23-12-2008
Aan de mailing-list
van npdata, met de beste wensen voor 2009 Reformatie
en socialisme Nu
journalisten en ook rechters de politieke agenda bepalen in België
is een verslag van een cultureel-politieke uitstap naar de
Vochtige Streken in Halle (Saale)
misschien een welgekomen afleiding of aanleiding om de gedachten
scherp te houden. Een bezoek aan de theatervoorstelling
Feuchtgebiete in Halle (Saale) in de
vroegere DDR gaf tevens de gelegenheid de tentoonstelling van Otto
Mueler (Von der Leichtigkeit des Seins) in Apolda en de opening van het
vernieuwde Moritzburgmuseum in Halle mee te maken alsmede een contact te
hebben met het partijsecretariaat van Die Linke en met Volkhard
Winkelmann, bezieler van het Gedenkbuch voor alle Joodse Hallenaren die
vanuit Halle, Drancy en Mechelen in Auschwitz zijn vermoord. België is,
met Mechelen als transit, dan weer niet zo
veraf. Feuchtgebiete
is
een theatervoorstelling op basis van het boek van Charlotte Roche in
regie van Christina Friedrich in het Neues Theater te Halle (Saale)
met 13
voorstellingen waarvan 2 nog te gaan op 27.12. en 28.12.2008 telkens om
20uur, zie Kulturinsel-Halle.
Het boek Feuchtgebiete, in Nederlandse vertaling Vochtige Streken, is
9de in de Humo-boeken top 10 en het zal zeker onder een goed aantal
kerstbomen liggen. Het
is een
internationale bestseller die letterlijk tot de verbeelding. Charlotte
Roche mocht in de Laatste Show haar opwachting maken, en enkele
besprekingen in kranten en weekbladen waren haar deel.
De extreme aandacht voor hygiëne gecounterd door bacteriële
non-chalance en herstel van het vochtcontact met eigen lichaam en dat
van de ander zorgt voor mede- en wederspraak. Wat beweegt een
theatergezelschap echter in de (oude) DDR om
van Feuchtgebiete een
theatervoorstelling te maken en hoe brengt men zo’n boek op
de planken. De “Urauffüring” werd alom geprezen: http://www.mdr.de/mdr-figaro/journal/5792156-hintergrund-5792783.html
. Voor ons voldoende reden om eens te gaan kijken, nog voor we het boek
zouden lezen.
Langs
de “Kultur-Insel” en
het “Neues Theater” in Halle (Saale) is de DDR-Volksbühne
in 2002 heringericht, de eengemaakte kulturele scène waar alle kunsten
aan bod komen en hun plaats vinden. Bezieler en realisator hiervan is Peter
Sodann, een naam die geen lichtje doet branden, behalve in de
rol van Tatort-commissaris Bruno Ehrlicher. Deze op rust zijnde
intendant van het Hallse theater heeft allicht het spoor getrokken voor
een theatertraditie die Feuchtgebiete in
Europese première op de (Volks)Bühne brengt. Zie http://www.mdr.de/kultur/458656.html
voor de betekenis van de Kultur-Insel in de culturele
ontwikkeling in ‚DDR’traditie. Zoals iemand me verduidelijkte noemt
Peter Sodann zichzelf een “communist
zonder partij”, een betiteling waarin ik me ook wel kan
vinden was m’n spontane reactie. Wordt
Peter Sodann in mei 2009 de nieuwe Bondskanselier van
Duitsland? Peter
Sodann is niet om het even wie. Hier staat hij met
Oskar Lontaine van
Die Linke op de foto als kandidaat die in mei
2009 zal meedingen naar het ambt van
Bondskanselier in Duitsland en krijgt hiervoor de steun van
Die Linke. Om opvallende uitspraken is hij niet verlegen. Hij zegt bv.
als echte politiecommissaris dolgraag Josef Ackermann, de
bestuursvoorzitter van de Deutsche Bank, te willen arresteren. Hij
kenschetste de Bondsrepubliek als dictatuur van veelverdieners. En hij
kondigde aan zich er als staatshoofd voor te zullen beijveren “het
Duitse volkslied wordt vervangen door de Kinderhymne van Bertolt Brecht
en Hanns Eisler”.
