Centra Geestelijke
GezondheidsZorg
in maatschappelijk en historisch perspectief
Hasselt 13 mei 2014 – Jan Hertogen, socioloog
1.
Inleiding: Elke toekomst heeft een verleden - De T4 en het
euthanasieprogramma
In1933 kwamen de nationaal-socialisten in Duitsland aan de
macht. Ze behaalde 33% van de stemmen maar samen met de kristelijke
volkspartijen behaalden ze de absolute meerderheid. Het eerste wat ze deden was de
sociaal democratische en communistische partij verbieden en de leden
werden al in
1933 verbannen naar Dachau en Sonnenburg, het huidige Slonsk.
Van dan af kwamen de gehandicapten en psychiatrische patiënten in een
precaire situatie.
In
een Duits leerboekje voor kinderen van de dertiger jaren wordt de kostprijs van erfelijke zieken
voor de overheid berekend. Links, een mooi gelegen ziekenhuis met als
commentaar: Rijksopvoedingsgesticht voor 130 zwakzinnigen, jaarlijkse
uitgaven 140.000 Rijksmark - daarvoor kan men 17 erfelijk gezonde
arbeiders een onderkomen bieden.
Erfelijke zieken vallen een volk tot last:
uitgaven voor erfelijke zieken - sociale gevolgen
In de
publieksfilm "Opfer der Vergangenheit" van 1937 worden geesteszieke
mensen in beeld gebracht met volgende commentaar: "Vanuit een volledig
verkeerde beoordeling van de natuurwetten en een valse opstelling vanuit
het christendom komt het dat men misdadigers niet bestrafte maar in een
instelling plaatste wanneer men geestelijke minderwaardigheid kon
vaststellen. Hiervoor werden enorme bedragen uitgegeven, bedragen waarmee
we wellicht vele gezonde, krachtige en begaafde kinderen in beroep en
leven een goed stuk voorwaarts hadden kunnen brengen. Dat is roofbouw op
het Duitse volksvermogen… De zorg en het verblijf van deze idioten kost
handenvol geld. Hoeveel gezonde mensen hadden hiervoor zich niet kunnen
vestigen? “ En bij de joden was het aandeel erfelijk belasten nog een
goed stuk hoger.
Om euthanasie in dit verband aanvaardbaar te maken was ook een film
populair waarin de vrouw van een arts, bij wie multiple sclerose werd
vastgesteld, zelf besliste een einde te maken aan haar leven. Als zo'n
deskundige en verstandige mensen daartoe overgingen, waarom zou men dan
niet deze beslissing kunnen nemen voor 'minderwaardig' leven?
Zo
werd de Duitse bevolking in de dertiger jaren gereed gemaakt voor het
euhanasie-, het dodingsprogramma op psychiatrische patiënten en gehandicapten dat
vanaf 1939 als T4, Tiergarten 4 in Berlijn waar het bedacht werd en
organisatorisch op punt gesteld. In Brandenburg-Havel ging de eerste
proefvergassing door met koolmonoxide, dwz uitlaatgassen van dieselmotoren
die naar afgesloten ruimten werden geleid.
Het
betrof een kader van honderden artsen, verpleegkundigen, administratieve
en logistieke medewerkers die op een goed jaar tijd 70.000 patiënten en
gehandicapten in 6 centra bijeenbrachten en vermoorden, dit alles onder het mom van verplaatsing
van patiënten en regulier overlijden. De geesteszieken die misdrijven hadden gepleegd stonden het eerste op het lijstje.
Maar de meerderheid van deze euthanasieactie waren vrouwen in
instellingen met de diagnose 'schizofrenie'. Meer dan de mannen, werden
vrouwen vlugger minder arbeidsgeschikt bevonden, ook patiënten die als
storend, onrustig of gevaarlijk geacht werden, en bij kinderen waren de
opleidingsmogelijkheden de doorslaggevende factor.
Artsen en verpleegkundigen waren de beter betaalden met speciale
faciliteiten, ondermeer een goed ingericht vakantieverblijf, waaruit
volgende foto.
In
Augustus 1939 werd van op de kansel het doden van zieken als moord
betiteld door bisschop Clemens von Galen en werd formeel geprotesteerd bij
de NSDAP. Hierdoor werd het T4 dodings-programma officieel stilgelegd,
maar langs allerhande nieuwe programma’s voortgezet, met 300.000
slachtoffers, in Duitsland en de bezette gebieden, België inbegrepen, als
gevolg.
Na
beëindiging van het T4 programma werden de opgedane ervaring door de T4
medewerkers, artsen en verpleegkundigen, aangewend voor de installatie van
het uitroeïngskamp Belzec in maart 1942 en later in Sobibor en Treblinka,
waar op een goed jaar tijd 1,7 miljoen joden, vooral Poolse en Oekraïense
Joden werden vergast met de
uitlaatgassen van dieselmotoren. Hiertoe
was besloten op 20 januari 1942 aan de Wannsee bij Berlijn, waarbij het
een belangrijk argument was een einde te stellen aan het psychische
lijden van de Wehrmachtsoldaten bij het tot dan toe met de kogel doden van
meer dan 1,6 miljoen joden en communistische functionarissen in 1941.
In Grafeneck en Brandenburg Havel kan men zich in goed uitgewerkte musea
confronteren met dit stuk van de geschiedenis, nog niet eens zo lang
geleden, waarin de collega’s in diverse beroepen van de psychische
gezondheidszorg voorop gingen.
Als het verder gaat over samenwerking met de bezetter, collaboratie dus,
dan mag in rekening gebracht dat het niet enkele om
administratieve, politieke, militaire en economische collaboratie gaat,
maar dat men ook onder ideologische beïnvloeding stond, ook in de jaren
voor de oorlog, die mede met de psychisch zieken te maken had, evengoed
als het anti-communisme en de anti-democratische actie die vanaf 1933
onder het nationaalsocialisme ook in andere landen weerklank vond.
Dat in België de psychisch zieke die een misdrijf heeft begaan,
decennialang en tot de dag van vandaag gedumpt wordt in de gevangenis, zonder
mededogen of maatschappelijke actie, kan begrepen worden vanuit dit
historisch kader. Noch van de vakbonden van het
bewakingspersoneel, noch van de vakbonden in de gezondheidssector, noch
van de toch invloedrijke lobby van de CGGZ en de psychiatrische
ziekenhuizen werd hierin verandering bewerkstelligd, en dat mag verwondering wekken.
Niet zozeer de vrijheidsberoving maar niet weten wanneer men vrijkomt is
de zwaarste straf, zo luidde het bij de tienduizenden politieke gevangen.
De film 9999 over Merksplas drukt dit goed uit. De psychisch zieken die een misdrijf
begingen werden niet geeuthanaseerd, maar werden na de oorlog levend dood verklaard.
De katholieke psychiatrische instituten hebben wel zorg voor enkelen
geboden, in de lijn van hun traditionele zorg voor psychisch zieken en hun
protestactie tegen de T4-actie/ Als dank krijgen ze stank van een politieke klasse, met inbegrip
van de CD&V om de zorg voor psychisch zieken toe te vertrouwen aan het op
winst gerichte bedrijfsleven. Wanneer komt de sector, de CGGZ voorop
daartegen in opstand.
Maar er is meer.
Er zijn tekenen dat de huidige politiek verschillende onderdelen van de sociale zekerheid
wil vervangen
door de staat van behoefte. Productiviteit voor private ondernemingen is
hierbij het aflijningscriterium. Wie niet productief is, moest onder het
nationaalsocialisme dood, zover gaat men in de huidige tijden niet. Maar
er is evenwel een politieke consensus gegroeid om de
niet productieven uit te sluiten van de sociale zekerheidssystemen, of
enkel toe te laten voorzover ze er toe bijgedragen hebben. Eens dat proces
op gang, en het is op gang, zal het de komende decennia de geesten
verder degenereren.
Of
zal België een kader en een baken zijn waarbinnen deze, door Europa mee
georchestreerde claim op het inkomen en bezit van de weinig vermogenden
zich niet doorzetten, en dit ondermeer door het accent op sociale
bescherming van de PS in kombinatie met de macht van de 'Katholieke
Actie', die veel ruimer is dan het verschrompelde CD&V-kader.
Want
in de liberale en op nationalistische gronden gedragen
discours worden
in eerste instantie de psychisch zieke geviseerd, en in feite elke burger die niet zelf (meer)
kan instaan voor z’n inkomen, zij riskeren tot de staat van behoefte veroordeeld, dwz
dat hij eerst z’n eigen roerend vermogen, en daarna z’n onroerend, op enkele
m2 meter huisvesting na, dient op te gebruiken. Zoals voor de bejaarden in
bejaardenhomes – met dank aan Dehaene die de bejaarden uit de
ziekenhuisfinanciering heeft gelicht - zullen ook de families hiervoor in
de toekomst allicht kunnen opgevorderd worden.
Het
amendement dat de psychisch zieke die voor misdrijven veroordeeld is zelf
voor de kosten van z’n opsluiting dient in te staan zet de politieke
consensus een goed stuk op de lijn die het nationaalsocialisme tot haar
finale consequentie heeft ontwikkeld. Het door elke regeringspartij
goedgekeurde amendement geeft het perspectief aan waarlangs het inkomen en het vermogen van de
burger zal aangevallen worden. Zoals in het verleden is de psychisch zieke
het proefterrein voor de mate waarin men verder het mes kan zetten.
Enkel productiviteit ifv van het privébedrijf, enkel de bescherming van
het vermogen van wie langs onderneming of erving rijk en nog
arbeidsbekwaam is staat op het agenda. Daarbij komt een maximale vrijstelling
van inkomens uit vermogen voor de belastingen, dit in tegenstelling tot
wie zonder werk of zonder inkomen valt. Het gaat dan om wie niet of nooit meer
arbeidsbekwaam wordt, hetzij als psychiatrische patient, als gehandicapte,
als invalide, dwz door de arbeid of ziekte niet meer kunnen werken, en ook
de oudere -65 jarige die niet meer mee kan. Zij zullen hun kleine opgebouwde
vermogen, datgene wat ze langs het erfrecht hebben kunnen reserveren of
langs sparen, ook door gehandicapten en psychisch zieken, als sneeuw zien
verdwijnen. Niet alleen hun inkomen maar ook hun onroerend en roerend
vermogen ligt in het vizier van de liberale, op de markt gerichte actie.
En wat zal de invloed zijn voor honderd duizenden mensen die door dit
perspectief in meer onzekere situatie zullen komen en riskeren geestelijk
ongezond te worden.? Terwijl iedereen op het politieke
toneel z’n best doet het beste met de mensen voor te hebben, ook met wie
volgens hen niet bijdragen aan de belangen van de private
ondernemingen.
In deze historische en actuele schets is het vooral de doelgroep van de
CGGZ die onder vuur ligt. Heeft de CGGZ een verantwoordelijkheid om hierin
standpunt in te nemen, zich in een of andere zin te profilleren, en
hierbij ook z’n nieuwe instrumenten, oa z’n websites aan te wenden?
En wat is de kans dat dit scenario zich doorzet? Was is de grondstroom in
Vlaanderen die maakt dat wat ondenkbaar is, toch zou kunnen gebeuren. Wat
maakt dat Vlaanderen misschien meer aan het verleden hangt of erdoor beïnvloedt
wordt dan zichtbaar is, of men wil toegeven. Wat is nog de impact van de
oorlog en de bezetting op het huidige denken en reageren van mensen en hoe
en in welke mate wordt dit nog steeds familiaal overgedragen?. Wat
leeft in het 'onbewuste' van de samenleving, en wie kan dit naar boven
brengen. Dat zijn vragen waar wij voor het eerst misschien, een zeker
antwoord en perspectief op bieden. Want er kan maar sprake zijn van de
geestelijke gezondheid van een indivdue als de samenleving niet het spoor
bijster raakt en zelf geestelijk ongezond wordt of blijft. En het hoeft niet de
allures aan te nemen van het nationaalsocialisme om herkenbaar te zijn en
voorwerp van beleid of professionele actie vanuit de specialisten terzake,
de Centra voor Geestelijke GezondheidsZorg. Concreet wat kunnen de CGGZ
bijbrengen in het onderkennen van de scherven van de oorlog en het
aaneen lijmen van de scherven van de herinnering?
