BuG 202 – Bericht uit het Gewisse –   23 oktober 2013

BuG 202  on-line                                   Printversie (13p)
 
Dienstencheques: 2,9 miljard € overheidskost in 2012
Daling belastingsaftrek 2013 'beperkt' kost tot 3,0 miljard in 2013

1.527 miljoen € RSZ-kost langs dotaties RVA                
251 miljoen € langs andere lastenverminderingen
277 miljoen € langs belastingsaftrek aan 30%         
  303 miljoen € voor omkadering, vervoer, materiële
                 en infrastructuurkost op rekening andere overheden
515 miljoen € langs mislopen BTW-aanrekening   

Gebruikers dragen 646 miljoen € bij in 2012, 818 miljoen € in 2013
Aandeel gebruikers verhoogt van 18,4% in 2012 tot 21,5% in 2013

1.516.218 personen hebben ooit dienstencheques gebruikt,
916.936 hiervan hebben ze de laatste 12 maand gebruikt,
dus 599.282 of 40%heeft ze het laatste jaar NIET gebruikt,
misschien kan daar ook eens een vraag naar gesteld.

Update van de
Fiche dienstencheques 2003-08/2013

In plaats van de Vooraf's nu 4 Achteraf's (zie onderaan):

Achteraf 1. Zal de Horeca halveren door elektronische kassa?
Achteraf 2. Veel geblaat en geen wol met het voorontwerp decreet PersoonsVolgende Financiering (PVF).
Achteraf 3. Ukkie, (commerciële) onderneming met vier vestingen te Herent, failliet.
Achteraf 4. 11 nieuwe Struikelstenen geplaatst in Charleroi en Brussel,
                   Antwerpse joden, als enigen in Europa, weigeren deze herinneringsstenen te plaatsen

Documentatie Dienstencheques e.a.

- Evaluatiestudies Idea-Consult: over het jaar 2008-nl, 2009-nl, 2010-nl, 2011-nl, 2011-fr - voor 2012 moet het verslag nog gepubliceerd worden.
-
HIVA-Onderzoek Jozef Pacolet e.a. De dienstencheque in Vlaanderen. Tot uw dienst of ten dienste van de zorg?
- Doorlichting IDD van Philippe Defeyt: L'emploi en titres-services, mise en perspective et mises au point, 03/2013
- Mbt de loonkost en aandeel lastenverminderingen: Rapport Expertencommissie 07/2013
- VBO over de conclusies expertencommissie: Rapport VBO
- Voor wie een 'ondernemingsnummer' wil opzoeken zie KBO Public Search
- Voor balansen/sociale balansen zie Nationale Bank of het rechtsreeks scherm Balansen NBB ondermeer voor dienstenchequesondernemingen.
- En verder is er nog de Trendstop ondernemingen van Knack.

Noot. Tot 2x toe heeft het HIVA, Leuven, meegedongen in de aanbesteding voor de evaluatie studie Dienstencheques. Tot 2x toe wad het noppes, zelfs na hun eigen onderzoek van 2011.

0. Dienstencheques tegen zwartwerk. Jef Pacolet krijgt de zenuwen van alle gepraat over zwartwerk dat door de dienstencheques zou zijn opgerold. In de Vrije markt van 11/05/2013 ging hij in de clinch met de vertegenwoordigster van Randstad. Een leerrijk en merkwaardig debatje van een prof die het wél eens opneemt voor het algemene belang, maar (daarom misschien) politiek miskent wordt. De loonsubsidie voor dienstencheques bedraagt 80%, terugverdieneffecten spelen niet meer of minder dan alle andere sectoren in de samenleving, het gaat om maatschappelijke, ethische keuzes, nu worden dienstencheques méér terugbetaald dan de gezondheidszorg, de bejaarden moeten zelf 50% ophoesten in de kosten van een home, voor kuis-en strijkwerk is dat maar 20%. En moeten de dienstencheques niet exclusief naar zorgbehoeften georiënteerd worden, moet die belastingsaftrek niet zo vlug mogelijk volledig weg, het zal met de dienstencheques gaan zoals met de mijnen en de metaal, overgesubsidieerd en dan een precaire sector worden, en Vlaanderen zal het geweten hebben als ze de dienstencheques toegespeeld krijgen, dat budget omvat al 1/3 van het budget welzijn. 1/3 voor de poets van het huis denken wij dan en 2/3 voor de kuis van de poep. en waarom enkel zwartwerk bestrijden in de kuissector, waar men dacht 20.000 jobs te creëren en niet voor andere sectoren, en uit alle gegevens en info van gebruiker en werknemer blijkt dat er maar minimaal zwartwerk wordt gerecycleerd.

Dat Pacolet geen objectie maakte wanneer over 170.000 jobs of 4% van de tewerkstelling werd gesproken is eigenaardig, omdat in feite momenteel maar/toch 120.000 jobs worden gecreëerd waarin gedurende een jaar 170.000 personen een plaats vinden voor kortere of langere tijd. Spreken over 170.000 bijkomende jobs is dan natuurlijk fictie, waar enkel een werkelijkheid van 120.000 jobs aan beantwoordt. In België hebben 4,8 miljoen mensen als loontrekkende gewerkt in 2012 maar op 31/12/2012 worden er dat 3,8 miljoen geteld. Hoeveel mensen werken er dan in België, 3,4 miljoen of 4,8 miljoen? Het is niet omdat Idea Consult geen gegevens kan/wil publiceren hoeveel werknemers er op 31/12/2011 langs dienstencheques tewerkgesteld worden en enkel spreekt over hoeveel werknemers er langs de dienstencheques als werknemers gepasseerd zijn, dat men een tewerkstellingsfictie waarin al het verloop in de sector wordt meegeteld, voor waar moet aannemen. Misschien is het toch goed om bij een volgende aanbesteding de evaluatie eens aan het HIVA uit te besteden, of moet daarvoor de politieke constellatie veranderen?

