BuG 176 – Bericht uit het Gewisse –  17 december 2012 - Update 22/12/2012 en 11/02/2013
 
Gaat de HB05 (A2)Verpleegkunde er aan in 2014?
 En alles over aantal verpleegstudenten in de Vlaamse
en Franse gemeenschap in het schooljaar 2011/2012

  
Aantal en aantrek verpleegkunde nooit hoger als in 2011/2012.
Eindelijk kiezen ook mannen voor het verpleegkunde beroep.
1ste jaars VDAB-verpleegstudenten neemt gevoelig af in 11/12.
Vlaanderen haalt Wallonië terug bij in aantal verpleegstudenten.
2.300 werkloze logistiek assistenten in de zorgomgeving wachten
op een job om  verzorgende en verpleegkundigen te ontlasten,
te financieren met 34,2% 24,3% aandeel Non-Profit in de 400 miljoen €
lastenvermindering ondernemingen, beslist in de begroting 2013
.
Nieuwe bevolkingsprognose neemt druk op verpleegkunde weg.
Geen enkel beroep zo trouw aan eigen kunde: verpleegkunde
.
Verpleegkundigen OK, ziekenhuismanagement KO in België?
 
"Er is geen tekort aan verpleegkundigen maar wel aan ziekenhuizen
waar verpleegkundigen willen werken
" (
Denise English, 1991), zo luidde
het besluit van de presentatie van het Belgische kwalitatieve luik van het
Europees/Amerikaanse
RN4CAST onderzoek en Britisch Medical Journal,
waarin het artikel Patient safety, satisfaction, and quality of hospital care:
 cross sectional surveys of nurses and patients in 12 countries in Europe
and the U.S.
verscheen dat ondermeer in DM wat deining veroorzaakte
  
BuG 176 on-line        Printversie (13p)

In deze BuG publiceert npdata de jaarlijkse update van aantal en aantrek verpleegstudenten in de Vlaamse en Franse gemeenschap in 2011/2012. Een gelegenheid ook om het onderzoek van de Fod Gezondheid naar ondermeer de domicilie van de verpleegstudenten in Vlaanderen (1,9% Nederlanders) en Wallonië ( 28,6% Fransen) te bespreken, in Henegouwen en Namen is dat zelfs de helft van de Studenten. Depardieu kan met al z'n appreciatie voor het Belgische sociale zekerheidssysteem zonder problemen door Franse verpleegstertjes bediend worden. Ook wordt de aandacht op het meerjarenplan van Onkelinx mbt verpleegkunde, meer speciaal de liquidatie van de A2-verpleegkunde in 2014, gericht. Ook de selectieve aandacht voor het RN4CAST-ondrzoek in het voorjaar passeert de revue omdat het niet zozeer het gebrek aan zorgpersoneel maar aan zorginstellingen waar verpleegkundigen en verzorgenden willen werken aan het licht brengt.
 
0. Bron aantal verpleegstudenten

Het betreft de officiële door de onderwijsadministraties van beide gemeenschappen bezorgde gegevens, alsmede de FOD gegevens over hun eigen onderzoek, de VDAB-statistiek en de Vesofo-gegevens project 600.

1. Update verpleegkundestudenten 2011/2012

 
Naast de stundentenaantallen en aantrek, wordt voor de Vlaamse gemeenschap het beeld gegeven van het aantal generatiestudenten, het aandeel A2 studenten tussen 1980 en 2012, het aantal VDAB-verpleegstudenten, het overzicht reguliere, VDAB en werkende studenten en de brugstudenten A2 naar A1.
 
1.1. Basistabellen Vlaamse en Franse gemeenschap
 

Voor elke gemeenschap wordt een overzicht gegeven, op basis van de officiële door de administraties bezorgde gegevens, van het aantal studenten verpleegkunde tussen 1980/1981 en 2011/2012 voor elke leerjaar en niveau. Deze evolutie wordt ook getoond met 1980=index 100 en berekend als % tav de 18, 19 en 20 jarigen in elk van de leerjaren. Tevens worden de doorstroompercentages berekend van het 1ste naar het 2de jaar en naar het 3de jaar voor A2 verpleegkunde.

