Proloog - Vakbond, loopbaanonderbreking en Witte Woede,
een anekdote
Loopbaanonderbreking en later het tijdskrediet zijn altijd het hartekindje
van de vakbonden geweest. Begonnen als een sterk instrument voor
arbeidsherverdeling met verplichte vervanging door een werkloze is het meer en
meer geëvolueerd tot een systeem waarin vrouwen en in groeiende mate ook
mannen de werkdruk kunnen verminderen of afbouwen voor pensionering en tijd
vrij maken voor persoonlijke interesses. Ook de Non-Profitsectoren hebben
altijd iets gehad met de loopbaanonderbreking, al is het maar omwille van
de hoge vrouwelijke tewerkstelling, en de politiek heeft daar altijd op
ingespeeld. Maar meer nog dan de loopbaanonderbreking is de verhoging van
het aantal verlofdagen met 36 in de Non-Profit voor 55 plussers dé
formule voor langer en comfortabeler werken.
Twee 'anekdotes' als deel van de ongeschreven geschiedenis van de Witte
Woede. Begin 1985, met Paul Pataer aan het roer van LBC-NVK Non-Profit, werd ik als
toenmalig directeur van Eigen Thuis Grimbergen, een home voor zwaar fysiek
gehandicapten, 'toegelaten' tot de syndicale activiteit in de
gehandicaptensector. Enkele weken later zat ik met Paul Pataer aan
tafel bij Fons Verplaetse, kabinetschef van Premier Martens,
voor een brainstorming over de wet op de Loopbaanonderbrekingen en de
afstemming ervan op het syndicale agenda. (Paul
Pataer over z'n keuze voor de politiek). Vijftien jaar later
was het de beurt aan Joos Wauters, die zoals Pataer en Voorhamme
voor de politiek kozen, om langs Minister Vogels de
loopbaanonderbreking/tijdskrediet met specifieke premies te versterken in de
Non-Profitsectoren . Hier was evenwel geen afstemming van het nu Groene
politieke agenda op de vakbondswensen zodat de onderhandelingen in 2000
onmiddellijk afsprongen en de broederstrijd een nooit meer geheelde wonde zou
slaan. Pas nadat Vogels zowel het 'brood' (premies tijdskrediet) als
de 'groente' (arbeidsduurvermindering 45+) bespreekbaar stelde,
bereikte men een akkoord dat de Welzijnssector in Vlaanderen definitief op de
economische kaart zou zetten:
- regularisering en harmonisering
van DAC
- baremieke harmonisering met 'carrièrebarema's' voor alle functies in
de gehele welzijnssector
- de arbeidsduurvermindering voor alle personeel 45+
(12 dagen 45+, 24 dagen 50+ en 36 dagen 55+) én ook
- de specifieke
toeslagen voor Non-Profitwerknemers bij tijds- en zorgkrediet. Daar bovenop
kwam nog het toetje van
- de 'landingsbanen' vanaf 50 jaar en de welzijnssector
kon en kan niet meer kapot.
Walter Cornelis had, zoals zijn voorgangers
Pataer en Wauters, met deze realisatie geen politiek engagement
meer nodig om het belang van de arbeiders en werknemer (in de Non-Profit)
definitief op de politieke agenda te zetten ('Impressie'
van de syndicale actie van Joos Wauters en een Terugblik
op 20 jaar Witte Woede door Walter Cornelis), of hij moest er wat is zien
om het gat van links (en van de ouderen) met een gedegen politiek alternatief
te vullen.
Methodologische noot: Als over Loopbaanonderbreking gesproken wordt betreft dit zowel de
loopbaanonderbreking als het tijdskrediet. In de hier gebruikte RVA-cijfers
wordt geen onderscheid gemaakt tussen thematische verloven en de andere vormen
van tijdskrediet. Deze thematische verloven worden meegeteld in de voltijdse
en deeltijds onderbrekingen. Alle gegevens komen uit een door de RVA
opgemaakt bestand 2008
Stijging Loopbaanonderbreking met 100% op 8 jaar tijd tussen 2001-2008
De RVA en de media hebben vooral de stijging loopbaanonderbreking met
20% de laatste 4 jaar in het licht gesteld , en de stijging met 4% in
2008 t.a.v. 2007. Het potentieel van loopbaanonderbreking is blijkbaar nog
niet uitgeput is en het blijft een belangrijk instrument in het opvangen van
de economische crisis, zoals het dit ook was in het begin van dit millennium.