1. 10 jaar dienstencheques, de toekomstige precaire sector,
 
Zoals beloofd pikken we na jaren opnieuw in op de dienstencheques met ondermeer een update van de technische fiche: Fiche dienstencheques 2003-08/2013. Het is nu meer dan 10 jaar geleden dat de 1ste dienstencheque werd verkocht, dat was in mei 2003 in het Vlaams gewest, juli 2003 in het Waals en op 01/01/2014 in het Brussels gewest. In juli 2003 werden de eerste cheques voor betaling bij Accor nog, binnengebracht en dit vanuit het Vlaamse gewest, in december voor het Waalse en in januari 2004 voor het Brusselse gewest.

Intussen, werden de dienstencheques verheven tot nationaal statussymbool, ook al wacht haar een perspectief een precaire sector te worden, dixit Jozef Pacolet, en internationaal zou het een voorbeeld zijn van hoe massale overheidsinvestering dé uitweg uit de crisis is, want dank zij de dienstencheques heeft België de crisis overleefd en zijn er veel minder besparingen of belastingsverhogingen nodig. Er is altijd collateral dammage en daar deelt de echte non-profit in de klappen. Door de massale loonsubsidie van de dienstencheques zat er voor de non-profit in 2013 geen verhoging van de Sociale Maribel in, het kader waarin alle lastenverminderingen voor de Non-Prrofit worden geglobaliseerd en als dotatie worden ter beschikking gesteld voor bijkomende tewerkstelling. Eens de werknemers van de Non-Profit gaan inzien dat zij in feite gerold zijn zullen zij allicht wat feller van zich laten horen bij de volgende verdeling van lastenverminderingen die er zitten aan te komen. Want laat er geen misverstand over bestaan, de dienstencheques samen met de sociale Maribel in de Non-Proftisectoren, vormen de kern van het loonkostendebat dat er zit aan te komen. De herziening van de wet van 1996 heeft vooral tot doel hen te beperken of uit te sluiten uit de dynamiek van de lastenvermindering of hen alleszins niet meer mee te tellen als volwaardige betoelaging van de loonkost, en dus loonkostvermindering. Het Rapport Expertencommissie 07/2013 is daar duidelijk over en ook het VBO heeft dat begrepen zoals ze in een excellente nota Rapport VBO uit de doeken doen. Daar komen we zoals beloofd nog uitvoerig op terug. Ook op de bespreking van de evaluatierapporten Idea-Consult, dit naar aanleiding van hun komende publicatie over 2012, evaluatierapporten die alsmaar later het daglicht zien. Maar nu eerst de dienstencheques-fiche.

2. Verwerkte gegevens

In onderstaande tabel wordt het beginbeeld gegeven van de excel-tabel met verwerkte gegevens en grafieken: Fiche dienstencheques 2003-08/2013. Op de +jes links klikken in de tabel voor telkens een groter detail per maand en per jaar. Ook detail kostprijs en aantal werknemers, op basis van ingediende uren kunnen geëxploreerd worden, met ook een kostenberekening voor 2013 voortgaande op de eerste 8 maanden van 2013.
 


Voor de meeste elementen is ook een grafiek opgemaakt onder punt 10. Hiervoor dienen wel alle plusjes open te staan. Punt 10 opendoen en dan gewoon klikken op 6 links helemaal bovenaan en men krijgt 18 grafische voorstelling waarvan hieronder een aantal verwerkt worden. In volgende punten overlopen we de verschillende elementen, meestal voortgaande op de grafische voorstelling van de cijfergegevens.

3. Aangekochte dienstencheques 2003-08/2013 per maand

Als voor elk jaar de aankoopgegevens per maand worden uitgezet ontstaat een overzicht van de jaarlijkse groei met vergelijkingsmogelijkheid per maand. De opstoot van aankoop in april en december 2008 en december 2012 anticipeerde op de verhoging van de kostprijs van de dienstencheques. Langs de aankoop kan men dus moeilijk maandelijkse schommelingen evalueren, alhoewel de vakantieperiodes juli en augustus de aankopen altijd beïnvloeden, zeker ook voor augustus 2013, wat op zich nog niets wil zeggen. De cijferreeksen per gewest zijn in lange reeksen te exploreren in de tabel onder punt 1.

 
 


 

Uit de trendlijn is op te maken dat er een vertraging is in de aankoop van dienstencheques en eventueel een zekere terugval die evenwel veroorzaakt wordt door de hyperaankoop in december 2012 in het  voorzicht van de prijsverhoging tot 8,5€. Gezien de cheques binnen de 8 maand dienen gebruikt is allicht een herneming van de aankoop op een hoger niveau voor september 2013 te verwachten. 