Zullen, zoals in 1939 het de Katholieken zijn, Caritas, Zorgnet of
welke moderne namen ze ook hebben, die de eerste verdedigers zullen zijn
van het belang van de zwaksten in de samenleving, hierin ondersteund door
de LBC-NVK, het gemeenschappelijke vakbondsfront en de
werknemersbewegingen?
En elke arts, maatschappelijke werkster, psychiater, verpleegster zal
zich, zoals in 1939 de vraag moeten stellen aan welke kant men gaat staan.
2. De KUL van Ward
Leemans en Frans Van Mechelen
Wat komt een socioloog hier doen, bestaan de sociologen nog, en zeker die
van de KULeuven, één die nog opgeleid werd door Ward Leemans, die,
dokwerker zijnde, met geld van de KAJ universitaire studies deed in
Nijmegen, daar professor geworden is en dan, naar Leuven afgezakt is in
1966, op tijd om ‘Leuven Vlaams’ mee te maken en de zaken mee aan kant te
zetten en ook een aantal sociologen op te leiden, Joos Wauters, Agnes
Bode, Jan Renders, Jan Peumans en mezelf. Ook Frans Van Mechelen was toen
professor statistiek en demografie – demografie is de basis van elke
sociale wetenschap – toen niet, maar nu wel en weet ik dat hij gelijk
heeft. Op het einde van z’n leven zag hij zich nochtans genoodzaakt om
zich tot het Vlaams Blok te bekeren omdat hij zelf het belang van de
migratie niet meer kon inschatten, terwijl de migratie toen pas echt uit
de startblokken kwam.
Gelukkig heeft de vooruitziendheid van Verhofstadt en Reynders met paars
langs de Belgwording België van alle landen het best op het juiste spoor
gezet. Merk de inhaalbewegingen van de Belgwordingen, voor die er na 2014
staan aan te komen hoeft men niet veel verbeelding te hebben.
3.
Wat is er van de sociologie en de sociologen?
Wat
stelt de sociologie vandaag nog voor? Kennen jullie een socioloog die
aanwezig is in het maatschappelijke debat? Bestaat er wel een debat in de
media over maatschappelijke thema’s, van de schaterprogramma’s zal het
niet komen, waar tussen het gelach en vermeende vriendelijkheid het
serieus verdwijnt. Ik sta hier dus een beetje verweesd, maar ben erg blij
gevraagd te zijn.
Professioneel ben ik meer bezig geweest met het welzijn van het personeel,
als consulent van LBC-NVK voor de Non-Profitsector, dan met dat van de
gebruikers. Alhoewel, in november 1983 stonden we met 60 gehandicapten
aan de deur bij de Vlaamse Regering, die haar vergadering onderbrak en met
Steyaert en Geens de gehandicapten toesprak en tegemoet kwam. Toen was ik
directeur van een home voor zwaar fysiek gehandicapten in Grimbergen en
later hoofd van het sociaal fonds voor de Privé-ziekenhuizen, ook voor de
psychiatrie, en 10 jaar consulent voor LBC-NVK in de Non-Profit met de
akkoorden van 2000 en 2005, zowel voor gezondheidszorg als Welzijnszorg.
Nu al 9 jaar op brugpensioen en pensioen en publicist op npdata.be,
npdoc.be en getuigen.be.
En ik beken, voor ik deze toespraak ter hand nam had ik van artikel 107
nog niet gehoord. Mevr Moens van zorgnet heb ik op youtube voor het eerst
gehoord in haar commentaar bij de uitbreiding van het aantal
proefprojecten met 9 waarvan 5 projecten in Vlaanderen. En ik heb de 4
laatste Overspils doorgenomen, waarmee ik toch wel wijzer geworden ben.
Zou artikel 107 het woord van het jaar worden of twitter, zo stond er. Is
dat al typisch voor een sector die vooral in zichzelf gelooft, misschien
aan zichzelf genoeg heeft, of te ingebed is in de zorgsector en in de
financiering om voor zichzelf nog de vraag te stellen naar de
‘vermaatschappelijking’ van de zorg zonder dat de samenleving, de
maatschappij, en ook de politiek, dat nog moet doen? Heeft men aan
zichzelf genoeg, krijgt men voldoende klopjes op de schouder, of moet men
toch nog eens wakker geschud worden?
De CGGZ in maatschappelijk en historisch perspectief, een saaiere titel
kan men allicht moeilijker bedenken. Laat ons toe een aantal invalshoeken
en perspectieven te openen die jullie sector wat uit balans kan brengen,
de zekerheden wat kan ondergraven, het gevoel van wij komen er wel en we
zijn goed bezig – waar de nieuwe voorzitter van Spil zo door verrast was -
wat onderuit te halen.
3.1. Verband individuele en maatschappelijke geestelijke gezondheid?
Moeten professionelen uit de ‘individuele’ geestelijke gezondheid weten
in welke mate een individuele geestelijke ongezondheid, samengaat met,
verband houdt met, veroorzaakt wordt door geestelijke ongezondheid van de
samenleving. Moeten zij mee deze factoren proberen te beïnvloeden, moeten
zij enkel doorverwijzen, of moeten zij mee nagaan welke maatschappelijke
en politieke verantwoordelijkheden er bestaan voor het individuele
onwelbevinden, welke politieke veranderingen moeten zij nastreven, op
welke barricades moeten zij gaan staan, moeten zij hiervan hun eigen
stemgedrag laten afhangen, of stemadvies geven aan hun patiënten of aan de
medewerkers? Moeten de CGGZ een soort geneeskunde voor de samenleving
worden?
3.2. Hoe z'n belang politiek 'inbedden'?
Hoe politiek verbonden, of ingebed moet een sector zijn om van elke
politieke constellatie het ‘beste voor de sector’ te verkrijgen. Bij welke
minister moet men terecht, hoe kan, binnen de regeringsverklaring, al
voldoende basis gelegd worden voor het sectorale belang en de diverse
ideologische groepen, de werkgevers- en werknemersbelangen, de
patiëntenbelangen. Hoe zal de integratie van de nieuwe bevoegdheden, ook
voor het ‘psychiatrische overleg’, vorm krijgen, welke financiële middelen
zijn er aan verbonden? Langs welke wegen zal de markt, het commercieel
initiatief pogen om, na de internering, ook een voet in huis te krijgen
bij de echte psychiatrie en geestelijke gezondheidszorg.
Welke structuren zal men op poten zetten, activeren, afspreken om z’n slag
thuis te halen of de markt af te schermen, tegen de Europese en
commerciële druk in. Dat wereldje en die dynamieken liggen al een tijdje
achter me, maar ik kan me er wel wat bij voorstellen. Hoofdzaak in al dit
beïnvloedingsspel is ondermeer de zorg van het ‘katholieke instituut’ om
zich geen vliegen te laten afvangen door de ‘anderen’. En maar goed ook,
want de ‘katholieke actie’ is vooralsnog de beste buffer tegen de
commercialisering en de vermarkting van de zorg gebleken. België is op dat
vlak uniek, een burcht, een absolute uitzondering op wereldvlak, die de
commercie en de markt maar zeer minimaal toelaat in de zorgomgeving. Niet
zozeer het gemakkelijk uitkoopbare publieke initiatief - zie de energie,
telecom, de ASLK en nu de post en het spoor - vormen een scherm tegen
markt en commercie, maar het private en in hoofdzaak katholieke
non-profit-initiatief houden de markt af. De CCGZ zijn daar een extreem
voorbeeld van. Behoudens enkele ‘zelfstandige’ psychiaters en psychologen
kan het aandeel NV’s, PVBA’s of zelfs coöperaties als uiterst miniem
ingeschat worden.
En dat heeft ondermeer te maken met de traditionele zorg van het
‘katholieke’ instituut voor de ‘gekken’, de ‘zotten’ zoals ze vroeger
genoemd werden, de raren, de verstandelijk gehandicapten, diegenen die
onvermogend waren om psychische redenen voor zichzelf te zorgen.
Dat iemand als Mieke Vogels ook onvermogend blijkt om deze traditionele
zorg te valoriseren en nu te pleiten voor het openstellen van alle zorg
voor de markt, werpt een blaam op wat ze als minister in 2000, samen met
de vakbonden verwezenlijkt heeft: eindeloopbaanregeling, landingsbanen, de
integratie van DAC en vooral ook de baremieke harmonisatie – alle
personeel uit de bejaardenhomes werden in een beweging opgetrokken tot het
niveau van de ziekenhuizen - waarvan ook de CGGZ geprofiteerd hebben met
hun ‘atypische’ welzijnsbaremas, ook voor arbeidend en administratief
personeel’ – met dank aan Walter Cornelis. Nu pint Vogels zich vast op wat
ze in 2001 met het PAB en PGB heeft proberen te bereiken in de
gehandicaptenzorg wat het extreme tegendeel is van artikel 107. Daar ga ik
verder even op in.
4. Artikel 107, de tegenpool van de persoonsvolgende financiering in de
gehandicaptenzorg.
Als ik de omzettingsmogelijkheid voor maximum 10% van de bedden in
psychiatrische en ook algemene ziekenhuizen onder ogen krijg had ik even
een ahah gevoel. Tien jaar geleden had ik er al eens iets over gehoord, de
claim die vanuit de ziekenhuizen op de thuiszorg zou gelegd worden, eerder
dan het initiatief en het geld in handen te leggen van de gehandicapten
langs cash of voucher. In de gezondheidszorg zouden dus de voorzieningen
niet hun monopolie of hun zeggingskracht verliezen, een idee fixe waar in
de gehandicaptenzorg de gehandicapten al jaren mee in het ootje genomen
worden op basis van de illusie de macht van de voorzieningen te breken en
het personeel en de vakbonden voor schut te zetten. Perspectief 2020 van
Vandeurzen heeft deze illusie verder gevoed en het huidige testproject met
42 instellingen is niet meer dan een herschikking van de wijze waarop de
voorzieningen van hun budgetten verzekerd worden. Het is desalniettemin,
ook voor de CGGZ belangrijk de evoluties in de gehandicaptenzorg te
volgen.
Stel je voor dat op basis van een ‘geobjectiveerde’ toegang tot de zorg er
een budget of ‘punten’ worden toegekend voor personele omkadering en
werking waarmee de patiënt zich kan richten naar voorzieningen, of de
markt, zodat die zich kan ontwikkelen of verder functioneren. Het is dan
aan de voorziening om zelf, volledig autonoom z’n omkadering uit te
tekenen in kwalificaties. Wat de barema’s betreft zijn vooralsnog de
sectorbarema”s van toepassing, behoudens als deze op instellingsniveau
worden onderhandeld, zoals in Nederland het geval is – 10 jaar geleden was
daar nog een nationale CAO voor de gehele welzijns- en gezondheidssector,
maar op een decennium tijd is gans de zorgsector in Nederland ontmanteld
en vermarkt. Zo kan men zich ook een bejaardenzorg voorstellen met een
cash of voucher voor de zorgbehoevende bejaarde die hiermee naar
voorzieningen kan gaan of op de markt zorg inkopen of nieuwe instellingen
doen ontstaan, die veel soepeler dan nu haar omkadering kan samenstellen
en betalen. Marc Justaert, nog zo’n oudgediende en medekotbewoner van het
universitaire jaar 68/69 in Leuven, die we daarop eens aangesproken hebben
verklaarde het totale onzin dat bejaardenzorg zo zou kunnen functioneren.