Ook de werkgevers die meestal niet veel van tijdskrediet moeten hebben laten
zich positiever uit. Meer dan de werkgevers of het VBO beseffen wordt
een goed deel van de Belgische Economie mee gedragen wordt door een netwerk
van publieke dienstverlening, publieke tewerkstelling en publieke
financiering, dat best in een historisch perspectief begrepen word terwijl
Pieter Timmermans van het VBO constant blijk geeft van het tegendeel. En dan
is de rekening nog niet gemaakt van de 'staatstussenkomst' onder vorm van
belastingsreductie en alle voordelen voor economische bedrijvigheid tot op het
locale overheidsniveau.
Een overzicht van loopbaanonderbrekingen op vier jaar is belangrijk maar een
historische evolutie op 8 jaar van 2001 tot 2008 brengt de evolutie
geprofileerder in beeld: een verdubbeling op 8 jaar van het aantal
loopbaanonderbrekers van 116.324 in 2001 tot 233.399 in 2008. Maar zelfs
dit beeld is dubbel: het bestaat enerzijds uit een afname van de voltijdse Loopbaanonderbrekingen
met 17,7% en een toename van de deeltijdse loopbaanonderbreking met
liefst 140,9%. En dat geeft toch een betere en exactere aanduiding dan de 20%
groei de laatste vier jaar.
Aandeel volledige loopbaanonderbrekingen daalt op 8 jaar van 25,4% tot
10,4%, dat van de deeltijdse onderbrekingen stijgt van 74,6% tot 89,6%.
Evolutie
Loopbaanonderbreking naar voltijds/deeltijds2001-2008 - aantal en %
|
|
Aantallen
|
Rij-percentages
|
Evolutie-percentages
|
|
Voltijds
|
Deeltijds
|
Totaal
|
Voltijds
|
Deeltijds
|
Totaal
|
Voltijds
|
Deeltijds
|
Totaal
|
2001
|
29.537
|
86.787
|
116.324
|
25,4%
|
74,6%
|
100%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
2002
|
27.756
|
111.715
|
138.592
|
20,0%
|
80,6%
|
100%
|
-6,0%
|
28,7%
|
19,1%
|
2003
|
23.702
|
134.707
|
158.409
|
15,0%
|
85,0%
|
100%
|
-19,8%
|
55,2%
|
36,2%
|
2004
|
27.691
|
153.186
|
180.877
|
15,3%
|
84,7%
|
100%
|
-6,2%
|
76,5%
|
55,5%
|
2005
|
27.802
|
169.964
|
197.766
|
14,1%
|
85,9%
|
100%
|
-5,9%
|
95,8%
|
70,0%
|
2006
|
27.073
|
184.753
|
211.826
|
12,8%
|
87,2%
|
100%
|
-8,3%
|
112,9%
|
82,1%
|
2007
|
26.311
|
197.605
|
223.916
|
11,8%
|
88,2%
|
100%
|
-10,9%
|
127,7%
|
92,5%
|
2008
|
24.307
|
209.092
|
233.399
|
10,4%
|
89,6%
|
100%
|
-17,7%
|
140,9%
|
100,6%
|
01/08
|
-17,7%
|
140,9%
|
100,6%
|
|
|
|
|
|
|
05/08
|
-12,6%
|
23,0%
|
18,0%
|
|
|
|
|
|
|
Stijging aandeel mannen in
loopbaanonderbreking van 16,8% naar 31,4%
Over een termijn van acht jaar bezien groeit het aandeel mannen in
loopbaanonderbreking van 16,8% in 2001 naar 31,4% in 2008 of
bijna een verdubbeling. Deze stijging komt sterker in beeld als gekeken wordt
naar deeltijdse loopbaanonderbreking waar de mannelijke loopbaanonderbrekers
stijgen van 14.538 in 2001 naar 68.444 in 2008, bijna een
verviervoudiging.
