Bericht uit het Gewisse - BuG nr. 08 - 27/01/2005
Marokkanen maken Mechelen uniek. De Tijd van 26-01-06 Uitgebreide tabellen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In
Mechelen is het aantal Niet-Europeanen driemaal hoger
en het aantal Marokkanen negenmaal hoger dan het gemiddelde in Vlaanderen.
De grote aantrekkingskracht van het omstreden Jeugdhuis Rzoezie op Marokkaanse
jongeren is dus
mee het gevolg van een uniek demografisch gegeven. Meer dan waar ook in
Vlaanderen zijn in Mechelen opdrachten weggelegd voor onderwijs en
tewerkstelling. Als de
politiek tegenover ‘vreemdelingen‘ ondermeer afhangt van het beeld dat men
zich van hen vormt en het stigma, het etiket dat men erop plakt,
dan is de zichtbaarheid van de ‘vreemdelingen’ in de straat en
interessant gegeven. Om dit na te gaan wordt vreemdeling gelijkgeschakeld met
diegenen aan wie het te zien is, de burger met een andere huidskleur of
veralgemenend de niet-Europese vreemdeling, Turkije nog even inbegrepen. De
Marokkaan wordt hierbinnen apart genomen omdat hij het meest het stigma van
vreemdeling draagt. De relatieve aanwezigheid van de (boze) Marokkaan in een
stad, nl. het % Marokkanen op het aantal Niet-Europeanen, stelt dit
vreemdelingenbeeld op zijn scherpst: hoe minder andere vreemdelingen in de stad
hoe meer de aanwezige Marokkaanse burger opvalt. In de NIS-statistiek van 2005 worden
de nationaliteiten weergegeven van inwoners die als vreemdeling in de gemeente
zijn ingeschreven. De tot Belg genaturaliseerde en de kinderen die zij
als genaturaliseerde gekregen hebben worden door het NIS (Nationaal Instituut
voor de Statistiek) bij de Belgen gerekend. Maar om het vreemdelingenbeeld
tussen steden te vergelijken wordt er van uitgegaan dat de naturalisatiegraad en
het geboorteoverschot van de genaturaliseerden in de verschillende steden
gelijklopend is, zodat de ‘vreemdeling’ en Marokkaanse burger in het
straatbeeld kan vergeleken worden. In Antwerpen wonen het meeste
niet-Europese vreemdelingen, nl. 6,7%, gevolgd door Mechelen (4,7%),
Leuven, Lokeren, Vilvoorde, Genk en ook Leuven en Gent rond de 4%.
Waar is echter de aanwezigheid van Marokkanen
het hoogst, d.w.z. waar wordt de Belg het meest geconfronteerd met het beeld dat
hij heeft van 'vreemdeling' en het stigma dat hen toebedeeld wordt? In Mechelen,
met 3,5% Marokkaanse vreemdelingen, gevolgd door Antwerpen en Lokeren (2,5%),
Vilvoorde (2,2%), Boom (1,8%) en
Machelen (1,5%). Daarna volgen andere
gemeenten met 1,3% en minder met
ondermeer Houthalen-Helchteren (1,1%),
Genk (0,9%), Sint-Niklaas (0,9%),
Kortrijk en Temse (0,8%). Een nog scherpere indicatie
voor het 'vreemdelingenbeeld' is het % Marokkaanse burgers op het geheel van de
'niet-Europese’ vreemdelingen. Zijn het vooral de Marokkanen die het beeld van
vreemdelingen oproepen of zijn er naast hen nog veel andere burgers van
zichtbare vreemde afkomst in de straat te zien?
In
Mechelen is 75% van de niet-Europese
vreemdelingen Marokkaans: als men vreemdelingen ziet in Mechelen zijn het
in hoofdzaak Marokkanen. Ook in Boom (66%),
Lokeren en Vilvoorde (59%) is dit het
geval. In Antwerpen, Sint-Niklaas, Temse en Houthalen-Helchteren vormen de
Marokkanen ongeveer 40% van de
niet-Europeanen. In Mechelen zijn er dus procentueel
ongeveer evenveel Marokkanen als in het Brussels gewest, alhoewel daar meer
verschillende nationaliteiten aanwezig zijn. Het samenleven van Marokkanen in
Mechelen staat dus meer op zichzelf, niet omdat zij dat zelf zo graag willen
maar omdat er minder andere vreemdelingen zijn. Hoe meer Marokkanen, hoe groter
het gevoel kan ontstaan dat men met ‘vreemden’ leeft en dat men er wat moet
aan doen. Nergens in Vlaanderen is de Marokkaanse burger echter meer
aanwezig in scholen en het stadse leven als in Mechelen. Ook al zijn zij
en voelen zij zich Mechelaar, toch kan het beleid er één
zijn van ‘wij en zij’ of van 'ons
en zij’ zoals in de beleidsverklaring van Mechelen te lezen is: “Mechelaars
van vreemde origine moeten onze taal leren, de wetten en normen kennen en
aanvaarden en onze gebruiken en gewoonten leren”. Als het 'resultaat' van
het stedelijk 'integratiebeleid' afgemeten wordt aan de mate waarin ‘die van
vreemde afkomst’ de gewoonten en gebruiken van “ons”
geleerd hebben sta je niet ver van een mentale worsteling van de Mechelaar
met haar 'boze Marokkaan". De leeftijdsstructuur van de
Mechelse bevolking versterkt dit beeld van jaar tot jaar: hoe jonger de
bevolking, hoe sterker de hierboven geschetste Mechels-Marokkaanse werkelijkheid
in het straatbeeld zichtbaar wordt. Dé Mechelaar nu en in de toekomst is
voor een goed deel Marokkaan, er geboren en getogen. Meer dan waar ook in
Vlaanderen liggen hier dus opdrachten weggelegd voor onderwijs en
tewerkstelling.
|