Alle zorg op een hoopje is het enkel binnen de gehandicaptenzorg, langs
het ultraliberalisme van enkele fracties van gehandicapten en hun
belangenverdediging, langs de GRIP en het Vlaams Gebruikersoverleg
Personen met een Handicap beiden door de overheid betoelaagd, die er in
geslaagd zijn de KVG en VFG volledig monddood te maken. Enkel langs
Similes en de overgelopen Van Gestel van FOVIG worden voorzieningen en het
structurele aanbod nog gesupported.
In de gehandicapten zorg gaat deze (beleids)evolutie dan nog samen met het
onvermogen, zeg maar onwil van de diensten voor gezins- en individuele
hulp voor zorgbehoevenden in de thuissituatie, olv Agnes Bode, om een
aangepaste dienstverlening aan te bieden, 24h op 24h, in alle aspecten van
het dagelijkse leven, ook wanneer de zorgbehoevende zich verplaatst. Zij
zijn de ADL-dienst bij uitstek maar door kortzichtig en op de eigen
organisatie gericht beleid hebben zij mee het gat gelaten waarbinnen de
markt zich denkt te kunnen ontwikkelen. Het VWV en het VSO, als
werkgeversorganisaties, staan erbij, kijken ernaar, denken er het hunne
van en doen gewoon voort, de gehandicapten in de illusie latend dat zonder
de voorzieningen, en zeker, zonder de vakbonden (die vooralsnog in gans
deze operaties en projecten maar marginaal betrokken zijn) er ook maar
iets zal veranderen, behoudens de esthetiek van financiering. Is het
nuttig om dit toch maar in het oog te houden, misschien wel omdat de
residentiële zorg vooral voor gehandicapten in de welzijnszorg al is
uitgebouwd en exemplarisch kan zijn voor andere ‘te communautariseren’
sectoren. Initaitiefnemers, werkgevers, werknemers en gebruikers zijn
verwittigd.
En wat met de tendens om eerst de mantelzorgers ‘uit te putten’,
letterlijk dan, voor men overgaat tot ‘ondersteuning’, budget of reguliere
hulp en dan pas gespecialiseerde hulp in residentiële voorzieningen. Of is dat
ook al de litanie in de geestelijke gezondheidszorg?
5.
Integrale, geïntegreerde zorg voor ouderen, gehandicapten, psychisch
zieken, andere zieken met tijdelijke zorgnood.
De versplintering van zorg voor diverse doelgroepen, vermalen in diverse
stadia van toebedeling langs de diverse staatsstructuren, is groot en een
beetje anachronistisch, niet meer van de tijd. Het lijkt voor elk van de
deelgroepen de beste manier om z’n financiering te verzekeren en z’n
belangen veilig te stellen, zonder naar anderen om te zien, of zonder
eigen autonomie af te staan. Er is ook erg weinig denkracht om de
subsectoren te overstijgen, een integrale of geïntegreerde benadering van
de zorgbehoevende te bedenken, laat staan om deze zo te budgetteren dat
elkeen er een of zijn voordeel in ziet. Enkel de markt probeert
stoemelings hier of daar een opening te vinden maar vaart zich vast in de
onmogelijke combinatie van lucrativiteit, zoals Frank Cuyt het noemt, en
de techniciteit/expertise van de sector. Waarom Sodexo met een
uitdrukkelijk winstoogmerk toch aan de haal is kunnen gaan met
gemeenschapsgelden is een raadsel, of is het een mager been om de kwade
hond koest te houden, zodat hij niet verder naar de grote brokken gaat
zoeken?
6. "... het tranendal waarvan de godsdienst de stralenkrans is"
(Karl Marx)
Weerspiegelt de sector van de geestelijke gezondheidszorg nog altijd de
verzuilde antwoorden op de behoefte aan psychische zorg die in de
traditionele kaders historisch zijn tot stand gekomen en daarvan nog de
uitdrukking zijn. Wat is de religie nog waard als preventieve of helende
oriëntatie? Moet de religie niet méér Marxistisch benaderd worden.
“De religieuze rampspoed is enerzijds
een weergave van de werkelijke rampspoed en anderzijds een protest tegen
de werkelijke rampspoed. Religie is een verzuchting van de onderdrukte,
het gemoed van een harteloze wereld.… Ze is het opium van het volk. De
opheffing van de godsdienst als een bedrieglijk geluk van het volk is de
uitdaging voor zijn werkelijke geluk … dwz om de toestand op te heffen die
deze illusie nodig maakte. De kritiek op de godsdienst is … in de kern een
kritiek op het tranendal waarvan de godsdienst de stralenkrans is.”
Godsdienst is de stralenkrans die
vanuit het volk tot stand gebracht wordt om uitbuiting, onderdrukking, de
onafheid van de wereld te verdragen en is meteen ook een teken van verzet
ertegen. Is niet de eschatologie, de voleindiging van de wereld in een
harmonieus en vredevol samenleven van alle mensen, het eindperspectief van
de katholieke, de joodse, de islamitische godsdienst en zelfs van het
communisme waar Marx naar refereert. Is de psychiatrische sector en de
zorg om de psychisch zieken niet de uitmuntende vertaling van de
bekommernis van het volk die Marx de stralenkrans noemt op de tranendal
waarvan de psychisch zieken de meest duidelijke uitdrukking zijn?
En zijn, ook volgens Marx, godsdiensten
geen uitdrukkingen van verzet van een bevolking om op te komen voor
zichzelf tot deze ‘voleindiging der tijden’ bereikt is? Het is misschien
tijd dat de ‘linkse beweging’ of moet ik zeggen de ‘linkse kerk’ zich ook
eens bezint over de betekenis van godsdiensten en er de kracht van inziet
en ook aanwendt.
7. De
opstand van de miskenden
Of moet, zoals het RIZIV
suggereert, het werken in het herstel z’n helende kracht kunnen
uitoefenen. Dient de arbeid en het kader waarbinnen arbeid gebeurt niet
geherwaardeerd, niet op de winst maar op het welzijn gericht. Nu zijn het
de banken die van elkeen van ons een uitkering krijgen, zoals Abou Jahjah
in een recente opinie in de Standaard schreef, terwijl het politiek
akkoord om aan de uitkeringen van de kansarme te zitten als maar groter
wordt. Voor wanneer de revolte van de onderdrukten, de miskenden, de
kansarmen met de religie en het zorgpersoneel als voortrekkers? Wat nu
ondenkbaar lijkt zal misschien binnen enkele decennia de evidentie zijn.
Wat nu ‘evident based is’ zal dan misschien als een zwak afkooksel
beschouwd worden van een door Amerikaanse schema’s ingeperkte
beleidstoestand en zorgsysteem. Wie de toekomst wil binnenhalen moet
vooruitziend zijn en grenzen durven verzetten.
8. De
4 dimensies van de vermaatschappelijking van de zorg
-
Hoe is de
zorgbehoevende ingekaderd in de maatschappij, en welke dynamieken dienen
tav hem en vanuit hem naar de maatschappij ontwikkeld, zodat hij er
(opnieuw) een geïntegreerd deel van wordt?
-
Hoe kan het
zorgaanbod op een toegankelijke en gelijke wijze ter beschikking komen van
iedereen, ongeacht geslacht, inkomen, afkomst, achtergrond
-
Maar ook hoe
kunnen maatschappelijke trauma’s, ook deze van het verleden onderkend
worden en mee in rekening gebracht en ook op het niveau van de
samenleving hersteld, ondermeer in herinnering, gedachtenis, memorials en
andere rituelen.
-
Hoe kan
ingewerkt worden op wat de ziekte, het psychisch onwelbehagen, geestelijke
ongezondheid veroorzaakt, de vermaatschappelijking van de aanpak van de
oorzaken van de psychische zorgbehoefte en de verantwoordelijkheid van het
zorgaanbod om hier structureel wat aan te doen?
9. De katholieke buffer
tegen markt en winst
Ligt het belang van deze vermaatschappelijking van de zorg er niet in dat
de non-profitzorg een buffer is die wordt opgezet tegen de vermarkting van
de zorg.
Maar
dat sluit uiteraard de interne concurrentie binnen
de gezondheids/welzijnszorg niet uit. Gezondheidszorg/Welzijnszorg, binnen
de Welzijnszorg: voorzieningen/thuisdiensten, CM/Caritas enz. Wat met de
verpleegdiensten die door verschillende instanties geclaimd worden. En de
intelligente, Belgische, en door het katholieke initiatief doordachte, of
misschien zelfs uitgedachte benadering om de reconversie zo door te voeren
dat de instellingen, zoals bij het Beschut wonen, ook de psychiatrische
thuiszorg kunnen overnemen en sturen, zonder weerstand van de
belangenorganisaties, allicht met steun ervan. Zoals gezegd, de tegenpool
van de uitzichtloosheid en de ravage die het ultraliberalisme heeft tot
stand gebracht in de gehandicaptensector. Met het opbod van de
wachtlijsten maakt men het daarbij alsmaar erger. Als de nood zo
uitgestald wordt dat er niets aan te doen is, wordt het aanvaardbaar om er
ook niets meer aan te doen. De UIA heeft gedacht hierin het wondermiddel
te hebben, cfr hun aanbreng/begeleiding van het PGB-project van Steven
Vanackere, dat dus tot absoluut niets geleid heeft. De negatie of het
gebrek aan doorzetting van het HIVA en haar expertise heeft gans de
wetenschappelijke dekking van de zorg weggehaald. Wanneer durven de
‘katholieken’ nog eens doorbijten in de gehandicaptenzorg, en hiermee het
terrein opnieuw beveiligen en afschermen van profijt, belangenverdediging
zonder solidariteit met het personeel en grootsprekerij. Welk
beleid/afspraak vanuit Zorgnet/VWV – PPO, welk beleid/afspraak tussen
werkgevers/werknemers, Franstalige en Nederlandstalige gemeenschap. Na
Rombouts is Renders aan het hoofd van het VWV gekomen, beiden oud
ACW-voorzitters. Welke projecten voor de werknemers langs LBC-NVK, hier
komt de Non-Profit, geen commercialisering van de zorg, slogans die 2
decennia lang de gang in de sector bepaald hebben? Hoe wordt de
communautarisering verteerd van de bejaardenhomes, welk statuut voor het
personeel van de bejaardenhomes: voorbode van overdracht van andere delen
van gezondheidszorg? In de Welzijnszorg heeft alle personeel 95% van de 13de
maand, ook in CGGZ, in de gezondheidszorg, bejaardenhomes is dit maar 75%
gemiddeld, evenwel hoe meer men verdient hoe minder (65% voor bachelors,
60% voor universitairen). Jobs tot secundair niveau (verzorgenden) worden
in de federale gezondheidszorg 12% minder betaald op carrièrebasis dan in
de Welzijnssector en het CGGZ. Hoe zullen de sectoren, ook de CGGZ zich
manifesteren in en na de verkiezingen, hoe zullen/kunnen zij solidair zijn
om de bejaardenhomes hetzelfde ‘Vlaamse’ baremieke statuut te geven, of
zullen het Vlaamse instellingen worden maar met lagere eindejaarspremie
voor het personeel en minder betaald op secundair niveau of lager.
10.
Wat
kan een socioloog bijbrengen voor een beter begrip van de maatschappelijke
context waarin mensen leven.
Wat is de inkomenssituatie van de inwoners
van België, met detail per gewest, en wat zegt dat over de context
waarbinnen psychische problemen kunnen tot stand komen. Wat is de impact
van de migratie op de samenstelling van de bevolking, nu en in de
toekomst, en langs daar ook van de religieuze beleving. Tenslotte, wat is
de impact van het lijden in WO 2, met aandacht voor de herinnering aan WO1
en 2. Kan eens de oefening gemaakt over de mate en omvang waarin dit
lijden zich gereproduceerd heeft, zich ‘genetisch’ ingebakken heeft in de
denk- en familiale opvoedingskaders, de sociale genetica van lijden en
herinnering als het ware.