 

De verdeling per gewest van aangekochte dienstencheques laat 12,0% zien voor het Brussels gewest. Na de langzame verhoging van de aankoop in Brussel is deze een goed stuk boven haar bevolkingsaandeel gegroeid, hetgeen 'logisch' moeilijk te begrijpen is. Het gemiddeld aantal cheques per gebruiker ligt er ook aanzienlijk hoger met 168 in 2012 tegenover 130 in het Vlaams gewest en 116 in het Waalse, gemeten op jaarbasis in het 2de kwartaal 2013. Tussen 2006 en 2009 is er een exponentiële stijging geweest van dienstenchequesondernemingen in Brussel, van 142 in 2006 tot 425 in 2009. Of in Brussel de behoefte aan huishoudhulp zo kan afwijken van de andere regio's is maar de vraag. Daar mag misschien eens indringender naar gekeken worden.
  
4. Ter betaling ingediende cheques door de ondernemingen 04/2003-08/2013 per maand
 
Merk het subtiel doorbreken van de ingediende cheques van 08/2012 door 08/2013, hetgeen De Standaard van 08/10/2013 er toe bracht te titelen: "Dienstencheques geraken uit de gratie"  en de continue stijging is 'abrupt' afgebroken zo meld Het Laatste Nieuws op dezelfde dag. Dat zijn misschien allemaal voorbarige conclusies, zeker omdat ze in de vakantieperiode worden waargenomen. Prijsverhoging, verminderingen belastingsaftrek, het zal jobs kosten klaagt Muyldermans, want er is geen prijsverschil meer met zwartwerk, zo klinkt het.

Maar het was Muyldermans van de uitzendsector ontgaan dat ook in juni 2011 al een subtiele 'touch' geweest was tav 06/2010, toen werd geen alarm geslagen. Misschien moest Muyldermans zonodig de RVA-terechtwijzen of van antwoord dienen die op 12/08/2013 in het Nieuwsblad meedeelde dat er nog altijd een stijging is in de aankoop, ongeacht de prijsverhoging tot 8,5€ per cheque. Of is het al een mediatieke campagne in het vooruitzicht van de verkiezingen of de communautarisering van de dienstencheques.

     
 



De lichtblauwe lijn geeft de fluctuaties per maand weer, de paarse lijn de gemiddelde voortgang van het gebruik van de dienstencheques, nl. een afnemende stijging.
 


 

Het gebruik volgt dicht de aankooplijn, hetgeen er op wijst dat de overgrote meerderheid van de aangekochte dienstencheques ook effectief gebruikt wordt. Het gebruik, dwz de ingifte in augustus door de ondernemingen neemt een duikje in augustus 2013.

5. Gebruikers van dienstencheques

De gegevens van Sodexo zoals gepubliceerd door de RVA, met een groter detail sinds januari 2009, laten toe om de dynamiek van gebruik van de dienstencheques nauwgezet op te volgen. Als iemand dienstencheques bestelt zal altijd nagegaan worden of deze persoon vroeger al gebruiker was of niet. Indien niet dat komt hij in de pot: nieuwe gebruikers deze maand terecht (2de rij in onderstaande tabel). Als men dat gegeven kent vanaf de eerste maand in 2003 en deze samentelt dan kent met het aantal 'ooit-gebruikers', dwz diegenen die minstens 1 maal dienstencheques gebruikt hebben. Als men daarbij weet hoeveel van deze ooit-gebruikers de laatste 12 maand dienstencheques gebruikt hebben (3de rij van onderstaande tabel), dan kan men maand na maand berekenen hoeveel van de ooit-gebruikers het laatste jaar géén dienstencheques gebruikt hebben, en uiteraard hoeveel wél, want dat is opgegeven. Zo ziet een maandoverzicht er uit:
  

 
5.1. Er zijn 599.282 ooit-gebruikers die de laatste 12 maanden geen gebruik meer gemaakt hebben van dienstencheques.

Een verrassend gegeven is het feit dat er
1.516.218 ooit dienstencheques gebruikt hebben en dat er 599.282 het de laatste 12 maanden niet meer gedaan hebben, dwz 600.000 inwoners van België hebben het laatste jaar om welke reden dan ook geen dienstencheques meer in huis genomen, misschien omdat hij/zij overleden is (een kleine minderheid), of misschien ook omdat terug overgeschakeld is naar zwart werk. Ook al valt het misschien niet zo op, er zit een groot verloop in het gebruik van dienstencheques.

Neem nu de maand augustus 2013. Er zijn, zoals gemeld staat, 13.017 nieuwe gebruikers, op zich al een fenomenaal aantal, toch in een vakantiemaand als augustus. Maar er zijn in dezelfde maand ook 9.492 die als gebruiker zijn weggevallen, dwz die de laatste 12 maand geen dienstencheques gekocht hebben en het aantal gebruikers in augustus met 9.492 verminderd hebben.

In 08/2013 waren er 920.461 die de laatste 12 maand dienstencheques gebruikt hebben, in 07/2013 waren er dat 916.936. Er zijn dus op 1 maand tijd (920.461-916.936)=3.525 gebruikers bijgekomen die de laatste 12  maand dienstencheques gebruikt hebben. Maar er zijn 7.997 nieuwe gebruikers bijgekomen in 08/2013, het verschil, 7.997-3.525=4.772 zijn gebruikers die ooit dienstencheques gebruikt hebben maar niet de laatste 12 maanden. Als er 4.772 de dienstencheques vaarwel zeggen en er komen er 7.997 nieuwe gebruikers bij dan stijgt het aantal met 3.525. en men kan zich toch best eens afvragen wat er gebeurd is met de 599.282 die de laatste 12 maand de dienstencheques vaarwel gezegd hebben en waarom.

