1. Het oorspronkelijke budget voor 2006 van 322
miljoen € werd intussen opgetrokken tot 528
miljoen €, dat is dus het bedrag dat cash van de RSZ aan Accor (de
commerciële dienstenchequesbeheerder) betaald wordt. Daarbij zinkt de
100 miljoen mazouteuro’s en alle heisa daarover in het niet. Maar bij
de RSZ kraait geen haan. Het tekort van 200 miljoen € van de RSZ bij
de begrotingscontrole komt overeen met die 206 miljoen extra budget
dienstencheques (of zijn die daar nog niet in begrepen?).
2. Buiten deze 528 miljoen € RSZ-kost is er ook nog de kost van
de belastingsaftrek van 30%,
die uiteraard ook van ergens betaald moet worden. Dit bedrag is voor
2006 intussen ook gestegen van 45 miljoen € tot
73 miljoen € zodat het
totale kostenplaatje van de dienstencheques voor de overheid en RSZ
samen 601 miljoen € bedraagt in 2006.
3. Dit budget van 601 miljoen € laat een groei
toe van 50% in 2006 tav het niveau van december 2005, of gespreid over het
resterende jaar een groei van maandelijks gemiddeld 4%. Gezien Van den
Broucke van bij de start van het systeem ook voor 2007 nog een groei en
stijging voorzag zal het daar niet bij stoppen.
4. Er is dus een forse drainage bezig van RSZ-gelden naar de kuis-
en huishoudbehoeften van de meer begoeden. De 19de eeuw
revisited, i.p.v. van upstairs
downstairs zijn het nu de werknemers die langs hun RSZ de
huishoudbehoeften van de “hardwerkenden” bedienen. Wie kan daarbij
volhouden dat huishoudhulp een prioriteit is voor het sociale
zekerheidsstelsel dat nu voor 70% opdraait voor de dienstenchequekost en
de gemeenschap nog eens 10% langs de belastingen? Voor de Sociale
Maribel, ook een belangrijke ‘lastenvermindering’, omgezet in
dotatie vanuit de RSZ, gaat het naast de tewerkstelling in de
Welzijns- en Gezondheidszorg ook over het comfort van de patiënten, in
een volwaardig statuut.
De Dienstencheques creëeren 'nieuwe' werkgelegenheid!? Zie het jaarverslag
van de Nationale Bank 2005 om wijzer te worden.
4. Want wie heeft brood gezien (of kaas gegeten)
van het systeem: ISIS (Sociale Economie) en Bonte (Strijkwinkels
Vilvoorde en omgeving) zeggen open en bloot dat met de
winst van de dienstencheques allerhande andere initiatieven van
bejaardenhulp en -oppas kunnen opgezet worden die niet erkend zijn voor
dienstencheques. “Met de winst daarvan financieren we ondermeer oppas voor bejaarden. We
gaan wandelen met hen, we koken, doen boodschappen enzovoort. We geven
ook vorming en begeleiding voor onze medewerkers. We leren ze de mensen
in en uit bed halen zonder te veel belasting voor de rug”
zegt ISIS, de ambassadeur van de sociale economie. De winstmarges van
dienstencheques zijn blijkbaar niet niks en voor de 'commerciële
bedrijven zal dit niet anders zijn. Daarmee kan dus onrechtstreks fors
ingebroken worden in de Non-Profitsector zonder enige controle of
bewaking van statuten, zorgverlening of betaling.
5. Dienstencheques financieren in principe enkel
de personeelskost van de dienstverlening. In de mate deze jobs ook
infrastructuur of werkingskosten
meebrengen zoals bij strijkwinkels en vervoerdiensten onstaat een grijze
zone en worden de inkomsten van de dienstencheques aangewend
voor de werkingskosten, afschrijvingen, onderhoud en bv de brandstof
(vervoer) van deze ondernemingen. Hierop is geen enkele controle
aanwezig of mogelijk en de prijszetting van deze diensten is van die
aard dat bovenop de vaste werkingskosten nog winsten kunnen gemaakt
worden. Bestudeer de tarieffoldertjes van een strijkwinkel maar eens, en
het aantal uren dat een firma zoals Taxi-Hendrix aanrekent voor een rit
gehandicaptenvervoer van
30 km
.
6. Het huishoudelijke werk is, zoals Jean-Luc Dehaene reeds
waarschuwde bij de start van het systeem, voorwerp van een grote doorschuiving
van zorggebonden huishoudelijk werk naar de dienstencheques. Het
laat minster Vervotte toe haar budget maar met 2,4% te verhogen daar
waar een jaarlijkse verhoging met 4% van het urenpakket volgens de
sector de norm zou moeten zijn, maar zij protesteren niet, het is RSZ
die hen grote expansiemogelijkheden gegeven heeft.