Evolutie
loopbaanonderbreking naar voltijds/deeltijds en geslacht 2001-2008
(bron RVA)
|
|
|
Voltijds
|
|
|
Deeltijds
|
|
|
Totaal
|
|
|
Mannen
|
Vrouwen
|
Totaal
|
Mannen
|
Vrouwen
|
Totaal
|
Mannen
|
Vrouwen
|
Totaal
|
2001
|
5.004
|
24.533
|
29.537
|
14.538
|
72.249
|
86.787
|
19.542
|
96.782
|
116.324
|
2002
|
4.893
|
22.863
|
27.756
|
26.522
|
85.193
|
111.715
|
31.415
|
108.056
|
139.471
|
2003
|
4.874
|
18.828
|
23.702
|
36.237
|
98.470
|
134.707
|
41.111
|
117.298
|
158.409
|
2004
|
6.265
|
21.426
|
27.691
|
44.628
|
108.558
|
153.186
|
50.893
|
129.984
|
180.877
|
2005
|
6.831
|
20.971
|
27.802
|
51.982
|
117.982
|
169.964
|
58.813
|
138.953
|
197.766
|
2006
|
6.342
|
20.731
|
27.073
|
58.002
|
126.751
|
184.753
|
64.344
|
147.482
|
211.826
|
2007
|
6.130
|
20.181
|
26.311
|
63.675
|
133.930
|
197.605
|
69.805
|
154.111
|
223.916
|
2008
|
4.868
|
19.439
|
24.307
|
68.444
|
140.648
|
209.092
|
73.312
|
160.087
|
233.399
|
01/08
|
-2,7%
|
-20,8%
|
-17,7%
|
370,8%
|
94,7%
|
140,9%
|
275,2%
|
65,4%
|
100,6%
|
05/08
|
-28,7%
|
-7,3%
|
-12,6%
|
31,7%
|
19,2%
|
23,0%
|
24,7%
|
15,2%
|
18,0%
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evolutie
loopbaanonderbreking naar voltijds/deeltijds en geslacht 2001-2008
Rij%
|
|
|
Voltijds
|
|
|
Deeltijds
|
|
|
Totaal
|
|
|
Mannen
|
Vrouwen
|
Totaal
|
Mannen
|
Vrouwen
|
Totaal
|
Mannen
|
Vrouwen
|
Totaal
|
2001
|
16,9%
|
83,1%
|
100,0%
|
16,8%
|
83,2%
|
100,0%
|
16,8%
|
83,2%
|
100,0%
|
2002
|
17,6%
|
82,4%
|
100,0%
|
23,7%
|
76,3%
|
100,0%
|
22,5%
|
77,5%
|
100,0%
|
2003
|
20,6%
|
79,4%
|
100,0%
|
26,9%
|
73,1%
|
100,0%
|
26,0%
|
74,0%
|
100,0%
|
2004
|
22,6%
|
77,4%
|
100,0%
|
29,1%
|
70,9%
|
100,0%
|
28,1%
|
71,9%
|
100,0%
|
2005
|
24,6%
|
75,4%
|
100,0%
|
30,6%
|
69,4%
|
100,0%
|
29,7%
|
70,3%
|
100,0%
|
2006
|
23,4%
|
76,6%
|
100,0%
|
31,4%
|
68,6%
|
100,0%
|
30,4%
|
69,6%
|
100,0%
|
2007
|
23,3%
|
76,7%
|
100,0%
|
32,2%
|
67,8%
|
100,0%
|
31,2%
|
68,8%
|
100,0%
|
2008
|
20,0%
|
80,0%
|
100,0%
|
32,7%
|
67,3%
|
100,0%
|
31,4%
|
68,6%
|
100,0%
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evolutie
loopbaanonderbreking naar voltijds/deeltijds en geslacht 2001-2008 -
Evolutie in %
|
|
|
Voltijds
|
|
|
Deeltijds
|
|
|
Totaal
|
|
|
Mannen
|
Vrouwen
|
Totaal
|
Mannen
|
Vrouwen
|
Totaal
|
Mannen
|
Vrouwen
|
Totaal
|
2001
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
2002
|
-2,2%
|
-6,8%
|
-6,0%
|
82,4%
|
