Opinie De Morgen, 25-10-2007  Home

Niet beangstigend, niet rabiaat, niet onderdrukkend
Het hoofddoekenverbod smoort de emancipatorische kracht van het onderwijs in de kiem
  

Naima Charkaoui - Coördinator van het Minderhedenforum

De top van het Gemeenschapsonderwijs gaat vrijdag zijn richtlijnen voor het dragen van religieuze symbolen door leraars evalueren. De Raad van State vraagt duidelijkheid. Urbain Lavigne, de afgevaardigd bestuurder van de Raad voor het Gemeenschapsonderwijs, loopt intussen op de beslissing van de Raad vooruit. Hij laat uitschijnen dat het hoofddoekverbod voor leraars, dat in steeds meer scholen van kracht wordt, veralgemeend wordt (DM 24/10). Hij geeft daarbij een wel heel eigen invulling aan het begrip 'actief pluralisme': uniformiteit boven alles.

Voorbij de principiële discussie moet het onderwijs zich de vraag stellen wat de gevolgen zijn van het oprukkende hoofddoekverbod voor leraars en leerlingen. Ook bij het Gentse stadsbestuur moet men zich die vraag eens stellen. Lokale besturen en scholen surfen vrolijk mee op de golven van abstracte debatten over levensbeschouwelijke neutraliteit zonder zich de vraag te stellen wat hun beslissing concreet betekent voorde mensen.

Moslima's met hoofddoek dragen natuurlijk de meest directe gevolgen. Met elk nieuw hoofddoekverbod zien zij hun kansen op opleiding en op werk krimpen. De vraag 'welke job is voor mij het meest gepast' wordt weggedrukt door de vraag 'in welke job kan ik mijn hoofddoek gewoon blijven dragen?'. Of erger nog: 'Waarom zou ik studeren als ik met mijn hoofddoek later toch geen werk vind?'.

De hierboven genoemde overwegingen zijn nu al realiteit. Het volstaat om te kijken naar de situatie in Brussel. De jongste jaren verbieden er steeds meer scholen de hoofddoek. Studentes met een hoofddoek in de Brusselse lerarenopleidingen vinden vandaag geen stageplaats meer in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Veel meisjes beginnen niet aan de lerarenopleiding juist om die reden. Ons onderwijs loopt daardoor heel wat pedagogisch talent mis. Voor hoofddoekdragende moslima's is het zonder meer een hypotheek op hun emancipatie. Want onderwijs en werk zijn nog steeds de belangrijkste sleutels voor zelfontplooiing.

Maar ook voor de samenleving in haar geheel heeft het hoofddoekverbod nefaste gevolgen. Het is duidelijk dat veel autochtone Vlamingen het moeilijk hebben met de hoofddoek. Die houding is veelal gebaseerd op een negatieve beeldvorming over de islam. De meest kortzichtige oplossing die overheden en inrichtende machten kunnen kiezen is deze: verstop de hoofddoek, maak hem onzichtbaar, doe alsof hij niet bestaat. Hel moet duidelijk zijn dat dit enkel een antwoord biedt op korte termijn.

Of men nu voor of  tegen is: de hoofddoek zal niet verdwijnen. Steeds meer vrouwen kiezen er bewust voor om hem te dragen. De stelling dat een hoofddoekverbod het gros van de meisjes ertoe zal overtuigen om de hoofddoek op te geven, getuigt van weinig realiteitszin. Moslima's maken vandaag veel meer een punt van de hoofddoek net omdat dat aspect van hun identiteit belaagd wordt. Ze worden terecht boos als men in naam van de emancipatie gaat vertellen wat moslimvrouwen en -meisjes moeten doen en laten.

Onze samenleving heeft er geen enkel belang bij om die vrouwen te isoleren en in de marge te duwen. Daarom moeten scholen en overhe­den net in het offensief gaan. Zij heb­ben de sleutel in handen om Vlamingen verder te leren kijken dan de hoofddoek, en te leren inzien dat ook vrouwen met een hoofddoek hun werk op een professionele en neutrale manier kunnen uitoefenen.

Een functie als leerkracht is een erg zichtbare voorbeeldfunctie om kinde­ren al van jongs af vertrouwd te maken met verschillende vormen van diversiteit. Als kinderen op de school­banken te maken hebben met leerkrachten van diverse afkomst, huidskleur of geloofsovertuiging kunnen ze zelf ervaren dat die zaken er niet toe doen en er ook niet mogen toe doen in het uitoefenen van een job. Dan kunnen ze zelf zien dat het bevestigen van je eigen identiteit nooit mag leiden tot een verlies van respect voor mensen met een andere identiteit. Nu zijn ze voor het leren van die zaken nog te veel aangewezen op boekjes en ingewikkelde metho­dieken. Met het verbieden van de hoofddoek ontzeggen we hen een belangrijke kans om uit eerste hand te zien wat er met die ingewikkelde zaken als identiteit, respect en diversiteit allemaal bedoeld wordt.

Ook hun ouders worden uitgedaagd om hun visie op andere groepen bij te stellen. Wat maakt het uit wat die leerkracht die zoonlief of dochterlief de beginselen van de wiskunde bij­brengt, op haar hoofd heeft, als het maar een goede leerkracht is. Zo kan ook de modale Vlaming ontdekken dat de hoofddoek inherent niets beangstigend, niets rabiaat en niets onderdrukkend heeft.

Een hoofddoekverbod hypothekeert de emancipatiekansen van die moslimvrouwen, geeft leerlingen de boodschap dat omgaan met diversiteit betekent dat verschillen verstopt moeten worden en dat men niet tegelijk zichzelf kan zijn én professioneel kan werken. Met andere woorden, een hoofddoekverbod gaat lijnrecht in tegen de maatschappelijke opdracht van het gemeenschapsonderwijs. We hopen dat het gemeenschapsonderwijs in zijn beslissing vrijdag, ondanks de voorbarige uitspraken van zijn afgevaardigd bestuurder, daar zijn beslissing op baseert.