    - Verpleegstudenten Vlaamse gemeenschap 1980-2012
    - Verpleegstudenten Franse gemeenschap 1980-2012

1.2. Vergelijking Vlaamse en Franse gemeenschap

1ste jrs verpleegstudenten HBO5/Gebr. en Bachelor per gemnsch. 1980-2012
  Vlaamse gemeenschap Franse gemeenschap
  HBO5 (A2) Bachelor (A1) Totaal Gebrevet-teerd (A2) Bachelor (A1) Totaal
80/81  2.336 2.545 4.881 1.093 1.727 2.820
81/82  2.542 2.790 5.332 1.206 1.732 2.938
82/83  2.470 2.602 5.072 1.228 1.777 3.005
83/84  2.390 2.468 4.858 1.205 1.781 2.986
84/85  2.183 2.264 4.447 1.231 1.621 2.852
85/86  1.983 2.141 4.124 1.083 1.526 2.609
86/87 1.628 2.061 3.689 1.013 1.590 2.603
87/88  1.625 2.248 3.873 864 1.622 2.486
88/89  1.434 2.321 3.755 821 1.480 2.301
89/90  1.348 1.885 3.233 782 1.283 2.065
90/91  1.199 1.790 2.989 779 1.339 2.118
91/92  1.238 1.959 3.197 888 1.517 2.405
92/93  1.340 1.950 3.290 942 1.679 2.621
93/94  1.528 2.253 3.781 1.326 2.152 3.478
94/95  1.677 2.372 4.049 1.699 2.657 4.356
95/96 1.491 2.425 3.916 1.657 2.687 4.344
96/97 1.709 2.596 4.305 1.821 2.998 4.819
97/98 1.678 2.661 4.339 1.891 3.170 5.061
98/99 1.532 2.614 4.146 1.761 3.001 4.762
99/00 1.400 2.138 3.538 1.749 2.768 4.517
00/01 1.630 2.009 3.639 1.782 2.565 4.347
01/02 1.597 1.986 3.583 1.854 2.563 4.417
02/03 1.605 2.170 3.775 1.739 2.851 4.590
03/04 1.794 2.325 4.119 1.861 2.851 4.712
04/05 1.640 2.243 3.883 1.986 2.931 4.917
05/06 1.577 2.263 3.840 2.100 3.062 5.162
06/07 1.791 2.746 4.537 2.082 3.126 5.208
07/08 1.777 2.665 4.442 2.077 2.939 5.016
08/09 2.024 3.071 5.095 2.157 3.255 5.412
09/10 2.378 3.565 5.943 2.397 3.504 5.901
10/11 2.527 3.608 6.135 2.672 3.892 6.564
11/12 2.872 3.880 6.752 2.742    
Ev% 11-12 13,7% 8,8% 13,6% 2,6%    

 
Zowel in de Franse als de Vlaamse gemeenschap blijft de stijging van het aantal verpleegstudenten zich doorzetten, en dit op de twee niveaus. Op termijn van 6 jaar gaat het om een fenomenale stijging van 76% in de Vlaamse gemeenschap, 82% in de HB05 en 71% in de bachelortoegang. In het schooljaar 2011/2012 heeft deze groei zich aan hetzelfde ritme doorgezet in Vlaanderen. In de Franse gemeenschap treedt er in 2011/2012 een vertraging op bij de gebrevetteerde verpleegkundigen, alhoewel ook hier een stijging te noteren valt, in tegenstelling tot de resultaten van de eigen enquête van de Fod gezondheid (zie infra). In de bachelor-toegang is in de Franse gemeenschap ook een verdere groei te zien sinds 2007/2008, ook al worden de cijfers met een jaar vertraging opgemaakt.
  

Eerstejaars verpleegkunde HBO5/Bachelor en % groei tav 2005 in Vlaanderen
  Aantallen 1ste jaars % groei tav 2005-2006
  HBO5 Bachelor Totaal HBO5 Bachelor Totaal
05/06 1.577 2.263 3.840      
06/07 1.791 2.746 4.537 14% 21% 18%
07/08 1.777 2.665 4.442 13% 18% 16%
08/09 2.024 3.071 5.095 28% 36% 33%
09/10 2.378 3.565 5.943 51% 58% 55%
10/11 2.527 3.608 6.135 60% 59% 60%
11/12 2.872 3.880 6.752 82% 71% 76%


1.3 Vlaamse gemeenschap beent Franse gemeenschap bij in 2012

In 1995 is het aantal verpleegstudenten in de Franse gemeenschap fors gestegen, mede, zo zegt men, door het afschaffen van de A2-verpleegopleiding in Frankrijk, zodat vele Franse studenten in België de opleiding zijn komen volgen voor een volwaardig en door Europa erkend diploma van gebrevetteerd verpleegkundige. Dat in de Franse gemeenschap met niet aflatende ijver de verdwijning van de A2 verpleegkundige nagestreefd wordt is daar allicht nog altijd een ver gevolg van. Komt de mosterd uit Frankrijk?
  