Zelfs bij die Linke kunnen ze er niet altijd om lachen toen hij in een
interview zich uitsprak voor een ‘nieuw
socialistisch experiment’ – ofwel: een ‘democratische
DDR’ –. Tevens sprak hij er zijn verbazing over uit dat
de Amerikanen als bevrijders, en de Russen als (voormalige) bezetters
worden aangemerkt (uittreksels uit De Volkskrant van 19/11/08 http://www.volkskrant.nl/buitenland/article1095202.ece/Tatort-acteur_Sod...
). Op de Duitse politieke scène is dus nog heel wat interessants te
beleven en vraag is wie er zich in België door
zal laten
inspireren. Ernst
Ludwig Kirchner’s Rote Turm in Halle is enkel nog rood beschenen Er
is niets aandoenlijker dan na 5 december in Duitsland in gelijk welke
stad op bezoek te gaan. Meer dan waar ook in de wereld zijn de kerstkraampjes
volkse verzamelplaatsen waar uitgebreid gedronken, gegeten en
gepraat wordt, in sourdine, met veel licht, kleur en glitter. En dat
gedurende 4 weken aan een stuk, avond na avond. In Halle (Saale) is gans
de kerstactiviteit gecentreerd rond de Rote Turm, die al lang niet meer
rood is, want zoals alle steden werd ook Halle onder de
nationaalsocialistische oorlog gebombardeerd. Maar de rode lampen geven
er ‘s avonds nog de rode schijn aan. Ook Ernst Ludwig Kirchner is in Het
bevolkingsaantal van Halle (Saale), een stad wat groter dan Gent, ging
sterk achteruit van Naast
het theaterstuk Feuchtgebiete was het vooral de tentoonstelling
over Otto Mueller die me naar het Oosten van Duitsland
bracht. Apolda is een stadje van 20.000 inwoners. In 1990 waren dat er
nog 30.000 maar het industriële verval en de werkloosheid deed ook hier
z’n werk: 1/3 van de inwoners trok
weg of werd niet vervangen door nieuwe geboorten. Recht
tegenover het station van Apolda kijkt men uit op een vervallen fabriek.
Op de rit van een uur met de trein van Halle naar Apolda krijgt men
zowel de idyllische badstadjes langs de Saale te zien als de
vernieuwde Leuna-chemiewerken, een zich over honderden
hectare uitstrekkende chemische fabriek. Nu werken er, na overname door
Total, een goede 3.000 arbeiders, in DDR-tijden was dat het tienvoud. “In
de oorlog was het tevens een gemakkelijk doelwit voor bombardementen,
nadat ze een paar buizen aaneengeklonken hadden werden ze de
daaropvolgden de dag weer weggebombardeerd” klonk het
zonder meelij.” In de DDR-tijd was
Leuna een zwarte fabriek omdat in plaats van steenkool of olie, er
bruinkool werd gerecycleerd tot chemische producten, een ware hel voor
de inwoners van Saale en ruime omgeving. Nu is alles ‘proper’ maar
er is ook geen werk meer” zo vertelde een toevallige
medepassagier op de trein. Over de geschiedenis van de Leuna-Werke,
zie: http://de.wikipedia.org/wiki/Leunawerke “Von
der Leichtigkeit des Seins” zo luidt de titel van de
tentoonstelling over Otto Mueller in het Kunsthaus Apolda (http://www.kunsthausapolda.de/ausstellungen.htm).Het
Kunsthaus afficheert zich als Kunsthaus Apolda Avantgarde omdat zij
nieuwe of nog niet-geziene kunstcreaties willen tonen en kennen hiervoor
internationale bekendheid. Zo is er in 2006 de spraakmakende
tentoonstelling over Camille Claudel, de vrouw van Rodin doorgegaan. Met
Otto Mueller geven zij aan een ruimer publiek de gelegenheid om sinds
lang nog een consistentie verzameling van deze schilder te bezichtigen.