De CGGZ, een witte sector voor witte mensen, zo zei me een allochtone
bestuurder van een CGGZ op m’n vraag hoe hij de sector zou typeren nu ik
er een toespraak zou houden. Heeft de CGGZ sector dan een profiel wat
gebruikers betreft van 2 verdieners, of kinderen van 2 verdieners, die hun
weg kennen in de zorg, er voldoende financiële middelen voor hebben en die
voldoende taalvaardig zijn?
11. Zeg
me hoe je een inkomen verwerft, en ik zeg je welk je problemen zijn.
Wat is de impact van
inkomensverwerving van de bevolking op z’n geestelijk welbevinden. Kan uit
deze inkomensverwerving het maatschappelijk/menselijk geluk afgeleid
worden. Kan uit de maatschappelijke factoren de kiesuitslag afgeleid
worden, zoals in Amerika een socioloog dit gedaan heeft voor de uitslag
van Obama bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen?
We zetten inkomen uit roerend en onroerend vermogen even opzij, wetende
dat België na Zwitserland het land is met gemiddeld het hoogste roerend
(geld) en onroerend (gebouwen) vermogen per inwoner. En meteen ook de
laagste belastingsvoet, zowel op het inkomen uit vermogen als het vermogen
zelf. Dus los daarvan en ook los van kindergeld/studiebeurs, hoeveel % van
de bevolking haalt z’n inkomen uit:
- loontrekkende tewerkstelling, zowel private als publieke
- Zelfstandige arbeid, beheersmandaten inbegrepen
- Vervangingsinkomsten - sociale zekerheid: werkloosheid, pensioenen,
invaliditeit
- bestaanszekerheid (leefloon)
- inkomensvervanging gehandicapten
- Zonder inkomen, dwz levend van inkomen en vervangingsinkomsen van anderen
België
http://www.npdata.be/BuG/210-Inkomen-in-Belgie/ en
en de gewesten:
http://www.npdata.be/BuG/216-Inkomen-per-gewest/
In België heeft 66,9%
een inkomen, in het Vlaams gewest evenwel is dat 69% maar in Brussel maar
60%. In Brussel leeft dus 40% van de bevolking van het inkomen van de 60%
anderen, in het Vlaams gewest is dat maar 31% dat leeft van het inkomen
van 69%.
In het Vlaams gewest
heeft 43% werk en 26% heeft een vervangingsinkomen. In Brussel heeft maar
33% van de bevolking werk, dat is 10% minder dan in Vlaanderen, maar in
Vlaanderen zijn er evenveel mensen met een vervangingsinkomen, nl 26% als
in Brussel.
In Brussel is er
zowel ondertewerkstelling in de publieke dienstverlening als de private
tewerkstelling. Elke dag gaan er bv 203.845 pendelaars naar Brussel stad
vanuit een andere gemeente; in Brussel stad zelf werken maar 41.427 van de
160.442 inwoners, 14.664 in de eigen stad en de ander erbuiten, dwz van de
218.509 werkplaatsen in Brussel stad zijn er maar 14.664, of 6,7% voor de
eigen inwoners. Zie arbeidspendel in alle gemeenten van België:
http://www.npdata.be/BuG/167-Pendelgemeenten/
Wat is nu het ergste:
de Brusselse inwoners die onder deze scheve toestand psychische problemen
kennen, de mensen die een aversie ontwikkelen tav Brussel omwille van de
beperkte tewerkstelling, of een politiek die niet wil of er in slaagt een
betere werkverdeling te organiseren, dwz de inwoners van Brussel ook
toegang te geven tot onder meer publieke jobs.
En in Wallonië zou vooral de publieke tewerkstelling, dus alles wat met
publieke middelen gefinancierd wordt, hoger liggen dan de andere gewesten.
Neen dus, in Vlaanderen is er 15,6 % publieke tewerkstelling, in Wallonië
16,1%. De private tewerkstelling is er lager, het aantal
niet-inkomenstrekkers hoger alsmede het aantal vervangingsinkomens, nl 29%
in Wallonië tegenover 26,1% in het Vlaamse gewest.
Werkloosheid in
Wallonië treft 7,7% van de bevolking in Wallonië, 4,9% in het Vlaams
gewest, 8,2% in Brussel. Ook het leefloon licht er hoger: 0,9% in Wallonië
tegenover 0,2% in Vlaanderen en 2,4% in Brussel. Pensioen ligt in Brussel
dan een goed stuk lager, en ook het % gehandicapten, 1,4%, tegenover 1,2%
in Vlaanderen en 1,9% in Wallonië.
De vraag kan gesteld
welk deel van de zorg betaald wordt door de inkomens van de bewoners in de
diverse regio’s. Psychische zorg is nog voor het grootste deel
gezondheidszorg, dus federale zorg. Maar wat met de mentaal gehandicapten
in de welzijnszorg? Hoeveel gebruikers zijn er in de diverse
inkomenscategorieën?
12. Het is de
demografie, stommerik
Uit de
bevolkingsevolutie kan men de geschiedenis lezen van oorlog, economie,
energie, migratie, vrouwenemancipatie, enz.
Vlaams gewest: Piek
bevolking en ook van de tewerkstelling op 49 jaar op 31/12/2012,
geboortejaar 1963, stijgend tot de piek van de babyboom en daarna stijl
bergaf, de mensen wilden hun ‘welstand’ behouden. In Waals gewest, piekje,
in Brussel, geen piek, wel een bevolkingsaangroei die in 1982 werd
afgebroken en daling tot 2006 waarna een fors overschot in de jongere
bevolking. Met een zich doorzettende verjonging van de bevolking zal de
Vlaamse babyboom een gezellige oude dag kennen de komende drie decennia
Zie de put op 38 jaar
in 1974, de energiecrisis, vanaf dan terug geboorteaangroei, onder invloed
van de blijvende migratie. In Wallonië is er een quasi stabiliserend
geboortecijfer.
De 2de wereldoorlog laat, behoudens in Brussel, een put zien in
het geboortecijfer bij nu 72/73 jarigen. Deze zijn de laatste vijf jaar
allen in de pensionering doorgegroeid, vandaar het komende
decennium met een alsmaar groeiende groep werkenden, vooral in het Vlaamse
gewest en een stijgend aandeel van de vrouwen, vooral door de uitbouw van
de zorgsector.
Als enkel de 15-64
jarige mannen in het Vlaamse gewest apart genomen worden met in het blauw
de werkenden, in het geel de volledig werkzoekenden en het groen de
niet-actieven, wordt duidelijk dat de er de komende 10 jaar een gevoelige
uitstroom zal zijn uit de tewerkstelling die niet volledig gecompenseerd
zal worden door de instroom van werkenden, dwz dat de werkloosheid zal
opgezogen worden en nieuwe migratie noodzakelijk is. Niets is wat het
lijkt, ook niet in deze tijd van hoge werkloosheid en aversie tegen
migratie (en migranten).
Het beeld van de
vrouwen geeft een lagere activiteitsgraad bij 49+ te zien, ook een lagere
werkloosheid en een globaal hogere niet-activiteit. Hier ligt, met
inbegrip van de vrouwen uit de migratie nog een groot arbeidspotentieel
dat nu, tegen alle vooroordelen in, niet van een vervangingsinkomen
geniet. Het zal juist, langs een vervangingsinkomen zijn, dat deze groep
zal overgaan tot tewerkstelling.
Tot slot een beeld
van de Vrouwen in het Brusselse gewest: hoge niet-activiteit, relatief
hoge werkloosheid en lage werkzaamheid.
Hierbij de
leeftijdsverdeling van de 360.000 werknemers in het lokaal bestuur in
België. Binnen 12 jaar is de helft vervangen, ook al wordt 10% niet
vervangen, dan nog gaat het om 162.000 jobs. Vooral in Brussel geeft dat
een unieke kans aan de bevolking van migratieachtergrond om in te stappen
in deze structurele en gevarieerde tewerkstellingsmogelijkheden.
In 1960 was 7% van de
Brusselse bevolking van vreemde herkomst. In 2011 is dat 75%, dwz op 50
jaar tijd is Brussel voor meer dan de helft van autochtoon naar allochtoon
geëvolueerd, en maar goed ook, want anders was Brussel nu een dode stad.
Het heeft tot 2000 geduurd voor dat in Brussel de migratie er in geslaagd
is om de negatieve bevolkingsspiraal te keren en positief te maken. Het is
een identieke evolutie die ook in het district Antwerpen, een decennium
later gebeurd is. Ook Antwerpen gaat naar ¾ inwoners met
migratieachtergrond. Is de positie van VB en later N-VA ivm migratie geen
achterhoedegevecht voor een zaak die al lang bekeken was en is. Het is ook
de migratie die de discussie over Vlaamse onafhankelijkheid onnuttig en
overbodig maakt. Het is de migratie die al langer dan vandaag het cement
van België is.
Momenteel zijn er 3 miljoen inwoners in België met migratieachtergrond,
per gemeente en per nationaliteit is daarover een fiche beschikbaar. Voor
elke patiënt in een CGGZ, en voor het jaarverslag per migratieachtergrond
kan nagegaan worden wat in de gemeente of de ruimere omgeving het aantal
is met dezelfde migratieachtergrond. Dat geeft minstens een statistisch
overzicht van de mate waarin de migratie mee aanwezig is in de klandizie
van de psychiatrie en de CGGZ en of er voor sommige nationaliteiten ook
collectief, op gemeentelijk of regioniveau, initiatieven kunnen of dienen
genomen te worden. En dit dus per centrum en hun werkbereik, en voor de
overheidsstatistieken.
Maar niet enkel hun
aantal maar ook de migratie achtergrond zelf, en de eventuele trauma’s die
nog in de migratie en het kleine onderdeel ervan, de asielzoekers omsloten
is. 19% van de migratie de laatste jaren bestaat uit erkende asielzoekers
of geregulariseerden. De migratiebeweging is enigszins vertraagd wegens
verhoging van leeftijdsvoorwaarden van 2 of 3 jaar. Met de politieke druk
op migratie wordt het welbevinden van 3 miljoen mensen en honderdduizenden
kinderen in het hart geraakt, en veroorzaakt trauma’s. Het game van
Dewinter en VB die op allochtonen- en Marokkanen jacht gaan, om ze neer te
knuppelen, een moskee-verbod is ronduit choquerend, even choquerend is dat
er geen klacht tegen geformuleerd wordt. Abou Jahjah liet daar in DS van
2/05/2014 een sterke tegenstem over horen. Maar goed dat er nog zo’n
mensen zijn, voor de geestelijke gezondheid van de samenleving.
Er
zijn natuurlijk vele aanknopingspunten met trauma's in diverse landen die
aanleiding waren voor migratie. Veel
migratie is tot stand gekomen na exclusie, ethnische oorlogen,
discriminatie. Bv de Assyrische Turken, vooral aanwezig in en rond het
Mechelse, en de Armeniërs waarvan enkele weken geleden de verjaardag van
de genocide in Brussel is herdacht. 1% van de inwoners van Mechelen is van
Armeense afkomst, blijkbaar beschouwen Assyriers en Armeniërs, en ook
Syriers Mechelen, met haar aartsbisschoppelijke zetel, als een soort
kerkasiel.