 

Doordat het slaag% in de Franse gemeenschap lager ligt is de afstand Vlaamse en Franse gemeenschap in aantallen in tegenstelling tot de 1ste jaars, voor het aantal studenten niet zo groot geweest en is de omkering later begonnen en vlugger gewisseld.

1.4 De aantrek blijft in beide gemeenschappen stijgen.

Uitgezet tegen het % 18, 19 en 20 jarigen is de aantrek in de Franse gemeenschap een goed stuk hoger, vooral door het grote aantal Franse studenten die de grens over steken om verpleegkunde te studeren in Wallonië.
 

Duidelijk is ook dat in de Vlaamse gemeenschap de aantrek van verpleegkundestudies de laatste 3 jaar in stijgende lijn gegaan is, en dat ook wat de aantrek betreft het verschil met de Franse gemeenschap wordt verkleind.

1.5. Aandeel A2-verpleegkunde blijft in beide gemeenschappen gelijk op 40%. Wie wil deze A2-tak afkappen?

In de Vlaamse gemeenschap is er sinds 1982/1983 met de helft van al haar verpleegstudenten een grotere instroom geweest van A2-verpleegkundigen dan in de Franse gemeenschap die toen 41% bedroeg. In 2002/2003 waren er evenveel meer A2 in de Franse gemeenschap en sinds 2004/2005 is dit gelijk rond de 40%


 
Wie de gebrevetteerd/gediplomeerde/HB05/A2 verpleegkunde als toegangspoort naar het verpleegkundig beroep wil sluiten is niet geïnformeerd, niet bekommerd om het zorgaanbod en van kwade wil. Hun beroep op een zogezegde Europese richtlijn die verpleegkunde maar vanaf niveau 6 (Bachelor) wil toelaten is tendentieus, misleidend en onjuist. Het meerjarenplan verpleegkunde van Onkelinx, dat enkel het agenda van enkele dolgedraaide verpleegorganisaties vertolkt, zou evenwel roet in het eten kunnen  gooien, hardleers en onverbiddelijk worden de kanonnen weer op scherp gezet en 2014 wordt als jaar van definitieve liquidatie naar voor geschoven. Wie blokt de aanvallers nu af, nadat Walter Cornelis en later Frank Vandenbroecke (en ook Guy Tegenbos) het A2 schip sinds 1999 mee varende gehouden hebben.
  
Meerjarenplan Onkelinx blz 10: "Op termijn zal de EU de erkenning als verpleegkundige en het vrij verkeer voorbehouden worden voor bachelors (op wat is dat gebaseerd? nvdr). Ervoor zorgen dat de verworven rechten aan de huidige gebrevetteerden zullen worden toegekend. Onderzoeken van de mogelijkheid van een niet-verpleegkundige tussenkwalificatie". Dat laatste is de "zorgkundige" geworden die het wegvallen van HBO5/A2- verpleegkundigen in de toekomst zou moeten opvangen. De ene waanzin die de andere zou moeten compenseren, gezien de "zorgkundige" ondermeer al gezorgd heeft voor de devaluatie van het beroep van verzorgende. De zelfdestructie van de (A1) verpleegkundigen kent blijkbaar geen grenzen, hierin te weinig gestoord door de vakbonden in de gezondheidszorg.
 
1.6. Generatiestudenten Bachelor-verpleegkunde Vlaamse gemeenschap
 
Elke studierichting is uiteraard geïnteresseerd in een voldoende aantal studenten die na hun humaniora voor de richting kiezen. Na 2004/2005 en 2008/2009 is er gevoelige stijging van generatiestudenten verpleegkunde, die verder aanhoudt, vooral dank zij het aantal mannen die in 2011/2012 in de bachelor-verpleegkunde zijn begonnen.
  

Aantal generatiestudenten (1) vroed- en verpleegkunde 2003-2011
  Vroedkunde Verpleegkunde Totaal Vr. + verpl.
  Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal
2003-2004 2 363 365 218 911 1.129 220 1.274 1.494
2004-2005 0 348 348 221 908 1.129 221 1.256 1.477
2005-2006 1 468 469 236 1.100 1.336 237 1.568 1.805
2006-2007 2 487 489 279 1.208 1.487 281 1.695 1.976
2007-2008 1 512 513 281 1.267 1.548 282 1.779 2.061
2008-2009 2 496 498 237 1.227 1.464 239 1.723 1.962
2009-2010 6 569 575 310 1.371 1.681 316 1.940 2.256
2010-2011 2 534 536 296 1.512 1.808 298 2.046 2.344
2011-2012 1 551 552 353 1.534 1.887 354 2.085 2.439
(1) 1ste keuze na humaniora              

  
Het aandeel van de generatiestudenten is mede afhankelijk van het aantal werkzoekenden en vooral het project 600 dat enkele jaren op een laag pitje gedraaid heeft. Project 600 zijn werkenden die met een halftijdse vrijstelling van arbeid gedurende 3 jaar verpleegstudies kunnen aanvatten. Ook fluctuaties in de instroom van studenten die na een jaar universiteit of andere studies de keuze voor verpleegkunde maken beïnvloedt het % generatiestudenten.
  