Otto Mueller was met een eigen stijl van 1910 tot het uiteenvallen van
“Die Brücke” in 1913 actief lid van. Hij vond er de bevestiging en
het kader om zichzelf als ‘expressionistisch” schilder te ontwikklen.
Met een heel eenvoudige maar specifieke techniek, lijmkleuren op jute,
bracht hij doorheen zijn hele werk de (naakte) vrouw in de natuur en
later de zigeuners in hun leefomgeving in beeld. Een representatief
beeld van de tentoonstelling met toelichting wordt getoond in een video
op video
tentoonstelling Otto Mueller op Salve-TV. Het bezoek
aan de tentoonstelling en de
confrontatie met
de meer dan honderd werken was een innige, ontroerende en
aansprekende ervaring die het inzicht versterkte in de het
‘revolutionaire’ van het Duitse expressionisme in het eerste kwart
van de 20ste eeuw. “Schilderen
als een telkens weer verloren strijd tegen de eenzaamheid”
was de grondtoon in het leven van Otto Mueller die een toegankelijk en
herkenbaar oeuvre heeft tot stand gebracht dat in z’n geheel onder het
nationaalsocialisme uit de musea werd verbannen en te schande gesteld. De
negatie van het Duitse Expressionisme
en alle ‘Moderne’ kunst door het nationaalsocialisme
vanaf 1933 en de uiteindelijke verwijdering
ervan uit alle Duitse musea in 1937 behoort tot een van de
zwartste bladzijden uit de (kunst)geschiedenis en kan, zoals de
boekenverbranding, als voorbode gelden van de tweede wereldoorlog en de
fysieke liquidatie van miljoenen mensen. De telling en inventarisering
door Duitse onderzoeksinstituten van de
impact van deze “Defamierung” is pas
in deze tijdsperiode voleindigd. Tegen einde 2009 is door
de Freie Universität Berlin
de publicatie op internet beloofd van de 20.000
uit de Musea verwijderde werken: http://www.geschkult.fu-berlin.de/e/khi/forschung/entartete_kunst/invent...
. In het boek die “Kunststadt”
Munchen 1937, Nationalsozialismus und “Entartete Kunst”
wordt punctueel zowel de tentoonstelling van “Entartete Kunst” (de “ontaarde”
kunst) als de “Grosse Deutsche Kunstausstelling” die terzelfdertijd
plaatsvond in Munchen uit de doeken gedaan. In het boek worden de
folders opgenomen en een minutieuze reconstructie gemaakt van wie waar
hing bij de “Entartete Kunst “met foto’s van de uitgestalde
werken. Van zowel Ernst Ludwig Kirchner als van Otto Mueler werden er bv
meer dan 600 werken uit musea verwijderd en van elk ook een 30-tal
werken in de Entartete
Kunsttentoonstelling van Munchen aan het publiek getoond als illustratie
van waardeloze kunst, schilderijen die ook door “geesteszieken”
kunnen gemaakt worden, die op hun beurt niet waard waren te leven. In
bovenstaande foto wordt ondermeer een werk van Otto Mueller (linksboven,
Sechs Akte in der Landschaft,
1924) getoond, samen met twee werken van Kokoschka (rechtsboven, Heiden,
1918/19 en onder, Die Windsbraut,
1914) en een werk van Ernst Ludwig Kirchner, Frau
des Künstlers.
Hitler
op bezoek in de tentoonstelling “Entartete Kunst” van 19 juli 1937
tot 30 november 1937. Bij de opening van de gelijklopende “Grosse Deutsche
Kunstausstelling” zei Hitler in z’n openingsrede het
volgende: “Ich möchte daher an
dieser Stelle heute folgende Feststellung treffen: Bis zum Machtantritt
des Nationalsocialismus hat es in Deutschland eine sogenannte
“moderne” Kunst gegeven, d.h. also, wie es schon im Wesen diese
Wortes liegt, fast jedes Jahr eine andere. Das nationalsozialistische
Deutschland aber will wieder eine “deutsche Kunst”, und diese soll
und wird wie alle schöpferische Werte eines Volkes eine ewige sein.