In 2009 waren er 30% die het dienstenchequesgebruik gelaten hebben, in 08/2013 zijn er dat 39,8%, 60,2% van de ooit-gebruikers hebben dat de laatste 12 maanden opnieuw gedaan. En dit % is dalend omdat het aantal dat het dienstenchequesgebruik verlaat, telkens gesteld de laatste 12 maanden, groter is dan er elk maand aan nieuwe gebruikers bijkomt.
 


5.2. Evolutie nieuwe gebruikers 2009-2013

Het betreft hier dus een grafiek waarin duidelijk wordt dat de aangroei met nieuwe gebruikers vertraagt maar in 2012 toch stabiliseert. De aangroei is niet oneindig en wordt getemperd door een groeiend aantal niet-gebruikers. Bij verhoging van de kostprijs tot 9€ en de halvering van de belastingsaftrek in 2014 kunnen er meer mensen zijn die hun gebruik tijdelijk of volledig onderbreken, of minder cheques gaan gebruiken. Er kunnen ook minder mensen zijn die toetreden tot het systeem, want die continue ingroei heeft al lang niets (meer) met zwart werk te maken, maar met wat dan wel? En wat is de effectiviteit van de controles op ondernemingen, op gebruik en gebruikers?

 

 


 
Een opdeling per gewest van de gebruikersevolutie 2004-2013 laat zien dat in het Vlaams gewest de belangrijkste vertraging van nieuwe gebruikers gebeurt, dat ze in Brussel stabiel blijft en stijgend is in het Waals gewest. Het betreft hier de nieuwe inschrijvingen in het systeem tussen 2003 en 2013. In de volgende grafiek wordt de netto-evolutie weergegeven van 2009 tot 2013, dwz de nieuwe gebruikers, verminderd met het aantal dat de laatste 12 maanden geen gebruik meer gemaakt heeft van dienstencheques. En dan valt de aangroei in Brussel stil na een piek in 2009, en is ze met 2/3 verminderd in het Vlaams en Waals gewest in vergelijking met 2009.

De reactie van de 3 gewesten op de nog federale prijsverhoging en vermindering belastingsaftrek kan, gezien de diversiteit aan reactiemogelijkheden, ook divers zijn. Hoe elk gewest bij de opdeling van de bevoegdheden met deze 'nabijheidsdienst' zal omgaan, met welk budget en aan welke prijs, dat wordt nog een boeiende aangelegenheid.

5.3. De kostprijs van de dienstencheques

Zoals Jozef Pacolet in de Vrije markt van 11/05/2013 al stelde is de kostenberekening van de dienstencheques en het vermeende terugverdieneffecten een kaas vol gaten. Hij verwees ondermeer naar de 4 € per cheques BTW die de overheid ook misvangt door de wijze waarop ze nu de dienstencheques subsidieert. Deze gemiste ontvangst, is evenzeer als de belastingsaftrek een kost voor de overheid die dient in rekening gebracht bij de diverse kostenfactoren op overheidsbudget. Evenzeer de bijkomende lastenverminderingen op federaal en gewestelijk niveau die voor elke dienstenchequeswerknemer blijven doortellen, ook al wordt z'n job betoelaagd met lastenverminderingen. Maar ook alle investeringen die publieke en private voorzieningen en onderneming doen met middelen die ze uiteindelijk ten laste leggen bij federale, Vlaamse of gemeenschapsoverheden, zoals huur gebouwen, infrastructuur en inrichting, ondermeer bij strijkdiensten van OCMW's of VZW's, wagens en vervoerskosten voor ophalen strijk, vervoer gehandicapten, omkaderingspersoneel dat op andere rekeningen wordt geboekt, of waar andere betoelaging voor wordt geactiveerd, het doorschuiven van functies en doelgroepen, van de zorgomgeving naar de poetsomgeving, inschakeling dienstenchequespersoneel in de zorgomgeving zoals de PAB, investeringen en werkingskosten van commerciële ondernemingen die het volume verhogen waarvoor belastingsaftrek kan bedongen worden of die de kosten verhogen en zo de belastingen drukken.

Als al deze elementen in rekening gebracht worden ziet het kostenplaatsje dienstencheques tussen 2003 en 2013 er als volgt uit - voor 2013 wordt voortgegaan op de eerste 8 maand en deze worden geëxtrapoleerd voor 12 maanden (dat is dus een 'minimale' schatting gezien de 2 vakantiemaanden er in zitten), ook de vermindering belastingsaftrek vanaf 12/07/2013 wordt in rekening gebracht (gemiddeld 20% aftrek op jaarbasis).