Generatie- en andere 1ste jaars 2003-2011
  Generatie Andere 1ste jaars % gener. % andere
2003-2004 1.494 831 2.325 64,3% 35,7%
2004-2005 1.477 766 2.243 65,8% 34,2%
2005-2006 1.805 458 2.263 79,8% 20,2%
2006-2007 1.976 770 2.746 72,0% 28,0%
2007-2008 2.061 604 2.665 77,3% 22,7%
2008-2009 1.962 1.109 3.071 63,9% 36,1%
2009-2010 2.256 1.309 3.565 63,3% 36,7%
2010-2011 2.344 1.264 3.608 65,0% 35,0%
2011-2012 2.439 1.441 3.880 62,9% 37,1%

 
1.7. Verpleegkunde studies als werkzoekende langs de VDAB
 
Wellicht uniek in Europa (en de wereld) zijn de mogelijkheden voor vele werklozen om langs verpleegkundestudies een vast ticket tot tewerkstelling te krijgen. 2.598 in totaal in het schooljaar 2011/2012. Hiermee hapt de VDAB-Non-Profit jaarlijks een stevige hap uit het urenbudget beroepsopleiding van de VDAB, hetgeen een rem legt op de aandacht voor andere opleidingen. Toch kan de vermindering van het aantal beginners in 2011/2012 niet genegeerd worden, -11,9% bij de Bachelors en zelfs -16,6% bij de HBO5. Op een blijkbaar schaarser worden werklozenmarkt zal een verdere vermindering aan starters zich over 2 jaar al laten voelen in het beschikbaar komen van verpleegkundig personeel.
 

Aantal werklozen VDAB in verpleegstudies Vlaanderen 2005-2012
  05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 Evol.
1. Bachelor (A1)                
    1ste jaar 170 175 155 172 256 335 295 -11,9%
    2de jaar 169 146 143 113 136 214 239 11,7%
    3de jaar 102 152 152 148 112 136 192 41,2%
   Totaal Bachelor 441 473 450 433 504 685 726 6,0%
2. HBO5 (A2)                
    1ste jaar 509 524 457 597 758 1.020 851 -16,6%
    2de jaar 380 380 401 383 402 468 663 41,7%
    3de jaar 240 352 312 329 272 259 358 38,2%
   Totaal Gediplomeerd 1.129 1.256 1.170 1.309 1.432 1.747 1.872 7,2%
3. Totaal A1 en A2                
    1ste jaar 679 699 612 769 1.014 1.355 1.146 -15,4%
    2de jaar 549 526 544 496 538 682 902 32,3%
    3de jaar 342 504 464 477 384 395 550 39,2%
    Totaal 1.570 1.729 1.620 1.742 1.936 2.432 2.598 6,8%
4. United Colours   23 20 20        
Algemeen totaal 1.570 1.752 1.640 1.762 1.936 2.432 2.598 6,8%


1.8. Aandeel 'gewone studenten' verpleegkunde i.v.m. werklozen en werkenden (project 600)
 
In 2011/2012 is er een belangrijke herneming geweest van 'reguliere' studenten verpleegkunde HBO5 na een terugval in 2010/2011 die toen evenwel volledig gecompenseerd werd door een stijging van  werkzoekende in beroepsopleiding verpleegkunde.
 


 

 
In deze grafische voorstelling wordt duidelijk dat het aandeel 'reguliere' studenten veel meer aanwezig is in de bachelor dan in de HB05-opleiding die werklozen en werkenden in lagere kwalificatie kan oppikken en naar verpleegkunde kan oriënteren en upgraden. Het zalmprincipe zou Tegenbos zeggen, na de cascade in het onderwijssysteem dat eerder gericht is op uitval dan op oriëntatie naar boven. Toch is het aandeel VDAB-studenten ook bij bachelor-verpleegkunde, niet te verwaarlozen. Ook kunnen allochtonen zonder equivalente maar op zorg gerichte diploma's behaald in het buitenland hier meer dan nu aangezocht worden, om van de gouden reserve bij vrouwen en meisjes uit de migratie nog niet te spreken.