17,9%
|
28,7%
|
60,8%
|
11,6%
|
19,9%
|
2003
|
-2,6%
|
-23,3%
|
-19,8%
|
149,3%
|
36,3%
|
55,2%
|
110,4%
|
21,2%
|
36,2%
|
2004
|
25,2%
|
-12,7%
|
-6,2%
|
207,0%
|
50,3%
|
76,5%
|
160,4%
|
34,3%
|
55,5%
|
2005
|
36,5%
|
-14,5%
|
-5,9%
|
257,6%
|
63,3%
|
95,8%
|
201,0%
|
43,6%
|
70,0%
|
2006
|
26,7%
|
-15,5%
|
-8,3%
|
299,0%
|
75,4%
|
112,9%
|
229,3%
|
52,4%
|
82,1%
|
2007
|
22,5%
|
-17,7%
|
-10,9%
|
338,0%
|
85,4%
|
127,7%
|
257,2%
|
59,2%
|
92,5%
|
2008
|
-2,7%
|
-20,8%
|
-17,7%
|
370,8%
|
94,7%
|
140,9%
|
275,2%
|
65,4%
|
100,6%
|
Het aandeel Vlaams gewest blijft in loopbaanonderbreking constant op 70%
In de verdubbeling van de loopbaanonderbreking tussen 2001 en 2008 blijft het
Vlaams gewest constant op een aandeel van 70%, tegenover 4,8% voor Brussel en
25,5% voor Wallonië. Vooral voor Brussel is dit een aanzienlijk 'ondergebruik'
van de loopbaanonderbreking, of omgekeerd, naar de toekomst toe ligt in
Brussel nog een potentieel aan arbeidsherverdeling en 'onthaasting', weliswaar
voor een goed stuk op rekening van de werknemer zelf.
Evolutie
loopbaanonderbreking naar deeltijds/voltijds en gewest 2001-2008 (Bron
RVA)
|
|
Voltijds
|
Deeltijds
|
Totaal
|
|
Vlaams
|
Brussel
|
Waals
|
België
|
Vlaams
|
Brussel
|
Waals
|
België
|
Vlaams
|
Brussel
|
Waals
|
België
|
2001
|
20.984
|
1.593
|
6.960
|
29.537
|
60.998
|
3.204
|
22.585
|
86.787
|
81.982
|
4.797
|
29.545
|
116.324
|
2002
|
19.389
|
1.739
|
6.628
|
27.756
|
80.037
|
4.321
|
27.357
|
111.715
|
99.426
|
6.060
|
33.985
|
139.471
|
2003
|
18.688
|
1.844
|
3.170
|
23.702
|
95.866
|
5.418
|
33.423
|
134.707
|
114.554
|
7.262
|
36.593
|
158.409
|
2004
|
18.792
|
1.827
|
7.072
|
27.691
|
108.234
|
6.380
|
38.572
|
153.186
|
127.026
|
8.207
|
45.644
|
180.877
|
2005
|
18.744
|
1.942
|
7.116
|
27.802
|
119.742
|
7.144
|
43.078
|
169.964
|
138.486
|
9.086
|
50.194
|
197.766
|
2006
|
18.151
|
2.041
|
6.881
|
27.073
|
128.904
|
8.111
|
47.738
|
184.753
|
147.055
|
10.152
|
54.619
|
211.826
|
2007
|
17.769
|
2.044
|
6.498
|
26.311
|
137.766
|
8.838
|
51.001
|
197.605
|
155.535
|
10.882
|
57.499
|
223.916
|
2008
|
16.517
|
2.075
|
5.715
|
24.307
|
146.140
|
9.154
|
53.798
|
209.092
|
162.657
|
11.229
|
59.513
|
233.399
|
01/08
|
-21,3%
|
30,3%
|
17,9%
|
17,7%
|
139,6%
|
185,7%
|
138,2%
|
140,9%
|
98,4%
|
134,1%
|
101,4%
|
100,6%
|
05/08
|
-11,9%
|
6,8%
|
19,7%
|
12,6%
|
22,0%
|
28,1%
|
24,9%
|
23,0%
|
17,5%
|
23,6%
|
18,6%
|
18,0%