Gekochte en gebruikte dienstencheques mei 2003 - augustus 2013 Bron: RVA
  8. Kost dienstencheques   
  Aantal DC Kost in waarvan And. RSZ Omk, mat Niet-bet. Totale 
  gebruikt mio € jaar Gebruiker Belast. RSZ Lasten - vervoer… BTW kostprijs
2003 222.936 5 1 0 3 0 26 1 32
2004 5.619.745 118 26 11 80 12 39 25 194
2005 17.215.123 362 81 35 246 37 68 76 542
2006 32.123.919 675 151 65 459 69 104 142 990
2007 48.929.287 979 229 98 651 100 140 206 1.425
2008 65.154.366 1.303 306 131 867 134 178 274 1.889
2009 78.908.951 1.641 414 178 1.049 168 218 345 2.373
2010 94.441.400 1.964 496 212 1.256 202 256 413 2.835
2011 105.771.744 2.232 555 254 1.423 229 283 469 3.212
2012 113.989.128 2.451 646 277 1.527 251 303 515 3.520
2013 (1) 120.316.676 2.652 818 205 1.629 272 332 557 3.813
(1) extrapolatie voortgaande op 8 maanden            


Op een globaal budget van 3,5 miljard € in 2012 ligt 2,9 miljard € ten laste van de overheid, in cash geld, belastingskost en gemiste inkomsten langs BTW. Wie hierop afdingt maakt niet alleen zichzelf wat wijs maar snijdt in feite de werknemers, die de RSZ-betoelagen, en de belastingsbetalers in hun vel en doet men alsof z'n neus bloedt, terwijl het de mensen zijn die er voor bmloeden. Het verhindert ook een discussie ten gronde over de besteding van overheidsgelden en prioriteiten die moeten spelen. Evenmin zal duidelijk worden dat voor commerciële firma's 10% tot 20% van de overheidsbetoelaging gerecycleerd wordt als 'winst' (cfr het enige onderzoek ter zake door PWC) die persoonlijk kan toegeëigend worden, een pervers mechanisme. En het zullen allicht wél degenen zijn die hard willen snoeien in werkloosheid en sociale zekerheid die zich het meest achter de dienstenchequessubsidiering zullen zetten.

 






De beperkte vermindering van de belastingsaftrek is al enigszins voelbaar in 2013 en transfereert in feite 102 miljoen euro overheidskost naar de gebruikers, hetgeen de gebruikersinbreng doet stijgen van 18,4% naar 21,5%.
  
5.4. Welk personeelsvolume en aantal jobs mobiliseren de dienstencheques?
 
170.000 of 4% van het aantal werkenden zo liet de Vrije markt verstaan, niet gecontesteerd door de debatteurs. Dat is gemakkelijk, iedereen die, al was het maar enkele uren voor dienstencheques gewerkt heeft, wordt meegeteld, gans het verloop van personeel mee in de sjacoche, en hup men spreekt over 170.000 bijkomende jobs. Vraag is hoeveel jobs er op 31/12/2012 actief zijn met dienstencheques. De RVA heeft dit gegeven, maar Idea consult verwerkt dit om een of andere reden niet in haar rapport. En de RVA geeft het (op onze vraag) zelf niet vrij. Dus praat iedereen maar over het fictief aantal van 170.000 waar geen werkelijkheid aan beantwoordt omdat het er maar/toch 122.833 zijn eind 2012.

Langs een afgeleide berekening komen we een goed stuk verder. Voortgaande op de effectief gepresteerde arbeidsuren, dwz aan de ondernemingen betaalde uren, een gemiddelde jobtime van 0,58 en een toepassing van het arbeidsstatuut. De 0,58 jobtime gaat voort op de RSZ-gegevens zoals elk kwartaal gepubliceerd op hun site. Het betreft hier evenwel enkel de RSZ-werknemers, niet de RSZ-PPO en de dienstenchequesonderneming op het niveau van het lokaal bestuur. Deze zijn wel begrepen in onze afgeleide berekening.
 
De dienstenchequeswerknemer staat onder contract en dient betaald, ongeacht of er uren dienstenchequeswerk zijn weggevallen of niet. Op de werkvloer is allicht wat anders te zien, dan gaat het om nuluurcontracten en is er, in sommige ondernemingen, enkel betaling wanneer de uren gepresteerd worden of niet wegvallen. Op blz 87 van het Idea-Consult rapport van 2011-nl over de enquête bij de werknemers staat:
"Aan de dienstencheque-werknemers werd gevraagd wat het beleid van hun dienstencheque-onderneming is bij het wegvallen van een prestatie. De meerderheid van de werknemers (58%) geeft in de eerste plaats aan dat de weggevallen prestatie wordt vervangen door een prestatie bij een andere gebruiker. Bij 22% van de werknemers is tijdelijke werkloosheid ook een optie in dat geval. De derde meest voorkomende oplossing is dat de werknemer gewoon niet wordt betaald (19%)". De vierde, 15%, is verplicht verlof. Meerdere antwoorden waren mogelijk.

Voor deze berekening gaan we voort op gemiddeld 1.600 arbeidsuren voor een voltijds equivalent van 1.976 uren. Deze 1.600 arbeidsuren staan dus voor 1.976 betaalde uren op voltijdse basis, gezien voor elk arbeidsuur gemiddeld 0,24 uren betaald wordt voor verlof, feestdagen, ziekte en klein verlet. Ingeval van tijdelijke werkloosheid worden geen dienstencheques gemobiliseerd, zij komen dus in deze berekening niet voor.