Instorting A1 verpleegkunde na vorige liquidatiepoging van de A2-verpleegkunde

Merk ook de instorting van de A1-verpleegkunde in 1998/1999, dwz op het ogenblik dat de Nationale Raad voor verpleegkunde overtuigd was dat de A2 er aan ging, mede omdat zij de kans schoon zagen in de toenmalige Paars-Groene regering en de bezetting van kabinetsmandaten door enkele liquidatoren. Door het njet van Walter Cornelis van LBC-NVK, toen 'per vergissing' door LBC-NVK het licht op groen gezet was in de Nationale Raad voor Verpleegkunde, werd de ramp vermeden. In het akkoord gezondheidszorg van 2000, met het project 600 en de brugopleiding van A2 naar A1 verpleegkunde, alsmede de harmonisering van de lonen van bejaardenhomes met deze van de ziekenhuizen en de eindeloopbaandagen 45+; werd de basis gelegd voor een alsmaar stijgende aantrek van verpleegstudenten, en dit in de beide toegangsniveau's. Zal de huidige LBC-NVK leiding met dezelfde klem de afbraakpoging van de HBO5-verpleegkunde, als toegangspoort tot het verpleegkundig beroep, zoals in het verleden kunnen verhinderen?
 
1.9. De Brugopleiding A2 naar A1 verpleegkunde,  een vaste waarde
 
Het brugproject, een vaste maar toch afnemende waarde met 231 en toenemende waarde met 661 brugstudenten in de Vlaamse gemeenschap in 2011/2012. (update 11/02/2013)

 
De mogelijkheid om langs deze brug zich als verpleegkundige up te graden van HBO5 naar Bachelor zal een blijft belangrijke strategische mogelijkheid blijven, zeker ook voor verpleegkundigen die als werkloze of werkenden het HBO5 verpleegdiploma hebben behaald. Maar ook deze upgrade mogelijkheid staat of valt uiteraard met het behoud van de HBO5 als volwaardige toegang tot het verpleegkundig beroep.
 
1.10. Het eigen onderzoek van de FOD gezondheid naar aantal verpleegstudenten
 
Zie PPS met de resultaten van het onderzoek zoals voorgesteld op de Nationale Raad voor verpleegkunde op 29/03/2012. In onderstaande tabellen wordt de gegevens samengevat en vergeleken met de officiële cijfers van de onderwijsdepartementen. De verschillen met de officiële cijfers kunnen voortkomen uit het feit dat de FOD-studie een 'enquête' betrof waar de scholen vrij op konden antwoorden en die in het begin van het schooljaar 2011/2012 is gebeurd. Voor de alarmerende conclusies van deze enquête voor de Franse gemeenschap is evenwel geen basis als gekeken wordt naar de cijfers van het ministerie van onderwijs van de Franse gemeenschap, gebrevetteerde verpleegkunde (zie hierboven)..

Eerstejaars verpleegkunde in FOD-enquete en Administratie 07-12
  FOD-enquête Gegevens administraties
 Gewest Vl Wl Br Be Vl Wl Br Be
07/08 3.874 3.953 1.276 9.103        
08/09 4.365 4.076 1.295 9.736        
09/10 4.673 4.673 1.309 10.655        
10/11 5.165 4.949 1.507 11.621        
11/12 5.724 4.773 1.709 12.206        
 Gemeens. Nl Fr Dt Be Nl Fr+Dt   Be
07/08 4.030 5.029 44 9.103 4.442 5.016   9.458
08/09 4.518 5.183 35 9.736 5.095 5.412   10.507
09/10 4.817 5.739 62 10.618 5.943 5.901   11.844
10/11 5.402 6.160 59 11.621 6.174 6.564   12.738
11/12 5.957 6.203 45 12.205 6.752     6.752
 Niveau A1 A2   Be A1 A2   Be
07/08 5.087 4.016   9.103 5.604 3.854   9.458
08/09 5.279 4.457   9.736 6.326 4.181   10.507
09/10 5.855 5.855   11.710 7.069 4.775   11.844
10/11 6.486 5.486   11.972 7.500 5.238   12.738
11/12 6.576 6.576   13.152   5.614    

 
 Interessanter zijn de gegevens mbt de domicilie van de studenten, in België of buiten België.  
 

