Bericht
uit het Gewisse - BUG nr.
3 – 10/11/05 |
||||||||||||||||||||||||
Nu
het generatiepact open en bloot op tafel ligt kan nog eens nagegaan worden of
zij rekening houdt met de huidige dynamiek van verhoogde vrouwelijke
tewerkstelling en of zij een antwoord biedt op de echte pijnpunten van de
werkzaamheidsgraad, nl. in welk gewest en bij welke man/vrouw leeftijdscategorie
de laagste werkzaamheidsgraad vastgesteld wordt. Hogere
arbeidsparticipatie van de vrouw zorgt de komende jaren voor + 4%
werkzaamheidsgraad! Bij
volledig gelijk blijven van de mannelijke werkzaamheidsgraad en het doortrekken
van de vrouwelijke werkzaamheidgraad zoals nu vastgesteld wordt bij de vrouwen
vanaf 30 jaar gaadt respectievelijk na 5, 10, 15 en 20 jaar volgend resultaat:
Dwz.
Binnen vijf jaar is de werkzaamheidgraad voor België met
1,8% gestegen, en vervolgens aan een lager ritme tot
64,2% binnen 20 jaar in totaal met
3,9% werkzaamheidgraad, dwz wanneer de noodzaak aan
tewerkstelling maximaal zal zijn. Enkel door deze factor wordt de helft van de
spankracht naar 70% ingevuld, bij ongewijzigd beleid en in de hypothese dat de
werkzaamheidsgraad van mannen niet verhoogd. Want als de maatregelen om
effectief langer te werken effect ressorteren zal ook de vrouwelijke
tewerkstelling relatief sterker stijgen. Deze ‘automatische’ verhoding van
werkzaamheidsgrad wordt volledig buiten beeld gehouden. Deze berekening is
gemaakt op basis van de meest recente cijfers uit de arbeidskrachtenenquete van
het NIS (basis voor de OESO-gegevens), die elkeen kan napluizen op http://statbel.fgov.be/downloads/lfs1001-2004_nl.xls.
(Op de NIS site is nog ander opmerkelijk materiaal te vinden: http://statbel.fgov.be/port/lab_nl.asp)
Het
is duidelijk dat deze aangroei van
vrouwelijke tewerkstelling voor een goed deel in de Non-Profitsectoren zal
plaatsvinden. Door deze ontwikkeling worden stappen gezet in een
verhoogd aandeel van de Non-Profit in de werkzaamheidsgraad zoals in Zweden en
Denemarken het geval is (dar is de tewrkstelling vooral van jongeren en ouderen
inde non-Profitsector dubbel zo hoog als België). Noch van de vrouwen noch van
de Non-Profitsector is er evenwel sprake in het generatiepact. Begrijpe wie kan.
Evengoed
wordt in de mist gehuld dat het schoentje van de
werkzaamheidsgraad vooral wringt bij de (Vlaamse) vrouwen van 50+.
Jawel, er was een tijd dat Vlaanderen nog achterliep bij Wallonië en Brussel,
met vrouwen aan de haard met relatief grote kinderaantallen. Zij krijgen nu in
feite de kritiek te torsen (samen met de kleine generatie die in de oorlogsjaren
geboren is) van de lage werkzaamheidgraad van de 55+. Eens kijken: Zelfs
de mannen van 55-59 jaar zijn nog voor meer dan de helft aan het werk, de
vrouwen maar voor 31% - na 60 jaar is de vrouwelijke tewerkstelling, heel
begrijpelijk maar 9% ondermeer omdat hun pensioenleeftijd nog aan het oplopen is
tot 65 jaar en nu pas 63 jaar bedraagt. Dit zijn natuurlijk geen details maar iedereen
heeft het gevoel dat het vooral de mannen zijn die met hun brugpensioen voor de
problemen zorgen, NEEN het zijn de VROUWEN!! En die gaan de komende
jaren zoals gezegd de komende jaren zichzelf corrigeren. Ook dit wordt nooit
gezegd. En
wat geeft de werkzaamheidgraad nu per gewest te zien? Een
extreem lage werkzaamheidsgraad bij jongeren
in Brussel – De werkloosheid bij de allochtonen is hier
ondubbelzinnig de belangrijkste factor. Ook hierover is het Generatiepact zeer
mager in specifieke maatregelen. En als er ergens een gewest is dat bij de 60+
zorgen baart is het Vlaanderen, vooral omwille van de lager arbeidsdeelname van
de vrouwen: Besluit:
hoe zullen langs het Generatiepact de Non-Profitsectoren delnemen aan de
lastenverminderingen – de positieve dynamiek zal vooral van hen (moeten)
uitgaan – met 14,5% van de tewerksteling
die in aanmerking komt voor lastenverminderingen moet MINSTENS
130,5 miljoen € voor hen gereserveerd worden – de Sociale
Maribel is ook hier als techniek aangewezen. Gezien het rendement van de
lastenverminderingen in de Non-Profit sector DRIEMAAL hoger ligt dan in de
profit-sectoren wat tewerkstelling betreft EN het terugverdieneffect (dwz hogere
inkomsten sociale zekerheid, minder uitgaven werkloosheid en hogere
belastingsinkomst langs consumptie) daarbij een DRIEVOUD is van wat het in de
profit-sectoren is (waar vooral hogere omzet, productie en winst voor de
positieve effecten zorgen) heeft een investering in lastenverminderingen in de
Non-Profit, een rendement dat NEGEN MAAL hoger ligt dan in de profit-sectoren.
Voldoende reden om de lastenverminderingen als actieve
tewerkstellingsinvestering in de Non-Profit sectoren naar 200 miljoen € op te
trekken. Voor
verdere documentatie (tabellen of grafieken) en toelichting staan wij graag ter
beschikking,
|