Is het goed of aangewezen dat in een gemeente of regio kan
nagegaan worden van welke afkomst de inwoners zijn. In het uitzonderlijk
waardevolle instrument van de integratiemonitor per gemeente werden nog
tot 2011 aparte nationaliteiten gegeven. Vanaf 2012 is dit om
methodologische redenen weggevallen. Maar niet geklaagd, de npdata-monitor
geeft een volledig een gedifferentieerd antwoord over aantal inwoners met
migratieachtergrond en dit voor elke nationaliteit en in elke gemeente:
http://www.npdata.be/BuG/179-Nationaliteit-gemeente/
Voorbeeld:
Houthalen-Helchteren
Houthalen-Helchteren |
72039 |
MigratieAchtergrond op 01/01/2011 |
Bron: |
www.npdata.be |
Aantallen |
% op bevolking |
Code |
Landen |
Vreem-deling |
Vreemd+ Be-gew. |
Vr+Be+ °mg-S |
%Vreem-deling |
% MiA laag |
% MiA hoog |
128 |
Italië |
1.177 |
2.651 |
3.445 |
3,88% |
8,74% |
11,36% |
262 |
Turkije |
279 |
2.456 |
3.266 |
0,92% |
8,10% |
10,77% |
354 |
Marokko |
274 |
1.468 |
1.934 |
0,90% |
4,84% |
6,38% |
129 |
Nederland |
442 |
644 |
745 |
1,46% |
2,12% |
2,46% |
109 |
Spanje |
237 |
509 |
604 |
0,78% |
1,68% |
1,99% |
114 |
Griekenland |
81 |
140 |
168 |
0,27% |
0,46% |
0,55% |
103 |
Duitsland |
68 |
97 |
116 |
0,22% |
0,32% |
0,38% |
139 |
Polen |
72 |
91 |
97 |
0,24% |
0,30% |
0,32% |
132 |
Servie + Monten. |
24 |
75 |
88 |
0,08% |
0,25% |
0,29% |
145 |
Rusland |
21 |
38 |
39 |
0,07% |
0,13% |
0,13% |
235 |
Thailand |
12 |
27 |
33 |
0,04% |
0,09% |
0,11% |
351 |
Algerije |
5 |
16 |
23 |
0,02% |
0,05% |
0,08% |
106 |
Bulgarije |
16 |
18 |
19 |
0,05% |
0,06% |
0,06% |
124 |
Roemenië |
14 |
17 |
17 |
0,05% |
0,06% |
0,06% |
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Totalen |
|
|
|
|
|
|
|
MigratieAchtergr. |
2.866 |
8.506 |
10.909 |
9,45% |
28,05% |
35,98% |
|
Vreemdelingen |
2.866 |
2.866 |
2.866 |
9,45% |
9,45% |
9,45% |
|
Belgen |
27.455 |
27.455 |
27.455 |
90,56% |
90,56% |
90,56% |
|
Bevolking |
30.318 |
30.318 |
30.318 |
100,0% |
100,0% |
100,0% |
5. |
Continent |
|
|
|
|
|
|
|
1. Europa |
2.211 |
4.361 |
5.425 |
7,29% |
14,38% |
17,89% |
|
2. Azië |
331 |
2.561 |
3.398 |
1,09% |
8,45% |
11,21% |
|
3. Afrika |
298 |
1.527 |
2.011 |
0,98% |
5,04% |
6,63% |
|
4. Amerika |
19 |
40 |
51 |
0,06% |
0,13% |
0,17% |
|
5. Oceanië |
2 |
2 |
2 |
0,01% |
0,01% |
0,01% |
|
Vlucht., Onbekend |
5 |
14 |
22 |
0,02% |
0,05% |
0,07% |
|
Algemeen totaal |
2.866 |
8.506 |
10.909 |
9,45% |
28,05% |
35,98% |
6. |
Asielregister |
|
|
|
|
|
|
|
Asiel 01/01/2012 |
594 |
594 |
594 |
1,96% |
1,96% |
1,96% |
Voorbeeld Vlaanderen:
Vlaams gewest 2011 vreemde afkomst |
Code |
Landen |
Aantal |
% |
129 |
Nederland |
185.361 |
2,94% |
354 |
Marokko |
141.811 |
2,25% |
262 |
Turkije |
122.119 |
1,94% |
128 |
Italië |
62.202 |
0,99% |
111 |
Frankrijk |
35.998 |
0,57% |
139 |
Polen |
32.062 |
0,51% |
132 |
Servie + Monten. |
23.748 |
0,38% |
109 |
Spanje |
21.790 |
0,35% |
103 |
Duitsland |
21.677 |
0,34% |
112 |
Verenigd Koninkrijk |
19.582 |
0,31% |
306 |
Congo (Dem. Rep.) |
17.545 |
0,28% |
145 |
Rusland |
16.738 |
0,27% |
207 |
India |
13.826 |
0,22% |
123 |
Portugal |
12.708 |
0,20% |
106 |
Bulgarije |
11.225 |
0,18% |
711 |
Polit. vlucht., onb. |
10.614 |
0,17% |
124 |
Roemenië |
10.222 |
0,16% |
357 |
Tunesië |
10.153 |
0,16% |
218 |
China |
9.508 |
0,15% |
255 |
Iran |
8.398 |
0,13% |
259 |
Pakistan |
7.914 |
0,13% |
214 |
Filipijnen |
7.506 |
0,12% |
114 |
Griekenland |
7.426 |
0,12% |
314 |
Ghana |
7.157 |
0,11% |
351 |
Algerije |
7.113 |
0,11% |
235 |
Thailand |
6.754 |
0,11% |
249 |
Armenië |
6.471 |
0,10% |
402 |
VSA |
5.319 |
0,08% |
254 |
Irak |
5.310 |
0,08% |
327 |
Rwanda |
4.678 |
0,07% |
251 |
Afghanistan |
4.618 |
0,07% |
322 |
Nigeria |
4.538 |
0,07% |
256 |
Israël |
4.385 |
0,07% |
141 |
Slovakije |
4.143 |
0,07% |
261 |
Syrië |
3.997 |
0,06% |
101 |
Albanië |
3.816 |
0,06% |
514 |
Chili |
3.502 |
0,06% |
999 |
Onbekend |
3.403 |
0,05% |
304 |
Kameroen |
3.391 |
0,05% |
513 |
Brazilië |
3.317 |
0,05% |
143 |
Oekraïne |
3.254 |
0,05% |
149 |
Bosnië-Herzeg. |
3.252 |
0,05% |
220 |
Viet Nam |
3.167 |
0,05% |
341 |
Angola |
2.865 |
0,05% |
148 |
Macedonië |
2.780 |
0,04% |
115 |
Hongarije |
2.669 |
0,04% |
352 |
Egypte |
2.501 |
0,04% |
153 |
Kosovo |
2.483 |
0,04% |
515 |
Colombia |
2.194 |
0,03% |
225 |
Kazachstan |
2.193 |
0,03% |
213 |
Nepal |
2.150 |
0,03% |
258 |
Libanon |
2.141 |
0,03% |
325 |
ZuidAfrika |
1.951 |
0,03% |
206 |
ZuidKorea |
1.733 |
0,03% |
420 |
Dominicaanse Rep. |
1.710 |
0,03% |
253 |
Georgie |
1.683 |
0,03% |
140 |
Tsjechië |
1.644 |
0,03% |
303 |
Burundi |
1.637 |
0,03% |
311 |
Ethiopië |
1.632 |
0,03% |
227 |
Oezbekistan |
1.620 |
0,03% |
116 |
Ierland |
1.595 |
0,03% |
142 |
Belarus |
1.529 |
0,02% |
518 |
Peru |
1.523 |
0,02% |
329 |
Somalia |
1.484 |
0,02% |
208 |
Indonesië |
1.474 |
0,02% |
320 |
Senegal |
1.452 |
0,02% |
401 |
Canada |
1.387 |
0,02% |
|
Missing |
1.377 |
0,02% |
113 |
Luxemburg |
1.368 |
0,02% |
127 |
Zwitserland |
1.352 |
0,02% |
315 |
Guinee |
1.338 |
0,02% |
203 |
Sri Lanka |
1.335 |
0,02% |
209 |
Japan |
1.307 |
0,02% |
204 |
Taiwan |
1.280 |
0,02% |
126 |
Zweden |
1.266 |
0,02% |
334 |
Togo |
1.243 |
0,02% |
516 |
Ecuador |
1.162 |
0,02% |
105 |
Oostenrijk |
1.154 |
0,02% |
108 |
Denemarken |
1.151 |
0,02% |
237 |
Bangladesh |
1.092 |
0,02% |
110 |
Finland |
1.053 |
0,02% |
226 |
Kirgizië |
1.032 |
0,02% |
309 |
Ivoorkust |
1.024 |
0,02% |
412 |
Cuba |
973 |
0,02% |
416 |
Mexico |
962 |
0,02% |
146 |
Kroatië |
937 |
0,01% |
137 |
Litouwen |
911 |
0,01% |
328 |
Sierra Leone |
897 |
0,01% |
257 |
Jordanië |
847 |
0,01% |
317 |
Mauritius |
759 |
0,01% |
522 |
Suriname |
743 |
0,01% |
511 |
Argentinië |
704 |
0,01% |
318 |
Liberia |
702 |
0,01% |
336 |
Kenya |
696 |
0,01% |
356 |
Soedan |
671 |
0,01% |
211 |
Cambodja |
601 |
0,01% |
212 |
Maleisië |
592 |
0,01% |
250 |
Azerbeidzjan |
580 |
0,01% |
339 |
Kaapverdië |
554 |
0,01% |
135 |
Letland |
533 |
0,01% |
144 |
Moldavië |
522 |
0,01% |
307 |
Congo Republiek |
518 |
0,01% |
121 |
Noorwegen |
518 |
0,01% |
611 |
Australië |
491 |
0,01% |
221 |
Mongolië |
491 |
0,01% |
313 |
Gambia |
490 |
0,01% |
415 |
Jamaica |
438 |
0,01% |
323 |
Uganda |
415 |
0,01% |
520 |
Venezuela |
387 |
0,01% |
419 |
Haïti |
354 |
0,01% |
147 |
Slovenië |
348 |
0,01% |
223 |
Bhutan |
331 |
0,01% |
355 |
Mauritanië |
327 |
0,01% |
205 |
Singapore |
309 |
0,00% |
512 |
Bolivia |
300 |
0,00% |
136 |
Estland |
295 |
0,00% |
321 |
Niger |
279 |
0,00% |
319 |
Mali |
275 |
0,00% |
210 |
Laos |
269 |
0,00% |
332 |
Tanzania |
263 |
0,00% |
324 |
Madagaskar |
248 |
0,00% |
310 |
Benin |
246 |
0,00% |
308 |
Burkina Faso |
241 |
0,00% |
270 |
Jemen |
236 |
0,00% |
353 |
Libië |
224 |
0,00% |
418 |
Panama |
223 |
0,00% |
517 |
Paraguay |
213 |
0,00% |
421 |
El Salvador |
204 |
0,00% |
413 |
Guatemala |
186 |
0,00% |
119 |
Malta |
164 |
0,00% |
613 |
NieuwZeeland |
163 |
0,00% |
335 |
Zambia |
159 |
0,00% |
283 |
Palestina |
158 |
0,00% |
519 |
Uruguay |
150 |
0,00% |
305 |
Centr.-Afrik. Rep. |
147 |
0,00% |
349 |
Erithrea |
124 |
0,00% |
417 |
Nicaragua |
120 |
0,00% |
344 |
Zimbabwe |
119 |
0,00% |
345 |
Djibouti |
118 |
0,00% |
107 |
Cyprus |
115 |
0,00% |
236 |
Myanmar |
109 |
0,00% |
411 |
Costa Rica |
105 |
0,00% |
427 |
Dominica |
92 |
0,00% |
117 |
IJsland |
92 |
0,00% |
333 |
Tsjaad |
91 |
0,00% |
414 |
Honduras |
78 |
0,00% |
338 |
Guinee-Bissau |
62 |
0,00% |
422 |
Trinidad en Tobago |
49 |
0,00% |
312 |
Gabon |
45 |
0,00% |
228 |
Tadzjikistan |
43 |
0,00% |
521 |
Guyana |
42 |
0,00% |
358 |
Malawi |
39 |
0,00% |
340 |
Mozambique |
37 |
0,00% |
342 |
Seychellen |
32 |
0,00% |
264 |
Koeweit |
24 |
0,00% |
252 |
SaudiArabië |
17 |
0,00% |
384 |
Namibië |
17 |
0,00% |
219 |
NoordKorea |
14 |
0,00% |
302 |
Botswana |
13 |
0,00% |
260 |
Ver. Ar. Em. |
11 |
0,00% |
266 |
Oman |
11 |
0,00% |
428 |
Sint Lucia |
10 |
0,00% |
423 |
Barbados |
10 |
0,00% |
229 |
Turkmenistan |
10 |
0,00% |
337 |
Equatoriaal-Guinea |
9 |
0,00% |
343 |
Comoren |
8 |
0,00% |
331 |
Swaziland |
8 |
0,00% |
301 |
Lesotho |
7 |
0,00% |
617 |
Fiji |
7 |
0,00% |
125 |
San Marino |
7 |
0,00% |
346 |
Sao Tomé en Princ. |
6 |
0,00% |
429 |
Sint Vincent |
5 |
0,00% |
102 |
Andorra |
4 |
0,00% |
118 |
Liechtenst. |
3 |
0,00% |
616 |
Tonga |
3 |
0,00% |
222 |
Maldiven |
2 |
0,00% |
430 |
Belize |
2 |
0,00% |
623 |
Salomon |
2 |
0,00% |
|
|
|
|
Vlaams gewest |
|
|
|
1. |
Totalen |
|
|
|
MigratieAchtergr. |
992.247 |
15,73% |
|
Vreemdelingen |
428.184 |
6,79% |
|
Belgen |
5.878.652 |
93,21% |
|
Bevolking |
6.306.638 |
100,0% |
5. |
Continent |
|
|
|
1. Europa |
499.697 |
7,92% |
|
West-Europa |
376.585 |
5,97% |
|
Oost-Europa |
123.112 |
1,95% |
|
2. Azië |
227.667 |
3,61% |
|
3. Afrika |
222.359 |
3,53% |
|
4. Amerika |
26.463 |
0,42% |
|
5. Oceanië |
666 |
0,01% |
|
Vlucht., Onbekend |
15.394 |
0,24% |
|
Algemeen totaal |
992.247 |
15,73% |
6. |
Asielregister |
|
|
|
Asiel 01/01/2012 |
26.283 |
0,42% |
Ook over de instroom van elke
nationaliteit in België is exacte informatie beschikbaar van 1999 tot
2012:
http://www.npdata.be/BuG/214-Bijkomende-vreemdelingen/, hieronder voor
de eerste 8 landen:
13. Welke zijn de
maatschappelijke kwetsuren uit het verleden die nog een individuele impact
hebben?