1ste jaars verpleegkunde binnenl./buitenl. Domicilie, FOD-enq. 07-12
  Buitenlands domicilie Belgische domicilie
 Gewest Vl Wl Br Be Vl Wl Br Be
07/08 34 672 135 841 3.840 3.281 1.141 8.262
08/09 25 735 129 889 4.340 3.341 1.166 8.847
09/10 29 838 140 1.007 4.644 3.835 1.169 9.648
10/11 68 1.457 240 1.765 5.097 3.492 1.267 9.856
11/12 108 1.366 293 1.767 5.616 3.407 1.416 10.439
 Gemeens. Nl Fr Dt Be Nl Fr Dt Be
07/08 34 807 0 841 3.996 4.222 44 8.262
08/09 25 864 0 889 4.493 4.319 35 8.847
09/10 29 978 0 1.007 4.788 4.761 62 9.611
10/11 69 1.696 0 1.765 5.333 4.464 59 9.856
11/12 109 1.654 0 1.763 5.848 4.549 45 10.442
 Niveau A1 A2   Be A1 A2   Be
07/08 508 333   841 4.579 3.683   8.262
08/09 545 344   889 4.734 4.113   8.847
09/10 602 405   1.007 5.253 5.450   10.703
10/11 731 1.034   1.765 5.755 4.452   10.207
11/12 765 1.002   1.767 5.811 5.574   11.385


Voor de studenten in de Franse gemeenschap betreft het bijna uitsluitend studenten woonachtig in Frankrijk die 28,6% vormen van de verpleegstudenten in Wallonië en 26,7% in de Franse gemeenschap. De in hoofdzaak Nederlandse verpleegstudenten in het Vlaamse gewest/gemeenschap betreffen nog geen 2% van de populatie.

% op totaal per regio binnenl./buitenl. domicilie, FOD enq. 07/12
  Buitenlands domicilie Belgische domicilie
  Vl Wl Br Be Vl Wl Br Be
07/08 0,9% 17,0% 10,6% 9,2%        
08/09 0,6% 18,0% 10,0% 9,1%        
09/10 0,6% 17,9% 10,7% 9,5%        
10/11 1,3% 29,4% 15,9% 15,2%        
11/12 1,9% 28,6% 17,1% 14,5%        
  Nl Fr Dt Be Nl Fr Dt Be
07/08 0,8% 16,0% 0,0% 9,2% 99,2% 84,0% 100% 90,8%
08/09 0,6% 16,7% 0,0% 9,1% 99,4% 83,3% 100% 90,9%
09/10 0,6% 17,0% 0,0% 9,5% 99,4% 83,0% 100% 90,5%
10/11 1,3% 27,5% 0,0% 15,2% 98,7% 72,5% 100% 84,8%
11/12 1,8% 26,7% 0,0% 14,4% 98,2% 73,3% 100% 85,6%
  A1 A2   Be A1 A2   Be
07/08 10,0% 8,3%   9,2% 90,0% 91,7%   90,8%
08/09 10,3% 7,7%   9,1% 89,7% 92,3%   90,9%
09/10 10,3% 6,9%   8,6% 89,7% 93,1%   91,4%
10/11 11,3% 18,8%   14,7% 88,7% 81,2%   85,3%
11/12 11,6% 15,2%   13,4% 88,4% 84,8%   86,6%

  
Per provincie wordt het beeld van de studenten met domicilie in het buitenland verder gedifferentieerd: In Luxemburg en Namen bijna de helft, voor de Gebrevetteerd verpleegkundige is dit 78% in Luxemburg, 60,8% in de provincie Namen en 43,9% in Henegouwen, hetgeen de these bevestigt dat het vooral door het afschaffen van de A2 in Frankrijk is dat zulk een hoge percentages studenten met domicilie in Frankrijk geteld wordt. Vandaar allicht ook de hoge druk op Onkelinx vanuit enkele Franstalige verpleegorganisaties om deze toegang af te snijden. Zal het NVKVV zich evenwel onderschikken aan dit onnodige, onnuttige en achterhaald agenda dat zich trouwens baseert op volledig foutieve gegevens wat tewerkstellingsgraad van verpleegkundigen betreft.?
 
En wat met Nederland, waar ook 2 toegangen tot het verpleegkunidig beroep bestaan, de HBO5 en de Bacherlortoegang. Gaat men bij afschaffing in België zich dan maassaal naar de Nederlandse scholen begeven, zoals de Fransen nu naar België. Nu zijn er 1,5% verpleegstudenten met domicilie in Nederland. Binnenkort 20% studenten in Nederland met domicilie in België?

Verpleegstudent buitenl. domicilie/provincie
Provincie % Buitenl % Buitenl
  Totaal A2
Luxemburg 49,6% 78,0%
Namen 45,1% 60,8%
Henegouwen 35,8% 43,9%
Brussel 17,1% 14,5%
Luik 11,3% 7,8%
Oost-Vlaanderen 5,5% 5,5%
Antwerpen 1,5% 1,5%
Limburg 1,1% 0,9%
West-Vlaanderen 0,2% 0,2%
Vlaams-Brabant 0,2% 0,0%

Heeft Onkelinx de moed om eens en voor altijd zekerheid te geven over de toegang tot het verpleegkundig beroep met inbegrip van de HBO5. En zijn de vakbonden sterk genoeg ingeval zij hier geen oren naar heeft op te komen voor een van  de waardevolste studierichtingen van alles wat er op de onderwijs- en beroepsopleidingsmarkt te vinden is?