Gekochte en gebruikte dienstencheques mei 2003 - augustus 2013 Bron: RVA
Mnd/Jr Basisgegevens   Mnd/Jr Evolutie Percentage
  9. Aantal dienstenchequeswerknemers            
  Gem. Jobtime Uren 1 VTE Aantal VTE Aantal jobs          
2003 0,58 1.600 139 240   De gemiddelde jobtime en het aan-
2004 0,58 1.600 3.512 6.056   tal arbeidsuren voor 1 Voltijds Equi-
2005 0,58 1.600 10.759 18.551   valent kunnen zelf veranderd worden
2006 0,58 1.600 20.077 34.616   onmiddellijke herberekening.
2007 0,58 1.600 30.581 52.726    
2008 0,58 1.600 40.721 70.209   Het aantal jobs gaat voort op een
2009 0,58 1.600 49.318 85.031   toepassing van de arbeidswetgeving
2010 0,58 1.600 59.026 101.769   waarbij voor 1 uur werk, 1,25 uur
2011 0,58 1.600 66.107 113.978   betaling voorzien wordt (1.600/1976)
2012 0,58 1.600 71.243 122.833          
2013 0,58 1.600 75.198 129.652          

 
Voor wie vindt dat er andere parameters dienen gebruikt dan de 0,58 jobtime of 1.600 arbeidsuren kan in de fiche Fiche dienstencheques 2003-08/2013 per jaar andere waarden ingeven. Het totaal aantal VTE en jobs wordt dan automatisch berekend.

Voor een verdere bespreking van de dienstencheques 2012 en 2013 wordt de publicatie van het Evaluatierapport Idea Consult 2012 afgewacht.

Jan Hertogen, socioloog
www.npdata.be
0487 335 552
 

4 Achteraf's

Achteraf
1. Zal de Horeca halveren door de elektronische kassa? "Volgens Konings, deredactie 19/10/2013, stellen gezaghebbende studies dat een op de drie banen in de horeca officieel niet bestaat. "Als dat klopt, zal het verlies dichter bij 21.000 banen uitkomen.". Dat is een nadenkertje. Als 1/3 van de jobs niet bestaat, en er bestaan er officieel 106.157 op 31/12/2012 wel (zie tabel tewerkstelling per sector), dat zijn er in feite 160.835 jobs in de horeca waarvan 1/3 in het zwart. Naast deze 1/3 die dus weg zullen vallen (54.687) zouden er nog 21.131 reguliere jobs verdwijnen door de elektronische kassa. Dan zijn het niet alleen die 54.687 zwarte jobs maar ook nog eens 21.131 reguliere jobs (20% van 106.157), dus 75.918 die door faillissementen en productieverminderingen zouden verdwijnen. Van de 160.835 horecajobs, zwart en wit samen zouden er dus slechts 84.917 witte jobs overblijven, dat is bijna een halvering van de productiecapaciteit (zwart en wit samen). De Belgische bevolking zou daarmee de helft van haar café"s, restaurants en hotels kwijt zijn. Arm België, of arme Joep Konings? Het onderliggende agenda is duidelijk: "Om de werkgelegenheid op peil te houden, zou een loonkostenverlaging met 20 tot 35 procent nodig zijn, wat volgens de onderzoekers "allesbehalve evident" is."
 

Achteraf 2. Veel geblaat en geen wol met het voorontwerp decreet Persoonsvolgende Financiering.  Het begin van het einde zo luidt het thema van de studiedag van Onafhankelijk Leven (VFG, socialistische gehandicaptenvereniging). Ze bedoelen daar allicht mee dat er volgens hen een einde gemaakt is van de aanbodgestuurde zorg en dat langs de Persoonsvolgende Financiering (vergeet PAB en PGB, die liggen in de vuilbak) de dagprijs eveneens de vuilbak in kan en enkel nog langs cashfinanciering en vouchers aan de gehandicapten de macht van de grote voorzieningen en de vakbonden zal gebroken worden en de 'markt' eindelijk kan gaan spelen, met inbegrip van de commercie. Geef iedere ouder z'n budget onderwijs, elke bejaarde z'n budget bejaardenzorg, elke zieke z'n budget RIZIV en laat ze allen naar de markt gaan die dan een meer aangepast antwoord zal bieden aan de behoeften. Rutten zou het niet beter kunnen/wxillen dan in het voorontwerp decreet gehandicaptenzorg staat. Freja Vandenbossche is trouwens al voorgegaan met het rugzakje voor de meerkost van gehandicapten in het arbeidscirquit. De Beschutte en sociale werklaatsen staan erbij en weten niet goed wat zeggen, maar het is hen wel door de neus geboord, zonder veel overleg met de (andere) welzijnssectoren.

Het voorsteldecreet Persoonsvolgende Financiering (vooral artikel 10 en 14) geeft een voorsmaakje van wat op hol geslagen geesten met de gehandicaptensector denken te kunnen gaan doen. Je moet nog in Sinterklaas geloven om te denken deze op de markt gestoelde illusie, die al 12 jaar meegaat, hard te maken. Want minstens de LBC-NVK maakt korte metten met het agressieve discours van Perspectief 2020, zie hun analyse LBC-NVK dok-1 en dok-2. Perspectief 2020 heeft trouwens als een van de belangrijkste punten het opdoeken van het gewaarborgd inkomen van de gehandicapten in voorzieningen tot doel, ook al wordt daar in het voorontwerp van decreet niet over gesproken. Het mag voor iedereen, en vooral ook voor de gehandicapten, duidelijk zijn dat bij 'cashfinanciering' en 'vouchers' de 'hotelkosten, 'zoals elke andere burger' rechtstreeks op de gehandicapten dienen verhaald, zodat ook de 'armoede' z'n weg kan vinden in de instellingen, iedereen gelijk voor de wet.