Zoals bij een individuele problematiek ook het verleden, het
bewuste en onderbewuste bevraagd wordt, zo is het niet onnuttig het
maatschappelijke verleden te bevragen dat de context vormt van het
individueel beleven vanaf de conceptie, in de moederschoot, – wat horen de
embryo’s niet allemaal aan geluiden – bij hun intrede in de wereld en
daarna alle – goedbedoelde en nooit eindigende - bemoeienis van hun
familiale, schoolse en maatschappelijke omgeving.
We stellen de vraag maar meteen: wat met de illusie van de individuele
maakbaarheid, beheersbaarheid van het leven, van een persoon, wat met de
illusie van de maakbaarheid, beheersbaarheid van de samenleving,
voortgaande op deze individuele struggle for live. Is het de ratrace die
mensen individueel het geluk brengt in een samenleving die de meest
succesrijken en de de rijken tout court moet faciliteren, of is het de
solidariteit, de wederzijdse ondersteuning, de collectiviteit die voor
zekerheden zorgt met aandacht voor wie niet meekan? Ligt juist in het
sociale de maakbaarheid van de samenleving – ook in de evolutie naar de
mens – of is het de individuele slagkracht, voor wat hoort wat – eerst
verdienen en dan aan tafel zitten dat de norm zet? En is het de op het
individu gerichte geestelijke gezondheidszorg, met hooguit de familie als
bredere context, die dan het puin moet ruimen?
Wat is de maatschappelijke context, de historische bepaaldheid van de
individuen waaruit de samenleving bestaat. In welke mate wordt dit
gegeven, deze feitelijkheid in deze groep zichtbaar, gerepresenteerd,
waarneembaar? Stel dat hier een 100 aanwezigen zijn, dan is de aanduiding
gemakkelijk, elk individu vertegenwoordigt 1% van de niet-toevallige
selectie.
In een (niet aangeboden) vragenlijst kon men enkele vragen anoniem beantwoorden, die
allemaal samengelegd een test inhouden van enkele hypothesen die in deze
verdere uiteenzetting aan de orde komen.
Wat is de
‘collectieve dimensie’, de pogingen tot herstel en herinnering, verzoening
en al of niet gerechtvaardigde amnestie, schuld en verantwoordelijkheid,
ook van de Belgische staat. en administratie in het slachtofferschap en
medewerking onder het nationaalsocialisme in WO 2?
Wat kan wetenschap
bijbrengen, hoe moet je deze vragen wetenschappelijk benaderen, hoe kan je
werkelijkheid wetenschappelijk uitpuren, profileren dat er kennis en
inzicht komt. Het programma Masters of Sex geeft daar een goede
illustratie van, niet de liefde maar het seksuele diende geobjectiveerd,
zichtbaar gemaakt. Waarom zijn er zoveel zelfmoorden of –pogingen in
Vlaanderen, waarom is er zoveel ‘racisme’, waarom blinkt Vlaanderen uit in
racistische ‘grondstroom’, in alle enquêtes vanuit welke hoek of met welke
methodologie ook bevraagd. Waarom is in Vlaanderen het grootste % extreem
rechts van alle regio’s in Europa voorgekomen, waarom is het
populisme/Rechts/extreemrechts er nog altijd het hoogst? Welk ‘lijden,
welke trauma’s, welk onverwerkt verleden ligt er eventueel aan ten
grondslag? Wat met de geestelijke gezondheid van de Vlaamse samenleving,
toch het stokpaard blijkbaar, en niet het individu of de staat. Ik ben
Vlaming, en ik ben er fier op. Is dat wel zo en is dat wel
gerechtvaardigd. Kan men geestelijke gezondheid van de individuen
verwachten als de samenleving het niet is? Wat is de verantwoordelijkheid
van de staat met haar monopolie op geweld, op bestraffing, op onderwijs,
op gezondheidszorg? Dat was voor mij de uitdagende vraag die bij me opkwam
nadat ik gevraagd werd voor deze toespraak. En hoe daar een
‘wetenschappelijk’ antwoord op geven. Daar pogen we dus een antwoord op te
geven.
Wat is het lijden, hoe leeft het lijden voort, hoe is het aanwezig in de
individuele psyche, de wereldopvatting, de politieke stellingname van wie
door deze ervaringen in z’n familie getekend en eventueel nog geketend
zijn. Of is dit allang vergeten en vergeven, zeker voor de oudere
generatie, en zijn het geen marginale vragen, factoren die hun relevantie
al lang verloren hebben. Volgens wat wij menen te zien in de werkelijkheid
niet.
Hierbij volgt een poging om voortgaande op het aantal betrokkenen in
de diverse opstellingen in WO 2 een berekening/inschatting van de impact
binnen de huidige bevolking. Zowel in omvang onder de omstandigheden van
het nationaalsocialisme als in de extrapolatie naar het heden komen
verrassende aantallen naar boven.
De hoger vermelde deelname aan weerstand, collaboratie gebeurde vooral in
het jongerensegment, dwz bij bevolkingsgroepen die nog voor reproductie,
procreatie moesten zorgen. Voortgaande op het overlevingspercentage en op
een procreatiefactor, dwz het aantal malen dat iemand zich heeft
voortgeplant, rekening houdend met natuurlijk en migratiesaldo, kan een
aanduiding gegeven worden van de mate waarin de oorlogservaring onder het
nationaaalsocialisme nog aanwezig is in de historiek van individuen in een
bevolking.
Voor de migratie hebben we een methode ontwikkeld om na te gaan in welke
tijdspanne een groep migranten zichzelf verdubbelt, of wat de
reproductiefactor is per jaar nadat de migratie gebeurde, of, in deze
toepassing, na W0 2. Deze factor is een verdubbeling per individu per 24
jaar. De factor voortgaande op 1945 is (2014-1945)/24=2,9. Deze parameter
is een gemiddelde.
In België leefden in 1940 8,5 miljoen inwoners. Tussen mei 1940 en mei
1945 vonden in België de grootste migratiebewegingen in haar geschiedenis
plaats:
- 375.000 voor dwangtewerkstelling naar Duitsland, waarvan 100.000 op
vrijwillige basis. In totaal zouden 10.000 niet teruggekeerd zijn.
10% van de Belgische dwangarbeiders waren vrouwen wat veel is omdat
voor hen geen verplichte tewerkstelling gold.-
- 65.000 gedeporteerde weerstanders, waarvan naar schatting 26.000 niet teruggekeerd
zouden zijn. Hiervan zijn er 17.000 errkend als politieke gevangen,
de anderen, een extrapolatie zijn niet erkend, nabestaanden hebben geen
aanvraag ingediend of hadden geen familie.
- 30.000 joodse gedeporteerden van België waarvan enkele honderden Roma en Sinti voor vernietiging, waarvan
er 26.000 niet terugkeerden
- 65.000 krijgsgevangenen, waarvan er achteraf ook in het verzet of
collaboratie gegaan zijn.
- 18.000 gewapende bijstand aan de nationaalsocialisten waarvan er 2.000
niet terugkeerden
Voor de verdere
berekening zijn van belang
- 160.000 personen die op een of andere manneer ook formeel bij
weerstandgroeperingen actief of aangesloten waren en waarvan er dus
1/3gevangen gezeten hebben en/of weggevoerd zijn.
- 30.000 in België wonende joden die niet weggevoerd zijn
- 400.000 collaboratiedossiers voor de gewone rechtvbanken, en 75.000
dossiers voor de militaire
rechtbank van wie samen met de Duitsers de wapens heeft opgenomen tegen
België (hierin begrepen de 18.000 Oostfrontstrijders).
- 200.000 ondernemers en bestuurders die langs de Galopindoctrine economisch gecollaboreerd hebben
De ‘migratie’ naar Duitsland bedroeg in de oorlogsperiode dus 553.000
personen, die elk op hun manier geleden hebben onder het
nationaalsocialisme of er de dood vonden. Voor de joodse bevolking was de
dood en vernietiging de opzet, voor vele anderen was de dood het gevolg
van de onmenselijke behandeling en de doelgerichte uitschakeling. Het
nationaalsocialisme heeft er ook een systeem van gemaakt dat misdadigers
van gemeen recht het voetvolk werden die, juist om hun crimineel gedrag de
slachtoffers konden terroriseren, bestelen en vermoorden, ook in de
Belgische kampen zoals bv in Breendonk.