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evolutie
loopbaanonderbreking naar deeltijds/voltijds en gewest 2001-2008 Rij%
|
|
Voltijds
|
Deeltijds
|
Totaal
|
|
Vlaams
|
Brussel
|
Waals
|
België
|
Vlaams
|
Brussel
|
Waals
|
België
|
Vlaams
|
Brussel
|
Waals
|
België
|
2001
|
71,0%
|
5,4%
|
23,6%
|
100%
|
70,3%
|
3,7%
|
26,0%
|
100%
|
70,5%
|
4,1%
|
25,4%
|
100%
|
2002
|
69,9%
|
6,3%
|
23,9%
|
100%
|
71,6%
|
3,9%
|
24,5%
|
100%
|
71,3%
|
4,3%
|
24,4%
|
100%
|
2003
|
78,8%
|
7,8%
|
13,4%
|
100%
|
71,2%
|
4,0%
|
24,8%
|
100%
|
72,3%
|
4,6%
|
23,1%
|
100%
|
2004
|
67,9%
|
6,6%
|
25,5%
|
100%
|
70,7%
|
4,2%
|
25,2%
|
100%
|
70,2%
|
4,5%
|
25,2%
|
100%
|
2005
|
67,4%
|
7,0%
|
25,6%
|
100%
|
70,5%
|
4,2%
|
25,3%
|
100%
|
70,0%
|
4,6%
|
25,4%
|
100%
|
2006
|
67,0%
|
7,5%
|
25,4%
|
100%
|
69,8%
|
4,4%
|
25,8%
|
100%
|
69,4%
|
4,8%
|
25,8%
|
100%
|
2007
|
67,5%
|
7,8%
|
24,7%
|
100%
|
69,7%
|
4,5%
|
25,8%
|
100%
|
69,5%
|
4,9%
|
25,7%
|
100%
|
2008
|
68,0%
|
8,5%
|
23,5%
|
100%
|
69,9%
|
4,4%
|
25,7%
|
100%
|
69,7%
|
4,8%
|
25,5%
|
100%
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evolutie
loopbaanonderbreking naar deeltijds/voltijds en gewest 2001-2008
Evolutie in %
|
|
Voltijds
|
Deeltijds
|
Totaal
|
|
Vlaams
|
Brussel
|
Waals
|
België
|
Vlaams
|
Brussel
|
Waals
|
België
|
Vlaams
|
Brussel
|
Waals
|
België
|
2001
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
0,0%
|
2002
|
-7,6%
|
9,2%
|
-4,8%
|
-6,0%
|
31,2%
|
34,9%
|
21,1%
|
28,7%
|
21,3%
|
26,3%
|
15,0%
|
19,9%
|
2003
|
-10,9%
|
15,8%
|
54,5%
|
19,8%
|
57,2%
|
69,1%
|
48,0%
|
55,2%
|
39,7%
|
51,4%
|
23,9%
|
36,2%
|
2004
|
-10,4%
|
14,7%
|
1,6%
|
-6,2%
|
77,4%
|
99,1%
|
70,8%
|
76,5%
|
54,9%
|
71,1%
|
54,5%
|
55,5%
|
2005
|
-10,7%
|
21,9%
|
2,2%
|
-5,9%
|
96,3%
|
123,0%
|
90,7%
|
95,8%
|
68,9%
|
89,4%
|
69,9%
|
70,0%
|
2006
|
-13,5%
|
28,1%
|
-1,1%
|
-8,3%
|
111,3%
|
153,2%
|
111,4%
|
112,9%
|
79,4%
|
111,6%
|
84,9%
|
82,1%
|
2007
|
-15,3%
|
28,3%
|
-6,6%
|
10,9%
|
125,9%
|
175,8%
|
125,8%
|
127,7%
|
89,7%
|
126,9%
|
94,6%
|
92,5%
|
2008
|
-21,3%
|
30,3%
|
17,9%
|
17,7%
|
139,6%
|
185,7%
|
138,2%
|
140,9%
|
98,4%
|
134,1%
|
101,4%
|
100,6%
|
De deeltijdse loopbaanonderbrekingen is Brussel zijn bijna verdubbeld op 8
jaar tijd maar hun relatief aandeel is toch maar beperkt gestegen van 4,1% in
201 tot 4,8% in 2008. De impact van de loopbaanonderbreking in de drie
gewesten is vrijwel constant gebleven.