1.11. Demografische opluchting bij Lon en co

Het opzetten van wervingscampgnes en de al of niet geveinsde paniek over een voldoende aanbod in de zorgberoepen hadden ondermeer te maken met de demografische vooruitzichten die het Planbureau in 2008 publiceerde maar die al in 2011 werden gecorrigeerd.  En ineens klaarde de hemel op, alhoewel tot 2020 de druk op de ketel blijft. Wetende dat het planbureau de bevolkingstijging de laatste jaren nog onderschat zou de situatie rooskleuriger kunnen worden, ook tot 2020, dan men nu laat veronderstellen. Zeker ook nu ten volle, en meer dan vroeger, ingezet wordt op het gezond blijven van de bejaarden, de zelfstandigheid en de onafhankelijkheid van de ouder wordende mens en het afzwakken van de noodzaak aan lineair verhogende zorgbehoefte, om van de keuze voor euthanasie en equivalente vormen nog te zwijgen. Kunnen Lon en co opnieuw op beide oren slapen of ze moeten misschien eens (terug) te rade gaan bij professor Jozef Pacolet.
   

 
Vooral in Vlaanderen wordt na 2020 en tot 2040 een grote demografische sprong voorwaarts gemaakt. Zo te zien zal een eventueel onafhankelijk Vlaanderen in 2030 Brussel niet (meer) nodig hebben om te voorzien in een voldoende zorgaanbod. De eigen allochtonen en de gouden reserve van vrouwen en meisjes uit de migratie zullen in het onafhankelijke Vlaanderen, en vooral in Antwerpen dan, ten volle kunnen instaan voor beste zorg.
 
 
2. Niet wat iemand zegt maar doet is belangrijk voor onderzoek en verslaggeving


2.1. Tewerkstelling in ziekenhuizen met 6,7%, bejaardenhomes met 8% gestegen 2008-2011


Dat een kwart van de verpleegkundigen in ziekenhuizen kampt met een Burn-Out, 22% die snel binnen het jaar ander werk willen zoeken en 30% dat niet tevreden is met de job, dat baarde dit voorjaar opzien langs een artikel van Sofie Van Lommel in DM. Wetende dat het onderzoek eind 2009 werd uitgevoerd moet de vraag gesteld waarom er geen algemene crisis in de ziekenhuizen is uitgebroken en vooral hoe het te verklaren is dat er een stijging in de tewerkstelling in de ziekenhuizen gebeurd is in België (vzw- en publieke ziekenhuizen samen) van 182.084 op 31/12/2008 over 186.205 op 31/12/2009 (+ 4.121 of + 2,3%) naar 190.257 eind 2010 (+4.052 of +2,2%) en 194.249 einde 2011 (+4.102 of + 2,1%). Op 3 jaar tijd, crisisjaar inbegrepen, is de tewerkstelling in de ziekenhuizen met 6,7% gestegen, in de bejaardenhomes met 8% tussen 31/12/2008 en 31/12/2011,zie tabel BuG 173. Als er al uitstroom was, is deze niet alleen volledig gecompenseerd, er is ook een wezenlijke groei geweest van de tewerkstelling.

Niet alleen de opinies, geventileerd in een klinische interviewsituatie is van belang, de werkelijkheid van feitelijke keuzes dient mede onder ogen genomen. Onderzoek kan dan wel de 'intentie' vaststellen het ziekenhuis, de sector of het beroep te verlaten, in feite is er niets gebougeerd en is iedereen (on)rustig op z'n plaats verder blijven werken en daarbij is de tewerkstelling nog fors gestegen voor een sector met een beddenstop. En dat is niet verwonderlijk.

2.2. Zoals een Labrador aan z'n baasje

Zoals Professor Pacolet al jaar en dag beweert is elke bijkomende tewerkstelling in de non-profitsector altijd al kunnen ingevuld worden. Het is de Non-Profit sector, voegt Luc Sels, decaan Economie KULeuven er aan toe, dat alle tewerkstellingsverlies, ook door de crisis, heeft opgevangen. Het is niet zoals Joep Konings meent te kunnen aantonen, dat de structurele lastenvermindering tewerkstelling heeft gecreëerd, maar de Non-Profitsectoren, met inbegrip van de in dotaties omgezette lastenverminderingen (Sociale Maribel), die de werknemers en het land mede uitzicht gegeven hebben in wat men 'de crisis' noemt. Voeg daarbij dat Lon, de non-profitambassadeur eindelijk oren gehad heeft naar wat diezelfde professor Pacolet ook al jaren zegt, dat de verpleegkundigen zo trouw zijn aan hun beroep als de Labrador aan z'n baasje, iets dat Sociaal Secretariaat S enkele weken geleden nog eens extra in de verf gezet heeft.