Entbehrt die aber eines solchen Ewigkeitswertes für unser Volk, dann
ist sie auch heute ohne höheren Wert.” De getoonde en uit
de musea verwijderde werken werden verkocht, verbrand of geraakten zoek,
zoals ook het schilderij van Ernst Ludwig Kirchner (onderaan links) “Gelbe
Tanzerin”, 1913. Het gaat hier, zoals in het schilderij
Frau des Künstlers,
over Erna Schilling, muze, model en
partner van Kirchner tot hij, nog geen jaar na de
Munchententoonstelling, op 58 jarige leeftijd een eind maakte aan z’n
leven. Otto Mueller was in 1930 al op 56 jarige leeftijd gestorven. Het
3de afgebeelde schilderij is van Karl Hofer, Zittend
Vrouwelijk Naakt, 1927.
De
Barbierstube van Erich Hechel
in beeld bij de heropening Moritzburgmuseum Halle
Van
Ernst Ludwig Kirchner en Otto Mueller en de andere Die Brücke schilders
Erich Heckel, Max Pechstein, Emil Nolde, Karl-Schmidt Rottluf werden duizenden
schilderijen uit de Duitse Musea verwijderd en honderden getoond in de
tentoonstelling “Entartete Kunst”. Het schilderij van
Erich Heckel, Der
Friseur, Barbierstube
uit 1912/1913 werd tentoongesteld in “Entartete Kunst”. Het is
evenwel in Pas
enkele dagen voor onze afreis
werd ons duidelijk dat het Moritzburgmuseum in Halle (Saale),
Museum für (H)alle
zo stond op
de affiche,
op 10 december 2008 haar feestelijke opening zou kennen. Na de
dertigjarige oorlog eind
19de eeuw
waren twee vleugels van de Moritzburg uitgebrand en
vervallen. Een volledige aangepaste heropbouw werd mogelijk door
samenwerking met het ministerie van kultuur van Sachsen-Anhalt en de
medewerking van kunstverzamelaar
Hermann Gerlinger, die z’n collectie van 800 werken van Die
Brücke schilders onder zou brengen in het Museum. Het bekende Spaanse
architectenduo, Nieto/Sobejano werd belast met de uitvoering
van een project dat nieuwe functionele architectuur op een perfecte
wijze combineerde met de integratie en revalorisatie van de
overblijfselen van de oude Burg, zoals blijkt uit de beeldmontage van de
toen nog lege ruimten: http://www.mdr.de/mdr-figaro/5812379-0.html#anker-inhalt
. Over de uitwerking en de inhoud van het nieuwe museum gaf de
Frankfurter Algemeiner op 9/12/2008 volgend beeld: So
soll man bauen, so soll man ausstellen: http://www.faz.net/s/RubEBED639C476B407798B1CE808F1F6632/Doc~EC1AAA54F25...
. Door een gelukkige omstandigheid konden wij de vooropening op 9/12/09
met een rechtstreeks uitgezonden radioprogramma van de kultuurzender van
de MittelDeutsche Rundfunk bijwonen waarin onder meer de kultuurminister
van Sachsen-Anhalt, de architecten, de directrice van het Museum en
Hermann Gerlinger aan het woord kwamen. Peter
Sodann was hier een opvallende en door iedereen graag gesolliciteerde aanwezige.