6,8% van de loontrekkenden onder RSZ-statuut (zonder RSZ-PPO) neemt
loopbaanonderbreking
Met 6,8% loopbaanonderbrekers op 3,5
miljoen loontrekkenden in RSZ-statuut, is loopbaanonderbreking en tijdskrediet
een onderdeel van publieke dienstverlening aan de bevolking waaruit
rechtstreeks tewerkstelling uit voortkomt of behouden blijft. Het schrijft
zich in naast tijdelijke werkloosheid als een tewerkstellingsfactor
voor werknemers met een arbeidscontract. Werknemers en hun werkgevers krijgen
met de loopbaanonderbreking faciliteiten om de
tewerkstelling te behouden of te bevorderen. Minister Milquet voorziet een
verdubbeling van haar budget tijdelijke werkloosheid):
811 miljoen
€ voor 2009 tegenover de 434 miljioen € in 2008. Voor de
loopbaanonderbreking en het tijdskrediet, evenmin als voor de dienstencheques
(132.000 DC-jobs in 2009 volgens Milquet) zal het zo'n vaart niet lopen. De bezorgde
stemmen over het gat van 1,7 miljard in de sociale zekerheid zwijgen
daarbij in alle
talen over de 1,1 miljard RSZ- en belastingsgelden die nu als cheques
worden uitgedeeld om bestaand en nieuwe huishoudelijk werk te betalen. Zien of
dit deel van publieke dienstverlening stand houdt of gerecycleerd wordt tot
een sectoraal beheerd en gecontroleerd tewerkstellingsproject waar inhet Antwoord Milquet op het Rekenhof
enige aanzetten toe gegeven worden.
Vooral in de overheidssector (openbaar bestuur)
is de impact van de loopbaanonderbreking aanzienlijk met 19,1 % van
de ambtenaren onder RSZ-statuut. Dit
is dubbel zoveel als in de Non-Profitsector waar 10% van de werknemers onder
een of andere vorm in loopbaanonderbreking zijn. Bij de Gemeenschaps-,
persoonlijke- en socio-culturele diensten is dit aandeel 24,3% wat enigszins
verrassend hoog is. de De Horeca komt met
13% op de derde plaats als we even geen rekening houden met de Visserij waar
praktisch de helft (40,8%) van de werknemers in loopbaanonderbreking is. De industrie
neemt met 7% een gemiddelde positie in.
Tewerkstelling
RSZ en Loopbaanonderbreking per sector
31/12/2008, aantal en %
|
NACE
sectie
|
Sectoren
volgens gesynchroniseerde oude NACE-indeling en RVA-indeling
|
Loontrek-
kend RSZ 2008
|
LBO
en Tijdskre-
diet 2008
|
%
LBO en TK op werkend
|
%
op totaal loontr.
|
%
op tot. LBO+Tijd-
krediet
|
A
|
Landbouw,
jacht en bosbouw
|
17.999
|
287
|
1,6%
|
0,5%
|
0,1%
|
B
|
Visserij
|
125
|
51
|
40,8%
|
0,0%
|
0,0%
|
C
|
Winning
van delfstoffen
|
2.791
|
58
|
2,1%
|
0,1%
|
0,0%
|
D
|
Industrie
|
553.309
|
38.491
|
7,0%
|
16,1%
|
16,5%
|
E
|
Productie/distributie
elektr., gas en water
|
31.762
|
1.256
|
4,0%
|
0,9%
|
0,5%
|
F
|
Bouwnijverheid
|
212.382
|
3.622
|
1,7%
|
6,2%
|
1,6%
|
G
|
Groot-
en kleinhand./herstel. (ook auto's)
|
485.630
|
29.740
|
6,1%
|
14,1%
|
12,7%
|
H
|
Hotels
en restaurants
|
120.885
|
15.667
|
13,0%
|
3,5%
|
6,7%
|
I
|
Vervoer,
opslag en communicatie
|
230.522
|
2.261
|
1,0%
|
6,7%
|
1,0%
|
J
|
Financiële
instellingen
|
134.514
|
887
|
0,7%
|
3,9%
|
0,4%
|
K
|
Onr.
