Non-Profit in het 'reguliere'  volwassenenonderwijs Vlaanderen - 2004 (1) (2)
           
      Totaal aantal deelnemers Aantal Non-Profit Aandeel Non-Profit
1. Onderwijs Sociale Promotie vlaanderen      
  1. Secundair niveau  291.237 4.695 1,6%
  2. Hoger Onderwijs - Gezondheidszorg 8.640 129 1,5%
  3. Hoger onderwijs - Welzijjnszorg - Kultuur 8.640 2.391 27,8%
  Totaal 299.877 7.215 2,4%
2. Deeltijds werken, Deeltijds leren 6.580 430 6,5%
3. VDAB Beroepsopleiding      
  1. Werkzoekenden 50.342 6.120 7,5%
  2. Werkenden  83.507 37 0,1%
  Totaal 133.849 6.157 4,6%
4. Individueel begeleid studeren 25.453 0 0,0%
5. Totaal Sociale Promotie + VDAB + DWDL +IBG 465.759 13.802 3,0%
6. Aandeel Non-Profit in de tewerkstelling      
  1. Loontrekkende tewerkstelling     15%
  2. Tewerkstellingskans (% in groei 1998-2004)     32%
7. Tekortfactor Non-Profit tav het regulier      
  1. Tav feitelijk aandeel in loontrekkende tewerkstelling     5
  2. Tav de tewerkstellingskans in non-Profit     11
(1) Deeltijds werken-deeltijds leren (tot 25 jaar) valt in feite ook onder volwassenenonderwijs,
  alsmede de vormingsactiviteit van de sectorale fondsen voor bestaanszekerheid. Gezien
  de fondsen in de Non-Profit slechts beschikkken over 0,1% van de loonmassie kan van daaruit
  geen aanzienlijke correctie gebeuren tav het reguliere. Fondsen uit andere sectoren beschikken
  meestal over hogere %ges van de loonmassa in hun sector: % risicogroepen  
(2) Het vormingscentrum VIVO heeft met rechtstreeks betoelaging en het equivalent opleidings-
  cheques voor de Non-Profit een activiteit naar werkenden ontwikkeld vanaf 2001 die evenwel
vooral opgezet wort door de voorzieningen voor eigen personeel en niet open staat voor deelnemers
van buiten de onderneming.