Graag betrouwbaarheid - De Standaard on-line 07-06-07

Cijfers over immigratie - de échte cijfers, om een veel gebruikte verwijzing te citeren - krijgen heel veel aandacht. Iedereen lijkt wel geïnteresseerd om ze te kennen. Velen willen er hun zeg over hebben. Die bijna obsessionele aandacht leidt er vaak toe dat vooroordelen enkel worden versterkt. Meerdere nationale dagbladen hebben bericht over de nieuwe onderzoeksresultaten van socioloog Jan Hertogen (www.npdata.be). Volgens Jan Hertogen zouden er vandaag meer Marokkanen dan Italianen in België verblijven. Om precies te zijn 2.846 meer. De methoden die Jan Hertogen hanteert en de conclusies die hij trekt, werden al meermaals publiek in vraag gesteld . Dat ze recent opnieuw media-aandacht kregen, laat ons toe even stil te staan bij het gebruik en misbruik van dergelijke statistieken.

We stellen dat de voorgestelde cijfers niet het resultaat zijn van een wetenschappelijke methode. Eén: de gehanteerde methodes zijn al te eenvoudig. Twee: die simplistische methodes leiden tot vertekende resultaten. Drie: de beperkte betrouwbaarheid van de resultaten laat absoluut niet toe om het precieze aantal Marokkanen of Italianen in België te kennen. Vier: de onderzoeksimplicaties die worden aangegeven gaan ruimschoots verder dan wat eerlijkheidshalve kan op basis van de beschikbare data. Vijf: andere publicaties en studies tonen aan dat deze resultaten onjuist zijn.

Alle wetenschappers zijn het erover eens dat het niet eenvoudig is om een statistisch werkbare definitie op te stellen van een persoon van vreemde afkomst. Jan Hertogen poogt het aantal personen te berekenen die bij geboorte niet de Belgische nationaliteit hadden, of ze nu later Belg geworden zijn of niet. Hij wil dus het aantal niet-Belgen kennen, vermeerderd met het aantal genaturaliseerde Belgen. Het aantal (legale) niet-Belgen is bekend op basis van het Nationaal Register. Om het aantal mensen te kennen die als vreemdeling zijn geboren maar Belg zijn geworden, doet Jan Hertogen niet meer dan het aantal vreemdelingen optellen die de laatste 25 jaar Belg zijn geworden. Hij houdt er geen rekening mee dat die mensen kunnen sterven of het land verlaten. In een land met veel oude migraties zoals België, hebben deze twee vergetelheden belangrijke gevolgen.

Andere wetenschappelijke studies hebben wel de overlijdens en emigraties in de analyse opgenomen. Onder andere een studie in het kader van de campagne 'Migrant van de dag' die werd georganiseerd door het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Volgens deze studie is het aantal personen van Italiaanse afkomst groter dan het aantal personen van Marokkaanse afkomst, respectievelijk 279.180 personen en 242.802 personen op 1 januari 2005.

Natuurlijk zal België op een dag meer Marokkanen tellen dan Italianen. Maar in volle electorale campagne aanleiding geven tot krantentitels als 'Marokkanen steken Italianen voorbij' leidt ertoe dat het politieke debat wordt gevoed met foute gegevens. Dit is niet onschuldig. Zeker wanneer men, zoals Jan Hertogen, bovendien beweert dat de Marokkaanse immigratie een hoogtepunt zal kennen in 2016. De omvang van migraties voor de komende tien jaar voorspellen, is een oefening die geen enkele wetenschapper aandurft. Zo'n uitspraak heeft meer van doen met waarzeggerij dan met wetenschappelijke statistiek.

In het kader van migratie is de honger naar cijfers groot en voor de pers is het vaak onmogelijk om data te verifiëren of om als scheidsrechter op te treden tussen experts die het niet met elkaar eens zijn. Het gevolg is dat de geïmproviseerde hypothese van de een onmiddellijk wordt weerlegd door de ander. Het ondankbare werk van ernstige statistici riskeert in de toekomst als een manipulatiemachine van de publieke opinie te worden beschouwd.

Ons land zal politieke beslissingen moeten nemen om migratiestromen beter te reguleren. Een voorwaarde is echter dat men over betrouwbare statistische gegevens beschikt. De Europese verordening over de Gemeenschappelijke statistieken van migratie en internationale bescherming zal de definities harmoniseren en de kwaliteit van de cijfers bewaken. Zij die deze cijfers vaststellen en waarborgen, dienen over een onbetwistbare autoriteit te beschikken. Dit impliceert dat zij een onberispelijke wetenschappelijke nauwkeurigheid aan de dag leggen. Tegelijkertijd moet onmiddellijk een nauwgezet en geharmoniseerd beleid inzake migratiestatistiek gerealiseerd worden. Op dit ogenblik is het erg moeilijk om deze doelstelling te bereiken. Om zeer uiteenlopende redenen blijkt het bij onze overheden aan de politieke wil te ontbreken om een dergelijk beleid uit te tekenen. Alsof men interpretaties verkiest waarbinnen de verbeelding de vrije loop krijgt, in de plaats van de realiteit onder ogen te zien.

Jozef De Witte (Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding), Nicolas Perrin en Michel Poulain (Groupe d'étude de Démographie Appliquée UCL), Dirk Jacobs en Andrea Rea (Groupe d'études sur l'Ethnicité, le Racisme, les Migration et l'Exclusion ULB), Marco Martiniello (Centre d'études de l'ethnicité et des migrations ULG), Albert Martens (Centrum voor Sociologisch Onderzoek KU Leuven), Marie-Claire Foblets (KU Leuven)