goederen, verhuur, diensten bedrijv.
|
532.167
|
3.358
|
0,6%
|
15,5%
|
1,4%
|
L
|
Openbaar
bestuur
|
218.624
|
41.835
|
19,1%
|
6,3%
|
17,9%
|
M
|
Onderwijs
|
371.909
|
18.486
|
5,0%
|
10,8%
|
7,9%
|
N
|
Gezondheidszorg
en maatsch. Dienstv.
|
417.133
|
41.676
|
10,0%
|
12,1%
|
17,9%
|
O
|
Gemeensch.,
sociaal-cult./pers. diensten
|
109.086
|
26.466
|
24,3%
|
3,2%
|
11,3%
|
P
|
Part.
huishoudens met werknemers
|
2.964
|
|
|
|
|
X/Y/Z
|
Andere
|
2.573
|
|
|
|
|
|
Schoolverlaters,
onbekend
|
|
9.258
|
|
|
|
|
Totaal
|
3.444.375
|
233.399
|
6,8%
|
100%
|
100%
|
Detail van de
loopbaanonderbreking in de industrie geeft aan dat meer dan 55% bij hen
terug
te vinden is in de Machinebouw en de Chemie. De Voeding en Drank neemt met 13,7%
van de industrie ook een wezenlijk deel van loopbaanonderbreking op.
Loopbaanonderbreking
in de Industrie in 2008
|
NACE
sectie
|
|
Loopbaan-onderbre-king
2008
|
Relatief
%
|
DA
|
Voeding/Drank
|
5.270
|
13,7%
|
DA
|
Tabaksnijverheid
|
365
|
0,9%
|
DB
|
Textiel
|
2.080
|
5,4%
|
DB
|
Kleding
|
1.519
|
3,9%
|
DC
|
Leer/Schoenen
|
82
|
0,2%
|
DD
|
Houtindustrie
|
1.102
|
2,9%
|
DE
|
Papier
|
909
|
2,4%
|
DE
|
Drukkerij/grafiek
|
1.018
|
2,6%
|
DF
|
Brandstoffen
|
556
|
1,4%
|
DG/DH
|
Chemie/Rubber/plastiek
|
8.646
|
22,5%
|
DI
|
Niet
metaalhoudend (geen glas)
|
561
|
1,5%
|
DI
|
Glas
|
532
|
1,4%
|
DJ
|
Ertsen/Metaal
|
842
|
2,2%
|
DJ
|
Producten
metaal
|
408
|
1,1%
|
DK
|
Machinebouw
|
12.789
|
33,2%
|
DL
|
Bureau/Electronica/Optica
|
1.312
|
3,4%
|
DM
|
Auomobiel
|
399
|
1,0%
|
DN
|
Diamant
|
68
|
0,2%
|
DN
|
Overige
verwekend
|
33
|
0,1%
|
|
Totaal
|
38.491
|
100,0%
|
Evolutie op
1 jaar tijd: Lager dan gemiddelde groei in Non-Profit niet toevallig
De loopbaanonderbreking groeit gestaag verder, 4,1% in 2008 t.a.v. 2007. Een
inhaalbeweging is aan de gang in sectoren met een relatief lager gebruik zoals de
Diensten
aan de ondernemingen met 10,9%. De Industrie
haakt enigszins af met 1,7% en ook de groei in de Non-Profitsectoren ligt met
3% onder
het gemiddelde, ondanks een sterke personeelaangroei. Dit is eventueel te begrijpen
vanuit de goede eindeloopbaanregeling met 36 bijkomende verlofdagen voor 55
plussers, 24 voor 50- en 12 voor 45 plussers. Hierdoor wordt de druk om
loopbaanonderbreking te nemen kleiner en blijft met in een hoger job-% beschikbaar
voor de werkgever. In deze eindeloopbaanformule levert men ook niet in op het
inkomen zoals bij de loopbaanonderbreking. De eindeloopbaanregeling in de
Non-Profit is een wissel op de toekomst die voor de Profit-sectoren zelfs
nooit onderzocht is en ook voor hen een realistische en in feite budgettair
neutrale operatie is.