Het bedriegen van de gehandicapten, hun verenigingen en de nieuwe spelers op de 'markt', het zelfinitiatief van de ouders, is nog nooit zo groot geweest. Verwonderlijk evenwel is dat zij zich alle niet alleen met een kluitje in het riet laten sturen maar dat zelfs niet gereageerd wordt tegen de effectieve afbraak die in het vooruitzicht gesteld wordt. Zo wordt in het nieuwe decreet het PAB-budget vervangen door de basisondersteuning (trap 1) zodat ieder een 'beetje' krijgt en dat wie 'veel' nodig heeft nog meer in de kou blijft staan. Bij cashfinanciering dient men zich te richten naar erkende voorzieningen en valt de vrije bestedingsmogelijkheid, zoals bij het PAB, weg. Op zich niet slecht misschien wanneer er voldoende aanbod is van dienstencentra die ADL-assistentie in voldoende en vrije mate aanbieden. Dat eindelijk de gezinshulpdiensten zich hier wat meer op focussen, met inbegrip van flexibele dienstverlening en toepassen van elementaire zorgtechnieken die men nu niet wil aanbieden.

De illusie wordt dus (nog altijd) geschapen dat een fractionering van het welzijnsbudget over alle gehandicapten voortgaande op z'n individuele behoeften, na aftrek zelfondersteuning, mantelzorg en reguliere dienst, het nieuwe financieringsysteem zal worden van de sector. Dat slaat nergens op natuurlijk. Alsof LBC-NVK de tewerkstelling van personeel afhankelijk zal laten maken van individuele inschaling van zorgbehoeftes. Men moet ook al heel onnozel zijn om niet te begrijpen dat elke regeling en wijziging van het financieringssysteem maar het gevolg zal zijn van overleg met de vakbonden. De grote gehandicaptenorganisaties KVG en VFG weten dit al lang maar weigeren er hun conclusies uit te trekken en praten nog altijd de vermeende gehandicaptenvertegenwoordigers, de liberale trendsetters, naar de mond. Zij houden zich dus zoals altijd gedeisd, om ten gepaste tijd hun stokjes ervoor te steken wanneer de vakbonden zich zullen roeren, zij behoren trouwens tot dezelfde families.

In het (verduidelijkende)  interview met het VAPH kan Jo Van Deurzen z'n eigen perspectief, laat staan dat van 2020 hardmaken, en ook het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en RacismeBestrijding is ongemeen hard voor dit decreet, omdat de verdeling van het welzijnsbudget tussen de gehandicapten en de eigen zeggingskracht over de besteding volgens hen niet ver genoeg gaat. Tot 19/10/2013 was hun advies nog consulteerbaar op hun website, nu niet meer. Op de site van Grip is een korte samenvatting te vinden. Of langs deze link het volledige advies CGKRB. Allemaal oogverblinding dus, veel geblaat en geen wol voor wie weet waar het op staat en wat er moet gebeuren, zodat het monopolistische liberale gehandicaptendiscours zich opnieuw met werkelijkheden gaat bezighouden. En dat de kapiteins het schip al verlaten hebben voorspelt ook niet veel goeds, Jean-Pierre Van Baelen, de veranderingsmanager, en Ritje Pauwels, sinds jaar en dag kabinetsmedewerkster, al vanaf Vervotte en ook de animatrice van de studiedag Thuiszorg/Instellingszorg in 2012 (waar trouwens niets is uitgekomen) zijn andere horizonten gaan opzoeken.

Het gaat uiteindelijk om beleidsbedrog, dat hoe raar ook, mee gepromoot wordt door de gehandicaptenorganisaties, en dat al gedurende meer dan een decenium, na het flutjesdecreet van Groen over PAB en PGB in 2001. Wanneer komt er opnieuw 'power' in de sector en wordt duidelijk gemaakt dat enkel wanneer de gehandicapten (met organisaties die dat inzien) en de vakbonden samen een perspectiefplan ontwikkelen er nog iets van al die mooie woorden gered zal worden. In zulk een plan zal allicht de zorggradatie als een essentiële tussenstap hernomen worden. Tevens dienen de gehandicapten het recht op de baremieke weddes van 'hun' personeel, dwz de ADL-assistent te erkennen en te  waarborgen - nu moet een ADL-assistent content zijn met het gewaarborgd minimumloon, een schande zowel voor de gehandicapten als de vakbonden na de harmonisering van àlle baremas in de sector in 2000.

En welke politieke verantwoordelijkheid zal nog door het Vlaamse parlement genomen worden, op het voorsteldecreet Persoonsvolgende Financiering na misschien, als dat de eindmeet haalt tenminste. En met een N-VA minister voor Welzijn in 2014 zal het weer tien jaar duren voor dat die er iets van begrijpt. Of komt Vogels terug als Minister van Welzijn, om recht te zetten wat met hun decreet van 2001 en hun aversie (toen) tegen de vakbonden is misgegaan?