Scherven van de oorlog van Bruno Benvindo en Evert Peeters, laat toe
inzicht te krijgen in de trauma’s en wonden die WO 2 geslagen heeft en de
poging tot (maatschappelijk) herstel door erkenning, herinnering,
gedachtenis. Het zijn ook meteen de ‘scherven van de herinnering’ die soms
elkaar niet wordt gegund, onder de verzetsstrijders, onder de joodse
verenigingen, tussen de joodse en weerstandherinnering. Maar ook tussen
de slachtoffers van het nationaalsocialisme en de slachtoffers van de
‘Belgische staat’, dwz herinnering aan de collaboratie die nog altijd als
basis en steunpunt doorleeft en die de Belgische staat als grote schuldige
van onrechtvaardige behandeling aanduidt. De mythe en de mystiek rond de
naoorlogse repressie miskent dat deze in België minder hard was dan in het
buitenland, in Vlaanderen voor de gerechtshoven minder krachtig werd
bestraft dan in Wallonië aangepakt. En wel een einde kende zoals Luc Huyse
heeft vastgesteld. Ook is Vlaanderen de enige regio waar de collaboratie
en haar herdenking nog een zekere maatschappelijke acceptabiliteit heeft
bereikt in tegenstelling tot in Wallonië of Brussel en alle andere landen
van Europa. Maar wat is de demografische impact van deze specifieke en
tegengestelde ervaringen onder het nationaalsocialisme in de bevolking en
het nageslacht.
Van de verzetstrijders zijn er naar schatting
26.000 niet teruggekeerd en
zij hebben niet voor een nageslacht kunnen zorgen, alhoewel hun familie
hun gedachtenis altijd zal in ere houden. Van de 60.000 in België
woonachtige joden zijn er 26.000 vermoord. Vele joden zijn verhuisd naar
Israël. Na de oorlog verzeilden de weerstandsbewegingen in hun onderlinge
verschillen onmiddellijk in de
koude oorlog, bijkomend aan de tegenstelling voor en onder de oorlog
tussen de koningsgezinde, op gezag en orde gebaseerde weerstand waarvan
sommige delen vooral de strijd tegen het naoorlogse communisme op het oog
hadden, met de moord op Julien Lahaut als dramatisch hoogtepunt.
Pas na 45 jaar is er werk gemaakt van de joodse herinnering culminerend
in de opening van het Mechelse museum in 2012. Na 70 jaar is een
gedenkboek van Breendonk tot stand gekomen, onder militaire supervisie
zonder dat de weerstand, behoudens een volledig onderkomen museum in
Anderlecht, een maatschappelijk zichtbaar herinneringskader heeft. De
laatste weerstanders leggen één voor één ontmoedigd het hoofd, zonder
perspectief op een valorisering van wat zij hebben meegemaakt en waarom er
zovele gestorven zijn. Het soortelijk gewicht van het lijden en de dood is
verschillend voor de diverse groepen slachtoffers. Maar niemand kon of kan
op tegen de herinnering en de strijdbeweging van de overlevering van de
collaboratie tegen de vermaledijde Belgische staat, die zich ook politiek
verveld heeft in politiek aanvaardbare gedaanten en die nog de volledige
erfenis meedragen van de 2 oorlogen. Het niet verwerkte verleden kent vele
gezichten. De wonden van het nationaal socialisme zijn misschien meer
levend dan ook.
Koen Aerts vat het zo
samen: “Wat de N-VA en de nazaten van de collaborateurs wel gemeen
hebben, is een zeker gevoel van revanchisme. De partij cultiveert de idee
dat de Vlamingen onrecht werd – en nog steeds wordt – aangedaan. Dat was
ook de kern van de amnestie-eis die het naoorlogs Vlaams-nationalisme
terug op de sporen heeft gezet. Op die manier is de erfenis van de
collaboratie en repressie, om het met Lode Wils te zeggen, wellicht de
belangrijkste motor of tenminste injectie van het Vlaams separatisme
geweest. De Vlaamse Beweging is van oordeel dat België bij haar in het
krijt staat en dat gevoel van misnoegdheid is een belangrijke drijfveer
voor het Vlaams-nationalisme.”
In België woonden er in 1945 400.000 inwoners van vreemde afkomst op 8,5
miljoen inwoners, dat is 5%. Nu zijn er dat een kleine 3 miljoen
op 11,1 miljoen inwoners of 27%, 1 op 4.
Van de
8 miljoen huidige inwoners buiten de migratie zijn de meest
talrijke groep de 475.000 x 2,9 = 1,4 miljoen vanuit een
collaboratieachtergrond. Daarvan waren er 75.000 die gewapenderhand de
nationaalsocialisten gesteund hebben, die met 217.000 aanwezig zijn in de
familiale voorgeschiedenis van de huidige samenleving
200.000
ondernemers/bestuurders in de economische collaboratie representeren nu 580.000
inwoners in de bevolking.
1,7 miljoen vanuit de administratieve politie, gewapende en militaire
collaboratie en 0,6 miljoen nabestaanden vanuit de economische
collaboratie betekenen in totaal 2,4 miljoen Belgen met een referentie
naar een in hoofdzaak ‘niet verwerkt’ maatschappelijk en
nationaalsocialistisch verleden.
375.000 x 2,9 = 1.100.000
huidige inwoners met voorgeschiedenis van een
familielid in de dwangarbeid. Ook de 100.000 ‘vrijwillige’ vertrekkers
werden dwangarbeider, velen vertrokken om economische redenen, ook omdat
ze als werkloze verplicht moesten vertrekken. Onmiddellijk na de oorlog en
later liepen niemand, ook de ‘verplicht tewerkgestelde’ niet te koop
liepen met hun ervaring en die trouwens in meerderheid pas een jaar later,
na het einde van de oorlog uit Duitsland zijn teruggekeerd. De 10% vrouwen
gingen, na zware fabrieks- of boerenarbeid onmiddellijk naar hun huisstede
terug, trouwden, kregen kinderen en hielden hun mond over hun ervaring.
De 60.000 gevangenen en gedeporteerden om politieke redenen waarvan
26.000 niet terugkeerden zorgden voor extreme trauma’s die vrij vlug verzonken in
de strijd voor de herinnering, wie was politieke gevangene, wie was
rechthebbende na overlijden. En wat met degenen die niet weerstandig waren
geweest tegen de folteringen of die in het vooruitzicht van de foltering
gesproken hadden. Wie had verdienste, wie had minstens 30 dagen ‘gezeten’
anders was geen erkenning als politieke gevangene mogelijk. De jarenlange
zoektocht naar het lot van hun geliefden die maar niet terugkwamen, de
evolutie van de situatie, organisatie op het ogenblik van de deportatie en
de toestand bij terugkomst, zorgden voor extreme verwarring, onzekerheid
en verbittering. Intussen had niemand nog aandacht voor hun lot, de opbouw
van het nieuwe België, dat al vanaf september 1944 aan de gang was, duwde
iedereen met oorlogslijden in de marge. Geen enkele instantie is er
trouwens, 70 jaar na het einde van WO2 in geslaagd de herinnering en de
slachtoffers in hun geheel recht te doen.
De weerstand was uiteraard ruimer dan het aantal weggevoerden. Voortgaande
op 160.000 georganiseerde weerstanders (2% van de Belgische bevolking)
gaat het nu om 0,5 miljoen mensen, nabestaanden en hun families. 65.000
van hen werden weggevoerd waarvan er naar schatting 26.000 niet
terugkeerden, in totaal betreft het 165.000 nabestaanden en families.
Van de 65.000 krijgsgevangen in WO2 zijn de meesten teruggekeerd, ook zij
vertegenwoordigen nu 165.000 personen en hun families.
De wegvoering van 30.000 joden en enkele honderden Sinti en Roma naar
vernietigingskampen, de 26.000 slachtoffers hebben uiteindelijk geleid tot
het enige publiek en door de overheid erkende herinneringskader, hetgeen
schril afsteekt tegen het onvermogen en de politieke onwil het verzet en
de weerstand, en het gelijklopend aantal dodelijke slachtoffers eer te
bewijzen en een herinneringskader op punt te stellen.
Voortgaande op 60.000 joden in het begin van de oorlog en uitstroom van
joodse inwoners naar Israël en andere landen kan men nu uitgaan van 90.000
huidige nabestaanden.
De impact van de slachtoffers van het nationaalsocialisme in de huidige
samenleving kan dan ingeschat worden op:
1,1 miljoen van de dwangarbeid
0,5 miljoen uit de weerstand waarvan 165.000 met band met weggevoerden
0,1 miljoen.joodse nabestaanden
0,2 miljoen na krijgsgevangenschap
1,4 miljoen met een referentie naar de collaboratie waarvan
217.000 gewapenderhand
0,6 miljoen vanuit de economische collaboratie
Of 1,9 miljoen Belgen die op een of andere manier slachtofferschap onder
het nationaalsocialisme bij hun antecedenten hebben. Daarbij of
daartegenover zijn er 2,0 miljoen Belgen met antecedenten in de collaboratie,
of 3,9 miljoen Belgen met een traumatiserend oorlogsverleden, en
dat op de 8,1 miljoen Belgen, dat is dus ongeveer de helft, die
daarbij even sterk verdeeld zijn tussen het medewerken en het lijden onder
de bezetting. Daarnaast zijn er nog de 3 miljoen inwoners met
migratieachtergrond na WO 2.
Zonder dat zwart en wit tegenover elkaar gaan staan, of hieromtrent
polemieken zullen voeren, is de oorlogservaring, meer dan in andere landen
levend en wel aanwezig in de ‘sociale’ genen’, en allicht ook in de
‘grondstroom’, en wat er in en langs tot uitdrukking komt.
Eerder dan een discussie over cijfers te introduceren of uit te lokken,
wordt hiermee aangegeven dat het volume, de omvang, de impact in aantallen
allicht groter is dan men zou veronderstellen. Bestaat er heling, herstel,
bewustzijn, inzicht, erkenning, vergeving en verzoening op maatschappelijk
vlak? Bestaat er een CGGZ voor de samenleving?
En de vraagt dient gesteld. Is er een verband met dit collectieve
bewustzijn en de scores op de racismeschaal, met het feit dat het Vlaams
blok in 2004 de hoogste ooit behaalde score had van extreem rechts in de
Europese landen, Oost-Europa inbegrepen, en dat dit ‘record’ nog altijd
stand houdt? Dat in 2012 in Antwerpen nog een rechtse + extreemrechtse
stemmenmeerderheid behaald werd. Is dat daar nog een uiting van?
Wat is de impact van deze kwetsuren, zowel bij de Vlaams-nationalistische
kant, als aan de kant van de weerstanders, joden en Roma en Sinti, die van
generatie op generatie mee overgedragen worden en die zich ook in het
politieke leven hebben vastgezet of verder heil of onheil kunnen brengen.
M’n stelling is dat de zichzelf reproducerende en expanderende
aanwezigheid van de migratie, 3 miljoen van de op dit ogenblik 11,1 miljoen
inwoners, de impact van het collaboratieverleden zal doen stagneren. De
twee andere tendenzen zullen blijven doorwerken: enerzijds de
hardnekkigheid van de familiale achtergronden van het extreme
nationalisme/fascisme en het meer algemene anti-belgiscisme als revanche,
anderzijds het zoeken naar evenwichten in de herinneringsopbouw zodat de
balans in evenwicht komt voor de weerstand en verzetsslachtoffers, zodat
de Belgische samenleving zich langzaam maar zeker van haar demonen kan
ontdoen.
En kinderen en kleinkinderen van beide tendenzen zullen in de wetenschap
en de geschiedenisstudie elkaar meer en meer vinden.
Individuele geestelijke gezondheid kan maar stoelen op de geestelijke
gezondheid van een samenleving. Belangrijk is dan ook de dynamieken te
herkennen en de historische bepaaldheid, zoals deze ook of nog doorspelen
op individueel vlak.
Volgen hoe men in Duitsland omgaat met deze trauma’s en met de herinnering
is daarbij ook van erg groot belang. Ook hun initiatieven op het vlak van
individuele gezondheid, zeker als kinderen het daderschap ontdekken bij
hun eigen voorouders.
14. Wat is de impact
van het lijden en van maatschappelijke trauma’s in de huidige wereld
In welke mate weegt de
internationale onzekerheid op de psyche en het welbevinden van de Belgen.