Daarna werd iedereen uitgenodigd voor een eerste doorgang langs de
uitgestalde werken met een indrukwekkende
aanwezigheid van Die Brücke schilders. Ook de naoorlogse
Westduitse abstrakten (abstractie als
teken van de absolutie vrijheid in het kapitialisme,
zo stond te
lezen) kregen hun plaats alsmede de DDR-realistische
schilders (waar Kunst ook een
sociale, revolutionaire functie moest hebben,
stond in de
toelichting) en van al degenen die zich noch bij het ene
noch bij het andere neerlegden. Het Oosten van Duitsland, kent nu, na de
vele autosnelwegen haar culturele renaissance, als voorbode voor de
economische, en uiteindelijk allicht de ideologische, toch als het van
Peter Sodann afhangt. Onder
een afdak, aan de westzijde van de Moritzburg staat wat weggestoken een indrukwekkend
bronzen beeld van Wolfgang Mattheuer met een ingekrompen
figuur met de ene arm als teruggetrokken of –geduwde vuist en de
andere een verstrekkende Hitlergroet. “Mattheuer
was een van de weinige kunstenaars uit de voormalige DDR die ook in het
Westen bekend waren. Samen met Bernhard Heisig en Werner Tübke behoorde
hij tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de "Leipziger
School". Schilderijen van zijn hand werden na de hereniging
opgehangen in de nieuwe Rijksdag in Berlijn” zo staat te
lezen op http://www.cultuurarchief.nl/kunstenaars/mattheuerwolfgang1927.htm
. Een
bezoek aan de Rote Ochse was niet mogelijkheid omdat het onvoorzien en
op de website onaangekondigd voor onbepaalde tijd gesloten was, tot
grote woede van het aanwezige personeel
langs de parlefoon althans.
Zij vragen langs een email te reageren bij het hoofdbureau
in Magedeburg. Ook de site van
de Gedenkstatte Sachsen-Anhalt is voor onbepaalde tijd
in ombouw, contact
langs e-mail is evenwel mogelijk. De Rote Ochse is nog
altijd in gebruik ondermeer als vrouwen- en jeugdgevangenis, maar biedt
ook onderdak aan een Gedenkstätte
voor de 400 executies van politieke gevangenen uit binnen en buitenland.
Het heeft ook, ondanks protesten, in hetzelfde gebouw een verdiep waar
de herinnering aan de Sovjet- en Stasi-onderdrukking wordt in beeld
gebracht. Priester
Michel Mercier, kapelaan
in Putte (Antwerpen) en proost van de KAJ
werd door de Gestapo opgepakt omdat hij een engelse piloot had helpen te
ontvluchten. Over Bonn, Keulen en Hannover kwam hij in de Rote Ochse in
Halle terecht waar hij verbleef van 15 augustus 1944 tot 5 april 1945.
Vandaar werd hij naar Söchsen gevoerd en vervolgens op transport naar
Theresiënstadt waar hij op 8 mei 1945, de dag van de bevrijding
door de
Russen, overleed. Zie http://www.getuigen.be/Getuigenis/3den/Alzin-Josse/Mercier-Michel
voor zijn
levens- en lijdensverhaal. Voor
ons vertrek naar Halle (Saale) hebben we nog een afspraak gemaakt met Volkhard
Winkelmann, omdat wij hem wensten te feliciteren met z’n Gedenkbuch
für die Toten des Holocaust in Halle dat we op het internet
gevonden hadden: http://www.gedenkbuch.halle.de/vorworten.php
. In een gesprek van drie uur hebben wij, hij 80 jaar, ik twintig jaar
jonger, uitgebreid van gedachten kunnen wisselen over wat goed-
en slechtwillende mensen kan overkomen in zestig jaar geschiedenis
en wat het (politiek) perspectief is in een wereld die er nu heel anders
uitziet dan in 1989 werd voorgespiegeld of kon voorzien worden. De
zoektocht van Volkhard Winkelmann met
verschillende studentengeneraties naar het lot van joden die in Halle,
ook al was het maar tijdelijk, verbleven heeft een groot
bewustmakingseffect gehad. Het Gedenkbuch
verankert het vernietigd leven voor eeuwig met de stad, met
Duitsland en z’n geschiedenis. Dat de stad Halle het
Gedenkbuch officieel in de stadsite heeft opgenomen is een
belangrijke waardering voor z’n
werk en
een blijvende herinnering aan de vernietigende kracht van het
nationaalsocialisme. Heb,
in de loop van m’n Halle-exploratie, nog het partijsecretariaat van
Die Linke bezocht en me laten documenteren over de “Eckpunkte” –
Programmatisches Gründungsdokument der Partei DIE LINKE. Maar
dat is een ander verhaal dat grosso modo terug te vinden is
op Die
Linke Halle, Die
Linke-Eckpunkte.
Jan Hertogen Andere
reisverslagen in 2008: |