7. Een zelfde proces van doorschuiving gebeurt vanuit diverse
tewerkstellingssystemen zoals PWA
en GESCO naar dienstencheques, of van jobbetoelaging met
gemeenschapsgelden naar dienstencheques/RSZ-betoelaging, bv wat de
assistentiebudgetten voor gehandicapten betreft. Ook nieuwe initiatieven
die anders langs de markt of ‘oude’
systemen zouden gebeuren worden nu vanuit de dienstenchequeshoorn van
overvloed tot leven gebracht. En wie kan hen ongelijk geven?
8. Uit commerciële hoek worden grote plannen gesmeed om strijkwinkels
te installeren in het Brusselse en elders die aan huis de diensten
leveren. Lucratief, anders begint men daar niet aan. En het zal daar niet bij
blijven.
9.
In
het Waalse gewest is recent een promotiecampagne gestart om haar aandeel
in het gebruik van dienstencheques equivalent te maken aan haar
bevolkingsaantal. Brussel zal niet achter blijven alhoewel hier, met 57%
inwoners van vreemde oorsprong niet altijd het doelpubliek huist dat
gebruik maakt van dienstencheques. Zij betalen er langs de RSZ wel
evenveel voor. Maar een (terecht) optrekken van het aandeel van elk
gewest tot haar bevolkingsequivalent (voortgaande op het behoud van het
Vlaamse niveau) kost alleen al 114
miljoen€ extra aan de RSZ.
10. De oplossing
is nochtans voor de handliggend en gaat terug op het standpunt van
de in de LBC-NVK in de Non-Profit onderhandelingen voor het akkoord 2005
met minister Van den Bossche :
- Handhaven van dienstencheques
énkel voor niet-zorggebonden huishoudelijk werk, dwz als iemand
zorgbehoevend wordt volgens de geëigende criteria dient de hulp geïntegreerd
in de algemene dienstverlening die rekening houdt met de
inkomenssistuatie van de hulpbehoevende.
- Verbod van inschakeling
dienstencheques door gezinshulp-
en maatschappelijken diensten op de 'open markt' - zij dienen hun
activiteit te beperken tot hun zorgbehoevend doelpubliek. Fixeren
van de bestaande budgetten dienstencheques en integratie ervan in de
dienstverlening en de betoelaagde activiteit van deze organisaties,
zodat de vraag opnieuw kan
aangepast worden aan het budgettair gecontroleerde aanbod. Op deze basis
kunnen de gemeenschappen hulpverlening niet meer doorschuiven naar het
federaal niveau en de RSZ en dienen zij de budgettaire consequenties te
nemen van hun bevoegdheden. Liever de pil nu doorbjten dan binnen enkele jaren het toch
noodgedwongen moeten doen.
- Rest het ingeperkte terrein van
de dienstencheques die in hoofdzaak langs interim en commerciële
firma’s zal gebeuren naar
het algemene publiek en die niet meer in concurrentie zullen staan
met de hulpverlenende sector. Hier kan veel duidelijker winstmarges
en oneigenlijk gebruik in beeld gebracht en gesaneerd worden en
het budget op een bepaald niveau gefixeerd.
Noot: 6 jaar nadat LBC-NBK voor de duizenden DAC-ers
een integratie in het gewone circuit bij de overheden bedongen heeft
staat de vakbond opnieuw voor een grote uitdaging om het precaire
financierings- en arbeidstatuut te herstellen van de
dienstenchequesjobs. Integratie
van het budget dienstencheques in de bestaande hulpverlenende of
arbeidsbevorderende initiatieven (sociale economie) is de enige
uitweg om de RSZ voor een volledig disaster te behoeden.
11. En kan het
terugverdieneffect de dienstencheques redden? Zij zijn enkel een
politiek argument maar geen economische of (staats)boekhoudkundige
werkelijkheid. Zolang de RSZ 528 miljoen € in hard geld betaalt aan
ACCOR en zij zelf geen ‘inkomsten’ of ‘minder uitgaven’ kan
boeken als post in hun rekeningen is het terugverdieneffect alleen maar
politieke mist. En het Beheerskomitee van de RSZ weet dit maar al te
goed. Als deze terugverdienrekening toch gemaakt wordt dan moet ze ook
toegepast worden op de 639
miljoen € die nu langs de Sociale Maribel in de Non-Profitsectoren
geïnvesteerd wordt vanuit de RSZ voor
2006. In
elke onderhandeling werd door de vakbond gevraagd (en in de
onderhandelingen 2005 zelfs door de overheid voorgesteld) om het
terugverdieneffect van de bijkomende tewerkstelling te herinvesteren in
de sector, dwz dat met de RSZ- en belastingsinkomsten en de minder
uitgaven voor werkloosheid nieuwe tewerkstelling zou gecreëerd worden,
maar daar is nooit op ingegaan. Dit
nu wel doen voor de dienstencheques,
zou een precedent zijn
waarvan de consequenties niet te overzien zijn.
Technische
fiche februari 2006
RSZ-budgetten
dienstencheques en andere lastenverminderingen
Jan
Hertogen
, socioloog
|