2.3. Exit niet voor verpleegkundigen maar voor NEXT (Nurses early ExiT Studie)

Enkele jaren geleden werd een nog omvangrijker onderzoek uitgevoerd in Europa (7.049 verpleegkundigen in België), nl  NEXT ( Nurses Early Exit Study 2006) waarbij de vaststelling was dat 39% van de verpleegkundigen (ziekenhuizen, bejaardenhomes, thuiszorg) er minstens 1x het voorbije jaar aan dacht het beroep te verlaten. Op 100 verpleegkundigen die een jaar later werden bevraagd wat ze uiteindelijk gedaan hadden bleken er 93 nog op dezelfde plek te werken,  6 hadden de werkplek verlaten hadden om elders in de sector te werken of met pensioen te gaan en 1 die de sector effectief verlaten had. De conclusie was dus dat er geen "early exit' bestaat, enkel een intentie, en daarmee was niet het bewijs geleverd dat in de titel al als vooroordeel was ingeschreven. Hiermee geconfronteerd op het zorgsymposium 2009 verklaarden zowel de Verpleegkundig directeur van de VUB-kliniek als deze van Gasthuisberg dat het verloop bij de verpleegkundigen niet hoger lag dan 6 à 7% per jaar. Verpleegkunde als meest vasthoudende en trouwe beroepsgroep dus, maar dat is al langer geweten. Voor een korte klik op het exitonderzoek zie presentatie voor het Zorgsymposium Geen zorgen om zorgwerkers beeld 94 en 95.
 
2.4. Ziekenhuismanagement onder vuur
 
Niet dat er geen problemen zijn maar die liggen niet aan de werkdruk, het barema of premies maar volgens het RN4CAST-onderzoek en de conclusie van Koen van den Eede in Brugge in 2011 in het
Belgische kwalitatieve luik aan het ziekenhuismanagement. Uit kwalitatief onderzoek bleek namelijk dat ziekenhuizen waar het personeel hoofdelijk het beleid mee kan maken en bepalen en waar de verantwoordelijken zich (nog mee) op de werkvloer begeven geen problemen hebben in het aantrekken van zorgpersoneel. De anderen daarentegen wel. Bieden, 40 jaar na datum, de principes van de Culturele Revolutie uitzicht voor de ziekenhuizen en zorginstellingen, nl deze waar het aangenaam werken is door een beleid van rechtstreekse participatie (meebeslissen aan elke maatregel/beleid die impact heeft op de eigen werksituatie) en met een hiërarchische leiding die op een vaste wijze nog deelneemt aan het basiswerk waarvoor ze verantwoordelijk zijn. Koen van den Eede mag hierover best eens bevraagd worden en wat persflow krijgen.
 
3. Een bijkomende sociale maribel van 137 97 miljoen € van de voorziene 400 (update 22/12/2012).
 
Van de 400 miljoen € recent goedgekeurde lastenverminderingen dient
34,2% 24,3% te gaan naar de non-profit sectoren, dat is dus 137 97 miljoen € die bijkomend naar de sociale maribelfondsen dient toegeschoven. Hiermee kunnen zonder problemen 2.300 werkloze logistieke assistenten (zie VDAB statistiek reserve social-profit 10/2012) in de zorg en culturele omgeving aangeworven worden die terwerkstellingsperspectief bieden voor jongeren en allochtonen. Van onder uit kunnen de zorg- en verpleegkunde taken daardoor opnieuw 'just-in-job' gemaakt worden, ieder kan dus meer bezig zijn waarvoor hij gekwalificeerd is. Merk ook dat er op 10/2012 in Vlaanderen, buiten de 2.222 werkloze logistiek assistenten in de zorgomgeving, 483 volledig werkzoekende verpleegkundigen zijn, 3.381 werkloze gekwalificeerd verzorgenden en 2.055 volledig werkloze opvoeders klasse 1 en 2. Moeten Mr. Jossaert en Walter Cornelis terug eventjes gemobiliseerd worden om, zoals bij de opstart van de Sociale Maribel in 1999, die intussen voor meer dan 40.000 jobs gezorgd heeft, dit technisch voor mekaar te brengen?

BuG 176 on-line        Printversie (13p)

Jan Hertogen, socioloog
0487 335 552
www.npdata.be