
|
2.019
|
5,6%
|
3de jaar
|
88
|
102
|
152
|
152
|
148
|
2.042
|
7,2%
|
Totaal Bachelor
|
406
|
441
|
473
|
450
|
433
|
7.110
|
6,1%
|
2.
Gediplomeerd (A2)
|
|
|
|
|
|
|
|
1ste jaar
|
465
|
509
|
524
|
457
|
597
|
2.024
|
29,5%
|
2de jaar
|
297
|
380
|
380
|
401
|
383
|
1.538
|
24,9%
|
3de jaar
|
158
|
240
|
352
|
312
|
329
|
1.318
|
25,0%
|
Totaal Gediplomeerd
|
920
|
1.129
|
1.256
|
1.170
|
1.309
|
4.880
|
26,8%
|
3.
Totaal A1 en A2
|
|
|
|
|
|
|
|
1ste jaar
|
671
|
679
|
699
|
612
|
769
|
5.073
|
15,2%
|
2de jaar
|
409
|
549
|
526
|
544
|
496
|
3.557
|
13,9%
|
3de jaar
|
246
|
342
|
504
|
464
|
477
|
3.360
|
14,2%
|
Totaal
|
1.326
|
1.570
|
1.729
|
1.620
|
1.742
|
11.990
|
14,5%
|
Het aantal eerstejaars A2 verpleegkunde van de VDAB is met 140 tot 597
gestegen, of 29,5% van alle eerstejaars A2 in Vlaanderen. Hiermee
nemen zij een groot part van de 247 bijkomende 1stejaars voor hun
rekening (zie algemene tabel). Van de overige 107 komt een
goed deel uit het project 600 zodat het aantal 'generatiestudenten' , dwz
studenten die doorstromen vanuit het reguliere onderwijs (6de broeps,
technisch of ASO) naar de 4de graad Beroepsonderwijs in 2008-2009 in
tegenstelling tot de A1, een stabilisatie kent.
Dat de VDAB nog een recordaantal
eerstejaars weet te selecteren om de verpleegopleiding te starten op
een ogenblik (voorjaar 2008) dat de werkloosheid (ook de
jongerenwerkloosheid) in Vlaanderen tot een dieptepunt gedaald was, kan
alleen maar het resultaat zijn van hoogstaand, intensief en kwalitatief
werk. Dat belooft natuurlijk voor de economische crisis die vooral ook
jongeren terug naar de werkloosheid drijft. Gezien de groeiende behoefte
aan gekwalificeerde personeel in de Welzijns- en Gezondheidssectoren en de
noodzaak aan drastische overheidsinvesteringen in het publieke domein om
de crisis te bestrijden en het economische draagvlak te verhogen
(jawel ook Welzijn en Gezondheid zijn 'productieve' sectoren) zal de VDAB
met haar kwalificerende opleidingen verder aan belang winnen.
Belangrijk om zien in de VDAB-cijfers is ook dat in de opvolging van
leerjaren het percentage geslaagden uitzonderlijk hoog ligt.
International gaat men er van uit dat in een cyclus van drie jaar de
slaagkans, dwz kans op een diploma, voor werkzoekenden 1 op 3 is,
voor de VDAB en de Vlaamse werkzoekenden in verpleegopleiding is dit
minstens 2 op 3. Chapeau.
Jan Hertogen, socioloog
|