Loopbaanonderbreking
in België per sector in 2007-2008, aantal, % en evolutie
|
NACE
sectie
|
|
LBO
en Tijdskre-diet 2007
|
LBO
en Tijdskre-diet 2008
|
Evolutie
aantal
|
Evolutie
%
|
A
|
Landbouw,
jacht en bosbouw
|
272
|
287
|
15
|
5,5%
|
B
|
Visserij
|
44
|
51
|
7
|
15,9%
|
C
|
Winning
van delfstoffen
|
67
|
58
|
-9
|
-13,4%
|
D
|
Industrie
|
37.866
|
38.491
|
625
|
1,7%
|
E
|
Productie/distributie
elektr., gas en water
|
1.309
|
1.256
|
-53
|
-4,0%
|
F
|
Bouwnijverheid
|
3.346
|
3.622
|
276
|
8,2%
|
G
|
Groot-
en kleinhandel/herstel. (ook auto's)
|
29.651
|
29.740
|
89
|
0,3%
|
H
|
Hotels
en restaurants
|
15.165
|
15.667
|
502
|
3,3%
|
I
|
Vervoer,
opslag en communicatie
|
2.145
|
2.261
|
116
|
5,4%
|
J
|
Financiële
instellingen
|
818
|
887
|
69
|
8,4%
|
K
|
Onr.
goederen, verhuur, diensten bedrijven
|
3.028
|
3.358
|
330
|
10,9%
|
L
|
Openbaar
bestuur
|
39.293
|
41.835
|
2.542
|
6,5%
|
M
|
Onderwijs
|
18.352
|
18.486
|
134
|
0,7%
|
N
|
Gezondheidszorg
en maatsch. Dienstv.
|
40.471
|
41.676
|
1.205
|
3,0%
|
O
|
Gemeensch.,
sociaal-cult./pers. diensten
|
23.898
|
26.466
|
2.568
|
10,7%
|
|
Schoolverlaters,
onbekend
|
8.191
|
9.258
|
|
|
|
Totaal
|
223.916
|
233.399
|
9.483
|
4,1%
|
Leeftijdsverdeling loopbaanonderbreking: de dromedaris en de kameel
Bij mannen is loopbaanonderbreking
vooral zaak van eindeloopbaan (dromedaris), bij vrouwen een van procreatie en
eindeloopbaan (kameel). In de drie gewesten is deze verdeling gelijklopend
zodat we enkel het grafische beeld voor België geven.
Mannen, de
dromedaris
De tijdsevolutie bij de mannen maakt duidelijk dat
de expansie vooral gebeurd is bij 50 plussers en in mindere mate maar toch
wezenlijk bij 30 tot 50 jarigen. Na een forse stijging bij 50 plussers tot
2004 is de stijging minder uitgesproken en piekt ze op 58 jaar.
Vrouwen: de kameel
In tegenstelling tot de mannen is
de stijging van het aantal loopbaanonderbrekers niet alleen gesitueerd bij de
50 plussers maar ook bij de 27-40 jarigen. Waar in 2001 het aantal
loopbaanonderbrekingen piekte in de procreatieperiode, meer dan bij 50+ is
deze situatie structureel veranderd. Ook voor de vrouwen is de
loopbaanonderbreking meer en meer een eindeloopbaanmaatregel geworden om de
werkdruk bij ouder worden af
te bouwen. Maar, meer nog dan bij de mannen is bij de vrouwen wel een
aanzienlijke verhoging van loopbaanonderbreking tussen 40 en 50 jaar.
Totaal voor België
Mannen en vrouwen samen versterken het beeld van de loopbaanonderbreking als
een fin de carrièremaatregel met een constante en progressieve jaarlijkse
groei tot 14.000 gegadigden voor elk van de
leeftijdsjaren 53 tot 55 jaar. Een uitbreiding van de eindeloopbaanregeling
van de Non-Profit tot alle sectoren kan hier verder of ook soelaas brengen.
Jan Hertogen,
socioloog
|