Hoe kan de internationale situatie in Oekraïne en Duitsland bv begrepen
worden vanuit de al of niet geheelde trauma’s uit het verleden. Zonder het
ene belangrijker te achten dan het andere is een ventilering van het
lijden onder het nationaalsocialisme en de toenmalige medewerking of
impact op de bevolking nuttig om onder ogen te nemen.
Peter Adriaenssens gaat elk jaar enkele keren naar Polen, Hongarije of een
ander Oost-Europees land. Zij rekenen er op dat hij als kinderpsychiater
hen kan helpen met een jeugd die de ‘fouten’ van hun ouders aangrijpt om
zelf in de fout te gaan; in Polen en Oekraïne bv hebben ouders en
grootouders actief meegeholpen aan de uitroeiing van de joden. In Polen
alleen al zijn 3.000.000 joden omgebracht, in de Sovjet-Unie 1.000.000.
Op het grondgebied van het huidige Oekraïne, meer speciaal Galicië, in Lviv
enz, werden 1,6 miljoen joden in 1941/1942 met de kogel om het leven
gebracht, nog voor de Duitse politieke klasse en rechters op 21/01/1942
aan de Wannsee beslisten over te gaan tot de industriële vernietiging van
de joden en in maart 1942 Belzec en daarna Treblinka en Sobibor in werking
stelden die op een jaar tijd dus in 1942/1943 nog eens 1,7 miljoen joden
ombrachten. In vergelijking met deze massamoorden was Auschwitz vooral
voor de 0,5 miljoen Westerse joden van belang, zeker als je rekening houdt
met het half miljoen Hongaarse joden dat er in 1944 de dood vond.
Auschwhitz-Birkenau is het meest gekend omdat het dichtsbij ligt, er het
meeste overlevenden waren die konden getuigen. 90% van de vermoorde joden
waren Oost-Europeanen die na de oorlog voor de 2de maal in de
vergeetput van de koude oorlog werden gedumpt.
Het joodse trauma, en het verschuiven van het Europees drama naar
Palestina met alle internationale spanningen die er nog aan verbonden
zijn, is verre van hersteld in de Europese geesten, zeker nog niet in die
van de Polen en Oekraïne.
Maar vooral ook de ravage in Rusland en de Sovjet-Unie. Al van in de
oorlog werden de ‘communisten’ geviseerd, ook door belangrijke
weerstandbewegingen in België, die later in het Geheim leger werden
verzameld. Naast 11 miljoen militaire slachtoffers vielen er in de SU 13
miljoen burgerslachtoffers, of 14% van de totale bevolking. 1/3 van de 72
miljoen slachtoffers van het nationaalsocialisme zijn in Rusland en de
Sovjet-Unie gevallen. Ter vergelijking: in België was dat 1% waarvan ¼ als
gevolg van de jodenvernietiging. In Duitsland zelf 11% van de bevolking of
8 miljoen slachtoffers. Niet vergeten de 19 miljoen slachtoffers in WO2 in
China.
Het is pas recent dat in de Duitse musea en herinnering de volle omvang
van deze disaster voor Rusland wordt in beeld gebracht en herdacht. Wie
niet altijd goed begrijpt waarom Rusland of Poetin, en het Russische volk
uiterst gevoelig is voor de deze miskenning vanuit het Westen, moet z’n
geschiedenis maar eens onbevooroordeeld open doen.
Deze visie, dit inzicht in geschiedenis, ervaring, herinnering, ook in
internationaal perspectief is van belang om individuele onzekerheid,
onveiligheidsgevoel, existentiële angsten te begrijpen en op te vangen. Is
er een CGGZ voor internationale geschiedenis en spanningen?
15. Vragenlijst
In het perspectief van de relatief
grote impact van de oorlogsperiode, bezetting en medewerking aan de
bezetter in de familiale overdracht is het interessant langs een anonieme
vragenlijst een eventueel verband na te gaan tussen politieke keuze en de
driedeling referentie naar collaboratie, de dwangarbeid en het
slachtofferschap onder de bezetting. Waar liggen dan nog maatschappelijke
kwetsuren en hoe kan een werken aan herinneringen en herstel helend zijn
op het vlak van de samenleving, en wat werk is er nog op het vlak van
individuele geestelijke gezondheid.
Langs de individuele parameters kan ook verband met het voorgaande gelegd
maar vooral ook met de aanwezigheid in de samenleving, en het doelpubliek
voortgaande op deze parameters.
Voorstel
vragenlijst, 13 mei 2014, Hasselt
Deze
vragenlijst is anoniem en zal als dusdanig verwerkt worden. Het invullen
ervan draagt bij tot het in beeld brengen van de geestelijke gezondheid
van de Belgische samenleving.
________________________________________________________________________________
0 Ik doe mee aan deze stemtest 0 Ik doe niet mee 0 Ik doe mee maar
ik stem niet
0 Ik heb de intentie om op volgende partij (initialen of naam) te stemmen
………………….
________________________________________________________________________________
Vragen in te vullen nadat je stem is uitgebracht (antwoord omcirkelen,
aankruisen, invullen)
Geslacht: 0 Man of 0 Vrouw
Leeftijd: ….. jaar
Hoogste opleiding: 0 LO 0 MO 0 Bachelor 0 Master
Migratieachtergrond: vreemde nationaliteit, Belg geworden,
afstammeling van Belg gewordenen:
Ik heb 0 geen migratieachtergrond 0
een migratieachtergrond
Ik woon in een gemeente met: 0 -20.000 0 50- en 70.000
0 70.000-100.000 0 + 100.000
inwoners
Inkomenssituatie: 0 loontrekkend: 0 publieke
dienstverlening 0 niet publieke dienstverlening
0 zelfstandige in hoofdberoep
0 vervangingsinkomsten: 0 sociale
zekerheid 0 bestaanszekerheid 0 handicap
0 Geen inkomsten (student, andere)
Voorouders (meerdere antwoorden mogelijk)
0 Ik heb in m’n familie voorouders die in Duitslang vrijwillig of
gedwongen zijn gaan werken
0 Ik heb in m’n familie voorouders die met collaboratie verbonden waren
0 Ik heb in m’n familie voorouders die met weerstand, politieke
gevangenschap, hulp aan
ondergedokenen, joodse weggevoerden verbonden waren
0 Ik heb in m’n familie voorzover ik weet geen voorouders met referentie
aan WO 2
Met dank voor je medewerking.
Jan Hertogen, socioloog.
De uitslag wordt bezorgd aan de organisatoren die ze naar jullie kan
doorsturen.
16. Hoe is het met
psychische gezondheid van de 'gewone' gevangenen?
Waarom in Amerika 8x meer
gevangen in verhouding tot de bevolking dan in België? Wat met de 1/3
gevangenen die geen verblijfsrecht hadden in België, die in feite enkel
naar België afgezakt zijn, desgevallend met toeristenvisa's om misdrijven
te plegen. En het buitensporige voorarrest. Beiden samen zorgen voor 50%
van de gevangenisbevolking, welke beleidsvisie, ook vanuit de geestelijke
gezondheid van elke individuele gevangen en van de samenleving stelt men
hier tegenover?
In Vlaanderen heeft 1 op de 5 geïnterneerden een IQ lager
dan 70 volgens een interessant dossier in de GVA van 2012:
http://www.gva.be/nieuws/experts/johndewit/aid1255403/het-probleem-van-de-geinterneerden-in-de-gevangenis.aspx
. Er waren 4.093 geïnterneerden in België in 2011 waarvan 55% vrij op
proef of in therapie. 1.158 of 28% zaten in de gevangenis, over de 17%
andere geen info.
Voor hen is er dus een perspectief geopend, te beginnen met de nieuwe
gevangenis voor Geinterneerden in Gent, de geïnterneerden worden
vrijgegeven aan de markt, aan het winstoogmerk aan het commerciële opbod.
Een kaakslag en een boks in de bui samen, zeker voor het katholieke
initiatief dat men met deze beslissing heeft willen raken en meteen ook
andere agenda's forceren, de markt in de Non-Profit en de betaling door de
betrokkene van z'n huisvesting, behandeling door z'n vermogen, financiele
tegoeden en deze van z'n familie, en dit door een eensgezinde beleidslijn
van alle politieke families.
Niet te vergeten dat er een grote wisseling is aan
opgeslotenen per jaar, dwz nieuw opgeslotenen en in vrijheidsstellingen.
De groep die in een precaire situatie zijn of komen, alsmede hun
familieleden, partners en kinderen, is veel ruimer dan het aantal
gevangenen laat vermoeden.
In welke mate zijn ze terug te vinden in de
Centra Geestelijke GezondheidsZorg?
17. Racisme is een
uiting van extreme geestelijke ongezondheid
Hoe dit te begrijpen,
welke maatschappelijke/historische basis, hoe te herstellen.
Honderdduizenden zijn onder de blikken van haat en negatie groot geworden,
welke schade, welke aanpak?
18. Micha Defonseco - Een niet te verweken oorlogsverleden, "Overleven
met de wolven".
Zie het bericht van 13/05/2014:
De Redactie 13/05/2014 en het
Archief van Le Soir
Misha is de dochter van Robert De Wael, als lid van de Grenadiers in het
verzet opgepakt, en, al of niet terecht als 'verrader', wegens verklikking
na of in het vooruitzicht van foltering of om z'n vrouw en dochter te
sparen, afgestoten door de andere verzetslieden. Hij werd samen met hen na
Esterwegen in Sonnenburg, het huidige Slonsk gevangen gezet en
overleed er. Z'n vrouw werd dezelfde dag opgepakt en overleed in Ravensbrück.
Monique, die toen 4 jaar was werd na de oorlog gestigmatiseerd als dochter
van een 'verrader'. Zij creeërde op latere leeftijd een verhaal dat niet
als fictie werd herkend, alhoewel er voldoende historische onjuistheden in
zaten ondermaar dat haar ouders al in 1941 vanuit Mechelen zouden
gedeporteerd zijn, terwijl die slechts in 1942 begonnen. Als verwerking van een individueel trauma,
binnen de joodse gemeenschap in Amerika, opgepikt door een bijdehandse
uitgever, is de vraag naar fictie of non-fictie in feite niet (meer)
relevant. Er was nooit de intentie te liegen maar wel iets uit te drukken.
En dat mag wel eens beklemtoond gezien alle gerechtelijke procedures en de maatschappelijke weerklank
die het tot op vandaag heeft. En dat er tot op vandaag geen enkel
herinnerings- of herdenkingsinitiatief is voor de honderdenden Belgen die
gevangen zaten in Sonnenburg/Slonsk of de meer dan honderd die er
gestorven zijn, én er nog begraven liggen, dat mag pas verwondering
baren. Ook daarin zijn vele kinderen van overleden weerstanders na de
oorlog niet adequaat geholpen. Maar het hoeft niet altijd zo 'n extreme
vorm aan te nemen om impact te hebben gehad op vele duizenden families.
Robert De Wael, haar vader, is zoals zovelen, slachtoffer
van het nationaal-socialisme, en is na drie ter doodveroordelingen, die omgezet
werden in gevangenisstraf aan ontbering overleden in het
Zuchthaus
Sonnenburg, samen met meer dan 100 andere Belgen. Maakt het doorgeven van namen, na of in het
vooruitzicht van foltering, Robert de Wael minder slachtoffer van het
nationaalsocialisme. En is het schrappen van z'n naam als slachtoffer op
het gemeentelijk gedenkbord voor Monique onverteerbaar gebleken?
19. Wie niet viert heeft verloren,
8 en 9 mei in Berlijn, en een bezoek aan het Euthanasiemuseum in
Brandenburg Havel, een fotoreportage met commentaar op
DWM
Berlijn 8 MAI - 9 MAЯ.
Jan Hertogen, socioloog |