Misschien dat men best spreekt over het einde van het begin, zoals Churchill ooit zei. Dat men nu eindelijk met kennis van zaken en in een gezamenlijk verbond tussen gehandicapten en vakbonden werk maakt van de (noodzakelijke) veranderingen in de gehandicaptensector. En de wachtlijsten dan, nog 22.000 wachtenden voor u. Tsja, als het nu eens zo is dat 1/3 van de wachtenden reeds opgevangen worden in het bestaande systeem en een verbetering nastreven. Dat nog eens 1/3 wachtend is op een opvang in de toekomst, als de ouders of de omgeving er niet meer is. Als van de 1/3 overblijvenden de helft in de eigen omgeving met hulp van reguliere diensten opgevangen worden en dat de andere helft (dus 1/6 van de 22.000) voor een dringende opvang/wijziging van opvang staat. Hoe is het anders te begrijpen dat voor vrijgekomen plaatsen in nursinghomes bv men erg lang moet zoeken om een kandidaat bewoner te vinden. En zou het niet productiever zijn om te proberen, met inschakeling van onderzoek en wetenschap, die laatste 1/6 van de 22.000 op te sporen en tot het besef te komen dat het alsmaar slaan met de 22.000 volledig contraproductief is, het is de minister uitnodigen te zeggen dat het niet binnen 3 legislaturen op te lossen valt en zeker niet tegen 2014. Wanneer zetten gehandicaptenorganisaties, vakbonden en de doelgerichte wetenschap zich eens samen om dat 'wachtlijstendiscours' ook een reële dimensie te geven. Men mag altijd langskomen.

Achteraf 3. Ukkie, onderneming met vier vestingen te Herent, failliet. Welke rechtsvorm heeft nu die onderneming, en waar kan je dat vinden, dat was m'n vraag enkele weken geleden. Na enig, in feite lang zoeken het ondernemingsnummer gevonden, gezien de balanscentrale Ukkie niet kende. Langs  KBO Public Search, opzoeken langs adres en zo bij Ukkie terechtgekomen, 5 vestigingen staan er nog opgegeven, wat kan betekenen dat er al 2 dicht waren voor de laatste 3 gesloten werden. Op de balanscentrale van de Nationale Bank niets gevonden. De rechtsvorm was 'natuurlijke persoon' en dan is een financieel verslag voor de Nationale Bank niet nodig ook al werken er 75 personeelsleden. Alles om zeep dus, en niemand die van iets weet, behalve Kind en Gezin misschien. En een voorziening zal, in tegenstelling tot de Dienstenchequesondernemingen tav de RVA, wel verplicht zijn om een soortement financieel verslag op te maken, dat in het kader van de openbaarheid van bestuur, op vraag dient vrijgegeven te worden. Het is een van de vele commerciële kinderopvangplaatsen, na de bejaardenhomes de sector waar al het meest het winst op zorg is terug te vinden. In een vroeger leven bestond het de Vlaamse regering om de sector van de Bejaardenhomes en Kinderopvang vrij te geven voor de commercialisering in een advies tav de GATS.

Achteraf 4. 11 nieuwe Struikelstenen geplaatst in Charleroi en Brussel, Antwerpse joden weigeren. Op woensdag 23 oktober 2013 zal Gunter Demnig 11 nieuwe Struikelstenen (Pavés de Mémoire/Stolpersteine) plaatsen in Belgische voetpaden in Charleroi en Brussel. Zo zal het aantal gebracht worden op 71 waarvan een Struikelsteen in Mechelen en Sint-Truiden (mooie videoreportage die een goed beeld geeft van ’n Struikelsteenplaatsing.).

Het gaat om stenen, bedekt met een messinglaag waarop namen en essentiële data (geboorte, arrestatie, gevangenschap, moord, bevrijding) van het leven van een slachtoffer van de nazis zijn gegraveerd en die ingemetseld wordt in het voetpad, voor de drempels van de huizen waar de slachtoffers woonden op het ogenblik van hun arrestatie. Men vind de Struikelstenen in Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Italië, Nederland, Tsjechië, Noorwegen en Oekraïne. Voor het eerst werden ze ook gelegd in Frankrijk begin oktober 2013. In België wordt de plaatsing sinds 2009 gecoördineerd door de Vereniging voor de Herinnering aan de Shoah/Association pour la Mémoire de la Shoah. Zij worden aangevraagd hetzij door nakomelingen van slachtoffers, hetzij door burgers die de herinnering willen in stand houden of ook nog publieke organisaties (gemeenten) of private initiatieven (voetbalclubs, filosofische organisaties, jeugdbewegingen…).

Het gebeuren is publiek en sommige promotoren, dwz initiatiefnemers voor het plaatsen van een Struikelsteen, maken van de gelegenheid gebruik om het leven van het slachtoffer in herinnering te brengen of om het slachtoffer door bepaalde rituelen te herdenken. Elke Struikelsteen wordt later nog officieel ingehuldigd  gedurende een plechtigheid die eveneens publiek is en die van de ene kant toelaat aan de promotoren om de individuele herinnering aan het slachtoffer te beklemtonen  en aan de andere kant de gemeentelijke overheden, de scholen en de plaatselijke verenigingen toelaten om het publiek belang van de herinnering aan de misdaad tegen de menselijkheid begaan door de nazi's met medeplichtigheid van de Belgische staat te bevorderen....

In Antwerpen verbood het gemeentebestuur met steun van joodse religieuze milieus de plaatsing van Struikelstenen. Zeer invloedrijk in Antwerpen zijn deze religieuze milieus, die dicht bij het integrisme staan, er in geslaagd dat de Vlaamse metropool de enige stad is in Europa om de plaatsing van Struikelstenen te verbieden, en dit langs een beslissing van de oude socialistische meerderheid die (nog?) niet is herroepen door de nieuwe meerderheid.

Voor de volledige tekst en uitleg over de verdeelde positie van de joodse gemeenschap en hun notabelen, zie DWM van 23/10/2013.


BuG 202  on-line                              Printversie (13p)

Update van de Fiche dienstencheques 2003-08/2013


Jan Hertogen, socioloog
www.npdata.be
0487 335 552